Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Heutink over het artikel van de NOS van 14 mei 2025, waarin wordt vermeld dat er problemen rondom drinkwater kunnen ontstaan omdat het besparen van drinkwater te langzaam zou gaan
Vragen van het lid Heutink (PVV) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het artikel van de NOS van 14 mei 2025, waarin wordt vermeld dat er problemen rondom drinkwater kunnen ontstaan omdat het besparen van drinkwater te langzaam zou gaan (ingezonden 14 mei 2025).
Antwoord van Minister Tieman (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 8 juli 2025).
Vraag 1
Deelt u de mening dat er geen tekort is aan water om drinkwater van te kunnen maken,
maar dat er een tekort is aan vergunningen om nieuwe waterwinpunten te slaan?1
Antwoord 1
De oorzaken van mogelijke tekorten zijn divers. Op basis van het RIVM -onderzoek2 is de inschatting dat in 2030 er ruim 100 miljoen m3/jaar aan extra productiecapaciteit nodig zal zijn. Om een nieuwe winning te realiseren
is het nodig dat er onder andere:
– een omgeving is waar de benodigde hoeveelheid water duurzaam beschikbaar is,
– dat duidelijk is wat die onttrekking betekent voor de omgeving, zoals de gevolgen
voor funderingen van woningen, landbouw of natuurdoelstellingen
– dat het bevoegd gezag beschikt over een ontvankelijke vergunningaanvraag,
– dat er voldoende stikstofruimte beschikbaar is voor de bouwwerkzaamheden
– dat de winning op het elektriciteitsnet aangesloten kan worden.
Daarbij wordt er ook onderzoek gedaan naar de mogelijkheden naar bijvoorbeeld hergebruik
van effluent. De verwachting daarbij is dat dit soort alternatieve bronnen de komende
jaren nog niet tot een verlichting van de opgave voor de drinkwaterbedrijven gaan
leiden.
Vraag 2
Welke maatregelen neemt u, en heeft u al genomen, om dit jaar nog nieuwe waterwinpunten
te realiseren?
Antwoord 2
Zoals aan de Kamer is gemeld via de Kamerbrief van 13 januari 20253, wordt via het Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen 2023–2030 samengewerkt
met de provincies en drinkwaterbedrijven om tot uitbreiding van de productiecapaciteit
te komen. Het is aan de drinkwaterbedrijven zelf om deze winningen te realiseren.
Begin 2026 wordt de Kamer over de voortgang van dit programma geïnformeerd.
Vraag 3
Deelt u de mening dat beknibbelen op drinkwatergebruik (de eerste levensbehoefte)
bij huishoudens pure armoede is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
De beschikbaarheid van drinkwater is een belangrijk speerpunt in het waterbeleid,
zowel voor het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) als voor drinkwaterbedrijven,
provincies en waterschappen. De vraag naar drinkwater neemt de komende jaren toe als
gevolg van bevolkingsgroei (568.612 tussen 2021 en 2024), veranderingen in de leefsituatie
(meer eenpersoonshuishoudens) en economische activiteit. Om de drinkwatervoorziening
ook in de toekomst te kunnen waarborgen is in januari 2025 het Actieprogramma beschikbaarheid
drinkwaterbronnen aangeboden aan de Tweede Kamer. Daarin staan concrete stappen beschreven
die we in de periode tot en met 2030 zetten om te kunnen blijven beschikken over voldoende
waterwinlocaties.
Provincies hebben daarnaast bij de vergunningverlening voor nieuwe drinkwaterwinningen
vaak te maken met tegengestelde belangen en bezwaar vanuit de omgeving. Het blijft
dus zaak om – naast alle inspanningen gericht op het realiseren van extra capaciteit
– ook in te zetten op drinkwaterbesparing om verspilling van drinkwater tegen te gaan.
Daarbij wordt ingezet op een besparing van 20% in zowel het huishoudelijk en het zakelijk
gebruik van drinkwater. Om het bewustzijn te vergroten en mensen te laten zien wat
zij kunnen doen aan besparing werkt IenW samen met de Vewin en vele andere partners
aan de campagne Leven met water.4
Vraag 4, 5 en 6
Waarom gaat u inzetten op verandering van gedrag via gedragscampagnes terwijl al deze
mensen helemaal niets fout doen?
Denkt u wel dat deze mensen iets fout doen? Zo ja, wat dan?
Bent u bereid om te stoppen met deze gedragscampagnes, mensen met rust te laten en
gewoon zorg te dragen voor voldoende waterwinpunten?
Antwoord 4, 5 en 6
Water is in Nederland nooit ver weg. We zijn in ons land gewend om te leven met water,
zowel met de kansen die het biedt voor wonen, werken handel en ontspanning als met
eventuele risico’s in de vorm van watertekorten of kans op overstroming. Mensen doen
inderdaad niets verkeerd als ze bijvoorbeeld water gebruiken voor hun huishouden of
in een lagergelegen deel van ons land wonen. Toch is het goed om in ieder geval te
weten welke uitdagingen er zijn op het gebied van water – nu en in de toekomst. En
om na te denken over wat je zelf kunt doen om met die uitdagingen om te gaan.
Via campagnes en de vernieuwde website «Leven met Water» wordt enerzijds informatie
geboden over wat waterbeheerders zoals Rijkswaterstaat, de waterschappen en drinkwaterbedrijven
allemaal al doen om ook in de toekomst te kunnen blijven beschikken over schoon water
en droge voeten. Anderzijds wordt via deze weg – samen met de waterpartners – praktische
informatie aan inwoners van Nederland gegeven over wat zij zelf kunnen doen. We zetten
ons dus zowel in voor meer waterwinputten als voor minder verspilling van drinkwater.
Vraag 7
Op welke manieren kunt u ervoor zorgen dat milieuorganisaties niet langer het proces
van vergunningverlening voor nieuwe waterwinpunten kunnen frustreren met rechtszaken
en dergelijke?
Antwoord 7
Het bevoegd gezag beoordeelt bij de vergunningaanvraag of de invloed die een onttrekkingsvergunning
heeft op de omgeving acceptabel is. Onttrekkingen kunnen invloed hebben op het landbouwkundig
gebruik, funderingen van woningen of natuurdoelstellingen.
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht staan besluiten van het bevoegd gezag open
voor beroep en bezwaar. De mogelijk beroep en bezwaar in te kunnen dienen voor initiatieven
die invloed hebben op de leefomgeving is zowel een vereiste op grond van de Milieuaansprakelijkheidsrichtlijn
als een belangrijk element in ons democratisch bestel.
Vraag 8
Wanneer kunnen we wetswijzigingen tegemoet zien komen die decentrale overheden en
drinkwaterbedrijven helpen met het slaan van nieuwe waterwinpunten?
Antwoord 8
Decentrale overheden kunnen op basis van de huidige wet- en regelgeving zelf besluiten
tot winning van drinkwater uit nieuwe bronnen dan wel uitbreiding van winning uit
bestaande bronnen.
In het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023–2030 is aangegeven welke
mogelijkheden zij nu al hebben om die besluitvorming te versnellen. Op grond van de
Omgevingswet en de daaraan gekoppelde regelgeving kan dat bijvoorbeeld door het toepassen
van de zogeheten coördinatieregeling door gemeenten of door gebruik te maken van het
projectbesluit door provincies. In het Actieprogramma is afgesproken dat de provincies
in 2025 pilots uitvoeren om daar ervaring mee op te doen.
Daarnaast voorziet het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting in een grondslag
om bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) projecten en besluiten met een zwaarwegend
maatschappelijk belang aan te wijzen waarop verschillende procedurele versnellingen
van toepassing zijn. Als de decentrale overheden deugdelijk en overtuigend kunnen
onderbouwen dat de huidige wettelijke mogelijkheden van de Omgevingswet voor hen ontoereikend
zijn om te komen tot versnelde uitvoering van de regionale plannen uit het genoemde
Actieprogramma dan is het Ministerie van IenW bereid om samen met de Ministeries van
VRO en JenV de totstandkoming van zo’n AMvB in gang te zetten. Conform de eerder gedane
toezegging wordt de Kamer jaarlijks geïnformeerd over de voortgang van het Actieprogramma
en daarbij wordt uiteraard ook ingegaan op deze acties.
Vraag 9
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het aanstaande commissiedebat Water (17 juni
2025)?
Antwoord 9
Vanwege het demissionair worden van het kabinet is het commissiedebat uitgesteld tot
na het zomerreces en kon helaas ook de termijn niet gehaald worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. Tieman, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.