Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de voortgang milieuproblematiek Tata Steel (Kamerstuk 28089-334)
28 089 Gezondheid en milieu
Nr. 339
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 8 juli 2025
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de brief
van 10 april 2025 over de voortgang milieuproblematiek Tata Steel (Kamerstuk 28 089, nr. 334).
De vragen en opmerkingen zijn op 14 mei 2025 aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat voorgelegd. Bij brief van 8 juli 2025 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Peter de Groot
Adjunct-griffier van de commissie, Koerselman
Inleiding
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
brief over de voortgang van de milieuproblematiek bij Tata Steel. Deze leden maken
zich veel zorgen over de gezondheidssituatie in de IJmond en vinden dat actie te lang
uitblijft.
De leden van de VVD-fractie danken de Staatssecretaris voor de onderhavige stukken.
Zij hebben op dit moment geen verdere vragen.
De leden van de D66-fractie danken de Staatssecretaris voor de brief over de voortgang
van de milieuproblematiek rond Tata Steel.
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris
en de aanhangige stukken aangaande de voortgang van de milieuproblematiek bij Tata
Steel. Deze leden hebben nog wel enkele vragen.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de brief van
de Staatssecretaris en zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
Groenlinks PvdA
1. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn zeer geschrokken van de recente berichten
over de staat van de kooksgasfabriek 2. Bij 99 van de 108 ovens werden problemen geconstateerd,
waaronder barsten en scheuren in de ovenwanden. Deze leden vinden al jaren dat de
kooksgasfabriek 2 niet meer in gebruik zou moeten zijn. Kan de Staatssecretaris schetsen
hoe het ervoor staat met de intrekkingsprocedure die het bevoegd gezag is gestart?
Het bevoegd gezag, de provincie Noord-Holland, en de door haar gemandateerde Omgevingsdienst
Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) handelen onafhankelijk in de uitvoering van de vergunningverlening,
toezicht en handhavingstaken. Dat geldt ook voor de aanzeggingsprocedure tot herstel
van de overtredingen bij de Kookgasfabriek 2 (KGF 2). Op 19 december 2024 heeft de
OD NZKG Tata Steel Nederland (TSN) aangezegd dat de KGF 2 binnen een jaar in overeenstemming
moet zijn gebracht met de milieuregels. Het aanzeggingsbesluit staat open voor bezwaar
en beroep. TSN is in bezwaar gegaan tegen het aanzeggingsbesluit. Deze procedure loopt
nog. In de tussentijd houdt de OD NZKG toezicht op de acties die het bedrijf onderneemt
om te voldoen aan de vergunningvoorschriften. Als blijkt dat de overtredingen niet
zijn beëindigd en duidelijk wordt dat de KGF 2 niet in overeenstemming kan worden
gebracht met de geldende regels, kan de OD NZKG de stap richting intrekking van de
vergunning overwegen.
2. Wat is hiervan de tijdlijn? Ondersteunt hij het bevoegd gezag zowel juridisch als
financieel bij deze procedure? Wat verwacht hij met betrekking tot de toekomst van
dit fabrieksdeel?
De OD NZKG heeft aangegeven dat het bedrijf een termijn van 12 maanden heeft om ervoor
te zorgen dat KGF 2 aan de wettelijke eisen voldoet.1 Als blijkt dat de overtredingen niet beëindigd zijn en duidelijk wordt dat de KGF
2 niet in overeenstemming met de regels kan worden gebracht, kan de OD NZKG de stap
richting intrekking van de vergunning van KGF 2 overwegen.
Wat betreft de toekomst van dit fabrieksdeel, is dit aan het bevoegd gezag en TSN.
Hierin kan in deze beantwoording niet worden betreden. Het Rijk is dan ook niet juridisch
of financieel betrokken bij deze procedure tussen het bevoegd gezag en het bedrijf.
Uiteraard moeten de huidige en toekomstige installaties van TSN ongeacht een maatwerkafspraak
aan de geldende wet- en regelgeving voldoen. We volgen de ontwikkelingen nauwgezet
en bezien wat het effect is op de te maken maatwerkafspraak.
3. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn tevens benieuwd hoe het er inmiddels
voor staat met de uitvoering van de gezondheidseffectrapportage (GER) bij Tata Steel.
Hoewel de methodiek klaarligt, is er op dit moment nog geen regie genomen om de rapportage
daadwerkelijk te maken. In het commissiedebat Leefomgeving is toegezegd dat er een
regierol zal worden belegd. Zijn hierin al stappen gezet?
De toenmalige Staatssecretaris heeft uw Kamer op 10 april als bijlage bij de brief
waarop dit schriftelijk overleg is gebaseerd het methodisch kader van de GER-TSN toegestuurd.
Zoals u zelf tijdens het rondetafelgesprek van 16 april heeft kunnen vernemen zijn
verschillende mogelijkheden voor invulling van de uitvoering verkend. Tijdens het
commissiedebat Leefomgeving op 24 april heeft de toenmalige Staatssecretaris de Kamer
toegezegd dat hij regie zou nemen op het proces (Kamerstuk 30 015, nr. 133). Hieraan is inmiddels invulling gegeven met een opdracht aan ABDTOPConsult. ABDTOPConsult
is gevraagd om als voorzitter van een werkgroep leiding te geven aan het opstellen
van de GER-TSN. Deze werkgroep bestaat uit inhoudelijke experts van het RIVM, de GGD
Kennemerland en één of twee andere experts. Hiermee wordt de toezegging «voor de zomer
wordt de Kamer geïnformeerd over de wijze waarop de regierol wordt belegd ten aanzien
van het opstellen van de gezondheidseffectrapportage» afgedaan.2
Bij de uitvoering van de opdracht zullen in ieder geval ook de Commissie mer, de Expertgroep
Gezondheid IJmond, Provincie Noord-Holland, de OD NZKG, omwonenden en TSN worden geconsulteerd.
De werkgroep is verantwoordelijk voor de GER-TSN.
D66
4. De leden van de D66-fractie onderstrepen het belang van een gezonde leefomgeving
voor de inwoners van de IJmond en zien met zorg dat de gezondheidsrisico’s nog altijd
ernstig zijn. Voor deze leden is gezondheid geen bijkomende overweging, maar een randvoorwaarde
voor de besluitvorming over de maatwerkafspraak met Tata Steel. Die norm is leidend,
niet optioneel. De leden van de D66-fractie zijn de Staatssecretaris erkentelijk dat
de snelheid achter de GER in acht wordt genomen. Tegelijkertijd vinden zij ook dat
we, als het gaat om de gezondheid van omwonenden, niet alleen kunnen hopen op medewerking
van Tata Steel. Graag zien deze leden dat er een strengere deadline voor de ontwikkeling
van de GER wordt vastgesteld.
De wens om de GER spoedig te ontwikkelen is begrijpelijk. Het is belangrijk om vaart
in het proces te houden. De ontwikkeling van de GER moet ook zorgvuldig gebeuren.
De GER heeft immers geen meerwaarde als deze onvoldoende onderbouwd is. Daarbij kan
de GER-TSN alleen goed worden opgesteld als het MER goede en voldoende data bevat.
Zoals eerder is aangegeven, is voor de uitvoering van de GER data van TSN uit de milieueffectrapportage
(MER) Groen-Staal nodig. Hierdoor is de planning van de GER-TSN onlosmakelijk verbonden
aan het proces van het MER Groen-Staal. Wel wordt er vóór de oplevering van het MER
al gestart met de uitvoering van fase 1 en 2 van het methodisch kader van de GER.
Fase 1 betreft de screening, waarbij het gaat om het vaststellen van de nul-situatie,
scenario’s en uitkomstmaten. Fase 2 betreft de scoping, waarbij het gaat om de afbakening
van de GER-TSN: wat wordt wel en niet meegenomen en op welke manier.
Het is nu nog niet duidelijk in hoeverre het in te dienen MER voldoende is voor een
GER of dat er belangrijke onderdelen ontbreken die later aangevuld moeten worden.
Omdat de GER daarnaast voor het eerst wordt uitgevoerd is de exacte duur van de verdere
uitvoering niet geheel te voorspellen, maar alle betrokken partijen zijn zich bewust
van de wens van de Kamer tot snelheid van het proces – in verband met het traject
rond de maatwerkafspraken – en zetten zich daarvoor in.
5. Daarnaast vragen deze leden op welke manier wordt geborgd dat de GER ook daadwerkelijk
leidend zal zijn bij het opstellen en toetsen van de uiteindelijke maatwerkafspraak.
Wordt dit expliciet vastgelegd, bijvoorbeeld als voorwaardelijk onderdeel van de Joint
Letter of Intent (JLOI)?
De GER voor TSN zal laten zien wat de geschatte gezondheidseffecten van de maatwerkafspraak
met TSN zullen zijn. De GER zal geen oordeel bevatten over of dit voldoende of onvoldoende
is om de gezondheid van werknemers en omwonenden te borgen. Dat is uiteindelijk een
politieke afweging die het kabinet en de Kamer zelf zullen moeten maken, op het moment
dat de uitkomsten beschikbaar zijn. Tussentijdse inzichten die worden opgedaan bij
de uitvoering van de GER-TSN zullen zoveel mogelijk worden betrokken bij de onderhandelingen
over de maatwerkafspraak met TSN.
Zoals ook aangegeven in de kamerbrief van 10 april 20253 zal de concept JLOI een paragraaf over gezondheid bevatten. De concept JLOI wordt
voorgelegd aan de Adviescommissie Maatwerkafspraken Verduurzaming Industrie (AMVI).
De Expertgroep Gezondheid IJmond zal de AMVI adviseren over de gezondheidsparagraaf
van de concept JLOI met TSN.
6. De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over de gezondheidsrisico's die omwonenden
lopen, doordat de kooksgasfabriek 1 zijn deuren niet zal sluiten tot 2030. Het is
de verantwoordelijkheid van de bevoegde instanties om toe te zien op de uitvoering
van de regels door Tata Steel. Deze leden vragen de Staatssecretaris daarom nadrukkelijk
om de handhavende instanties zo goed als mogelijk te ondersteunen.
In de vraag heeft u het over sluiting van Kooksgasfabriek 1 in 2030. Dit is momenteel
geen onderdeel van de plannen van TSN. Uiteraard moeten de huidige en toekomstige
installaties van TSN ongeacht een maatwerkafspraak aan de geldende wet- en regelgeving
voldoen. Uw Kamer heeft reeds verzocht in te zetten op maximale handhaving van bestaande
verplichtingen en de provincie Noord-Holland daarbij te steunen4. Het kabinet geeft hier gehoor aan. Zo is de Inspectie Leefomgeving en Transport
(ILT) nauw betrokken bij de herziening van de vergunning van Kooksfabriek 1 en geeft
zij advies bij andere vergunningaanvragen. De ILT heeft ook geadviseerd om een kosteneffectiviteitsonderzoek
te doen naar aanleiding van technische onderzoeken naar emissiereductie van NOx bij KGF 1. De ILT is tenslotte nauw betrokken bij het overleg tussen OD NZKG en TSN
over de implementatie van NOx reducerende technieken.
7. Daarnaast vragen deze leden of de motie-Bouchallikht aangaande het verlagen van
de NOx-uitstoot van Kooksgasfabriek 1 naar 500 mg/Nm3 (Kamerstuk 22 343, nr. 354) voldoende voortvarend wordt opgepakt. De analyse loopt al sinds 2022, terwijl de
uitstoot significant is en bijdraagt aan bewezen gezondheidsschade. Waarom duurt het
vaststellen van de norm zo lang en wat kan de Staatssecretaris doen om dit te versnellen?
Zoals eerder aan de Kamer is gemeld5, loopt er momenteel vanuit de OD NZKG een traject om de vergunning ambtshalve aan
te passen. De Kooksgasfabriek 1 is een grote uitstoter van stikstofoxides. Daarom
wordt onderzocht of de voorschriften die voor deze fabriek gelden kunnen worden aangescherpt.
In 2022 heeft de OD NZKG namens het bevoegd gezag aan TSN een onderzoekverplichting
opgelegd met betrekking tot het reduceren van de emissie van stikstofoxides (NOx) door Kooksgasfabriek 1 richting de 500 mg/m3. Dit is in lijn met een eerder aangenomen Kamermotie.6 De motie verzoekt de Nederlandse regels aan te passen zodat de Europese norm van
500 milligram stikstofdioxide per kubieke meter ook kan worden opgelegd aan de kooksgasfabrieken
van TSN. U bent eerder over dit traject geïnformeerd.7
De ILT heeft op 6 januari 2025 advies gegeven over het voornemen om een besluit te
nemen over deze nieuwe emissienorm. Het doel is om, als de kosteneffectiviteitsanalyse
daar voldoende aanleiding toe geeft, de vergunning aan te passen om de gemiddelde
uitstootnormen van NOx van de schoorstenen 11, 12, 13 en 14 te verlagen richting 500 mg/Nm3. Welke normverlaging
daadwerkelijk realistisch is, moet nog blijken uit zowel een kosteneffectiviteitsanalyse
als een technisch-inhoudelijke onderbouwing.
De OD NZKG zal het advies van de ILT betrekken in de verdere procedure. Het uitvoeren
van een kosteneffectiviteitsanalyse kost veel tijd. De ILT adviseert hier drie maanden
de tijd voor te nemen. De OD NZKG verwacht daarom niet voor het vierde kwartaal van
2025 een besluit te kunnen nemen. De informatie die uit bovengenoemd vergunningstraject
volgt, is ook relevant voor het aan deze motie verbonden wetgevingstraject. Zoals
eerder aan de Kamer gemeld, worden om deze reden op dit moment geen verdere stappen
gezet in het aan deze motie verbonden wetgevingstraject.8
8. De leden van de D66-fractie lezen dat Tata Steel bereid is om vertrouwelijk informatie
inzake de milieueffectrapportage (MER) te delen voor de GER. Wordt daarbij ook onafhankelijke
toetsing door publieke instanties (zoals de GGD of het RIVM) gegarandeerd?
De GGD en het RIVM spelen een rol bij het opstellen van deze GER. Daarnaast zal ook
de expertise van de OD NZKG, de Expertgroep Gezondheid IJmond en de Commissie mer
worden benut bij de ontwikkeling van deze GER. Zie verder de beantwoording onder vraag
3.
9. Hoe wordt voorkomen dat de informatieongelijkheid tussen bedrijf, overheid en omwonenden
blijft bestaan?
Alle relevante informatie die beschikbaar is, wordt door de verschillende overheden,
in lijn met de wet open overheid, zo snel mogelijk openbaar gemaakt. Dit geldt bijvoorbeeld
voor het MER, waarin het Groen Staal-plan in meer detail is uitgewerkt. Ook de (ontwerp)besluiten
en de adviezen op de vergunningaanvragen worden openbaar. Het MER zal ook door TSN
openbaar worden gemaakt.
Op dit moment vinden onderhandelingen plaats over de maatwerkafspraak met TSN in een
vertrouwelijke setting. Gelet op de mogelijke koersgevoeligheid van (de uitkomsten
van) deze onderhandelingen, wordt informatie over deze onderhandelingen op dit moment
alleen vertrouwelijk met de Kamer gedeeld. De uiteindelijke uitkomsten zullen wel
openbaar worden gemaakt.
Daarnaast wordt op dit moment de GER uitgevoerd. Deze rapportage kan omwonenden en
belanghebbenden inzicht geven in de te verwachten gezondheidseffecten van het Groen
Staal-plan in de komende jaren en zal wanneer afgerond ook openbaar worden gemaakt.
10. Wordt overwogen om omwonenden actief te betrekken bij de toetsing en validatie
van de GER, bijvoorbeeld via een burgerpanel of een openbare zienswijzeprocedure?
Het is belangrijk dat omwonenden worden betrokken gedurende het opstellen van de GER.
De precieze invulling is echter nog onduidelijk, dat wordt op dit moment verder geconcretiseerd.
Zie ook beantwoording op vraag 3.
BBB
11. De leden van de BBB-fractie vragen wat de houding van Tata Steel is ten opzichte
van het methodisch kader van de GER voor Tata Steel Nederland (TSN)?
Deze vraag is doorgeleid naar het bedrijf. In antwoord hierop, geeft TSN aan voorstander
te zijn van de GER als instrument om de gezondheidsverbetering die het Groen Staal-plan
met zich meebrengt, beter inzichtelijk te maken. TSN heeft aangegeven bereid te zijn
om voorafgaand aan publicatie van het MER, hierover vertrouwelijk informatie te verstrekken
aan de opsteller van de GER. Wat betreft de voorgestelde methodiek stelt TSN dat het
goed is om te zien dat deze grotendeels in lijn is met het eerder gepubliceerde RIVM-onderzoek.
Dit maakt het eenvoudiger om de huidige en toekomstige situatie met elkaar te vergelijken.
12. De leden van de BBB-fractie lezen dat brede welvaart niet wordt meegenomen in
de onderzoeken. Als reden wordt gegeven dat het niet in te schatten is wat een toekomstige
situatie doet met de mentale gezondheid. Deze leden vinden dit lastig. De aanwezigheid
van Tata Steel heeft namelijk ook positieve effecten op de brede welvaart in de regio
en vinden dat daar een zo realistisch mogelijk beeld van geschetst moet kunnen worden,
zowel van de positieve effecten van TSN op de omgeving, als de negatieve. De leden
van de BBB-fractie merken op dat de GER-TSN zich richt op activiteiten binnen het
TSN-terrein. Transportstromen worden daarbij niet meegewogen. Deze leden vragen waarom,
aangezien zwaar verkeer en de constante toestroom van zware zeevaart net zo goed een
effect kunnen hebben op de gezondheid van omwonenden?
Het klopt dat emissies van zwaar verkeer en scheepvaart t.b.v. TSN bijdragen aan de
gezondheidsrisico’s. Deze GER richt zich echter op de activiteiten binnen het TSN
terrein, omdat dit aansluit op de scope van de maatwerkafspraak en de plannen voor
groene en schone staalproductie. De GER is bedoeld om de toekomstige situatie van
TSN te vergelijken met de huidige situatie. Dat is gericht op veranderingen van installaties
en activiteiten op het TSN terrein. Hierin vallen ook niet de positieve gezondheidseffecten
van de aanwezigheid van TSN.
PvdD
13. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vinden de negatieve gezondheids-
en milieueffecten die Tata Steel veroorzaakt, zeer zorgwekkend. Maar ook de houding
van het bedrijf, dat vaker is betrapt op het geven van misleidende of incomplete informatie
en data. De bewijzen van de schade blijven zich opstapelen. Deze leden hebben vragen
over onder andere de maatwerkafspraken, kooksfabrieken, overkappingen en staalslakken
en hopen dat de Staatssecretaris zo snel mogelijk alles op alles gaat zetten om de
gezondheid van omwonenden en werknemers maximaal te beschermen, volledig in lijn met
álle adviezen van de onafhankelijke Expertgroep Gezondheid IJmond en dus conform de
wens van de Kamer. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat de
bescherming van de gezondheid van burgers een van de belangrijkste kerntaken van de
overheid is. Het is daarom belangrijk dat de gezondheid van omwonenden en werknemers
centraal staat in de eventuele maatwerkafspraken met Tata Steel en de naleving snel
en effectief kan worden afgedwongen. De omgevingsdienst concludeerde recent dat Tata
Steel «calculerend en opportunistisch» te werk gaat en signaleerde dat het bedrijf
decennia lang oude onderdelen (die kankerverwekkende stoffen lekken) en beschadigde
ovenwanden «jaren achter elkaar» blijft gebruiken. De toezichthouder stelt dat Tata
Steel er bewust voor kiest de ovenwanden niet te repareren en heeft er geen vertrouwen
dat Tata dit oplost. Ook concludeert de omgevingsdienst dat Tata Steel geen goed onderhoudsplan
heeft. Deze leden zijn benieuwd welke invloed dit heeft op de onderhandelingen over
de maatwerkafspraken?
Een maatwerkafspraak bevat per definitie bovenwettelijke milieumaatregelen: er wordt
geen steun verleend aan milieumaatregelen die met handhaving van bestaande regels
kunnen worden afgedwongen. De recente ontwikkelingen op het gebied van vergunningverlening,
toezicht en handhaving worden nauwgezet gevolgd en er wordt bezien wat het effect
is op de te maken maatwerkafspraak. Uiteraard moeten de huidige en toekomstige installaties
van TSN ongeacht een maatwerkafspraak aan de geldende wet- en regelgeving voldoen.
Het bevoegd gezag, de Provincie Noord-Holland en de door haar gemandateerde OD NZKG
is verantwoordelijk voor de handhaving en het toezicht hierop.
14. Hoe kan het dat er nog geen goedgekeurd onderhoudsplan van Tata Steel ligt? Deze
leden zijn benieuwd of de Staatssecretaris bereid is om een goed onderhoudsplan af
te dwingen bij Tata Steel?
Het onderwerp van deze vraag ligt niet binnen mijn beleidsterrein, maar ligt bij het
bevoegd gezag. Zie beantwoording vraag 13.
15. Hoe kan de Staatssecretaris afspraken maken met een bedrijf dat dit gedrag laat
zien en keer op keer tijd rekt en aantoonbaar misleidt?
Bedrijven moeten zich aan de wet houden. Met de maatwerkafspraken worden bovenwettelijke
afspraken gemaakt met bedrijven over verduurzamingsprojecten, die zonder een dergelijke
afspraak niet zomaar tot stand zouden komen. De Ministeries van KGG en IenW trekken
met de maatwerkaanpak samen op om te bevorderen dat bedrijven én omwonenden een gezonde
toekomst hebben. De Adviescommissie Maatwerkafspraken Verduurzaming Industrie (AMVI)
toetst naast de bijdrage van de beoogde maatwerkafspraken aan de verbetering van het
klimaat ook de verbeteringen voor de leefomgeving. Uiteraard worden (de effecten van)
bedrijfsactiviteiten begrensd door de relevante vergunningen, zoals dat voor ieder
bedrijf geldt.
Goede monitoring van de afspraken is belangrijk om te bewaken dat resultaten daadwerkelijk
worden gerealiseerd. Dit is ook onderdeel van elke maatwerkafspraak. Op deze manier
kan tijdig worden bijgestuurd in het geval dat doelstellingen onverhoopt niet (tijdig)
kunnen worden gerealiseerd. Zoals eerder aangegeven, zijn er reeds middelen gereserveerd
in het Klimaatfonds voor versterking van toezicht en handhaving ten behoeve van de
maatwerkafspraken.
16. Deze leden vragen de Staatssecretaris om uitgebreid toe te lichten hoe hij in
de maatwerkafspraken gaat borgen dat de data die relevant zijn voor de afspraken a)
heel snel toegankelijk zijn voor de toezichthouder en b) onafhankelijk worden gemeten
en gecontroleerd, aangezien Tata met de huidige werkwijze te veel kansen heeft om
te misleiden en te vertragen (zie ook de uitspraak van de omgevingsdienst en de Reclame
Code Commissie over Tata's onjuiste claim dat ze de hoeveelheid polycyclische aromatische
koolwaterstoffen (pak’s) in 2022 met 50% hebben verminderd)?
In algemene zin is er goed contact is tussen de OD NZKG en de rijksoverheid en de
expertise van de OD NZKG wordt benut bij de totstandkoming van eventuele maatwerkafspraken.
Hiermee wordt geborgd dat de afspraken ook uitvoerbaar zijn vanuit vergunningverlening-,
toezicht- en handhavingsperspectief. Verder staat buiten kijf dat wordt gewerkt aan
afspraken die bindend en afdwingbaar zijn. Dat betekent dat deze goed en onafhankelijk
moeten kunnen worden gemeten en gecontroleerd. De invulling hiervan is afhankelijk
van de vormgeving van de precieze afspraken.
17. Ook vragen deze leden de Staatssecretaris om uitgebreid toe te lichten hoe hij
in de maatwerkafspraken gaat borgen dat er, als tussentijds blijkt dat Tata Steel
zich niet aan de afspraken rondom gezondheid houdt, meteen hard kan worden ingegrepen?
Op dit moment wordt over de beoogde afspraken en de borging daarvan onderhandeld.
De invulling hiervan is afhankelijk van de vormgeving van de precieze afspraken.
In zijn algemeenheid kan worden aangegeven dat TSN een maatwerksubsidie alleen definitief
verleend zal krijgen als de vooraf afgesproken doelen op CO2-reductie en de vermindering van de impact op gezondheid en leefomgeving daadwerkelijk
behaald worden. De afspraken zullen resulteren in heldere reductiedoelen in de subsidiebeschikking
voor bijvoorbeeld CO2 en andere milieuverontreinigende stoffen. Als deze doelen niet behaald worden komt
TSN de gemaakte afspraken niet volledig na. In het uiterste geval kan de verleende
subsidie, met inbegrip van verleende voorschotten, bijvoorbeeld (gedeeltelijk) teruggevorderd
worden.
18. Kan de Staatssecretaris beloven dat in de eventuele maatwerkafspraken wordt geborgd
dat Tata Steel in het geval van afwijking van de afspraken geen kansen krijgt om te
verbeteren, maar meteen zware sancties opgelegd krijgt, aangezien eindeloze verbeterrapportages
in het verleden vooral vertragend hebben gewerkt?
Zoals in antwoord op vraag 17 is aangegeven, kan de Staat de verleende subsidie bijvoorbeeld
(gedeeltelijk) terugvorderen als blijkt dat TSN de subsidieverplichtingen niet (volledig)
nakomt. Er kan op dit moment niet verder ingegaan worden op welke sancties ingezet
wordt bij een eventuele afwijking van de afspraken.
19. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben in de Kamerbrief de gezondheidsdoelstellingen
die worden meegenomen in de maatwerkafspraken bekeken. De doelen zoals in de Kamerbrief
vermeld, zijn nu nog heel vaag. Het gaat over reductie van bepaalde uitstoot, geluids-
en geuroverlast zonder daar concrete reductiegetallen aan vast te plakken. Zijn concrete
doelstellingen er echt niet of zijn deze alleen nog niet gedeeld met de Kamer?
De onderhandelingen over de maatwerkafspraken lopen op dit moment. Op de te maken
afspraken moet uiteindelijk door beide partijen op teruggevallen kunnen worden. In
de Kamerbrief van april 2025 gaat de toenmalige Staatssecretaris in op de gezondheidsdoelstellingen.
Dit zijn:
– Reductie van de hoeveelheid van het bedrijf afkomstige fijnstof in de omgeving;
– Reductie van NO2-uitstoot van diffuse bronnen op grondniveau;
– Reductie van piek en tonaal geluid;
– Reductie van geuroverlast; en
– Reductie van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS), waaronder PAK-uitstoot.
In de Joint Letter of Intent (JLOI) zullen de gezondheidsdoelen worden ingevuld. Zodra
de JLOI definitief is, zal deze met uw kamer worden gedeeld.
20. Als ze er echt niet zijn, moeten deze leden dan concluderen dat zelfs een minimale
reductie als reductie wordt meegeteld en Tata Steel zonder veel moeite de gezondheidsdoelen
kan halen?
Nee. Het behalen van de gezondheidsdoelen vereist een bovenwettelijke inspanning.
Anders zou eventuele subsidiëring van de afspraken immers niet aan de orde zijn, omdat
subsidiering moet voldoen aan Europeesrechtelijke staatssteunregels. Zoals in het
antwoord op vraag 19 is aangegeven worden op dit moment de gezondheidsdoelen ingevuld.
21. En wat zijn de concrete consequenties, als de doelen niet gehaald worden?
Als de projectdoelen van de maatwerkafspraak niet behaald worden staan daar consequenties
tegenover. Zoals in de antwoorden op vragen 17 en 18 is aangegeven is dit onderdeel
van de onderhandelingen, maar zullen in zijn algemeenheid de gevolgen afhangen van
de afwijking. Zo is het mogelijk dat de subsidie gedeeltelijk of volledig wordt teruggevorderd
als de projectdoelen van de maatwerkafspraak niet of slechts gedeeltelijk behaald
worden.
22. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat doelen stellen een
goed begin is, maar het is uiteindelijk de bedoeling dat de doelen gehaald worden.
Zij zien rondom klimaat en milieu dat er ambitieuze doelen voor de verre toekomst
gesteld worden. Daarom vragen zij of er ook jaarlijkse tussendoelen gemaakt worden
voor de gezondheidsdoelen in de maatwerkafspraken zodat elk jaar getoetst kan worden
of de doelstellingen van dat jaar gehaald zijn, en zo niet, de inzet geïntensiveerd
kan worden om op koers te blijven.
Het is niet zondermeer logisch jaarlijkse tussendoelen op het gebied van gezondheidswinst
af te spreken. De bijdrage aan het behalen van zowel de gezondheids- als de klimaatdoelstellingen
wordt voor het grootste deel pas verwacht nadat de projecten zijn gerealiseerd.
In algemene zin geldt wel dat een bedrijf zich in het geval van een overheidssubsidie
dient te verantwoorden over de voortgang van de realisatie van de projecten, bijvoorbeeld
via jaarlijkse voortgangsrapportages. Als de beloofde voortgang uitblijft, kan de
overheid maatregelen nemen. Daarmee is er tussentijds inzicht in het kunnen behalen
van langere termijndoelen.
23. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie stellen dat het ook belangrijk is
dat de doelen niet alleen op papier gehaald worden, maar ook in de praktijk. De bijlage
van de provinciale staten van Noord-Holland maakt duidelijk dat door Tata Steel gerapporteerde
emissiewaarden onjuist zijn: onafhankelijke metingen tonen aan dat grenswaarden worden
overschreden. Om de GER een effectief instrument te laten zijn, zijn kloppende metingen
nodig. Hoe waarborgt de Staatssecretaris dat metingen in de toekomst structureel onafhankelijk
en frequent worden uitgevoerd?
In de huidige wet- en regelgeving ligt de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren
van emissiemetingen bij bedrijven. Deze emissiemetingen moeten door geaccrediteerde
meetbureaus worden uitgevoerd. Deze meetbureaus worden geaccrediteerd door de Raad
van Accreditatie (RvA) op basis van onder andere hun competenties, consistente bedrijfsuitoefening
en onpartijdigheid.
De OD NZKG houdt namens het bevoegd gezag onafhankelijk toezicht op de emissies van
het bedrijf. Daarbij laat de OD NZKG ook controlemetingen uitvoeren, eveneens door
geaccrediteerde meetbureaus.
In het kader van de Actieagenda Industrie en Omwonenden is onderzocht of en zo ja
hoe de controle op industriële emissies verbeterd zou kunnen worden. De uitkomsten
van deze onderzoeken ontvangt u aan het einde van dit jaar. Op basis hiervan wordt
ook bezien hoe invulling kan worden gegeven aan de aangenomen Kamermotie over dit
onderwerp.9
24. De Expertgroep meldde dat er momenteel jaarlijks ongeveer 3.000 incidenten plaatsvinden
bij Tata Steel, die slecht worden gemonitord maar wel grote gevolgen kunnen hebben
voor de gezondheid van omwonenden. Hoe wordt de monitoring van deze incidenten verbeterd
en hun effect op de gezondheid in de gaten gehouden?
TSN is wettelijk verplicht ongewone voorvallen tijdig te melden bij het bevoegd gezag.
De OD NZKG houdt hier toezicht op. Indien nodig gaan (diezelfde dag) milieu-inspecteurs
ter plekke, volgt nader onderzoek en/of handhavingsmaatregelen. Daarnaast heeft de
OD NZKG eigen camera's geplaatst om toezicht te houden op het voorkomen van rauwe
kooks.
De incidenten waar u op doelt, betreffen in 2300 gevallen vergunde emissies, toegestaan
vanuit de milieuregelgeving (met name de Europese BREF IJzer en Staal). 700 incidenten
betreffen ongewone voorvallen en zijn als zodanig niet vergund.
De leefomgeving in de IJmond wordt op verschillende manieren gemonitord, onder andere
met een vast luchtmeetnet. Het luchtmeetnet meet het hele jaar rond een groot aantal
stoffen in de lucht. De uitstoot naar de omgeving als gevolg van incidenten bij TSN
is daar ook onderdeel van.
25. En hoe worden de uitkomsten daarvan meegenomen in de maatwerkafspraken?
De maatwerkafspraak gaat over bovenwettelijke maatregelen. Incidenten zijn onderdeel
van het reguliere VTH-stelsel en vallen buiten de scope van de maatwerkafspraak. Uiteraard
moeten de huidige en toekomstige installaties van TSN ongeacht een maatwerkafspraak
aan de geldende wet- en regelgeving voldoen.
26. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen in het advies van de Expertgroep
het volgende: «voor het geval de gezondheidseffecten, zoals die blijken uit de GER
of de daaropvolgende monitoring, negatief uit de pas gaan lopen met de afgesproken
gezondheidsdoelen, kan in de maatwerkafspraken de plicht worden opgenomen om tot aanpassing
van de plannen te komen.» Hoe beoordeelt de Staatssecretaris deze aanbeveling, en
is hij bereid een dergelijke aanpassingsplicht daadwerkelijk op te nemen in de maatwerkafspraken
met Tata Steel?
In algemene zin is het uiteraard zo dat als er doelen worden afgesproken en als die
niet gehaald worden hier in de maatwerkafspraak consequenties aan verbonden zullen
worden. Zoals ook in uw andere vragen over borging (16,17,18) kan er gelet op de lopende
onderhandelingen nu niet verder op deze vraag worden ingaan.
27. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie constateren dat het kabinet niet
kiest voor een alternatieve verduurzamingsroute met uitsluitend schroot of geïmporteerd
halffabricaat (HBI), omdat er volgens het kabinet geen markt is voor HBI en deze route
geen rendabele businesscase oplevert. Deelt de Staatssecretaris de visie van deze
leden dat rendabiliteit voor een individueel bedrijf niet leidend zou moeten zijn,
wanneer alternatieven mogelijk beter scoren op volksgezondheid en milieuschade?
Zoals aangegeven in de brief aan uw Kamer van 10 april 202510 is de onderhandelingsinzet gekozen na zorgvuldige afweging van de verschillende alternatieve
routes vanuit diverse perspectieven met als uitgangspunt schone, groene en economisch
levensvatbare staalproductie in de IJmond. Deze onderhandelingsinzet is breed gedragen
in de Kamer, middels motie Erkens.11
Bij het bepalen van de onderhandelingsinzet zijn o.a. het rapport van Wijers/Blom
en het eerste advies van de Expertgroep Gezondheid IJmond meegenomen. Ook zijn de
effecten op gezondheid, economische levensvatbaarheid, CO2-reductie, de toegevoegde waarde voor Nederland, de publieke uitgaven en het maatschappelijk
draagvlak meegenomen in de afweging.
Het is inderdaad zo dat de bovengenoemde route op basis van geïmporteerd schroot en
HBI naar verwachting meer gezondheidswinst zou kunnen realiseren, mits het lukt om
een afspraak over deze route te maken. De adviseurs Wijers en Blom wezen vorig jaar
op de grote onzekerheid van de economische levensvatbaarheid en haalbaarheid van bovengenoemde
route in 2030.12 Het is erg ingewikkeld om tot een gezamenlijke afspraak te komen over een route waarbij
de levensvatbaarheid van het bedrijf op voorhand al als laag wordt ingeschat. En als
het niet mogelijk is om tot een afspraak te komen, wordt de beoogde gezondheidswinst
ook niet gerealiseerd.
28. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn van mening dat maatwerkafspraken
alleen met financieel gezonde bedrijven kunnen worden gemaakt. Uit onder andere het
rondetafelgesprek over de maatwerkafspraken met Tata Steel van 30 januari jl. blijkt
dat Tata in financieel zwaar weer verkeert en er naast subsidie voor de ombouw ook
structureel operationele subsidie nodig zal zijn. Hoe wordt dit meegenomen in de besluitvorming
rondom Tata Steel?
De Europese Commissie toetst of een subsidie rechtmatig verleend wordt binnen de kaders
van de Europese staatssteunregels. Daarmee is voldoende geborgd dat voor de maatwerkafspraken
geen overheidssteun verleend wordt aan bedrijven die in financiële moeilijkheden verkeren.
Bij ieder besluit over het verlenen van een subsidie wordt de financiële situatie
van een bedrijf beoordeeld. Europese staatssteunregels staan in principe niet toe
dat steun wordt verleend aan bedrijven die in financiële moeilijkheden verkeren. Alleen
in geval van externe noodsituaties zijn uitzonderingen mogelijk. Er mag ook geen steun
worden verleend aan ondernemingen waarbij er een bevel tot terugvordering van eerder
(onrechtmatig) toegekende steun uitstaat. Deze voorwaarden gelden dus ook voor TSN.
Bij het voorbereiden van een besluit om wel of geen subsidie te verlenen is dus een
juridische toets vereist om te bepalen of een bedrijf financieel gezond is. Deze controle
is ook uitgevoerd bij de besluitvorming van de maatwerkafspraak met Nobian. Zo zijn
onder meer de jaarverslagen gecontroleerd en is er een accountantsverklaring afgegeven.
29. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie wijzen er daarnaast op dat onderzoek
van Natuur & Milieu laat zien dat Tata Steel jaarlijks ten minste 1,1 miljard euro
aan maatschappelijke kosten veroorzaakt, onder meer door verhoogde zorgkosten en verminderde
arbeidsproductiviteit.13 Hoe verhoudt dit zich tot het principe «de vervuiler betaalt»? En welke concrete
stappen worden genomen om deze kosten te beprijzen? Hoe worden deze kosten meegenomen
in de onderhandelingen over de maatwerkafspraak, aangezien de belastingbetaler nu
voor de kosten opdraait?
Het klopt dat industriële emissies aanzienlijke maatschappelijke kosten veroorzaken,
in de vorm van schade aan onder andere de menselijke gezondheid en de natuur. Daarnaast
zijn er ook maatschappelijke baten waar de samenleving van profiteert, via bijvoorbeeld
producten en diensten die we dagelijks gebruiken en de positieve effecten van werkgelegenheid
voor de gezondheid en de economie.
Het principe «de vervuiler betaalt» vormt vervolgens een belangrijke leidraad in het
beleid om onze leefomgeving schoner te krijgen, zowel nationaal als op EU-niveau.
Op dit moment ligt de rekening voor alle maatschappelijke kosten van hun activiteiten
niet bij de vervuilende partijen. Via wet- en regelgeving worden schadelijke emissies
echter wel steeds strenger genormeerd en/of beprijsd. Voorbeelden hiervan zijn het
Europese emissiehandelssysteem voor CO2en het systeem van de Richtlijn Industriële Emissies (RIE), op grond waarvan best
beschikbare technieken verplicht worden gesteld voor de industrie. Dit soort normering
gebeurt bij voorkeur in Europese en internationale afstemming, ten behoeve van een
gelijk speelveld en voor het voorkomen van weglekeffecten. Op deze manier komt de
situatie waarin milieuschade in de prijs van producten is verdisconteerd en de vervuiler
betaalt stapsgewijs dichterbij.
Met maatwerkafspraken stimuleert het Rijk grote bedrijven om een forse stap extra
te zetten en sneller schoner en daarmee toekomstbestendiger te produceren.
30. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat een relatief klein
aantal sectoren momenteel verantwoordelijk is voor een groot deel van de milieuproblemen
in Nederland, terwijl de grootste sectoren in termen van werkgelegenheid en economische
toegevoegde waarde juist relatief schoon zijn. Zou bij het maken van (maatwerk)afspraken
met bedrijven ook rekening moeten worden gehouden met hun efficiëntie, met andere
woorden: hoeveel financiële waarde zij toevoegen, afgezet tegen de maatschappelijke
kosten die ze veroorzaken en hoe ze omgaan met schaarse middelen, zoals energie en
milieugebruiksruimte?
De maatwerkaanpak is primair gericht op het realiseren van additionele CO2-reductie bij de grootste CO2-uitstoters, waar een groot reductiepotentieel is. Deze industriële bedrijven zijn
ook zeer relevant voor onze economie en de strategische autonomie van Nederland en
Europa. Bij de maatwerkafspraken wordt ook gekeken naar kansen om de leefomgeving
te verbeteren. Bij TSN gaat dit onder andere om het verminderen van de gezondheidsrisico’s
in de directe leefomgeving. Door investeringen in verduurzaming en innovatie te faciliteren,
werken we aan een schone en toekomstige basisindustrie in 2050.
31. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie wijzen erop dat in Engeland drie
kooksgasfabrieken de afgelopen jaren allemaal zijn gesloten vanwege de leeftijd, diverse
gebreken en het niet voldoen aan de beste beschikbare technieken (BBT). Wat is er
volgens de Staatssecretaris anders bij Tata Steel dan bij deze kooksgasfabrieken in
Engeland?
De beoordeling van de omstandigheden en redenen voor sluiting van kooksgasfabrieken
zijn aan respectievelijk de bevoegde gezagen in Groot-Brittannië en de provincie Noord-Holland.
Wij kunnen deze omstandigheden niet beoordelen. Voor de situatie in Nederland is het
antwoord op de eerste vraag van de leden van de GL/PvdA fractie relevant.
32. Hoe kan het dat kooksgasfabriek 2 nog steeds niet gesloten is?
Zie het antwoord op vraag 1.
33. En is er een onafhankelijk rapport van een deskundige dat aantoont dat de huidige
kooksgasfabrieken voldoen aan de stand der techniek?
In het kader van het aanzeggingsbesluit heeft de OD NZKG onafhankelijk onderzoek gedaan
naar de staat van de KGF2. Op basis van dit technisch zeer complexe onderzoek hebben
het bevoegd gezag en de OD NZKG geconcludeerd dat de staat van de fabriek dermate
verslechterd is dat er onvergunde emissies optreden die een significante impact hebben
op de omgeving.
Het is aan de door het bevoegd gezag, de provincie Noord-Holland, gemandateerde OD
NZKG om toezicht te houden op het bedrijf en te bepalen of dergelijke onderzoeken
ook noodzakelijk zijn bij andere fabriekseenheden, zoals de KGF1.
34. Zo nee, is de Staatssecretaris bereid een onafhankelijk onderzoek uit te laten
voeren naar de toestand van beide kooksgasfabrieken, bijvoorbeeld door DMT GmbH &
Co. KG Industrial Engineering, Coke Oven Gas Technology?
Nee. Het is aan de OD NZKG als onafhankelijk toezichthouder om te bepalen op welke
manier toezicht en handhaving het beste kan worden ingezet. Er vindt ook toezicht
en handhaving plaats bij de KGF1. Eind 2024 heeft de OD NZKG nog een last onder dwangsom
opgelegd voor het overschrijden van de emissienormen. Ook is de OD NZKG bezig met
onderzoek om de uitstoot van NOx bij de KGF1 te kunnen reduceren.
35. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen in de Kamerbrief over kooksgasfabriek
1 dat, als de kosteneffectiviteitsanalyse er aanleiding toe geeft, de vergunning die
de omgevingsdienst afgeeft, kan worden aangepast om de uitstoot norm van NOx te verlagen richting 500 mg/Nm3. Dit roept bij deze leden veel vragen op. Wat moet
er uit de kosteneffectiviteitsanalyse komen om deze verlaging in de vergunningen door
te voeren?
Kosteneffectiviteit is een manier om na te gaan of investeringen in milieumaatregelen
in verhouding staan tot de te verwachten milieuverbetering. De wijze waarop een kosteneffectiviteitsanalyse
voor onder andere stikstofoxiden (NOx) moet worden uitgevoerd, is vastgelegd in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
en de Omgevingsregeling.
Maatregelen zijn volgens het wettelijk systeem kosteneffectief als de investering
voor het verlagen van de uitstoot op 5 euro per kilogram ligt. Ligt de waarde tussen
5 – 20 euro per kilogram, dan moet het bevoegd gezag afwegen of een maatregel kosteneffectief
is. Bij die afweging worden naast de kosteneffectiviteitswaarde ook gegevens over
bijvoorbeeld de omvang van de emissie gebruikt.
36. Klopt het dat hiermee bedoeld wordt dat als het te duur wordt voor Tata Steel,
de gezondheid van omwonenden niet beschermd hoeft te worden volgens de Europese norm?
Nee. Een bedrijf moet opereren binnen de Europees vastgestelde normen voor luchtkwaliteit.
Op dit moment worden deze normen niet overschreden. De afweging of maatregelen «te
duur» zijn, komt pas in beeld als er sprake is van onredelijke kosten om aan emissie-eisen
te voldoen. In dat geval dient de kosteneffectiviteitsanalyse als toets om te bepalen
of het gerechtvaardigd is om de aanvullende inspanningen van een bedrijf te eisen.
37. En wat betekent «verlagen richting 500 mg/Nm3»? Tot hoeveel moet het dan verlaagd
worden, en waarom niet gewoon tot maximaal 500 mg/Nm3?
De 500 mg/Nm3 is een norm die met BBT wordt geassocieerd en geldt voor bestaande installaties
met geïntegreerde lage NOx-technieken. De Kooksgasfabriek 1 is niet uitgerust met
deze techniek. Daarom is deze BBT-normering niet van toepassing. Voor installaties
die niet onder de eerstgenoemde BBT vallen, wordt een normbereik van 1.100–1.700 mg/Nm3
als realistisch beschouwd. Het is niet mogelijk enige norm onder de 1.100 mg/Nm3 op
te leggen zonder uitvoerig en zorgvuldig technisch-inhoudelijk onderzoek en een kosteneffectiviteitsonderzoek.
Dit onderzoek loopt nog. Daarom is gekozen voor de formulering «richting 500 mg/Nm3».
38. Ook blijkt dat de omgevingsdienst hier pas in het vierde kwartaal een besluit
over gaat nemen. Klopt het dat dit besluit zowel belangrijk is voor de MER als de
GER en er daarom gewacht moet worden met de maatwerkafspraken, totdat deze informatie
bekend is?
Het MER (en daarmee in het verlengde de GER) nemen de huidige operatie van TSN (en
van de Kooksgasfabriek 1) als vertrekpunt. De Kooksgasfabriek 1 valt buiten de scope
van het Groen Staal-plan. Daarom hoeft niet gewacht te worden met een MER of de GER
op de uitkomsten van deze procedure. Indien de vergunning wordt aangescherpt en de
Kooksgasfabriek 1 wordt aangepast, kan dit bovenop de gezondheidswinst als gevolg
van het Groen Staal-plan tot extra reductie van stikstof en daarmee ook gezondheidswinst
leiden. Dit is positief, maar er is geen reden om een maatwerkafspraak hierop te laten
wachten.
39. Deze leden vragen de Staatssecretaris om uitgebreid te reflecteren en met verwijzing
naar (wetenschappelijke) bronnen te onderbouwen wat de risico's zijn die de staat
van kooksgasfabriek 1 met zich meebrengt voor de haalbaarheid en betaalbaarheid van
het huidige plan van Tata Steel.
De Kooksfabriek 1 moet, net als alle fabrieken, voldoen aan de geldende wet- en regelgeving.
Toezicht en handhaving hierop liggen bij het bevoegd gezag en de door haar gemandateerde
omgevingsdienst.
40. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat het staalplan van
Tata Steel, waarover nu wordt onderhandeld voor de maatwerkafspraken, zwaar leunt
op het open blijven houden van kooksgasfabriek 1 tot minstens ongeveer 2038. Die fabriek
is volgens experts nu al afgeschreven, maar is tegen die tijd bijna 60 jaar oud. De
kans dat de fabriek gedwongen eerder moet sluiten, omdat het aan alle kanten lekt
is groot, waarmee het uitvoeren van het huidige plan van Tata Steel nog onhaalbaarder
wordt. Dat brengt dus enorme risico's voor de belastingbetaler met zich mee. Wat gebeurt
er met de maatwerkafspraken en het daarbij behorende groenstaalplan als de kooksgasfabriek
1 bijvoorbeeld al voor 2030 blijkt te moeten sluiten wegens de slechte staat of het
overtreden van regels?
Zie de beantwoording vraag 6 en 13. Er is momenteel geen sprake van een mogelijke
sluiting van KGF 1, de lopende aanzegginsprocedure heeft alleen betrekking op de KGF
2. Een maatwerkafspraak bevat per definitie bovenwettelijke (milieu)maatregelen: er
wordt geen steun verleend aan milieumaatregelen die met handhaving van bestaande regels
kunnen worden afgedwongen.
41. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat de heer Coenrady constateerde
dat de te bouwen overkappingen bij Tata Steel juridisch afdwingbaar zijn. In de brief
die door de Staatssecretaris naar de Kamer is gestuurd, staat dat het Ministerie van
IenW het hier niet mee eens is, onder andere omdat complexe bedrijven zoals Tata Steel
uitgezonderd zijn. Allereerst vragen deze leden om wat voor uitzondering het precies
gaat en waar je precies aan moet voldoen om uitgezonderd te kunnen worden van zulke
wetgeving. Ook vragen deze leden waarom zulke uitzonderingen bestaan en welke andere
bedrijven in Nederland van zulke uitzondering gebruik maken? Daarnaast missen deze
leden gedegen juridische en/of technische onderbouwing. Zo wordt er geen onderscheid
gemaakt tussen loodsen met een kunststof dak met een spanbreedte kleiner dan 100 meter
(de goedkope loodsen) en loodsen, die breder en groter zijn (zoals gebouwd in India
en Zuid-Italië). Kan de Staatssecretaris toelichten waarom hij dit onderscheid niet
heeft gemaakt? Ook lijkt het erop dat artikel 4.1065 van het Besluit Activiteiten
Leefomgeving over de gesloten opslag van stuifgevoelige goederen en de toelichting
daarop niet bij de beoordeling van het kabinet is betrokken. Klopt dit? Zo nee, kan
de Staatssecretaris toelichten hoe hij dit heeft meegenomen? Zo ja, waarom is het
besluit niet meegenomen? Omdat het wel of niet juridisch afdwingbaar zijn van de te
bouwen overkappingen een belangrijk vraagstuk is bij de maatwerkafspraken, vinden
deze leden het belangrijk dat de landsadvocaat of de Afdeling Advisering van de Raad
van State zich ook over deze kwestie buigt, en hierbij het partijdeskundige rapport
van de heer Coenrady in meeneemt. Kan de Staatssecretaris toezeggen dat hij het advies
van deze partijen zal vragen?
De stelling dat de overkappingen bij TSN afdwingbaar zijn, is beoordeeld en afgewezen
door de Rechtbank Noord-Holland in zijn uitspraak van 9 januari 2025.14 Voor complexe bedrijven gelden minder inhoudelijke regels uit hoofdstuk 4 en 5 van
het Bal doordat de vergunning het uitgangspunt is. De reden hiervoor is dat bij complexe
bedrijven meer speciaal op de situatie toegespitste voorschriften nodig zijn. Dit
komt doordat grote bedrijven als TSN zogeheten IPPC-bedrijven zijn. Voor deze bedrijven
gelden regels uit de Richtlijn Industriële Emissies. Deze gelden als het bedrijf één
of meer activiteiten uit bijlage 1 van die richtlijn omvat, en als die activiteit
de bijbehorende drempelwaarde overschrijdt. BBT-conclusie 11 van het BBT-conclusiedocument
IJzer en staal noemt verschillende maatregelen als BBT voor opslag activiteiten, zoals
besproeien en gesloten ruimte, indien de omvang van de opslag dat toelaat. In de BBT-conclusie
wordt niet aangegeven dat de ene techniek toegepast moet worden boven andere technieken
die genoemd worden.
Er is dus geen sprake van een uitzonderingssituatie voor TSN. Voor complexe bedrijven
onder afdeling 3.3 van het Bal is dit hoe de regelgeving werkt.
In het kader van de beoordeling van de Europese Commissie over de maatwerkafspraak
met Tata Steel is de Landsadvocaat om advies gevraagd over de bovenwettelijkheid van
de beoogde milieumaatregelen, waaronder de overkappingen. Op dit advies is het standpunt
over de overkappingen mede gebaseerd. Het advies van de Landsadvocaat wordt meegestuurd
met de te sluiten Joint Letter of Intent of maatwerkafspraak. Eenzelfde advies zal
niet nogmaals gevraagd worden.
42. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de Staatssecretaris wat zijn
mening is over de recent gepresenteerde plannen om het Tataterrein te saneren en in
te richten als grootschalige woningbouwlocatie in de Randstad. Zij vragen hem bij
de beantwoording van de vraag andere (geslaagde) transformaties van bedrijventerrein
naar woningbouwlocatie, zoals de casus Enka Ede, te betrekken.
Binnen het maatwerktraject is onderzoek naar een transformatie naar een grootschalige
woningbouwlocatie niet aan de orde. In het rapport van Wijers en Blom zijn verschillende
alternatieven overwogen. Het kabinet heeft daarbij gekozen om in te zetten op het
Groen Staal-plan met versnelde verbetering van gezondheid en leefomgeving en hiermee
voor schone en duurzame staalproductie in de IJmond. Het voorstel voor een transformatie
naar een woningbouwlocatie valt onder een ander alternatief, namelijk het sluiten
van TSN in IJmuiden. Het kabinet heeft een andere keuze gemaakt en zet niet in op
sluiting.
43. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie constateren dat het onderwerp staalslakken
in de Kamerbrief niet wordt besproken, terwijl ook hier de bewijzen van de vervuiling
van het milieu en de negatieve effecten op onze gezondheid zich blijven opstapelen.
Zo concluderen de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en het RIVM dat zelfs
bij juiste toepassingen de risico’s te groot zijn. Onderschrijft de Staatssecretaris
de conclusies van zijn uitvoeringsorganisaties? Zo nee, kan de Staatssecretaris wetenschappelijk
onderbouwen waarom hij de conclusies niet ondersteunt?
Staalslakken zijn in de Voortgangsbrief Milieuproblematiek Tata Steel van april 2025
niet genoemd, omdat de problemen waar u over spreekt niet plaatsvinden bij het produceren
maar bij het toepassen van de staalslakken. Het is hiermee een onderwerp dat veel
breder is dan TSN alleen waarover u regelmatig separaat wordt geïnformeerd ondermeer
via de zogenaamde brieven «Bodem en ondergrond».
Zoals in die brieven is opgemerkt, biedt de bodemregelgeving voldoende juridisch kader
voor het juist toepassen van staalslakken als bouwstof. Deze regelgeving bestaat uit
algemene regels in combinatie met de zorgplicht. Op grond van de zorgplicht is de
toepasser verplicht om nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving te voorkomen.
In de in september 2024 gepubliceerde Evaluatie van het normeringskader voor secundaire
bouwstoffen geeft het RIVM aan dat er grofweg drie oorzaken aan te wijzen zijn voor
ervaren knelpunten:
1. Onjuiste toepassing
2. Toepassing in grote hoeveelheden (meer dan waarvan uitgegaan is bij het opstellen
van de maximale uitloogwaarden)
3. Afwijkende eigenschappen van bouwstoffen zoals het pH effect wat versterkt wordt door
toepassing in grote hoeveelheden
Wanneer er conform de algemene regels en de zorgplicht wordt toegepast, worden problemen
voorkomen. Daarmee wordt niet ontkend dat het in de praktijk mis blijkt te gaan. Het
invullen van de zorgplicht blijkt lastig. Daarom zijn er al diverse maatregelen genomen,
aangekondigd en wordt in het kader van de herijking van de bodemregelgeving.
Naar aanleiding van de signaalrapportage van de ILT is in de eerder genoemde Kamerbrief
van 17 april 2025 een onderzoek aangekondigd naar de mogelijkheid om de toepassing
van staalslak als zandvervanger bij grootschalige toepassingen uit te sluiten.15 In de brief van 27 mei is aangegeven dat tevens een verbod wordt onderzocht op het
toepassen van staalslakken daar waar kinderen spelen.16 Op 3 juni jl. is de motie Teunissen aangenomen waarin de regering wordt verzocht
om op basis van het voorzorgsbeginsel het gebruik van LD-staalslakken
te stoppen totdat alle onderzoeken zijn afgerond.17 Over de invulling van deze motie wordt u op korte termijn geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
G.B. Koerselman, adjunct-griffier