Schriftelijke vragen : De voortgang van een passende zorgverlofregeling voor ouders van ernstig zieke kinderen
Vragen van de leden Patijn en Westerveld (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de voortgang van een passende zorgverlofregeling voor ouders van ernstig zieke kinderen (ingezonden 8 juli 2025).
Vraag 1
Staat de aangenomen motie Westerveld-Patijn1 op uw netvlies waarin de regering wordt verzocht om samen met belangenorganisaties,
vakbonden, werkgevers en uitvoeringsorganisaties een passende regeling uit te werken
voor ouders van ernstig zieke kinderen, zodat zij langdurig ziekteverlof kunnen aanvragen
met behoud van hun arbeidsovereenkomst?
Vraag 2
Wat is de huidige stand van zaken van de uitvoering van deze motie, met oog op de
val van het kabinet? Gaat u hiermee door?
Vraag 3
Hoe beoordeelt u het feit dat ouders in loondienst momenteel slechts twee weken per
jaar gedeeltelijk doorbetaald zorgverlof krijgen, ook als hun kind ernstig ziek is?
Hoe beoordeelt u het feit dat zij daarna slechts zes weken extra verlof kunnen opnemen,
en ook nog onbetaald?
Vraag 4
Bent u ermee bekend dat zowel ouders, professionals, werkgevers als zorgverzekeraars
aangeven dat het gebrek aan een goede regeling een knelpunt is en dat een goede regeling
veel gedoe en zorgen bespaart?
Vraag 5
Bent u ervan op de hoogte dat ouders in sommige gevallen gedwongen worden om te kiezen
tussen hun gezinsinkomen en het zorgen voor hun ernstig zieke kind? Bent u ervan op
de hoogte dat deze ouders vaak financiële problemen ervaren omdat zij niet (full-time)
kunnen werken? Deelt u de opvatting dat hier wat aan gedaan moet worden?
Vraag 6
Bent u bekend met het wetenschappelijk artikel «Werkende ouders met ernstig zieke
kinderen; klem tussen arbeid en zorg(en)»2? Hoe duidt u de conclusies uit dit artikel, waaronder dat de ouder de plicht en het
recht heeft om een minderjarig kind te verzorgen en op te voeden?
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat ook uit het Kinderrechtenverdrag en het VN-verdrag de verplichting
voortkomt voor de Nederlandse overheid om ouders in staat te stellen voor hun kinderen
te zorgen?
Vraag 8
Bent u bereid om, vooruitlopend op een nieuw verlofstelsel, met spoed te kijken naar
tijdelijke maatregelen die gezinnen met ernstig zieke kinderen meer ademruimte kunnen
bieden?
Vraag 9
Kunt u toezeggen dat de Kamer uiterlijk voor het zomerreces wordt geïnformeerd over
de voortgang, inclusief een concreet tijdpad, betrokken partijen en eventuele obstakels
in de totstandkoming van de regeling?
Indieners
-
Gericht aan
N.J.F. Pouw-Verweij, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Gericht aan
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Indiener
Mariëtte Patijn, Kamerlid -
Medeindiener
Lisa Westerveld, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.