Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen het lid Mutluer over het lekken van persoonsgegevens door ambtenaren aan criminelen
Vragen van het lid Mutluer (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het lekken van persoonsgegevens door ambtenaren aan criminelen (ingezonden 16 mei 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 8 juli 2025). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2450
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht in De Telegraaf van 13 mei jl.1, waarin opnieuw een ambtenaar van de gemeente Amsterdam wordt verdacht van het lekken
van persoonsgegevens aan criminelen?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de zorgen over het feit dat gevoelige informatie zoals adresgegevens, rijbewijsdata
en kentekens waar ambtenaren (vrij) toegang toe hebben terecht kan komen bij de georganiseerde
misdaad, met ernstige gevolgen voor de veiligheid van burgers?
Antwoord 2
Ja. Persoonsgegevens van burgers mogen niet in handen van criminelen terechtkomen.
Vraag 3
Kunt u aangeven in hoeveel gemeenten in de afgelopen vijf jaar ambtenaren zijn aangehouden
of gestraft wegens het ongeoorloofd opvragen of delen van persoonsgegevens aan criminelen?
En welke acties gemeenten nemen om dit te voorkomen?
Antwoord 3
De systemen van politie, Rijksrecherche en de Rechtspraak registreren niet vanuit
welke functie door een verdachte de geheimhoudingsplicht is geschonden, en of informatie
aan criminelen of andere personen is gelekt. Uit de systemen blijkt dus niet of een
verdachte werkzaam was als gemeenteambtenaar en zo ja, bij welke gemeente de verdachte
heeft gewerkt. Voor dit inzicht zou uitgebreid, handmatig dossieronderzoek nodig zijn.
Het is dus niet mogelijk om de gevraagde cijfers te verstrekken.
Gemeenten onderschrijven het belang van het weerbaar maken van hun werknemers tegen
druk vanuit de georganiseerde criminaliteit. Om deze reden treffen gemeenten diverse
maatregelen, onder andere vanuit het integriteitsbeleid. In de Ambtenarenwet 2017
is immers vastgelegd dat een overheidswerkgever een integriteitsbeleid voert dat tevens
ziet op het voorkomen van misbruik van bevoegdheden (art. 4.1 Ambtenarenwet 2017).
Welke concrete maatregelen dit zijn, verschilt per gemeente.
Hierin worden gemeenten ondersteund door onder andere provincies en de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG).
Zo zijn veel gemeenten, samen met de provincies, een gezamenlijke Norm Weerbare Overheid
overeengekomen. Een belangrijk onderdeel van deze aanpak is het signaleren en voorkomen
van ondermijnende invloeden binnen de decentrale overheden. De VNG heeft een handreiking
«Kwetsbare werkgebieden- en processen» geschreven die lokale overheden helpt om kwetsbaarheden
te herkennen, in kaart te brengen en te verminderen. De VNG vraagt gemeenten om scherp
te zijn op het voeren van een volledig en zo optimaal mogelijk integriteitsbeleid.
Onderdeel hiervan is het vragen van de VOG-verklaringen voor gemeentelijke medewerkers
en inhuurkrachten. Ook heeft de VNG zich met en voor gemeenten ingezet voor de mogelijkheid
om voor bepaalde functies, zoals gemeentemedewerkers die betrokken zijn bij de aanpak
van ondermijning, screeningsonderzoeken te kunnen laten uitvoeren. De VNG blijft richting
gemeenten communiceren over het belang van integriteitsbeleid voor medewerkers, en
bijvoorbeeld de aandacht die hiervoor dient te zijn bij de werving en selectie van
nieuwe medewerkers. In deze communicatie werken VNG, Rijksrecherche, het Ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en mijn ministerie nauw samen.
Vraag 4
In hoeverre worden gemeenten ondersteund met kennis of richtlijnen vanuit het Rijk
om datalekken en corruptie van binnenuit te voorkomen?
Antwoord 4
Momenteel worden gemeenten door diverse organisaties ondersteund in de strijd tegen
corruptie. In de afgelopen jaren heeft de Rijksrecherche door het toesturen van bestuurlijke
rapportages verschillende overheden waaronder gemeenten gewezen op concrete kwetsbaarheden.
Voorbeelden van waargenomen en vaker terugkerende kwetsbaarheden zijn het ontbreken
van een sluitende registratie van toegang tot ICT-systemen, gebrek aan zicht op personeel
dat in financiële problemen verkeert en daardoor aantrekkelijk wordt voor criminelen,
en de veelvuldige inhuur van personeel via uitzendbureaus, waardoor zicht op screening
of de voorgeschiedenis van iemand ontbreekt.
Op basis van haar expertise heeft de Rijksrecherche in 2022 verder een openbare signalenkaart
opgesteld die ambtenaren ondersteunt in het herkennen van corruptie.2 In 2024 is hier een signalenkaart voor politieke ambtsdragers bijgekomen.3 De Rijksrecherche brengt deze kaarten proactief onder de aandacht bij gemeenten.
Daarnaast heeft de Rijksrecherche de afgelopen jaren bij gemeenten en provincies presentaties
gegeven over de vraag hoe de organisatie en ambtenaren tegen mogelijke beïnvloeding
door kwaadwillende derden kunnen worden beschermd.
Tevens worden gemeenten ondersteund vanuit de Regionale Informatie- en Expertise Centra
(RIEC’s). Zij bieden hands-on ondersteuning aan gemeenten om de gemeentelijke organisatie
en het bestuur weerbaar te maken tegen ondermijnende criminaliteit en corruptie. Voorbeelden
hiervan zijn trainingen gericht op bewustwording van criminele beïnvloeding, toolboxen
met concrete handelingsperspectieven, leerkringen (zoals de leerkring VOG-P) en gerichte
advisering per gemeente. Aan de hand van verschillende tools wordt gemonitord hoe
gemeenten ervoor staan en continu gewerkt aan verbetering.
Vanuit het programma Weerbaar Bestuur wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties kennisdeling gefaciliteerd over processen die binnen gemeentelijke
organisaties kwetsbaar zijn voor ondermijning. Ook worden gemeentesecretarissen ondersteund
in hun rol bij het tegengaan van ondermijnende invloeden. Zo is vorig jaar een weerbaarheidspakket
voor hen ontwikkeld, in samenwerking met de Vereniging voor Gemeentesecretarissen.
Binnen het programma ter voorkoming van identiteitsfraude met reisdocumenten heeft
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tevens maatregelen getroffen
die gemeenten weerbaarder zullen maken,4 zoals de voorlichtingscampagne «Samen scherp op aanvraag en uitgifte» voor gemeenteambtenaren.5
Naast de bestaande maatregelen heeft het thema «weerbare overheden» een belangrijke
plaats gekregen binnen de in het regeerprogramma aangekondigde rijksbrede aanpak van
corruptie. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ik hebben
deze nieuwe anti-corruptieaanpak op 20 juni jl. met uw Kamer gedeeld.6 In dit kader is onder andere met het Strategisch Beraad Ondermijning afgesproken
om de krachten te bundelen om corruptie de komende jaren aan te pakken.
Vraag 5
Welke rol speelt de Autoriteit Persoonsgegevens in die gevallen waarbij overheidsinformatie
voor criminele doeleinden wordt gedeeld? Wordt er handhavend opgetreden? Zo ja, hoe
vaak en op welke wijze?
Antwoord 5
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) houdt toezicht op de bescherming van persoonsgegevens.
Als overheidsinformatie persoonsgegevens bevat, dan is de AP dus bevoegd toezichthouder.
Het «lekken» van persoonsgegevens aan criminelen levert een datalek op. Dergelijke
datalekken moeten worden gemeld bij de AP en aan slachtoffers. Daarnaast houdt de
AP toezicht of de verantwoordelijke overheidsorganisaties voldoende technische en
organisatorische maatregelen nemen om dit soort datalekken te voorkomen, op te kunnen
sporen, of om achteraf vast te kunnen stellen of handelingen van medewerkers geoorloofd
waren. Waar nodig kan de AP ingrijpen, bijvoorbeeld als de meldplicht aan slachtoffers
of de regels over beveiliging niet worden nageleefd. Meestal is een waarschuwend gesprek
voldoende, maar in het uiterste geval kan de AP bijvoorbeeld een sanctie opleggen.
In september 2025 publiceert de AP een rapport naar aanleiding van een verkennend
onderzoek dat gaat over onrechtmatige raadplegingen van persoonsgegevens door ambtenaren
bij gemeenten. In het rapport geeft de AP gemeenten adviezen voor het voorkomen, opsporen
en aanpakken van datalekken en weerlegt de AP misvattingen over dit soort datalekken.
Losstaand van dit rapport publiceert de AP nog voor het zomerreces haar datalekkenrapportage,
waarin de AP verder in gaat op haar toezicht op datalekken.
Vraag 6
Bent u bereid om samen met de VNG in kaart te brengen hoe groot de kwetsbaarheid is
van gemeentelijke systemen voor misbruik door eigen ambtenaren, mede in het licht
van toenemende ondermijning en infiltratie door de georganiseerde criminaliteit?
Antwoord 6
Gemeenten zijn als decentrale overheden zelf verantwoordelijk voor hun integriteitsbeleid
en daarmee voor het in kaart brengen van kwetsbaarheden. Gezien het grote belang om
gemeenten weerbaar te maken en gemeenteambtenaren te beschermen tegen de druk van
criminelen, ondersteunen de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
en ik de gemeenten hierin. Samen met de VNG ontplooien we activiteiten om de kwetsbaarheden
in kaart te brengen en de weerbaarheid tegen corruptie bij gemeenten te vergroten.
Zo heeft het Verwey-Jonker Instituut in 2023 in opdracht van de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties onderzoek gedaan naar kwetsbare processen in met name
kleinere gemeenten.7 Uit deze verkenning kwam naar voren dat alle gemeentelijke en interne dienstverleningsprocessen
kwetsbaar kunnen zijn voor ondermijning en oneigenlijke druk. In opvolging hierop
wordt, zoals in het antwoord op vraag 4 aangegeven, door de Minister van BZK kennisdeling
gefaciliteerd over kwetsbare processen en worden gemeentesecretarissen ondersteund
in hun rol bij het tegengaan van ondermijnende invloeden. Zoals ook in het antwoord
op vraag 3 aangegeven, ondersteunt de VNG gemeenten verder al bij het in kaart brengen
van kwetsbaarheden. Ik blijf, onder meer via het Strategisch Beraad Ondermijning,
met de gemeenten in gesprek over de behoeftes die zij hebben en de rol die ik hierbij
kan vervullen. Bijvoorbeeld op het gebied van kennisdeling en uitwisseling van best practices tussen partners, wat JenV faciliteert door in 2026 opnieuw het tweejaarlijkse Anti-Corruptiecongres
te organiseren.
Vraag 7 en 8
Hoe verhouden deze incidenten zich tot de bredere dreiging van ondermijning binnen
overheidsinstellingen, en welke aanvullende maatregelen acht u noodzakelijk?
Welke acties gaat u – gelet op de prioritering van deze Minister – op korte termijn
nemen om de risico’s van corruptie binnen overheden integraal aan te pakken?
Antwoord 7 en 8
Deze incidenten bevestigen het signaal van het Openbaar Ministerie dat de georganiseerde
criminaliteit in elke fase van het criminele bedrijfsproces corruptie nodig heeft
om haar illegale activiteiten uit te kunnen voeren.8 De Rijksrecherche ziet de laatste jaren een duidelijke fenomeenontwikkeling waarbij
het corrumperen van ambtenaren een verdienmodel is geworden en criminelen actief op
zoek gaan naar ambtenaren die hen van bepaalde informatie of documenten kunnen voorzien.
Ook rapporteerde de AIVD in het Jaarverslag 2024 dat criminele netwerken die een dreiging
vormen voor de nationale veiligheid gespecialiseerde «inlichtingenteams» hebben om
informatie te verzamelen over mensen die zij als een bedreiging zien en daarvoor soms
overheidsonderdelen infiltreren om aan informatie te komen.9 De gevolgen van het opzoeken en doorgeven van een kenteken of adres door de ambtenaren
kunnen verstrekkende gevolgen hebben. In verschillende strafrechtelijke onderzoeken
is een directe relatie tussen gelekte informatie en liquidaties of ander excessief
geweld in het criminele milieu waargenomen.
Daarom vinden de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ik het
noodzakelijk om de Nederlandse aanpak van corruptie te intensiveren, zoals aangekondigd
in het regeerprogramma. De brief over de nieuwe anti-corruptieaanpak heeft uw Kamer
op 20 juni jl. ontvangen.10 De bescherming van ambtenaren – zowel op centraal als decentraal niveau – tegen de
druk die criminelen op hen kunnen uitoefenen en het vergroten van de weerbaarheid
van overheidsprocessen en -systemen worden hierin tot prioriteiten benoemd. Zo zie
ik te vaak dat niet-integere of zelfs corrupte ontslagen ambtenaren alsnog bij een
buurgemeente of een andere overheidsorganisatie aan de slag gaan. Nog in 2025 kom
ik daarom in samenwerking met het Strategisch Beraad Ondermijning met concrete acties
om dergelijk «jobhoppen» tegen te gaan. Dit vraagt om aandacht voor de weerbaarheid
en betrouwbaarheid van medewerkers en het onderkennen van kwetsbaarheden, door bijvoorbeeld
beter aannamebeleid, waarbij zowel het checken van referenties in sollicitatieprocedures,
een uniform VOG-beleid, en een aangescherpt screeningsbeleid belangrijke ingrediënten
zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.