Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bontenbal, Boswijk en Inge van Dijk over het tegengaan van buitenlandse beïnvloeding bij de verkiezingen
Vragen van de leden Bontenbal, Boswijk en Inge van Dijk (allen CDA) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over het tegengaan van buitenlandse beïnvloeding bij de verkiezingen (ingezonden 6 juni 2025).
Antwoord van Minister Uitermark (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
7 juli 2025).
Vraag 1
Bent op de hoogte van het bericht van RTL Nieuws «Desinformatie als wapen: Rusland
mengt zich in verkiezingen in Polen en Roemenië»?1
Antwoord 1
Ja, hiervan ben ik op de hoogte.
Vraag 2
Hoe reëel acht u de kans dat ook Nederland bij de aankomende verkiezingscampagne als
doelwit zal worden gezien door andere staten voor hun grootschalige online desinformatiecampagnes?
Antwoord 2
Voorbeelden uit landen om ons heen laten zien dat verkiezingen doelwit kunnen zijn
van (statelijke) actoren die democratische processen in Europa willen beïnvloeden
of verstoren. De inlichtingen- en veiligheidsdiensten waarschuwen al langer dat ook
Nederland doelwit kan zijn van statelijke inmenging.2 Daarom volg ik nationaal en internationaal de ontwikkelingen rond de weerbaarheid
van verkiezingen op de voet en zet ik mij in om dreigingen te signaleren, tegen te
gaan en waar nodig te mitigeren.
Vraag 3
Is Nederland naar uw mening goed genoeg bestand tegen eventuele grootschalige buitenlandse
online desinformatiecampagnes zoals bij de Roemeense presidentsverkiezingen?
Antwoord 3
Het kabinet werkt samen met de veiligheids- en ketenpartners samen om de effecten
van desinformatiecampagnes tijdens verkiezingen tegen te gaan. Tegelijkertijd zijn
ons kiesstelsel en het verkiezingsproces robuust. Mede door het pluralistische parlementaire
stelsel van evenredige vertegenwoordiging dat in principe minder kwetsbaar is dan
een meerderheidsstelsel zoals het «winner takes all» stelsel waarbij er slechts één
kandidaat of partij wint (bijvoorbeeld bij een presidentsverkiezing). Ook is het verkiezingsproces
minder kwetsbaar voor digitale dreigingen doordat de kiezer met een papieren stembiljet
stemt, dat vervolgens handmatig wordt geteld. Desondanks blijf ik scherp op mogelijke
kwetsbaarheden in ons proces, in onze eigen context.
Recent heb ik uw Kamer een brief gestuurd over het tegengaan van risico’s op buitenlandse
beïnvloeding in het verkiezingsproces.3 Maatregelen betreffen onder andere het organiseren van verkiezingstafels met relevante
(veiligheids)partners, het organiseren van een online veiligheidsbriefing voor gemeenteambtenaren,
het bevorderen van het (online) publieke debat en het versterken van de weerbaarheid
van politieke partijen. Ook gaat het kabinet desinformatie rond het verkiezingsproces
tegen met de Rijksbrede strategie voor de effectieve aanpak van desinformatie.4
Met het oog op de geopolitieke ontwikkelingen en de reële dreiging tegen de nationale
veiligheid wil ik eerder en beter zicht krijgen op de verspreiding van (buitenlandse)
desinformatie gericht op het ondermijnen van het verkiezingsproces en het ondermijnen
van maatschappelijke stabiliteit rond de verkiezingen. Hiervoor worden waar nodig
nieuwe bevoegdheden of wettelijke grondslagen gecreëerd. Dit vraagt een zorgvuldige
afweging. De benodigde nieuwe bevoegdheden of grondslagen zullen niet voor de Tweede
Kamer verkiezingen van 2025 worden geïntroduceerd. Voor de aankomende verkiezingen
wordt daarom binnen het huidige instrumentarium verkend welke extra inspanningen nodig
zijn. Eventuele ervaringen van de NAVO-top worden hierin meegenomen. Om voorbereid
te zijn voor volgende verkiezingen start ik de voorbereidingen voor het introduceren
van nieuwe bevoegdheden en het creëren van grondslagen. Uw Kamer zal daarover in het
najaar nader worden geïnformeerd.
Ten slotte laat ik verschillende onderzoeken uitvoeren. In september start een studie
die, samen met de Europese Commissie, is uitgezet bij de OESO. Deze studie onderzoekt
de wijze waarop andere Europese lidstaten detectie van buitenlandse desinformatie
hebben ingericht en de eventuele mogelijkheden die dit biedt voor Nederland. De studie
volgt op een eerdere ambtelijke verkenning van de Minister van BZ5 en sluit aan bij de voorbereidingen die het kabinet treft voor het introduceren van
nieuwe bevoegdheden en het creëren van grondslagen om beter zicht te krijgen op de
verspreiding van desinformatiecampagnes gericht op het ondermijnen van het verkiezingsproces
en het ondermijnen van maatschappelijke stabiliteit rond de verkiezingen.6 Daarnaast laat het kabinet de impact van des- en misinformatie op de Nederlandse
democratische rechtsstaat onderzoeken.7 Ik houd nauw contact met de onderzoekers om tussentijdse uitkomsten mee te nemen
in de inzet voor het verbeteren van het zicht op desinformatiecampagnes.
Ook in Europees verband is er aandacht voor democratische en maatschappelijke weerbaarheid.
Het voorstel tot het realiseren van een European Democracy Shield is hier onderdeel
van en wordt nu uitgewerkt. Op basis van eerste gesprekken hierover is op te maken
dat de onderwerpen verkiezingsintegriteit en het tegengaan van buitenlandse desinformatie
onderdeel van het Shield worden.8 Ik onderschrijf de noodzaak van dit initiatief en steunt de Europese Commissie actief
in het bevorderen en het faciliteren van Europese samenwerking ter bescherming van
onze democratische processen.
Vraag 4
Kunt u aangeven welke mogelijke gevaren van buitenlandse online desinformatiecampagnes
voor de aankomende verkiezingen in Nederland op dit moment worden voorzien?
Antwoord 4
Online desinformatiecampagnes kunnen de integriteit van verkiezingskandidaten of politieke
partijen schaden. Ook kan het verkiezingsproces worden ondermijnd door bijvoorbeeld
de opkomst te beïnvloeden, of de integriteit van het verkiezingsproces in twijfel
te trekken. Het kabinet onderkent deze gevaren en neemt daarom maatregelen om de effecten
van desinformatiecampagnes tegen te gaan, zoals omschreven in vraag 3.
Vraag 5
Heeft u inzicht in welke mogelijke onderwerpen door buitenlandse mogendheden als Rusland
aangegrepen kunnen worden in online desinformatiecampagnes gericht op Nederland om
te leiden tot onder andere polarisatie? Zo niet, bent u bereid om u hierop te oriënteren?
Antwoord 5
Rusland probeert westerse landen geregeld in een kwaad daglicht te stellen, westerse
bondgenootschappelijke en maatschappelijke eenheid te ondermijnen en politieke besluitvorming
en de publieke opinie te beïnvloeden. Dit gebeurt zowel heimelijk als openlijk en
zowel in het digitale- als in het fysieke domein. Rusland weet hierbij opportunistische
bestaande westerse maatschappelijke thema’s en grieven aan te grijpen voor beïnvloedingsoperaties9. Daarom is het van belang dat het publieke debat in Nederland goed functioneert en
burgers toegang hebben tot transparante informatievoorziening. Een goed geïnformeerde
samenleving is niet alleen veerkrachtiger, maar ook beter in staat om kritisch en
verantwoord te handelen. Het kabinet neemt verschillende maatregelen om het publieke
debat te bevorderen, bijvoorbeeld via de Rijksbrede strategie voor de effectieve aanpak
van desinformatie.10 Daarnaast wil ik, zoals omschreven in het antwoord op vraag 3, met oog op de geopolitieke
en technologische ontwikkelingen eerder en beter zicht krijgen op de verspreiding
van desinformatiecampagnes gericht op het ondermijnen van het verkiezingsproces en
het ondermijnen van maatschappelijke stabiliteit rond verkiezingen. Daarvoor worden
waar nodig nieuwe bevoegdheden of wettelijke grondslagen gecreëerd. Uw kamer zal daarover
nader worden geïnformeerd.
Vraag 6
Kunt u aangeven welke maatregelen er momenteel al zijn om buitenlandse (online) desinformatiecampagnes
zoals bij de Roemeense presidentsverkiezingen tegen te gaan? Welke rol spelen de Nationaal
Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en de inlichtingendiensten
hierin?
Antwoord 6
Het kabinet beschikt over een combinatie van verschillende instrumenten om de weerbaarheid
van verkiezingen tegen buitenlandse inmenging en ongewenste beïnvloeding te waarborgen,
zoals omschreven in vraag 3. Zo gaat het kabinet, onder mijn coördinatie, de ondermijnende
impact van desinformatie tegen via de Rijksbrede strategie voor de effectieve aanpak
van desinformatie.11 Bij deze aanpak is, naast andere departementen, ook de NCTV betrokken vanuit haar
coördinerende rol op nationale veiligheid, in het bijzonder de aanpak statelijke dreigingen.
Wanneer desinformatiecampagnes door statelijke actoren de nationale veiligheidsbelangen
schaden, zorgt de NCTV voor een gecoördineerde afgestemde opvolging en inzet van instrumentarium.
Ook nemen de verschillende veiligheidspartners deel aan de verkiezingstafels.
De inlichtingen- en veiligheidsdiensten doen onderzoek naar statelijke actoren en
in welke mate zij een dreiging vormen voor de nationale veiligheid. In dat onderzoek
kan ook worden gestuit op pogingen tot beïnvloeding, manipulatie of verstoring van
verkiezingen, of het verspreiden van desinformatie. Als dit het geval is zullen de
diensten partners voor wie dit relevant is informeren, zodat deze hiernaar kunnen
handelen. Een voorbeeld hiervan is dat de Nederlandse inlichtingendiensten in juni
2024 hebben geholpen om een Russische digitale beïnvloedingscampagne te verstoren,
die was gericht op het beïnvloeden van het Amerikaanse publieke debat.12
Vraag 7
Op welke wijze wordt uitvoering gegeven aan de aangenomen motie Krul/Ceder waarin
verzocht werd om mogelijke aanscherpingen van de digitaledienstenverordening (DSA)
te onderzoeken en daarmee ook een DSA 2.0 voor te bereiden? Kunnen deze aanscherpingen
ertoe leiden dat online platforms makkelijker kunnen worden aangesproken op hun maatschappelijke
verantwoordelijkheid om meer te doen tegen desinformatie?13
Antwoord 7
De DSA is sinds 17 februari 2024 volledig van kracht. Mogelijke aanscherpingen dienen
te worden gebaseerd op nieuwe inzichten en evaluatie van de wet. De eerste evaluatie
van de verordening dient de Europese Commissie uiterlijk 17 november 2027 te hebben
afgerond. Dat is het eerste moment waarop er mogelijk een voorstel tot herziening
komt. Dat is ook het moment om te bezien of de DSA effectief is gebleken in het aanpakken
van de verspreiding van desinformatie via online platformen en eventueel moet worden
aangescherpt.
Ter voorbereiding op de evaluatie onderhoudt het Ministerie van Economische Zaken
doorlopend contacten met andere lidstaten (incl. gelijkgestemde lidstaten), maatschappelijke
organisaties, toezichthouders, bedrijven en andere ministeries, om te begrijpen hoe
de uitvoering van de DSA en het toezicht daarop verloopt en wat er beter kan of moet.
De informatie en signalen die dit oplevert zullen vanzelfsprekend worden gebruikt
in het kader van het evaluatieproces. Daarbij zal het Ministerie van Economische Zaken
uiteraard de samenwerking zoeken met gelijkgestemde lidstaten.
Vraag 8
Bent u ervan op de hoogte dat Zweden een «psychological defence agency» heeft opgericht
met het oog op onder andere het tegengaan van desinformatie? Bent u bereid om met
een voorstel te komen hoe we dit in de (nabije) toekomst ook in Nederland vorm kunnen
geven?
Antwoord 8
Ik ben op de hoogte van de Zweedse «Psychological Defence Agency» en sta met hen in
contact over (mogelijke) dreigingen en het uitwisselen van ervaringen. Naast Zweden
zijn er ook andere gelijkgezinde partners die beschikken over soortgelijke instrumenten
voor de detectie van statelijke informatieoperaties. Zo heeft Frankrijk bijvoorbeeld
VIGINUM. Daarom start, zoals omschreven in antwoord 3, in september een onderzoek
naar de wijze waarop andere Europese lidstaten detectie van buitenlandse desinformatie
hebben ingericht en de eventuele mogelijkheden die dit biedt voor Nederland.
Vraag 9
Bent u bereid om een bewustwordingscampagne op te zetten in aanloop naar de verkiezingen
om te wijzen op de gevaren en het bestaan van buitenlandse desinformatiecampagnes
op sociale media? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 9
Ik ben bereid om meer publiekscommunicatie op te zetten rond desinformatie tijdens
verkiezingen, aanvullend op reeds bestaande campagnes, zoals www.elkestemtelt.nl. Daarnaast kijk ik naar reeds bestaande initiatieven en hoe ik deze kan ondersteunen
zodat zij een beter bereik hebben tijdens de verkiezingen.
Vraag 10
Bent u bereid om verdere aanvullende maatregelen te nemen voor de aankomende verkiezingen?
Zo ja, welke?
Antwoord 10
Ja, dat ben ik. Maatregelen om dreigingen voor het verkiezingsproces tegen te gaan
worden doorlopend tegen het licht gehouden. Zoals aangegeven in antwoord 3 en in de
Kamerbrief tegengaan van risico’s op buitenlandse beïnvloeding in het verkiezingsproces14 werk ik uit welke extra inspanningen nodig zijn om eventuele dreigingen tijdig te
signaleren en te mitigeren. Eventuele ervaringen van de NAVO-top worden hierin meegenomen.
Ook ben ik in gesprek met politieke partijen om gezamenlijk te kijken wat partijen
kunnen doen om hun digitale weerbaarheid te vergroten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.