Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Boswijk en Paternotte over de nieuwe EU strategie voor de Zwarte Zee regio
Vragen de leden Boswijk (CDA) en Paternotte (D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Infrastructuur en Waterstaat over de nieuwe EU strategie voor de Zwarte Zee regio (ingezonden 4 juni 2025).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat (ontvangen 7 juli 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met nieuwe Europese Unie (EU)-strategie voor een veilige, welvarende
en veerkrachtige Zwarte Zee regio?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u het eens dat de Zwarte Zee regio in toenemende mate van essentieel belang is
als corridor tussen Europa en Centraal-Azië en daarmee voor de Europese handel met
Azië in het geheel sinds de Russische agressie oorlog in Oekraïne? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 2
Aansluitend op de Mededeling over de EU Strategische Benadering van de Zwarte Zee
regio onderschrijft het kabinet het geopolitieke belang van de Zwarte Zee regio voor
de Europese Unie als geheel, niet voor Nederland specifiek, zowel ter bevordering
van veiligheid, stabiliteit en weerbaarheid, mede naar aanleiding van de oorlog in
Oekraïne, alsook ter bevordering van duurzame economische groei en welvaart.
Vraag 3
Heeft u inzicht in al reeds bestaande betrekkingen tussen Nederlandse havens, en in
het bijzonder de Rotterdamse haven, en de havens van EU-partnerlanden aan de Zwarte
Zee?
Antwoord 3
De Rotterdamse haven is via de binnenwateren verbonden met de haven van Constanta
in Roemenië. In 2011 hebben de havens van Rotterdam en Constanta een samenwerkingsovereenkomst
getekend en sindsdien is lang gesproken over verdere samenwerking tussen beide havens,
maar dat is niet meer van de grond gekomen. Van vergelijkbare samenwerking met andere
havens aan de Zwarte Zee zijn wij niet op de hoogte. Betrekkingen zullen veelal in
Europees verband plaatsvinden, zoals in het kader van de Trans-Europese Netwerken
voor Transport (TEN-T) met inzet op de Europese vervoerscorridors en kustvaartverbindingen.
Ook zijn verschillende havens uit EU-lidstaten aan de Zwarte Zee aangesloten bij de
European Seaports Organisation (ESPO), waar ook meerdere Nederlandse zeehavens lid
van zijn, zoals de havens van Amsterdam en Rotterdam.
Vraag 4
Bent u het eens dat in het kader van een vitale corridor met Azië het wenselijk is
dat Nederlandse havens in toenemende mate samenwerking zoeken met havens in EU-partnerlanden,
in het bijzonder in de Zwarte Zee regio? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Mijn ambtgenoot van Infrastructuur en Waterstaat en ik zien het belang van havensamenwerking
in het algemeen en ook onderkennen wij het belang van de Zwarte Zee regio. Zoals aangegeven
in het antwoord op vraag drie wordt er met name in Europees verband samengewerkt,
zowel binnen de EU-instellingen als binnen de Europese koepelorganisatie voor zeehavens
(ESPO). Het is verder aan havenbedrijven zelf om invulling te geven aan havensamenwerking
zoals in het kader van havenontwikkeling of inzet op green shipping corridors tussen
havens.
Vraag 5
Bent u bereid om zich in te zetten voor het versterken van betrekkingen tussen de
Nederlandse havens en de havens in de EU-partnerlanden in de Zwarte Zee regio? Zo
ja, welke stappen bent u van plan om te zetten?
Antwoord 5
Zoals ik in mijn antwoord op vraag vier al aangaf ligt het initiatief voor de totstandkoming
en de vormgeving van havensamenwerking bij de havenbedrijven en het havenbedrijfsleven.
Mocht daarbij ondersteuning nodig zijn van het ministerie, dan zijn mijn ambtgenoot
van Infrastructuur en Waterstaat en ik bereid daar welwillend naar te kijken.
Vraag 6
Bent u bereid om in Europees verband te pleiten voor het versterken van betrekkingen
tussen de havens van de Europese Unie en de havens in de EU-partnerlanden in de Zwarte
Zee regio? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
De Europese Commissie werkt momenteel aan een Europese Havenstrategie en een Strategie
voor de Maritieme Maakindustrie. In deze strategieën zal naar mijn mening ook plaats
moeten zijn voor havensamenwerking in meerdere regio’s waaronder de Zwarte Zee. Dit
kan de concurrentiekracht bevorderen van de Europese Unie als geheel. Tijdens de besprekingen
over de inhoud van deze strategieën wil ik hiervoor aandacht vragen. Ook zal mijn
ambtgenoot van Infrastructuur en Waterstaat bij de verdere ontwikkeling van het Europese
vervoersnetwerk (TEN-T) pleiten voor het belang van onderlinge betrekkingen tussen
Europese zeehavens, waaronder die in de Zwarte Zee regio.
Vraag 7
Bent u het eens dat in het kader van deze nieuwe EU-strategie, de aanhoudende Russische
agressie oorlog tegen Oekraïne en de Russische spionage op onze vitale infrastructuur
het wenselijk is dat vertegenwoordigers van de Rotterdamse haven de betrekkingen versterken
met vertegenwoordigers van de haven van Odessa voor een verkenning van samenwerking
op het gebied van veiligheid?
Antwoord 7
Het kabinet onderstreept het belang van de Zwarte Zee strategie waarin aandacht is
voor veiligheid in Nederland en Europa, juist vanwege de agressieoorlog door Rusland
in Oekraïne. Bovendien is de strategische aanpak van de EU voor het Zwarte Zeegebied
geen geïsoleerde regionale reactie op de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne. Het
kabinet onderschrijft het belang van veiligheid en stabiliteit in en rondom de Zwarte
Zee om duurzame en rechtvaardige vrede in de regio te garanderen. Vrije doorvaart
in de Zwarte Zee bevordert tevens de veiligheid van het scheepvaartverkeer, wat bijdraagt
aan de economische ontwikkeling van de regio. Het kabinet verkent op continue basis
hoe Oekraïne verder gesteund kan worden, en sluit hierbij op voorhand niets uit. Wel
dienen initiatieven aan te sluiten bij de behoeften van Oekraïne.
Vraag 8
Bent u bereid om zich in te zetten voor het aanhalen van de betrekkingen tussen de
Rotterdamse haven en de haven van Odessa op het gebied van veiligheid? Zo ja, welke
stappen is de Minister van plan om te zetten?
Antwoord 8
Juist nu is het van belang om Oekraïne te blijven ondersteunen en Nederland ook te
positioneren richting Oekraïne. In lijn met de aangenomen motie Boswijk cs heeft hierover
reeds een verkennend gesprek plaatsgevonden tussen de Oekraïnegezant van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken en het Havenbedrijf Rotterdam, in aanwezigheid van het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat. Op basis van dat gesprek worden de mogelijkheden
tot samenwerking voor wederopbouw van (zee)havens nader onderzocht.
Vraag 9
Bent u bereid om vertegenwoordigers van de haven van Odessa uit te nodigen in de Rotterdamse
haven om verdere samenwerking te verkennen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Ja, als er een behoefte bestaat in Oekraïne of bij Haven Rotterdam, ben ik bereid
in overleg met betrokkenen een faciliterende rol te spelen in verkenning van verdere
samenwerking. Verschillende Oekraïense delegaties uit verschillende sectoren, w.o.
Energie en LSH, hebben Nederland reeds bezocht.
Vraag 10
Bent u bekend met het feit dat Denemarken een partnerschap is aangegaan met de naburige
stad Mykolajiv?2
Antwoord 10
Ja, dat is mij bekend.
Vraag 11
Bent u bereid om te onderzoeken of een dergelijk partnerschap ook door Nederland met
Odessa aangegaan kan worden in het kader van het strategische belang van de havenstad
in de Zwarte Zee regio? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 11
Nederland steunt Oekraïne onverminderd in deze oorlog, ook op niet-militair gebied.
Verschillende landen kiezen hierbij voor een aanpak die zich naast andere vormen van
steun ook focust op specifieke regio’s, zoals Denemarken. De Nederlandse steun betreft
bilaterale steun of loopt via multilaterale kanalen, waarbij het bevorderen van decentralisatie
en opbouwen van lokale capaciteit belangrijke aandachtspunten zijn voor Nederland.
Het kabinet is ervan overtuigd dat we door het verlenen van deze steun via diverse
kanalen Oekraïne op de best mogelijke manier ondersteunen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
R. Tieman, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.