Schriftelijke vragen : Judolessen niet langer te erkennen als volwaardige invulling van het bewegingsonderwijs
Vragen van de leden Mohandis en Haage (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over judolessen niet langer te erkennen als volwaardige invulling van het bewegingsonderwijs (ingezonden 3 juli 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het besluit van de Inspectie van het Onderwijs om de door Judoschool
Van der Hoek aangeboden judolessen op de Gooise Daltonschool niet langer te erkennen
als volwaardige invulling van het bewegingsonderwijs en wat is daarop uw reactie?
Vraag 2
Erkent u dat pedagogiek, motorische ontwikkeling, veiligheid en sociale vorming centraal
staan bij judo en het daardoor juist geschikt is als gymles?
Vraag 3
Kunt u nader toelichten waarom u judo, mits gegeven door een gediplomeerde leraar,
niet als een volwaardige vorm van bewegingsonderwijs beschouwt?
Vraag 4
Waarom is het ontbreken van een onderwijsbevoegdheid bij een gediplomeerde judoleraar
een gegronde reden om judo niet te erkennen als volwaardig bewegingsonderwijs, zelfs
als er een bevoegde leraar bij aanwezig is?
Vraag 5
Bent u bekend met de inhoud en kwaliteit van de opleidingen van Judo Bond Nederland
en de pedagogische kaders waarbinnen de leraren opereren?
Vraag 6
Bent u bereid in gesprek te aan met de judobond en te zoeken naar een oplossing? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 7
Heeft u inmiddels de gevolgen van de door u geschrapte subsidieregeling bewegingsonderwijs
inzichtelijk? Hoeveel scholen en leerlingen worden hiervan de dupe?
Vraag 8
Hoeveel minder uur bewegingsonderwijs kan er worden gegeven door het schrappen van
deze regeling?
Indieners
-
Gericht aan
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Gericht aan
J.Z.C.M. Tielen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
Mohammed Mohandis, Kamerlid -
Medeindiener
Marleen Haage, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.