Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over wachttijden binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) en de geestelijke gezondheidszorg (ggz)
Vragen van het lid Van Houwelingen (FVD) aan de Staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over wachttijden binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) en de geestelijke gezondheidszorg (ggz) (ingezonden 20 mei 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Pouw-Verweij (Volksgezondheid, Welzijn en Sport ) (ontvangen
1 juli 2025)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2383
Vraag 1
Bent u bekend met de lange wachttijden binnen de Wmo en de ggz en hoe verhoudt zich
dit tot de doelstellingen van het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Gezond en Actief
Leven Akkoord (GALA)?
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met de wachttijden binnen de ggz. Vooral voor de gespecialiseerde
ggz zijn de wachttijden in de afgelopen jaren te lang.1 Voor de Wmo bestaat er geen landelijk beeld van wachttijden. Wel krijg ik signalen
dat gemeenten te maken hebben met een toenemende vraag naar ondersteuning in combinatie
met krapte op de arbeidsmarkt. Hierdoor kunnen voor sommige vormen van ondersteuning
wachtlijsten ontstaan.
In het Integraal Zorgakkoord (IZA) zijn meerdere afspraken gemaakt om de wachttijden
binnen de ggz terug te dringen. Het IZA is drie jaar geleden gesloten. Sindsdien zijn
er belangrijke stappen gezet om de toegankelijkheid van de ggz te verbeteren. Bijvoorbeeld:
– De implementatie van het «verkennend gesprek», waarbij huisartsen, ggz-professionals,
het sociaal domein en ervaringsdeskundigen samenwerken om de hulpvraag van mensen
sneller op te pakken.
– Het opzetten van een landelijk netwerk van laagdrempelige steunpunten, met een ondersteuningsprogramma
dat vanaf januari beschikbaar is, zodat iedere inwoner nabij laagdrempelig terecht
kan voor de juiste ondersteuning.
– Het verhogen van het aantal uur voor de POH ggz, zodat de POH meer tijd per patiënt
heeft.
– Het verbeteren van het (regionaal) inzicht in wachttijden, zodat o.a. de beschikbare
ggz-capaciteit in de regio optimaal benut wordt.
– Uitbreiding van hybride zorg in de ggz zoals meer inzet van digitale middelen (telefonie-beeldbellen),
E-health en integrale E-health behandelingen.
De implementatie van deze maatregelen kost tijd. Daarnaast kost het voor regio’s tijd
om hun transformatieplannen op te stellen en rond te krijgen. De effecten van deze
maatregelen zijn helaas nog niet terug te zien in de wachttijdcijfers; nog teveel
mensen wachten te lang op zorg. Zoals eerder met uw Kamer gedeeld in de brief van
9 april, worden er aanvullende maatregelen genomen om de toegankelijkheid van de ggz
te vergroten, met name voor mensen met ernstige, complexe problemen2.
Het GALA richt zich op onder meer het versterken van de mentale weerbaarheid en mentale
gezondheid van de inwoners van Nederland. Met het akkoord stimuleren en ondersteunen
we gemeenten en GGD’en om op lokale schaal mentale gezondheid mee te nemen in bestaande
aanpakken. Hiermee wordt beoogd dat mentale gezondheid beter bespreekbaar wordt, mensen
weten hoe ze met hun mentale gezondheid aan de slag kunnen en mensen weten waar ze
binnen de gemeenten terecht kunnen voor laagdrempelige ondersteuning. Gemeenten zetten
hiervoor diverse maatregelen in, zoals inloopvoorzieningen voor jongeren en het programma
Welbevinden op School. Welk effect deze inzet heeft op de wachttijden in ggz of Wmo
is niet aan te geven
Vraag 2
Kunt u toelichten in hoeverre gemeenten voldoende worden ondersteund door de beschikbare
SPUK (specifieke uitkering)-middelen in het ontwikkelen van preventieve welzijnsinitiatieven
die deze wachttijden kunnen terugdringen?
Antwoord 2
Gemeenten kunnen initiatieven zoals laagdrempelige steunpunten financieren uit de
SPUK IZA, die middelen zijn structureel beschikbaar. Daarnaast kunnen gemeenten deze
steunpunten financieren uit het gemeentefonds. In de praktijk zien we dat er een sterke
ontwikkeling gaande is van laagdrempelige steunpunten. In het najaar van 2024 liet
verkennend onderzoek zien dat er al 278 steunpunten zijn gerealiseerd3. Om de beweging kracht bij te zetten is begin dit jaar een landelijk ondersteuningsprogramma
gestart.
Daarnaast zijn er vanuit het GALA middelen beschikbaar om de sociale basis te versterken.
Een sterke sociale basis draagt bij aan het welzijn van mensen. Alledaagse problematiek
kan in sociale steunstructuren beter worden opgevangen. Betekenisvolle sociale ontmoetingen
dragen bewezen bij aan de gezondheid van mensen en kunnen bijdragen aan het verminderen
van eenzaamheid. Daarnaast kan bepaalde problematiek, zoals mentale gezondheid of
geldzorgen, vroeg gesignaleerd worden en soms ook (deels) opgelost worden in de sociale
basis waardoor zwaardere zorg voorkomen kan worden. Specifiek voor de aanpak sociale
basis is op incidentele basis gemiddeld € 35 miljoen beschikbaar tot 2026.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
N.J.F. Pouw-Verweij, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.