Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Mutluer over de politiebegroting
Vragen van het lid Mutluer (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de politiebegroting (ingezonden 6 juni 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 1 juli 2025)Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2570
Vraag 1
Kent u het bericht «Digitalisering zet politiebegroting onder druk: «We moeten keuzes
maken»»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Wat is de uitkomst van de doorlichting van de huishouding van de politie die de korpschef
op meerdere terreinen heeft laten houden?
Antwoord 2
De politie heeft een Taskforce Ombuigingen ingesteld die de knelpunten in de politiebegroting
en oplossingsrichtingen in kaart heeft gebracht. Uit de doorlichting van deze Taskforce
blijkt dat de financiën van de politie onder druk staan.
Vraag 3 en 4
Staat de politie naast de financiering van de IT-infrastructuur nog voor andere financiële
uitdagingen? Zo ja, welke zijn dat en over welke bedragen gaat het dan?
Hoeveel bedraagt het tussen 2026 en 2029 oplopend exploitatietekort bij de politie?
Waardoor wordt dit tekort veroorzaakt?2
Antwoord 3 en 4
In het 1e halfjaarbericht 2025 politie heb ik dit toegelicht. De politie heeft een Taskforce
Ombuigingen ingesteld, die de knelpunten in de politiebegroting en oplossingsrichtingen
in kaart heeft gebracht. Dit is breder dan alleen Informatievoorziening en betreft
ook financiële knelpunten op de terreinen personeel en huisvesting.
De initiële doorlichting van de politie liet een aanzienlijke opgave zien (oplopend
tot circa € 800 mln. structureel). De politie heeft deze opgave zelf teruggebracht
door keuzes en financieel-technische maatregelen die de taakuitvoering van de politie
niet raken. De financiële restproblematiek bedraagt daarmee in 2026 tientallen miljoenen
en loopt op tot structureel ongeveer € 300 mln. vanaf 2030.
Deze € 300 mln. bestaat ten eerste uit hogere, onvermijdbare kosten voor het politiepersoneel
die worden gemaakt vanuit goed werkgeverschap. Het betreft onder meer de vangnetregeling
voor veilig en gezond werken en uitgaven in verband met arbeidsongeschiktheid. Daarnaast
ontbreekt structurele dekking voor afspraken die rond doorstroombeleid voor operationeel
personeel zijn gemaakt in de politie-cao en de dekking voor enkele andere posten,
waaronder screening door de AIVD en functieherwaardering voor de heimelijke opsporing.
Ten tweede lopen de kosten voor informatievoorziening (IV) en digitalisering sterk
op. De kostenstijgingen zijn voornamelijk het gevolg van een toename in dataverbruik,
noodzakelijke investeringen in cybersecurity, kostenstijgingen van IV-contracten en
de groei van beheerlasten. Niet alleen bij de politie is sprake van een dergelijke
toename aan kosten, ook bij ministeries, taakorganisaties en agentschappen nemen de
IV-uitgaven fors toe. Ondanks kostenbesparende maatregelen, is het bestaande budget
niet toereikend om de politie op het vlak van IV en digitalisering toekomstbestendig
te houden door middel van noodzakelijke vernieuwingen.
Ten derde is er sprake van hogere huisvestingskosten, in het bijzonder als het gevolg
van wettelijke verplichtingen op het vlak van verduurzaming.
Tot slot is er bij de politie sprake geweest van meerdere taakstellingen, als gevolg
van overheidsbrede taakstellingen.
Vraag 5
Hoe wordt dat exploitatietekort opgeheven?
Antwoord 5
De korpschef en ik zijn in gesprek met de gezagen over het financiële tekort bij de
politie. Als Minister van Justitie en Veiligheid moet ik op grond van artikel 34 van
de Politiewet 2012 een begroting voor het komende begrotingsjaar vaststellen.
Omdat er vanaf 2026 een resterend financieel tekort van tientallen miljoenen ontstaat,
moet de korpschef reeds in 2026 beheersmaatregelen treffen om de politiebegroting
sluitend te krijgen. De korpschef zal de operationele slagkracht ontzien bij het oplossen
van het financiële tekort voor 2026. Zo zullen de basisteams (gebiedsgebonden politie
en opsporing) in 2026 buiten beschouwing worden gehouden. Ook wordt in 2026 niet getornd
aan de instroom in de basispolitie opleiding.
Het past mij als demissionair Minister van Justitie en Veiligheid niet om verstrekkende,
meerjarige besluiten te nemen. Tegelijkertijd zal de korpschef de komende periode
vanuit haar beheersverantwoordelijkheid voorstellen moeten voorbereiden om de politiebegroting
meerjarig te sluiten, in lijn met de Strategisch Agenda politie 2025–2030 «Stevig
staan in deze tijd». De gezagen zullen worden betrokken bij het voorbereiden van deze
voorstellen, teneinde deze in de politiebegroting 2027 te kunnen implementeren. Daarbij
blijven de korpschef en ik inzetten op behoud van de operationele slagkracht van de
politie.
De korpschef en ik hebben het voorgaande met de gezagen besproken in het Landelijk
Overleg Veiligheid en Politie (LOVP) op 12 en 30 juni jl.
Vraag 6
Hoeveel extra middelen zijn er sinds de start van het kabinet-Schoof aan de Nationale
Politie beschikbaar gesteld? En welk deel van deze extra middelen voor de politie
zijn flexibel inzetbaar, dan wel geoormerkt voor nieuwe prioriteiten?
Antwoord 6
Vanuit het Hoofdlijnenakkoord 2024–2028 en de Miljoenennota 2025 is in totaal structureel
€ 216 miljoen voor de Nationale Politie extra beschikbaar. Hiervan is structureel
€ 45 miljoen beschikbaar gesteld om financiële problematiek bij politie te mitigeren
(landelijke eenheden en nieuw stelsel beroepsgerelateerd letsel). De overige middelen
zijn geoormerkt voor het anders organiseren van werk en prioriteiten zoals voor een
digitaal vaardige politie (conform Position paper politie, OM en gezagen), de aanpak
van lokale criminaliteit en de uitbreiding van de aanpak logistieke knelpunten (zie
Kamerstukken II 36 600 VI, nr. 32).
Vraag 7
Deelt u de mening «dat meerjarige financiële stabiliteit in balans met de taken en
opgaven van de politie essentieel [is] om te kunnen blijven doen wat de maatschappij
van de politie vraagt»?3 Zo ja, is er op dit moment en in de komende jaren sprake van die stabiliteit en balans?
En zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, wat betekent dat voor de uitvoering van de
taken en opgaven van de politie? En zo nee, hoe gaat er wel voor die financiële stabiliteit
en balans met de taken en opgaven van de politie gezorgd?
Antwoord 7
Ik ben van mening dat de financiën en taken in balans moeten zijn. Meerjarig is er
nu geen sprake van balans. Voor een toelichting op wat dit betekent en hoe dit opgepakt
wordt verwijs ik naar het antwoord op vraag 5.
Vraag 8
Kunt u bovenstaande vragen tenminste voor het komende commissiedebat over de politie
op 2 juli 2025 beantwoorden?
Antwoord 8
Ja
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.