Brief commissie : Brief van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over een beroep op artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016 ten behoeve van prijsbijstelling voortgezet onderwijs
36 725 VIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 16 BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juni 2025
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft in haar extra
procedurevergaderingen van 19 juni en 24 juni 2025 gesproken over het beroep dat Minister
Bruins d.d. 12 juni jongstleden heeft gedaan op artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet
2016 (CW) ten behoeve van prijsbijstelling voortgezet onderwijs, het plan basisvaardigheden
mbo en het Fonds internationale topwetenschappers.
De commissie heeft op 19 juni 2025 besloten de Kamer voor te leggen uit te spreken
dat zij zich niet deugdelijk geïnformeerd acht in de zin van artikel 2.27, tweede
lid, CW (Kamerstuk 36 725 VIII, nr. 14).
In een brief van de bewindspersonen van OCW d.d. 23 juni 2025 (Kamerstuk 36 725 VIII, nr. 15), waarin de Tweede Kamer wordt gevraagd om op dinsdag 24 juni 2025 het beroep op
artikel 2.27 CW opnieuw te bezien en uitsluitend voor de prijsbijstelling in het voortgezet
onderwijs (maatregel 1 uit de eerdere brief) van toepassing te verklaren, wordt nadere
informatie gegeven over het spoedeisende karakter van deze uitgaven. De commissie
OCW heeft opnieuw een extra procedurevergadering ingelast om het beroep, inclusief
de aanvullende argumentatie, te bespreken. Beide bewindspersonen geven in hun brief
aan dat het eerdere beroep op artikel 2.27 CW voor het plan basisvaardigheden mbo
en het Fonds internationale wetenschappers vervalt.
De commissie OCW heeft in haar extra procedurevergadering van 24 juni 2025 besloten
de Kamer voor te leggen uit te spreken dat zij zich deugdelijk geïnformeerd acht in
de zin van artikel 2.27, tweede lid, CW ten behoeve van de prijsbijstelling voortgezet
onderwijs.
De commissie OCW vraagt de bewindspersonen tevens om de Kamer op 24 juni 2025 te informeren
over alternatieve dekkingsvoorstellen, zodat de Kamer deze brief kan betrekken bij
de stemmingen op 25 juni 2025 en bij de reguliere behandeling van de 1e suppletoire
begrotingswet.
Indien de Kamer instemt met het voorstel van de commissie zullen de bewindspersonen
hiervan per brief op de hoogte worden gesteld. Daarbij zullen de bewindspersonen erop
worden gewezen dat de Kamer ervanuit gaat dat de bewindspersonen voor de concrete
invulling van de voorgestelde dekking de formele autorisatie van de 1e suppletoire begrotingswet afwachten.
In het licht van artikel 105 van de Grondwet geniet het de voorkeur dat het parlement
in alle gevallen waarin dat redelijkerwijs mogelijk is een begrotingswet behandelt
alvorens de regering de daarmee corresponderende uitgaven doet of verplichtingen aangaat.
Gevraagd besluit aan de Kamer: Uit te spreken dat zij zich deugdelijk geïnformeerd acht in de zin van artikel 2.27,
tweede lid, Comptabiliteitswet 2016 over het beroep dat de Minister en Staatssecretaris
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 24 juni 2025 hebben gedaan op artikel 2.27
van de Comptabiliteitswet 2016 ten behoeve van de prijsbijstelling voortgezet onderwijs.
De voorzitter van de commissie, Bromet
De griffier van de commissie, Verhoev
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
L. Bromet, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
M. Verhoev, griffier