Schriftelijke vragen : De fiscale en morele behandeling van de Bijzondere Invaliditeitsverhoging (BIV)
Vragen van het lid Van Eijk (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën over de fiscale en morele behandeling van de Bijzondere Invaliditeitsverhoging (BIV) (ingezonden 24 juni 2025).
Vraag 1
Deelt u de mening dat invalide veteranen recht hebben op een eerlijke schadevergoeding
die recht doet aan hun persoonlijke situatie?
Vraag 2
Vindt u ten principale dat smartengeld en ook de bijzondere invaliditeitsverhoging
niet hoort te worden belast?
Vraag 3
Kunt u nader ingaan op de motie Van Eijk door de budgettaire en uitvoeringseffecten
te schetsen van het vrijstellen van belasting van de bijzondere invaliditeitsverhoging?
Vraag 4
Heeft u kennisgenomen van de Second opinion van HHP Chambers over de belastbaarheid
van de bijzondere invaliditeitsverhoging? Hoe beoordeelt u deze?
Vraag 5
Wat is de status van de zaken van deze problematiek bij de verschillende rechtbanken?
Graag verzoek ik u om een overzicht met daarbij de rechtsvragen die voorliggen.
Vraag 6
Kan het advies van de Landsadvocaat over de invoering van de vrijstelling van het
«Artikel 2 fonds», waarin wordt gewezen op mogelijke precedentwerking met de Kamer
worden gedeeld?
Vraag 7
Kunt u toelichten waarom de bijzondere invaliditeitsverhoging niet onder een in artikel
3.104 van de Wet IB 2001 opgenomen vrijstelling gebracht kan worden? Is het mogelijk
om hiervoor een nieuwe vrijstelling in de wet op te nemen?
Vraag 8
Kunt u de vragen beantwoorden voor het commissiedebat Nationale fiscaliteit van 2 juli
a.s.?
Indieners
-
Gericht aan
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën -
Indiener
Wendy van Eijk, Kamerlid