Verslag van een werkbezoek : Verslag van een werkbezoek van de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan het Caribisch deel van het Koninkrijk van 27 april 2025 t/m 3 mei 2025
36 772 Verslag van een werkbezoek van de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan het Caribisch deel van het Koninkrijk
A/ Nr. 1
VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK
Vastgesteld 19 juni 2025
Inleiding
Eens per parlementaire zittingsperiode van beide Kamers leggen de Voorzitters van
de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal een kennismakingswerkbezoek af aan het
Caribisch deel van het Koninkrijk. Van 27 april–3 mei 2025 werden de autonome landen
Aruba en Curaçao, en het Openbaar Lichaam Bonaire in Caribisch Nederland bezocht.
Door de COVID-pandemie was het kennismakingsbezoek vertraagd. De laatste keer dat
de Voorzitters een werkbezoek aflegden was in januari 2018.
De delegatie bestond uit de Voorzitter van de Eerste Kamer, dhr. Bruijn, de Voorzitter
van de Tweede Kamer, dhr. Bosma, de Griffier van de Eerste Kamer, dhr. Nehmelman,
de Griffier van de Tweede Kamer, dhr. Oskam, de griffier van de vaste commissie voor
Koninkrijksrelaties van de Eerste Kamer, dhr. Bergman, de griffier van de vaste commissie
voor Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer, mw. Meijers, en adviseur protocol van
de Eerste Kamer, mw. Vermeeren.
De delegatie spreekt haar bijzondere dank uit aan alle gesprekspartners in het Caribisch
deel van het Koninkrijk. Ook bedankt zij graag de waarnemend Vertegenwoordiger van Nederland voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten, mw. De
Reuver, haar plaatsvervanger te Aruba, dhr. Storimans, en hun medewerkers, en de plaatsvervangend
Rijksvertegenwoordiger voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba, dhr. Helmond, en zijn
medewerkers voor hun grote inspanningen bij de organisatie en inhoudelijke voorbereiding
van het werkbezoek.
De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, Bruijn
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Bosma
ARUBA
Op zondag 27 april 2025 reisde de delegatie af naar Aruba.
De volgende ochtend ontving zij een briefing over de actuele politieke, sociaaleconomische
en maatschappelijke ontwikkelingen in Aruba door de plaatsvervangend Vertegenwoordiger
van Nederland in Aruba, dhr. Storimans, en senior beleidsmedewerker, dhr. Beusekom.
Aansluitend werden de Kamervoorzitters en hun staf ontvangen door de Gouverneur van
Aruba, dhr. Boekhoudt. Het gesprek zag op enkele actuele thema’s op politiek, sociaaleconomisch
en maatschappelijk terrein.
Daarna reisde de delegatie naar het Bestuurskantoor waar zij een gesprek had met Minister-President
Eman en vicepremier Croes van Aruba. Met beide bewindspersonen spraken de Voorzitters
onder andere over duurzame economische groei, diversificatie van de Arubaanse economie
en de vertaalslag van welvaart naar welzijn en de bestrijding van de armoede. De Minister-President
vroeg ook aandacht voor het dossier financieel toezicht, waarvoor zowel een rijkswet
als een landsverordening in voorbereiding zijn. Omdat de deadline van 1 mei 2025 van
het indienen van de rijkswet bij de Tweede Kamer niet was gehaald, wordt Aruba geconfronteerd
met extra rentelasten. Dhr. Eman vroeg hiervoor aandacht in de hoop dat een oplossing
kan worden bereikt. Vervolgens werd gesproken over de huidige geopolitieke situatie.
Daarbij ging het onder andere over de rol van de VS in en jegens het Caribisch gebied,
over de politieke situatie in Venezuela, en de invloed van grootmachten als Rusland
en China in de regio.
Aansluitend kregen de Kamervoorzitters en de overige delegatieleden een lunch aangeboden
door de Staten van Aruba. Ze werden hartelijk ontvangen door de nieuwe Statenvoorzitter, dhr. Sneek, en de fractievoorzitters van AVP
(mw. Arends), MEP (mw. Wever-Croes), FUTURO (dhr. Goeloe) en PPA (dhr. Oduber) in
de Staten. Met hen hebben de Voorzitters van gedachten gewisseld over enkele actuele
thema’s, zoals de demografische ontwikkelingen in Aruba, de relaties met de VS en
de ontwikkelingen rondom het financieel toezicht.
Daarna brachten de Voorzitters, in aanwezigheid van de Minister van Onderwijs, mw.
Croes, een bezoek aan EPB-school San Nicolas. Ze werden rondgeleid door de school
die basisberoepsopleidingen biedt aan circa 550 leerlingen. De schoolt telt ca 87
fte personeel. Tijdens de rondleiding presenteerden leerlingen hun vaardigheden en
kennis, onder andere op de terreinen van ict, koksopleiding en horeca. Een van de
grootste uitdagingen in het onderwijs is dat leerlingen die stagelopen op hun stageplek
in dienst treden en hun opleiding niet verder voortzetten.
Aansluitend werd een bezoek gebracht aan het Instituto Medico San Nicolas (ImSan).
Imsan verenigt onder andere een ziekenhuis (in 2023 gecertificeerd), spoedeisende
hulp, huisartsenpost (2024), laboratorium, en röntgenafdeling. Het is in 2005 ingesteld
bij landsverordening. Het ziekenhuis heeft een snelle groei doorgemaakt van 6 afdelingen
in 2012 naar 14 afdelingen nu. Het heeft ook tien ambulances (ca 8.000 ritten per
jaar) en twee rapid responders. Het ziekenhuis telt drie operatiekamers, waarbij één
speciaal bedoeld is voor oogheelkunde. Het ImSan fungeert ook als back-up voor het
grotere Dr. Horacio E. Oduber Hospitaal (HOH) in Oranjestad. Ook wordt hier zorg geboden
aan inwoners van Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Gelet op deze functie zou het voor
de hand liggen dat ImSan in de toekomst ook zou kunnen beschikken over een IC-afdeling,
wat momenteel niet het geval is. De samenwerking met HOH is vastgelegd in een Memorandum
of Understanding.
Aan het einde van de dag bracht de delegatie een bezoek aan Zorgcentrum San Nicolas
van de Stichting Algemene Bejaardenzorg Aruba (SABA). SABA werd in 1972 opgericht
als een instelling voor algemene ouderenzorg. Sinds 2011 is SABA in transitie naar
een instelling voor chronische zorg en een centrum van expertise in ouderenzorg en
verpleging. Cliënten hebben complexe aandoeningen, waaronder dementie, neurologische
klachten, ernstige somatische klachten, terwijl er ook jongere cliënten zijn met cognitieve
problemen. In de Arubaanse zorgsector is een integrale aanpak nodig, ook al omdat
de bevolking vergrijst en er tevens sprake is van ontgroening (afname van geboortecijfers).
De organisatie heeft drie verpleeghuizen in beheer: Verpleeghuis, Huize Maris Stella
en het Zorgcentrum San Nicolas. Er wordt zorg geboden aan zo’n 200 bewoners door een
staf van circa 270 medewerkers. De organisatie wordt gesubsidieerd door de Arubaanse
overheid. De uitdagingen waarmee SABA zich geconfronteerd ziet zijn beperkte middelen,
een verouderde infrastructuur en een vergrijzend personeelsbestand. De capaciteit
zou eigenlijk verder moeten groeien naar 500 plekken voor patiënten. Na een inleidend
gesprek werden de Voorzitters rondgeleid over het terrein, zodat een indruk werd verkregen
van de verschillende afdelingen en de woningen van de cliënten. Voor de locatie San
Nicolas is afgelopen jaar met een subsidie vanuit Nederland/VNO een airco aangeschaft
voor de gemeenschappelijke ruimte van het zorgcentrum, zodat deze beter gebruikt kan
worden door de patiënten.
Dinsdagochtend 29 april 2025 vervolgden de Kamervoorzitters hun werkbezoek met een
ontbijtgesprek met een tiental ondernemers die actief zijn in het revitaliseren van
de binnenstad van Oranjestad. Ook de Minister van Financiën, Economische Zaken en
Primaire Sector van Aruba, dhr. Wever, nam actief deel aan dit gesprek. Elk van de
ondernemers schetste kort zijn of haar bijdrage aan het vergroten van de leefbaarheid
en het aantrekkelijk maken van het centrum van Oranjestad. Drie functies staan daarin
centraal: wonen, werken en ontdekken. De initiatieven en concepten die werden gepresenteerd
(en die deels ook al waren gerealiseerd) waren zeer divers van aard en vergroten op
hun eigen wijze de aantrekkelijkheid van het centrum. De uitdagingen zijn niet gering:
veel erfgoed is reeds verloren gegaan, Aruba is een duur eiland, personeel is moeilijk
te krijgen en te behouden, de binnenstad telt vele dak- en thuislozen en voor automobilisten
is de binnenstad moeilijk bereikbaar wegens een gebrek aan parkeerplaatsen. Wat de
financiering van de initiatieven betreft, is sprake van zowel de aanwending van private
middelen als het benutten van publieke fondsen. De ontwikkeling van de binnenstad
van Oranjestad maakt ook onderdeel uit van het Landspakket Aruba, met daarin afspraken
tussen Aruba en Nederland over de te nemen maatregelen en de structurele hervormingen
op financieel, economisch en bestuurlijk gebied. Vanuit Nederland is in dit kader
een stadsontwikkelaar beschikbaar gesteld voor dit project. Ook heeft men voor de
ontwikkeling van historische panden in de binnenstad gebruik kunnen maken van gelden
uit het Nationaal Restauratiefonds.
De Kamervoorzitters brachten daarna een werkbezoek aan de Guarda Nos Costa (GNC),
de dienst terugkeer en vertrek van Aruba. Het immigratiedetentiecentrum van de GNC
bevindt zich in de wijk Dakota in Oranjestad. Illegaal verblijf op Aruba is als zodanig
niet strafbaar, wel als illegalen werken of andere strafbare feiten plegen. Bij aankomst
in het GNC wordt binnen enkele uren een detentiemaatregel afgegeven, persoonlijke
bezittingen worden afgenomen en de gedetineerden worden in een cel geplaatst. Binnen
72 uur na detentie, wordt de zaak door een rechter getoetst en besloten of de detentie
rechtmatig is. Uiteindelijk kan uitzetting volgen. De GNC draagt de kosten van uitzetting.
De meeste uitzettingen vinden plaats naar Colombia en Ecuador, minder naar Venezuela.
Velen komen op legale wijze binnen via low-budget-carriers, maar verlaten het land
vervolgens niet en verblijven vervolgens illegaal. Dat geldt voor zo’n 35 procent.
Per kwartaal worden overigens zo’n 900–1.000 mensen bij de grens de toegang tot Aruba
ontzegd. Het personeel van de dienst heeft geen geweldsinstructie en is afhankelijk
van de medewerking van het Arubaanse politiekorps. Een andere uitdaging betreft de
gebrekkige gegevensuitwisseling in de vreemdelingenketen. De opsporingscapaciteit
is zo begrensd. Ten gevolge van de recente regeringswisseling is onduidelijk hoe de toekomst van de GNC eruit zal zien.
Aansluitend bracht de delegatie een bezoek aan het Nationaal Archief van Aruba (ANA).
Daar werden de beide Kamervoorzitters rondgeleid over een tentoonstelling over Aruba
in de Tweede Wereldoorlog. Er werd apart stilgestaan bij de lotgevallen van de Arubaanse
verzetsstrijder Segundo Jorge Adelberto (Boy) Ecury (1922–1944), onder andere actief
in het verzet in Oisterwijk. Boy Ercury werd in november 1944 verraden en gefusilleerd
op de Waalsdorpervlakte. In 1947 werd zijn stoffelijk overschot met militaire eer
op Aruba herbegraven. Tevens kreeg de delegatie bij het bezoek aan het ANA uitleg
over de erfgoeddatabase Coleccion Aruba (https://coleccion.aw/pages/en/home-en/) waarin uiteenlopende bronnen voor de geschiedenis van Aruba zijn samengebracht.
Tot slot werden de Voorzitters rondgeleid langs de afdeling digitalisering en door
het depot van het archief. Het archief zou in de toekomst graag samenwerken met de
Staten-Generaal waar het gaat om archiefstukken over de (politieke) geschiedenis van
het Koninkrijk.
CURACAO
Hierna beëindigde de delegatie haar werkbezoek aan Aruba en vloog zij door naar Curaçao.
De delegatie werd direct na aankomst gebrieft door mw. De Reuver, waarnemend Vertegenwoordiger
van Nederland in Curaçao, Aruba en Sint Maarten (VNW). Medewerking aan deze briefing
werd ook verleend door mw. Verrijp, speciaal vertegenwoordiger Benedenwindse eilanden
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, en mw. Melchers, senior beleidsadviseur
bij VNW. Tijdens de briefing werd stilgestaan bij het politieke landschap op Curaçao
en werden de actuele beleidsdossiers langsgelopen, met name toegespitst op de relatie
Curaçao–Nederland/Koninkrijk. Ook werd van gedachten gewisseld over de actuele geopolitieke
situatie en wat dit betekent voor Curaçao en het Koninkrijk der Nederlanden in de
regio.
Daarna vertrok de delegatie naar het Paleis van de Gouverneur, waar de Kamervoorzitters
werden ontvangen door de Gouverneur van Curaçao, mw. George-Woudt. Met haar bespraken
de Voorzitters onder andere de Curaçaose politiek en de economische ontwikkeling van
het land, de samenwerking in Koninkrijksverband en de betekenis van de geopolitieke
situatie voor Curaçao. Ook werd stilgestaan bij het naderende afscheid van de Gouverneur.
Woensdagochtend 30 april 2025 werd de delegatie ontvangen in de Staten van Curaçao.
Zij werd hartelijk welkom geheten door de Voorzitter van de Staten, mw. America-Francisca,
en de leden van de commissie voor Rijksaangelegenheden, Interparlementaire Relaties
en Buitenlandse Betrekkingen. Gezamenlijk werd teruggeblikt op de Statenverkiezingen
op Curaçao van 21 maart 2025, die een meerderheid hebben opgeleverd voor de MFK (van
demissionair Minister-President Pisas) van 13 van de 21 zetels. Andere partijen in
de nieuwe Staten, die op 11 mei 2025 worden geïnstalleerd, zijn de PNP (4 zetels),
PAR (2 zetels) en de combinatie MAN-PIN (2 zetels). De Statenleden wisselden met de
Kamervoorzitters van gedachten over de checks and balances in de Curaçaose politiek. Daarbij kwam bijvoorbeeld de vraag aan de orde hoe in het
dagelijks functioneren van het Curaçaose parlement de rechten van de oppositie worden
gewaarborgd. Ook werd van gedachten gewisseld over de rol van de adviesorganen, zoals
de Raad van Advies en de Algemene Rekenkamer Curaçao, in het Curaçaose staatsbestel.
Kortom, het functioneren van de rechtstaat, een discussie die ook in Nederland speelt,
mede naar aanleiding van het in 2024 verschenen rapport van de Staatscommissie rechtsstaat.
Andere onderwerpen die in het gesprek de revue passeerden waren onder andere de geopolitieke
situatie, de economische ontwikkeling van Curaçao en de mogelijke nieuwbouw of renovatie
van de huisvesting van de Staten.
Aansluitend brachten de Kamervoorzitters een bezoek aan de marine- en kustwachtbasis
Parera. Daar ontvingen de Kamervoorzitters een briefing door de Commandant der Zeestrijdkrachten
in het Caribisch gebied, tevens directeur Kustwacht, Commandeur Hansen, en zijn staf.
De Kustwacht in het Caribisch gebied werd in 1996 opgericht en is een samenwerkingsverband
tussen de vier landen in het Koninkrijk der Nederlanden, Aruba, Curaçao, Sint Maarten
en Nederland. De juridische basis is de Rijkswet Kustwacht. Zij moet zorgen voor maritieme
veiligheid in het Caribisch gebied door opsporing, toezicht en dienstverlening (SAR).
Een belangrijke taak betreft optreden tegen maritieme drugstransporten op volle zee
(onder het Verdrag van San Jose). Het grootste deel van de inzet van de Kustwacht
is gericht op de justitiële opsporing, het resterende deel (circa 20%) betreft toezicht-
en dienstverlenende taken. De Kustwacht heeft een personeelsbestand (civiel en militair)
van circa 250 personen.
De handhaving van de onafhankelijkheid en verdediging van het Koninkrijk is een Koninkrijksaangelegenheid
en valt onder verantwoordelijkheid van de CZMCARIB. Deze heeft drie hoofdtaken. Ten
eerste het beschermen van de integriteit en de belangen van het grondgebied van Curaçao,
Aruba, Sint Maarten en de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Daarnaast
het bevorderen en handhaven van de internationale rechtsorde en stabiliteit. Ten derde
het ondersteunen van civiele autoriteiten. Daartoe beschikt de CZMCARIB over circa 590 operationeel
personeel, ca 300 ondersteunend personeel en 4 kazernes. Onder hoofdtaak 2 valt onder
andere de drugsbestrijding. In 2024 werd ruim 16.000 kilo drugs onderschept en tot
nu toe dit jaar 5.000 kilo. In het kader van hoofdtaak 3 wordt 20 tot 25 keer per
jaar bijstand verleend. In de briefing werden met de Kamervoorzitters de diverse dreigingen
besproken, alsmede het beleid en de inzet daarop.
Daarna verplaatste het gezelschap zich naar gebouw Lamunchi waar gezamenlijk de middagmaaltijd
werd genoten. Thema van het gesprek in deze lunchsessie was de rechtshandhaving en
justitieketen in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Aan het gesprek werd deelgenomen
door CZMCARIB/Directeur KWCARIB, Commandeur Hansen, Hoofd Recherchesamenwerkingsteam,
mw. Rietstra, Procureur Generaal Curaçao, dhr. Schoop, CKMAR, luitenant-kolonel Smit,
en de President van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten
en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, dhr. De Kort. Omdat de Voorzitters aparte
bezoeken aflegden aan de marine en kustwacht in het Caribisch gebied en aan het RST
focuste het gesprek zich met name op de werkzaamheden van het Gemeenschappelijk Hof,
het Openbaar Ministerie en de Koninklijke Marechaussee. Gevraagd naar de uitdagingen
waarmee het Gemeenschappelijk Hof wordt geconfronteerd, wees de President op het feit
dat circa 30 rechters afkomstig zijn uit Nederland. Als er dus een gebrek aan rechters
In Nederland zou ontstaan, heeft dat consequenties voor het functioneren van het Hof.
Ook wees hij op het feit dat Verdragen soms geen medegelding hebben in alle vier de
landen, wat leidt tot verschillende juridische regimes. De Commandant van de KMAR
wees op de uitdagingen die de samenwerking binnen de justitiële keten voor zijn organisatie
biedt. De Procureur-Generaal staat aan het hoofd van de OM’s van de landen Curaçao,
Sint Maarten en Nederland voor wat betreft Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Procureur
Schoop onderstreepte de goede samenwerking met het OM in Nederland en met de Nederlandse
departementen, maar was overigens van mening dat de afhankelijkheid van Nederland
van de drie OM’s waar hij verantwoordelijk voor is nog beter op het vizier moet komen.
Na afloop van het gesprek werden de Kamervoorzitters rondgeleid over het terrein van
de marine- en kustwachtbasis Parera.
Het laatste onderdeel van het programma op woensdag 30 april betrof een werkbezoek
aan het Recherchesamenwerkingsteam (RST). Het RST betreft een samenwerkingsverband
van Nederland, Caribisch Nederland (Bonaire, Saba en Sint Eustatius), Aruba, Curaçao
en Sint Maarten. In dat verband werken de (ei)landen samen op het gebied van de recherche,
gericht op de aanpak van grensoverschrijdende en rechtsorde schokkende criminaliteit.
Dit doen ze onder andere door capaciteit en expertise beschikbaar te stellen, en de
gezamenlijke verwerking van informatie te verbeteren. Dit alles is vastgelegd in «het
Protocol Recherchesamenwerking», dat in 2019 voor het laatst werd gewijzigd. Het RST
werkt samen met opsporingsdiensten, landelijke politiekorpsen, landsrecherches, openbare
ministeries en andere rechtshandhavingspartners en financial intelligence units. Het
RST doet datgene wat op lokaal niveau moeilijk of niet haalbaar is. Het heeft vier
taken: (1) het verrichten van onderzoeken, (2) het beschikbaar te stellen van capaciteit
aan lokale korpsen, (3) het beschikbaar te stellen van expertise en (4) het leveren
van een bijdrage aan de gezamenlijke verwerking van informatie. De organisatie telt
134 fte en valt onder het beheer van de Nationale Politie. Ruim 80% van het personeel
is afkomstig van Nederlandse politiekorpsen en een aantal vanuit andere (Nederlandse)
diensten zoals het FIOD. De overige medewerkers zijn lokaal geworven. Het RST rapporteert
aan het JVO, het halfjaarlijks overleg tussen de vier Ministers van Justitie van Aruba,
Curaçao, Sint Maarten en Nederland.
Donderdagochtend 1 mei 2025 voerden de Kamervoorzitters een gesprek met de demissionair
Minister-President van Curaçao, dhr. Pisas, en zijn staf. De partij MFK van de demissionair
Minister-President heeft een ruime overwinning geboekt bij de verkiezingen van 13
van 21 Statenzetels en inmiddels is er een formateur benoemd door de Gouverneur. Dhr.
Pisas blikte terug op wat zijn kabinet (kabinet-Pisas II) de afgelopen jaren tot stand
had gebracht en benoemde als voornaamste uitdagingen voor de toekomst onder andere
de vergrijzing, de gezondheidszorg en de armoedebestrijding. Circa 30% van de Curaçaose
bevolking leeft onder de armoedegrens. De aanpak van dit probleem op lange termijn
zou zich moeten richten op onderwijs (onder andere betere aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt)
en diversificatie van de economie. Er zouden beter betaalde banen moeten worden gecreëerd.
Ook met een nieuw kabinet wil hij blijven inzetten op goede relaties met Nederland
en binnen het Koninkrijk, gebaseerd op gelijkwaardigheid en het nakomen van onderlinge
afspraken. Een ander onderwerp dat ter sprake kwam was de geopolitieke situatie en
de betekenis daarvan voor Curaçao. Ook werd kort gesproken over de financiële situatie
van het Curaçao Medical Center.
Na dit ontbijtgesprek kreeg de delegatie een rondleiding door de wijk Otrabanda (Papiamentu
voor «De andere kant») van Willemstad. De wijk ontstond aan de overkant van de Sint
Annabaai in de achttiende eeuw, omdat er op Punda te weinig ruimte was om te bouwen.
In de achttiende en negentiende eeuw vestigden zich veel arbeiders hier. In de twintigste
eeuw verpauperde de wijk. In de jaren negentig van de vorige eeuw startten de herstelwerkzaamheden,
mede dankzij initiatieven van de Nederlandse zakenman en filantroop Jacob Gelt Dekker
(1948–2019). Het herstel en de revitalisatie zetten zich ook in deze eeuw voort. Er
ontstaat nieuwe bedrijvigheid in de wijk, oude panden worden hersteld en krijgen een
nieuwe bestemming en ook het culturele leven krijgt een impuls. De delegatie vertrok
vanaf de Breedestraat, werd rondgeleid rondom het complex Kurá Hulanda, en wandelde
onder andere door de IJzerstraat. In de wijk is veel «street art» te vinden dat is
gemaakt in het kader van het Kaya Kaya («van straat tot straat») Festival. Het Kaya
Kaya Festival is een evenement voor de wijkgemeenschap. Mensen komen bij elkaar en
maken muziek, kunst en schrijven geschiedenis. Elk half jaar pakken ze een plek in
de wijk aan om een prachtig kunstwerk te maken. Na deze rondwandeling onder leiding
van een gids, bezocht de delegatie het museum Kurá Hulanda, waar de delegatie uitleg
kreeg over de betekenis van het koloniale en slavernijverleden van Curaçao.
Aansluitend bezochten de beide Kamervoorzitters het monument ter nagedachtenis aan
Tula, de leider van de Curaçaose slavenopstand in 1795. Het is geplaatst in het Parke
di Lucha pa Libertat («het Park van de Vrijheidsstrijd»), de plek waar Tula werd gemarteld
en gedood door het koloniale bewind, en zijn stoffelijke resten in zee werden gegooid.
In 2010 werd hij uitgeroepen tot nationale held van Curaçao en in 2023 werd hij door
de Nederlandse regering officieel gerehabiliteerd. Ieder jaar wordt op Curaçao de
opstand herdacht en worden de leiders en met name Tula geëerd, waardoor het ook wel
de «Tula herdenking» of «Dag van Tula» (17 augustus) wordt genoemd.
Het laatste programmaonderdeel op Curaçao betrof een gesprek van de Kamervoorzitters
met dhr. Negrón, Chargé d» Affaires van de Verenigde Staten in Willemstad. Dhr. Negrón
vervult de taken van Consul-Generaal en Chef van de Missie, terwijl Consul-Generaal
dhr. McNamara tijdelijk de leiding heeft van de Amerikaanse ambassade in Bogota. De
Verenigde Staten en het Koninkrijk der Nederlanden hebben gedeelde belangen in de
regio, zoals de strijd tegen de georganiseerde misdaad (waaronder drugshandel) en
het tegengaan van irreguliere migratie. Met dhr. Negrón bespraken de Kamervoorzitters
de samenwerking tussen de VS en het Koninkrijk. Er werd stilgestaan bij de snel veranderende
geopolitieke situatie en wat dit betekent voor de Caribische regio. Er werd onder
andere van gedachten gewisseld over de situatie in Venezuela, in Haïti en gesproken
over de Chinese invloed in de regio.
BONAIRE
Aansluitend vloog de delegatie naar Bonaire, waar zij op het vliegveld hartelijk werden
ontvangen door de Gezaghebber van Bonaire, dhr. Soliano, de waarnemend Rijksvertegenwoordiger.
In de namiddag van donderdag 1 mei 2025 ontving de delegatie een briefing door de
waarnemend Rijksvertegenwoordiger, dhr. Jan Helmond. Hij schetste voor de Kamervoorzitter
de ontwikkelingen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba op terreinen als zorg, onderwijs,
sociale zekerheid, justitie en infrastructuur in de afgelopen jaren. De Kamervoorzitters
brachten in het gesprek onderwerpen naar voren als de status van de eilanden als openbare
lichamen, de eilandelijke taken en de middelen die daarvoor beschikbaar zijn. Ook
werd stilgestaan bij de rol van de (waarnemend) Rijksvertegenwoordiger.
Vrijdagochtend 2 mei 2025 voer de delegatie met STINAPA langs de westkust van Bonaire.
STINAPA is een niet-gouvernementele non-profitorganisatie die verantwoordelijk is
voor het beheer van de nationale parken op Bonaire. Dit betreft zowel het Washington
Slagbaai National Park (op land; ruim 5.600 hectare) als het Bonaire National Marine
Park (op zee; ruim 2.700 hectare). STINAPA is door de overheid van Bonaire belast
met het beheer, de bescherming, het herstel en de bevordering van, en het inlichten
over de rijkdommen, biodiversiteit en waarden van de Bonairiaanse natuur. Tijdens
de excursie werd onder andere gesproken over de snelle groei van Bonaire en de consequenties
die dit heeft voor natuur en milieu. Ook werd gesproken over de consequenties van
klimaatverandering voor het eiland, waaronder de zeespiegelstijging en het afsterven
van koraal.
Aansluitend brachten de Voorzitters en staf een bezoek aan de multinational Cargill,
een bedrijf dat zout wint op Bonaire. Cargill heeft een vrij groot Bonairiaans gebied
(13% van het totale landoppervlak van het eiland) onder zijn beheer, en heeft 42 medewerkers
in dienst. Vanwege de schaal van het eiland is het voor het bedrijf uitdagend om voldoende
gekwalificeerd personeel te vinden, met name technici en ingenieurs. De erfpachtovereenkomst
met het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB) loopt af in mei 2025, maar zal naar verwachting
worden voortgezet. Het bedrijf probeert zo veel mogelijk terug te geven aan het eiland,
bijvoorbeeld door het sponseren van projecten rondom de publicatie van meer Papiamentstalige
kinderboeken. Het door Cargill geproduceerde zout wordt naar acht verschillende landen
getransporteerd. Het is van hoge kwaliteit, niet voor consumptie, maar voor industrieel
gebruik. De delegatie werd rondgeleid over het bedrijf en bij de zoutpannen.
Daarop verplaatste de delegatie zich per bus via de zuidpunt van het eiland, waar
ze ook de negentiende-eeuwse slavenhuisjes bezocht, langs de mangroven bij Lac Bay
naar Kralendijk, waar de Kamervoorzitters een gesprek hadden met de Gezaghebber van
Bonaire, dhr. Soliano. In het gesprek, beklemtoonde de Gezaghebber het belang van
goede relaties gebaseerd op kennis, wederzijds respect en vertrouwen. Aansluitend
had de delegatie een werklunch met leden van de Eilandsraad en het Bestuurscollege.
In een-op-een-gesprekken wisselden delegatieleden, politici en bestuurders van gedachten
over actuele onderwerpen die spelen op Bonaire. Aan het slot van de bijeenkomst werd
geconcludeerd dat het nuttig is deze gesprekken ook in toekomst voort te zetten, bijvoorbeeld
in het verband van de commissies Koninkrijksrelaties van beide Kamers en in bilaterale
contacten met Kamerleden.
Daarna volgende een bezoek aan de Justitiële Inrichting Caribisch Nederland (JICN).
De JICN valt sinds 10 oktober 2010 onder het beheer van DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen),
een uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van J&V. De locatie Bonaire is zowel
een huis van bewaring als een gevangenis voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Er
is capaciteit voor 137 gedetineerden. Het huidige complex werd in november 2018 geopend,
ter vervanging van de oude justitiële instelling.
JICN werkt nauw samen met verschillende (keten)partners zoals politie, het Openbaar
Ministerie, de reclassering, Forma en zorgorganisaties (o.a. verslavingszorg) om ervoor
te zorgen dat het aantal herhaaldelicten afneemt.
Tijdens de detentie biedt de JICN gedetineerden de mogelijkheid om zichzelf te ontwikkelen.
Dit kan door middel van opleidingen, leer-werktrajecten en arbeid. Het programma draagt de naam «Ban pa Kambio» («We gaan voor
verandering») in samenwerking met opleidingsinstituut Fundashon Forma. Zo kunnen gedetineerden
opleidingen volgen (groen, bouw, horeca, maar ook Nederlands, Engels en alfabetisering)
en certificaten (MBO1 en MBO2) behalen, wat – na detentie – hun kansen op de arbeidsmarkt
vergroot. Desgevraagd werd in het gesprek duidelijk dat JCIN aanloopt tegen de grenzen
van de detentiecapaciteit. De detentiecapaciteit groeit niet even hard mee met de
uitbreiding van de opsporingscapaciteit. 30–40% van de detentiecapaciteit wordt ingenomen
door Venezolaanse drugssmokkelaars.
Met het bezoek aan JICN werd het werkbezoek beëindigd en vloog de delegatie die avond
terug naar Nederland.
Programma kennismakingswerkbezoek aan Aruba, Curaçao en Bonaire van de Voorzitters
van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal
27 april–3 mei 2025
ZONDAG 27 APRIL 2025
17:55 uur
Aankomst Aruba
MAANDAG 28 APRIL 2025
07:30–08:45 uur
Ontbijtbriefing door de plaatsvervangend Vertegenwoordiger van Nederland in Aruba
(VNO)
09:00–09:45 uur
Gesprek met de Gouverneur van Aruba, Z.E. dhr. Boekhoudt
10:00–11.00 uur
Gesprek met de Minister-President van Aruba, dhr. Eman, en vicepremier en Minister
van Koninkrijksrelaties, mw. Croes
12:15–13:30 uur
Lunch met de Statenvoorzitter, dhr. Sneek, en de vier fractievoorzitters in de Staten
14:00–15:00 uur
Bezoek aan EPB-school San Nicolas in aanwezigheid van de Minister van Onderwijs, mw. Croes
15:15–16:15 uur
Bezoek aan Instituto Medico San Nicolas (ImSan)
16:30–17:30 uur
Bezoek aan Zorgcentrum San Nicolas: Nos Neishi (Stichting Algemene Bejaardenzorg Aruba)
DINSDAG 29 APRIL 2025
08:00–09:15 uur
Ontbijt met ondernemers, actief in het revitaliseren van de binnenstad van Oranjestad,
met deelname van de Minister van Financiën, Economische Zaken en Primaire Sector,
dhr. Wever
09:30–10:15 uur
Bezoek aan Guarda Nos Costa
10:30–11:30 uur
Bezoek aan Nationaal Archief van Aruba
13:00 uur
Vertrek vlucht naar Curaçao
14:30–15:15 uur
Briefing door waarnemend Vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint
Maarten (VNW) en de Speciaal Vertegenwoordiger Benedenwindse eilanden van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken
16:30–17:15 uur
Ontmoeting met de Gouverneur van Curaçao, H.E. mw. George-Wout
WOENSDAG 30 APRIL 2025
09:45–10:30 uur
Ontmoeting met de Statenvoorzitter, mw. America-Francesca, en leden van de commissie
Rijksaangelegenheden, Interparlementaire Relaties en Buitenlandse Betrekkingen van
de Staten van Curaçao
10:45–11:45 uur
Command briefing geopolitiek door de Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied
en Directeur Kustwacht Caribisch gebied, Commandeur Hansen
12:00–13:30 uur
Lunch justitieketen en rechtshandhaving met CZMCARIB/Directeur KWCARIB, Commandeur
Hansen, Hoofd Recherchesamenwerkingsteam (RST), mw. Rietstra, Procureur Generaal Curaçao,
dhr. Schoop, C KMar, luitenant-kolonel Smit, President Gemeenschappelijk Hof van Justitie
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, dhr. De Kort
13:30–15:00 uur
Rondleiding over de Kustwacht- en marinebasis Parera
15:30–16:30 uur
Bezoek aan RST met presentatie bestrijding ondermijning en grensoverschrijdende, georganiseerde
misdaad
DONDERDAG 1 MEI 2025
08.15–09.00 uur
Gesprek met de Minister-President van Curaçao, dhr. Pisas, en staf
09:15–10:00 uur
Rondleiding met dhr. Schoop door de gerenoveerde wijk Otrobanda
10:00–10:30 uur
Rondleiding door het Antropologisch Centrum Kura Hulanda over koloniale en slavernijverleden
10.30–10.45 uur
Bezoek aan het monument ter nagedachtenis aan Tula
12:00–13:00 uur
Lunchgesprek met VS-Consul (Chargé d’ Affaires), dhr. Negron en staf
14:30 uur
Vlucht naar Bonaire
16:00–16:45 uur
Briefing door waarnemend Rijksvertegenwoordiger, dhr. Helmond
VRIJDAG 2 MEI 2025
08:30–10:00 uur
Rondvaart met uitleg door medewerkers STINAPA langs westkust Bonaire
10:30–12:00 uur
Bezoek bij Cargill Bonaire (zoutwinning)
12:30–13:00 uur
Gesprek met Gezaghebber, dhr. John Soliano
13:00–14:30 uur
Lunch met het Gezaghebber, Bestuurscollege en Eilandsraad
15:00–16:30 uur
Bezoek aan Justitiële Inrichting Caribisch Nederland (JCIN)
21:15 uur
Vlucht naar Amsterdam
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. (Martin) Bosma, Voorzitter van de Tweede Kamer -
Mede ondertekenaar
P. Oskam, Griffier van de Tweede Kamer