Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden White en Mutluer over de aanhoudende problematiek van vuurwapenbezit op Curaçao
Vragen van de leden White en Mutluer (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de aanhoudende problematiek van vuurwapenbezit op Curaçao (ingezonden 22 april 2025)
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 20 juni 2025). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2184.
Vraag 1
Bent u bekend met berichten over de aanhoudende problematiek van vuurwapenbezit op
Curaçao?1, 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de zorgen over vuurwapenbezit op Curaçao? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Curaçao heeft als autonoom land binnen het Koninkrijk een eigen verantwoordelijkheid
voor de rechtshandhaving en voor het beleid om illegale vuurwapens en het bezit hiervan
tegen te gaan. Dat neemt niet weg dat ik het zorgwekkend vind dat het aantal vuurwapens
op Curaçao lijkt toe te nemen. Omdat Curaçao onderdeel is van het Koninkrijk, hebben
zowel positieve als negatieve ontwikkelingen in het land en in de regio hun weerslag
in Nederland.
Vraag 3
Spelen de toenemende zorgen over het vuurwapenbezit alleen op Curaçao of ook op de
andere Caribische eilanden binnen het Koninkrijk?
Antwoord 3
In de bredere Caribische regio neemt het aantal vuurwapens toe, dit merken de andere
Caribische eilanden binnen het Koninkrijk ook.3 Vuurwapenbezit in het Caribisch deel van het Koninkrijk heeft daarom de aandacht.
In 2024 is op Bonaire een duidelijke toename waarneembaar van geweldsincidenten waarbij
vuurwapens zijn gebruikt. Daarnaast zijn ook op Sint Eustatius en Saba signalen van
vuurwapenbezit en -gebruik zichtbaar geworden, niet alleen echte vuurwapens maar ook
imitatievuurwapens. Het Korps Politie Caribisch Nederland heeft daar inmiddels meerdere
vuurwapens aangetroffen en in beslag genomen.
Vraag 4
Wat doen de lokale autoriteiten op de eilanden tegen het toenemende vuurwapenbezit
en gebruik van vuurwapens? Hebben zij voldoende middelen om passend op te treden en
de illegale toevoer van wapens via de zee aan te pakken? Kunt hierbij specifiek ingaan
op de opsporings- en handhavingscapaciteit op de eilanden?
Antwoord 4
De betrokken autoriteiten zoals de regeringen van Curaçao, Aruba en Sint Maarten,
het Ministerie van Justitie en Veiligheid, de Openbare Lichamen van Bonaire, Saba
en Sint Eustatius en de politiekorpsen van de (ei)landen zijn bekend met de uitdagingen
op het gebied van vuurwapenbezit en vuurwapenhandel. Daarbij verschilt de verantwoordelijkheid
die Nederland heeft voor Caribisch Nederland (Bonaire, Saba en Sint Eustatius, (BES))
met de verantwoordelijkheid ten opzichte van de autonome landen binnen het Koninkrijk
(Aruba, Curaçao en Sint Maarten, (ACS)). Nederland is direct verantwoordelijk voor
de rechtshandhaving op Caribisch Nederland (Bonaire, Saba en Sint-Eustatius). De autonome
landen binnen het Koninkrijk zijn zelf verantwoordelijk voor de rechtshandhavingsketen.
Op alle (ei)landen geldt dat er capaciteitstekorten zijn binnen de opsporings- en
handhavingsketen, en bij de controles in de havens. Nederland is onder andere via
het halfjaarlijkse Justitieel Vierpartijenoverleg (JVO) in goed overleg met de (ei)landen
om dit capaciteitstekort zo adequaat mogelijk aan te pakken, rekening houdend met
(het verschil in) de verantwoordelijkheden binnen het Koninkrijk.
Bovendien werken de vier landen van het Koninkrijk sinds juni 2021 samen aan het ontwikkelen
van een bestuurlijke aanpak van ondermijning middels een werkgroep binnen het Justitieel
Vierpartijenoverleg. Alle vier de landen zijn hierin vertegenwoordigd, Curaçao primair
met afvaardiging vanuit het Actiecentrum Ondermijning Curaçao (ACOC). Met deze aanpak
worden bestuurlijke instrumenten ontwikkeld en geïmplementeerd die ondermijning, waaronder
illegaal wapenbezit, moeten tegengaan. De bestuurlijke aanpak ziet onder meer op het
ontwikkelen van adequate wetgeving voor vergunningverlening, toezicht en handhaving
(VTH). Ook worden er wetgevingsjuristen aangetrokken om het vergunningsbeleid te stroomlijnen.
Het Ministerie van BZK maakt hiervoor jaarlijks 1 miljoen euro vrij.
In het Justitieel Beleidsplan Kustwacht, dat onder regie van de twee Caribische Openbaar
Ministeries wordt opgesteld, is het vervoer van en de handel in illegale vuurwapens
als een van de vier beleidsspeerpunten genoemd. Hiermee wordt geborgd dat hier beschikbare
capaciteit op wordt ingezet, waaronder die van de Kustwacht Caribisch Gebied.
Op Bonaire heeft het Korps Politie Caribisch Nederland, in samenwerking met het Openbaar
Ministerie en de Gezaghebber, preventieve fouilleeracties gehouden binnen tijdelijk
aangewezen veiligheidsrisicogebieden, in het kader van de toenemende zorgen omtrent
vuurwapenbezit en -gebruik. Deze acties zijn gericht op het vroegtijdig signaleren
en tegengaan van (illegaal) wapenbezit en het vergroten van de veiligheid in de openbare
ruimte. Bij deze preventieve fouilleeracties is (slechts) één vuurwapen aangetroffen
en in beslag genomen. Hoewel de preventieve fouilleeracties bijdragen aan zichtbaarheid
en optreden in de openbare ruimte, moet opgemerkt worden dat de effectiviteit vooralsnog
als beperkt wordt beoordeeld.
Zoals hierboven reeds benoemd zijn de autonome landen binnen het Koninkrijk zelf verantwoordelijk
voor de aanpak van vuurwapenbezit en vuurwapengebruik. Zo heeft Curaçao als preventieve
interventie het programma op Arma ta Karma («Het dragen van een wapen brengt je in
gevaar») opgezet. Arma ta Karma is een project dat is gestart door het Actiecentrum
Ondermijning Curaçao (ACOC) in samenwerking met de ketenpartners; het Ministerie van
Justitie (waaronder de Uitvoeringsorganisatie Justitiële Zorg), het OM, de Koninklijke
Marine, de Douane Curaçao en Interpol. Arma ta Karma is een bewustwordingscampagne
gericht op het tegengaan van het gebruik en de normalisering van het bezit van illegale
vuurwapens. Het doel is om vuurwapengebruik met name onder jongeren tegen te gaan
door hen bewust te maken van de risico’s en gevolgen van illegaal vuurwapengebruik
en stimuleert jongeren om bewustere keuzes te maken. Er wordt veel gebruikgemaakt
van online media om de jongeren te bereiken.
Vraag 5
Hoe wordt voorkomen dat jongeren in aanraking komen met criminaliteit en wapenbezit?
Is het jeugdwerk voldoende in staat om preventief werk te verrichten? Zo nee, op welke
manier kan Nederland hieraan (extra) bijdragen?
Antwoord 5
Het effectief tegengaan van criminaliteit vraagt ook nadrukkelijke aandacht voor preventieve
interventies gericht op de jeugd. Ondanks het eerder genoemde verschil in verantwoordelijkheid
van Nederland voor Caribisch Nederland en de autonome landen binnen het Koninkrijk,
wordt gezamenlijk opgetrokken in de preventieve aanpak van jeugdcriminaliteit op de
high impact crimes (HIC).4 Zo zijn er diverse preventieve interventies die in heel het Koninkrijk worden uitgevoerd.
In aanvulling daarop zal ook vanuit de aanpak Preventie met Gezag in Caribisch Nederland
worden ingezet.
Op dit moment wordt op Bonaire, Saba, Curaçao, Aruba en Sint Maarten de preventieve
gedragsinterventie «Alleen jij bepaalt wie je bent» ingezet en op Bonaire, Saba, Sint
Eustatius, Curaçao en Aruba ook de preventieve gedragsinterventie het «Leerorkest».
«Alleen jij bepaalt wie je bent» is een wetenschappelijk erkend preventieprogramma
gericht op het voorkomen van overlastgevend en/of delinquent gedrag. Het «Leerorkest»
is een preventieprogramma dat door middel van muziek de cognitieve, sociale en emotionele
ontwikkeling van kinderen bevordert. Deze interventies worden in gezamenlijkheid uitgevoerd
en (mede)gesubsidieerd door het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Voor de preventie aanpak geldt dat een vroege signalering van ernstige gedragsproblematiek
van cruciaal belang is, evenals het werken aan het vergroten van de weerbaarheid van
kinderen door in te zetten op risico- en beschermende factoren en door het bieden
van toekomstperspectief. Daarnaast biedt Nederland waar mogelijk ondersteuning aan
lokale initiatieven gericht op het voorkomen van jeugdcriminaliteit.
Sinds 2022 werkt de JVO-werkgroep Preventie Jeugdcriminaliteit daarnaast aan manieren
waarop de aanpak van jeugdcriminaliteit in het Caribisch deel van het Koninkrijk kan
worden versterkt. Samenwerking bij de uitvoering van de plannen is essentieel, maar
preventie blijft een eigen landsaangelegenheid. Dat betekent dat de landen hier een
eigen verantwoordelijkheid in hebben. Wel is Nederland bereid blijvend in te zetten
op kennisdeling, ondersteuning, financiering, vis-à-vis de structurele inzet van Aruba,
Curaçao en Sint Maarten.
Vraag 6
Wat doet Nederland om de CAS-eilanden te ondersteunen bij het optreden tegen vuurwapenbezit
en vuurwapengebruik?
Antwoord 6
Het optreden tegen vuurwapenbezit en vuurwapengebruik vergt een sterke justitiële
keten en een goede informatie- en kennispositie. De autonome landen zijn zelf verantwoordelijk
voor de rechtshandhaving. Wel ben ik via het JVO doorlopend in gesprek met de Ministers
van Justitie van de autonome landen over de aanpak van grensoverschrijdende georganiseerde
criminaliteit, over actualiteiten en over de samenwerking binnen de justitiële ketens
op de landen. Daarnaast kan de Nederlandse regering – indien nadrukkelijk gevraagd
door de landen – op basis van artikel 36 van het Statuut bijstand verlenen op specifieke
onderwerpen.
Zie ook mijn antwoord op vraag 4 over de JVO-werkgroep bestuurlijke aanpak van ondermijning
en de inzet van de Kustwacht.
Vraag 7
Op welke wijze worden de autoriteiten op de BES-eilanden ondersteund?
Antwoord 7
De Openbare Lichamen van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba kunnen als onderdeel van
Nederland, evenals andere decentrale overheden, een beroep doen op ondersteuning vanuit
Europees Nederland. Een recent voorbeeld is de uitwisseling tussen het Openbare Lichaam
Bonaire en het Ministerie van Justitie en Veiligheid bij het opstellen van nieuw wapenbeleid
en het uitwisselen van expertise hierover. Aangezien de BES-eilanden een integraal
onderdeel vormen van het Nederlandse landsdeel van het Koninkrijk worden de eilanden
conform het comply or explain principe bij elke beleidsvorming of ontwikkeling in de wet- en regelgeving betrokken.
Gezamenlijk zal gekeken worden of de ontwikkeling in de wet- en regelgeving ook voor
de BES-eilanden zou moeten gelden, of dat bijvoorbeeld rekening moet worden gehouden
met regionale verschillen.
Daarnaast financiert het Ministerie van Justitie en Veiligheid het RIEC Caribisch
Nederland (CN) dat momenteel als pilotorganisatie de integrale en bestuurlijke aanpak
van ondermijning op de BES-eilanden uitvoert. Het tegengaan van vuurwapens wordt door
RIEC CN meegenomen in de bredere ondermijningsaanpak waarbij het thema lucht- en zeehavens
een prioriteit is. Een voorbeeld van de inzet is dat het RIEC CN werkt aan de bewustwording
van medewerkers in de havens op ondermijningssignalen. Daarnaast wordt samen met de
relevante partners binnen het RIEC-verband gewerkt om controles uit te voeren in de
havens op Bonaire om een bijdrage te leveren aan het bestrijden van vuurwapensmokkel.
Ook zijn de BES-eilanden in 2025 toegetreden tot de eerder genoemde werkgroep bestuurlijke
aanpak van ondermijning. Het Ministerie van JenV maakt hiervoor jaarlijks in 2025–2027
100.000 euro vrij.
Vraag 8
Wat doet het Koninkrijk tegen het illegaal invoeren van vuurwapens en wat is nodig
om deze aanpak te intensiveren?
Antwoord 8
Wapenhandel is een transnationaal probleem, waardoor het belangrijk is om dit in internationaal
verband aan te pakken. Bovendien is wapenhandel vaak verweven met andere criminele
activiteiten, zoals drugshandel. Nederland is samen met Italië, Frankrijk, Spanje
en Portugal lid van het consortium van het EU samenwerkings- en capaciteitsopbouw
programma EL PACCTO 2.0. Dit programma richt zich op het tegengaan van grensoverschrijdende,
georganiseerde criminaliteit. Wapenhandel is een van de thema’s die onder EL PACCTO 2.0
vallen. Nederland is verantwoordelijk voor de integratie van de Caribische (CARICOM)
regio in EL PACCTO 2.0. Er wordt verkend in hoeverre de landen in het Koninkrijk op
termijn ook kunnen deelnemen aan onder andere trainingen, bijeenkomsten en netwerken
van professionals. Nederland levert de Strategic Key Expert voor de Cariben, een Project
Officer en een Financial Officer. Daarnaast zet Nederland in op de inhoudelijke betrokkenheid
en de inzet van short term experts in Latijns-Amerika en de Caribische regio. Nederland
bekijkt, samen met het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden en via EL
PACCTO, ook naar de mogelijkheden om samenwerking met de regionale organisatie CARICOM
IMPACS te verstevigen.
Voor het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden is, in afwachting van eventuele
trainingen via EL PACCTO en een intensievere samenwerking met CARICOM IMPACS, al wel
onderzoek gestart hoe de Douanediensten hun toezicht op niet-fiscale wetgeving kunnen
versterken. Op Curaçao vinden er inmiddels risicogerichte controles plaats op de smokkel
van vuurwapens vanuit de Verenigde Staten. Daarnaast is Douane Curaçao deelnemer aan
het Actiecentrum Ondermijnende Criminaliteit (ACOC). Wapensmokkel is een belangrijk
aandachtspunt van het ACOC. Verder wordt door de eilanden deelgenomen aan activiteiten
die de Werelddouaneorganisatie in de Caribische regio ontplooit (veelal in samenwerking
met de Caribbean Customs Law Enforcement Council en CARICOM), zoals capaciteitsopbouw
activiteiten en regionale multi-agency operaties gericht op het tegengaan van de smokkel
van vuurwapens en verdovende middelen.
Daarnaast is het vervoer van en de handel in illegale vuurwapens – zoals ook aangegeven
in het antwoord op vraag 4 – een van de vier beleidsspeerpunten in het Justitieel
Beleidsplan en daarmee ook voor de prioriteitsstelling van de Kustwacht Caribisch
Gebied. De Kustwacht werkt samen met (internationale) partners om grensoverschrijdende,
ondermijnende criminaliteit zo dicht mogelijk bij de bron aan te pakken.
Vraag 9
Op welke manier wordt de illegale online verkoop van vuurwapens teruggedrongen? Werken
de autoriteiten binnen het Koninkrijk hierbij goed samen? Zo nee, bent u bereid om
samen met de eilanden deze aanpak te inventariseren?
Antwoord 9
Bekend is dat het relatief makkelijk is om via het internet of sociale media een vuurwapen
te bemachtigen. Het tegengaan van de online verkoop en handel van illegale vuurwapens
is daarom van groot belang. Vanuit de politie is in 2023 een kwalitatief onderzoek
uitgevoerd naar de vuurwapenhandel op Telegram, om hier meer zicht op te krijgen.
Het blijft echter lastig om goed zicht te krijgen op de aard en omvang van de online
handel in vuurwapens. Er kunnen verschillende opsporingsmethoden worden ingezet, om
personen uit de anonimiteit te halen en de online handel aan te pakken. Het kan dan
bijvoorbeeld gaan om online infiltratie of de inzet van pseudokoop. Ook hierbij is
internationale samenwerking van essentieel belang, vanwege het grensoverschrijdende
karakter van de online wereld en van de vuurwapenhandel.
Ik ben via het JVO doorlopend in gesprek met de Ministers van Justitie van de autonome
landen over de aanpak van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit, over
actualiteiten en over de samenwerking binnen de justitiële ketens op de landen. Waar
relevant kan ook gesproken worden over de aanpak van vuurwapens in de online wereld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.