Lijst van vragen : Lijst van vragen over de Artikel 100-bijdrage aan EUFOR Althea (Kamerstuk 29521-494)
2025D29216 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan
de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Defensie over de brief van beide
Ministers inzake de Artikel 100-bijdrage aan EUFOR Althea (Kamerstuk 29 521, nr. 494).
De voorzitter van de commissie,
Klaver
De griffier van de commissie,
Westerhoff
Nr
Vraag
1
Wat is de actuele status van het nationale arrestatiebevel voor president Dodik en
het verzoek tot aanhouding bij Interpol?
2
Is EUFOR Althea voldoende voorbereid op scenario’s van escalatie? Aangezien de operatie
in twintig jaar nooit een escalatie heeft hoeven opvangen, zijn de tests met reservetroepen
voldoende?
3
Wordt er rekening gehouden met dreiging van Russische hybride oorlogsvoering of desinformatie
gericht op de missie? Hoe wordt dit risico verkleind? Wordt overwogen om in de toekomst
ook cybercapaciteiten of technische ISR-middelen («Intelligence, Surveillance and
Reconaissance») in te zetten vanuit Nederland?
4
Hoe wordt de dreiging van Russische en Servische inlichtingenactiviteiten geadresseerd
en geminimaliseerd, gezien het hoge risico op spionage in Bosnië en Herzegovina?
5
Hoe wordt deze inzet ontvangen door de lokale bevolking en autoriteiten van Bosnië
en Herzegovina? Heeft het impact op de bilaterale relatie met Nederland?
6
Staat de Nederlandse inzet in verhouding tot de inzet van andere deelnemende landen?
7
In hoeverre zijn de bijdragen van partnerlanden, zoals de Verenigde Staten, cruciaal
voor de uitvoering van deze missie?
8
Waaruit bestaat de geweldsinstructie?
9
Waaruit bestaan de Rules of Engagement?
10
Is de Nederlandse geweldsinstructie afgestemd op de andere deelnemende landen?
11
Kunt u aangeven of de Bosnische strijdkrachten op enig moment in staat zullen zijn
om zich zelfstandig tegen buitenlandse agressie te verdedigen of de binnenlandse stabiliteit
te bewaren? Zo ja, binnen welke termijn zijn ze daartoe in staat?
12
Wat is de omvang van, en over welke militaire middelen beschikken, de (paramilitaire)
milities van de Republika Srpska?
13
Overtreffen de paramilitaire capaciteiten van Republika Srpska die van de reguliere
Bosnische krijgsmacht? Zo ja, in welke mate?
14
Binnen welk tijdsbestek kunnen de reserve-eenheden van EUFOR Althea worden ingezet
indien de veiligheidssituatie plots verslechtert?
15
Nemen de reserve-eenheden van EUFOR Althea ook zwaarder materieel mee, of is het meer
van hetzelfde?
16
Ziet Nederland een risico ten aanzien van de Hongaarse deelname aan EUFOR Althea met
een compagnie, aangezien Hongarije president Dodik politiek steunt?
17
Hoe is binnen EUFOR Althea gereageerd op het feit dat Hongarije in februari een anti-terreureenheid
van zeventig man stuurde naar Republika Srpska? Wanneer werd EUFOR Althea van deze
Hongaarse actie op de hoogte gebracht?
18
Waarom is Bosnië en Herzegovina zelf nog steeds niet in staat om relatief eenvoudige
politietaken zoals Crowd & Riot Control uit te oefenen?
19
Is er genoeg (zwaar) materieel aanwezig voor de Nederlandse militairen in geval van
een acuut verslechterende veiligheidssituatie?
20
Wat voor soort materieel verstrekt EUFOR Althea aan de Nederlandse militairen? Is
dit materieel deugdelijk? Wiens eigendom is het materieel?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.F. Klaver, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
A.W. Westerhoff, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.