Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over Gordelroosvaccinatie: (financiële) scenario’s (Kamerstuk 32793-812)
32 793 Preventief gezondheidsbeleid
Nr. 850
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 17 juni 2025
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen
en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport over de brief van 6 maart 2025 over Gordelroosvaccinatie: (financiële) scenario’s
(Kamerstuk 32 793, nr. 812).
De vragen en opmerkingen zijn op 7 april 2025 aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport voorgelegd. Bij brief van 17 juni 2025 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Mohandis
Adjunct-griffier van de commissie, Van der Graaf
Inhoudsopgave
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
4
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
4
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
5
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
6
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
7
II.
Reactie van de Staatssecretaris
7
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de (financiële) scenario’s omtrent
de invoering van de gordelroosvaccinatie. Genoemde leden zijn op de hoogte van het
gezondheidsraadadvies om het gordelroosvaccin in te voeren, echter ontbreekt vooralsnog
een bekostigingsstrategie.
De Voorjaarsnota 2025 is het moment voor een politiek besluit. De leden zien uit naar
de plannen van het kabinet.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
brief Gordelroosvaccinatie: (financiële) scenario’s. Zij hebben hier nog enkele vragen
en opmerkingen over.
Gordelroos is een hele vervelende en pijnlijke huidaandoening. In sommige gevallen
kan het tot zeer ernstige gevolgen leiden. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
zijn dan ook voorstander van het opnemen van het vaccin in het rijksvaccinatieprogramma
(RVP). De Staatssecretaris schetst drie financiële scenario’s met verschillende gefaseerde
invoeringen van het vaccin. Echter blijft het daarbij. Welk van de drie scenario’s
heeft de voorkeur van de Staatssecretaris? Ziet de Staatssecretaris hier budgettaire
ruimte voor?
Voor de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie is het van essentieel belang dat iedereen
in Nederland toegang heeft tot dezelfde goede kwalitatieve gezondheidszorg. Inkomenssolidariteit
en risicosolidariteit zijn de fundamenten van een rechtvaardig zorgsysteem. Op dit
moment is prijs van het vaccin is hoog en tegen eigen betaling (rond de € 500 euro
voor twee vaccinaties), wat betekent dat het vaccin niet voor grote groepen in samenleving
buiten bereik is. Dit vergroot de gezondheidsverschillen tussen arm en rijk. Hoe kijkt
de Staatssecretaris tegen de hoge prijs van het vaccin en wat dit betekent voor de
gezondheidsverschillen tussen arm en rijk? Deelt de Staatssecretaris de mening van
de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat het onrechtvaardig is dat je inkomen bepalend
is of je het gordelroosvaccin kan halen? En dat de kans op gordelroos daarmee inkomensafhankelijk
is? Hoe kijkt de Staatssecretaris hierna in het licht van inclusieve zorg?
Daarnaast kan de prijs van het vaccin verschillen per regio in Nederland. Deelt de
Staatssecretaris de mening van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat je woonplaats
niet bepalend zou moeten zijn voor hoeveel het gordelroosvaccin kost? Wat verklaart
het verschil in prijs per regio? Heeft de Staatssecretaris mogelijkheden om dit gelijk
te trekken?
Een niet verkend scenario is een gratis gordelroosvaccin voor de meest kwetsbaren
in de samenleving. Bijvoorbeeld een gratis gordelroosvaccin voor mensen boven een
bepaald percentage van het bestaansminimum. Hoe kijkt de Staatssecretaris hier tegenaan?
Kan de Staatssecretaris scenario’s in kaart brengen met een gratis gordelroosvaccin
voor inkomensgroepen met verschillende percentages boven het bestaansminimum wordt
genomen?
Recent is uit wetenschappelijk onderzoek naar voren gekomen dat het gordelroosvaccin
de kans op dementie kan verkleinen.1 Hoe kijkt de Staatssecretaris tegen dit nieuws aan? Als dit een doorbraak is zoals
het lijkt, vindt de Staatssecretaris dan dat dit een nieuw advies van de gezondheidsraad
rechtvaardigt?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief over de
financiële scenario’s met betrekking tot de gordelroosvaccinatie en de door de leden
gevraagde reactie op nog onbeantwoorde adviezen van de Gezondheid. De leden van de
VVD-fractie lezen dat voor preventieve interventies zoals vaccinatie veelal een bedrag
van € 20.000,– per QALY als drempelwaarde gehanteerd wordt. Of een eventuele gordelroosvaccinatiecampagne
onder deze drempelwaarde blijft, is niet met zekerheid aan te geven. Kan de Staatssecretaris
aangeven hoe groot de kans is dat de campagne onder deze drempelwaarde blijft? Van
welke factoren, naast de kostprijs voor het vaccin, is dit afhankelijk? Wanneer verwacht
de Staatssecretaris hier meer informatie over te kunnen verschaffen?
De leden hebben kennisgenomen van de verschillende scenario’s. Kan de Staatssecretaris
toelichten wat de gevolgen zijn van scenario 3 voor de gezondheidssituatie in de bevolking
van zestig jaar en ouder ten opzichte van de situatie van nu, waarin helemaal geen
vaccinatiecampagne plaatsheeft maar sommigen zich wel laten vaccineren?
Tot slot lezen de leden van de VVD-fractie de opmerkingen van de Staatssecretaris
over de ontwikkeling van een investeringsmodel voor preventie. Hierbij licht hij de
kosten en baten van preventie en gezondheidsmaatregelen binnen en buiten het zorgdomein
toe. De eerdergenoemde leden vinden dit een positieve koers. Kan de Staatssecretaris
toelichten hoe hij een dergelijke koers kan realiseren, ook als kosten gerelateerd
aan restverschijnselen van andere aandoeningen niet beschikbaar zijn? Hoe kan hij
zonder volledig inzicht een voorstel doen?
De leden van de VVD-fractie zijn tevens benieuwd wat de voortgang is van het investeringsmodel
voor preventie.
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie naar de uitvoering van de aangenomen motie
van het lid Tielen over een voorstel om het budget voor nieuwe vaccins beter te laten
aansluiten op positieve Gezondheidsraadsadviezen.2 Kan de Staatssecretaris de stand van zaken geven van de uitvoering van deze motie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de brief «Gordelroosvaccinatie:
(financiële) scenario’s. Dit vaccin kan de levenskwaliteit verbeteren en de druk op
de zorg verlichten. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de NSC-fractie constateren dat de gevolgen van gordelroos zeer ingrijpend
zijn op de levenskwaliteit van mensen. Daarnaast zien deze leden dat er een flinke
toename is van mensen die het gordelroosvaccin halen bij GGD’en, maar merken op dat
vooral mensen met een hoger inkomen in staat zijn om het vaccin te betalen. Hoe beoordeelt
de Staatssecretaris het risico dat de huidige situatie, waarin het gordelroosvaccin
niet wordt vergoed, bijdraagt aan grotere gezondheidsongelijkheid? Hoe schat de Staatssecretaris
de impact van het niet vergoeden van het gordelroosvaccin in op de zorgbehoefte, met
name in het licht van de vergrijzing van de bevolking en de verwachte toename van
het aantal 60-plussers, die de grootste patiëntengroep voor gordelroos vormen, in
de komende jaren? Ziet de Staatssecretaris andere mogelijkheden om de toegankelijkheid
van dit vaccin voor lagere inkomensgroepen te vergroten?
De leden van de NSC-fractie hebben het recente nieuws gelezen dat het gordelroosvaccin
mogelijk ook kan helpen om dementie te voorkomen. Wat is de reflectie van de Staatssecretaris
op dit bericht? In welke mate neemt de Staatssecretaris dit bericht mee in het toegankelijk
maken van het gordelroosvaccin? Is dit verband al in voldoende mate aangetoond om
het mee te laten wegen bij een keuze over de vergoeding van het gordelroosvaccin?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de financiële scenario’s
over gordelroosvaccinatie. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie lezen in de brief van de Staatssecretaris dat bij de uitwerking
van deze financiële scenario’s er uitsluitend is gekeken naar kostenbesparingen door
de vaccinatie direct aan gordelroos gerelateerde zorgkosten. Uit een rapport van onderzoeksbureau
SiRM «De baten van vaccineren» (2023)3 blijkt dat de maatschappelijke baten en besparingen hoger liggen dan de door Staatssecretaris
geschetste jaarlijkse € 11 miljoen. Kan de Staatssecretaris in zijn beantwoording
op dit rapport reflecteren en de financiële scenario’s met deze informatie tegen het
licht houden, zo vragen deze leden.
De leden van de D66-fractie vragen welke stappen de Staatssecretaris heeft ondernomen
ten aanzien van het bevorderen van de kosteneffectiviteit van de vaccinaties. Kan
de Staatssecretaris aangeven of er wordt onderhandeld over de prijs van de vaccinaties
en wat is de stand van zaken hierin, zo vragen deze leden.
De leden van de D66-fractie vrezen dat hoe langer er wordt gewacht met besluitvorming,
hoe hoger de drempel uiteindelijk wordt om te starten met een vaccinatiecampagne tegen
gordelroos. Erkent de Staatssecretaris dit risico en welke stappen moeten worden ondernomen
om spoedig tot een besluit te komen, zo vragen deze leden. Tevens vragen deze leden
of de Staatssecretaris kan aangeven hoe Nederland het in vergelijking met andere Europese
landen doet o.a. met betrekking tot tijdsduur in besluitvorming in vaccinatiebeleid.
Ten slotte vragen de leden van de D66-fractie of en zo ja op welke wijze zestigers
nu al worden geïnformeerd over de risico’s van het gordelroosvirus. Welke mogelijkheden
zijn er om het vaccin zelf aan te schaffen? Zo ja, hoeveel zestigers maken hier jaarlijks
gebruik van en hoeveel zestigers hebben hier in totaal al gebruik van gemaakt en hoeven
zodoende niet te worden meegenomen in een vaccinatie campagne, zo vragen deze leden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van Gordelroosvaccinatie: (financiële)
scenario’s. De leden hebben de volgende vragen aan de Staatssecretaris.
De leden zien dat er uitgebreid wordt ingegaan op de verschillende scenario’s voor
een vaccinatieprogramma tegen gordelroos, evenals de daaruit voortvloeiende kosten
en baten. De leden van de BBB-fractie zijn benieuwd of er sinds de toezegging van
de Staatssecretaris, waar deze Kamerbrief een resultaat van is, gesprekken zijn gevoerd
met veldpartijen, waaronder de fabrikant en mogelijke uitvoerders. In recente berichtgeving4 hebben de leden van de fractie gelezen dat de fabrikant van het gordelroosvaccin
openstaat voor een gesprek over oplossingen om de budget impact te verlagen.
– Heeft de Staatssecretaris sinds de toezegging op 21 november jl. tot de publicatie
van de Kamerbrief op 6 maart jl. opdracht gegeven tot gesprekken met de fabrikant
en uitvoeringsorganisaties om kostenverlaging binnen het vaccinatieprogramma te onderzoeken?
– Zo ja, hebben deze gesprekken tot aanknopingspunten geleid? Zo nee, waarom niet? Het
is namelijk belangrijk om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen of het geschetste
beeld nog steeds actueel is.
– Welke andere organisaties zijn betrokken bij het opstellen en toetsen van de financiële
scenario’s voor de gordelroosvaccinatie?
– Worden zorgprofessionals, zoals huisartsen en apothekers, betrokken bij het vaststellen
van de werkelijke uitvoeringskosten van het vaccinatieprogramma?
– Aangezien de prijs van het vaccin een belangrijke factor is in de uiteindelijke kostenramingen,
hoe wordt gewaarborgd dat de prijs niet onterecht wordt opgevoerd?
De leden hebben de verschillende scenario’s bekeken, van het volledig overnemen van
het advies van de Gezondheidsraad tot het aanbieden van vaccinatie alleen aan 60-jarigen,
zonder een inhaalcampagne voor oudere doelgroepen.
– Welke criteria worden gehanteerd om te bepalen welk van de gepresenteerde scenario’s
(1, 2 of 3) uiteindelijk het meest geschikt is, zowel financieel als qua gezondheidswinst?
– Is er voldoende flexibiliteit in de scenario’s om toekomstige aanpassingen door te
voeren, mocht blijken dat een scenario niet het beoogde effect heeft of de kosten
te hoog oplopen?
Verder is het bekend dat gordelroos jaarlijks 94.000 mensen in Nederland treft. Sinds
het positieve advies van de Gezondheidsraad in 2019 over vaccinatie van oudere volwassenen,
heeft VWS geschat dat ruim 490.000 mensen de huisarts hebben bezocht vanwege gordelroos.
Onderzoek toont aan dat de maatschappelijke baten en gezondheidswinst van een gordelroosvaccinatieprogramma
groter zijn dan de kosten. Voor elke euro die hierin wordt geïnvesteerd, wordt een
opbrengst van € 1,30 tot € 1,80 verwacht, gebaseerd op conservatieve aannames, wat
in werkelijkheid nog hoger kan uitvallen.5 Naast gezondheidswinst zou een gordelroosvaccinatieprogramma ook besparingen opleveren,
zoals lagere zorgkosten, minder zorgpersoneel (minder FTE’s), minder arbeidsverzuim
(wat economische voordelen oplevert) en minder verzuim onder mantelzorgers en vrijwilligers.
– Gezien deze duidelijke voordelen op het gebied van maatschappelijke baten, gezondheidswinst
en besparingen: overweegt de Staatssecretaris om de gordelroosvaccinatie op te nemen
in het zorgaanbod?
– Wat zijn de maatschappelijke baten van de gordelroosvaccinatie, en zijn deze goed
meegenomen in het proces? Zo niet, kan de Staatssecretaris toezeggen de maatschappelijke
baten alsnog mee te nemen? Zo ja, wat is het proces als deze baten hoger worden ingeschat
dan de kosten?
– In hoeverre zal de invoering van de gordelroosvaccinatie meegenomen worden in de voorjaarsnota?
– Kan de Staatssecretaris reflecteren op de verhouding tussen de lage uitgaven aan vaccinaties
en de hoge kosten van geneesmiddelen?
– Hoe kijkt de Staatssecretaris aan tegen de constatering van Anupam Jena, hoogleraar
aan Harvard, dat het vaccin een goedkoop middel zou kunnen zijn dat veel breder kan
worden ingezet dan waar het eigenlijk voor bedoeld was?6
Daarnaast hebben de leden gelezen dat het standpunt7 van GGD GHOR Nederland met betrekking tot gordelroosvaccinatie ook positief is. Zo
lezen de leden dat GGD GHOR Nederland ervoor staat dat GGD’en uitvoering geven aan
een gordelroos vaccinatieprogramma mits dit kosteneffectief is en hier budgettaire
ruimte voor is.
– Hoe kijkt de Staatssecretaris tegen dit advies aan?
– En klopt het inderdaad dat de GGD’en er klaar voor zijn om dit uit te voeren, als
er een programma komt? En zo ja, kan de Staatssecretaris toezeggen dat dit programma
er komt?
Tot slot wordt in de Kamerbrief aangegeven dat voor de invoering van een vaccinatieprogramma
tegen gordelroos de nodige voorbereidingen noodzakelijk zijn, waar tijd voor nodig
is. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is het vinden van een geschikte uitvoerder.
De leden van de BBB-fractie merken op dat het Gezondheidsraadadvies dateert uit 2019,
en er bijna zes jaar de tijd is geweest om de nodige voorbereidingen te treffen. De
leden van deze fractie hopen ten zeerste dat er nu vaart wordt gemaakt met opvolging
van het Gezondheidsraadadvies, en dat er niet nog meer tijd verloren gaat. Hoe eerder
de eerste programmatisch aangeboden prik gezet wordt, hoe beter.
– Kan de Staatssecretaris toezeggen om bij deze Voorjaarsnota een principebesluit te
nemen om zo snel mogelijk – het liefst nog in de eerste helft van 2026 – te starten
met de uitwerking en implementatie van een gordelroosvaccinatieprogramma voor oudere
volwassenen, desnoods met aanvankelijk een select leeftijdscohort?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris
en hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de vraag of een vaccinatie kosteneffectief
is afhangt van de gehanteerde drempelwaarde van preventieve interventies zoals vaccinatie.
Deze leden vragen hoe het staat met de uitwerking van het investeringsmodel voor preventie
waar het kabinet aan werkt.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de Staatssecretaris verschillende (financiële)
scenario’s presenteert voor de invoering van een gordelroosvaccinatie. Deze leden
vragen of de Staatssecretaris zelf een voorkeur heeft. Deze leden vragen of de Staatssecretaris
zo snel mogelijk een update wil geven over de besluitvorming in het kabinet hierover.
De leden van de CDA-fractie lezen dat de maximale besparing op de zorgkosten worden
geschat op zo’n € 11 miljoen per jaar. Deze leden vragen hoe dit bedrag is opgebouwd,
en welke onderdelen en baten (zowel medisch als maatschappelijk) hierin wel en niet
zijn meegenomen. De leden van de CDA-fractie vragen of de Staatssecretaris in dit
licht wil reageren op het bericht dat uit nieuw Amerikaans onderzoek blijkt dat vaccinatie
ouderen niet alleen beschermt tegen gordelroos, maar mogelijk ook tegen dementie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de scenario’s voor
de opname van het Gordelroosvaccin in het Rijksvaccinatieprogramma. Zij hebben hier
nog enkele vragen en opmerkingen over.
De leden van de SP-fractie merken op dat de gezondheidsvoordelen van Gordelroosvaccinatie
al geruime tijd duidelijk zijn. Toch stuurt de Staatssecretaris nu enkel scenario’s
naar de Kamer, zonder een besluit te nemen over opname in het Rijksvaccinatieprogramma.
Wanneer is de Staatssecretaris van plan hier een knoop over door te hakken?
De leden van de SP-fractie lezen dat in de scenario’s «geen rekening [is] gehouden
met andere kostenbesparingen door vaccinatie anders dan direct aan gordelroos gerelateerde
zorgkosten [...] omdat over de kosten gerelateerd aan restverschijnselen van gordelroos
geen gegevens beschikbaar zijn». Deze kosten zijn echter wel relevant om een evenwichtig
beeld te krijgen van de verhouding van kosten en baten. Kan de Staatssecretaris eventueel
wel een schatting maken van de orde van grootte van deze additionele kostenbesparingen?
II. Reactie van de Staatssecretaris
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de (financiële) scenario’s omtrent
de invoering van de gordelroosvaccinatie. Genoemde leden zijn op de hoogte van het
gezondheidsraadadvies om het gordelroosvaccin in te voeren, echter ontbreekt vooralsnog
een bekostigingsstrategie.
De Voorjaarsnota 2025 is het moment voor een politiek besluit. De leden zien uit naar
de plannen van het kabinet.
Bij de voorjaarsnota is het helaas niet mogelijk gebleken om hiervoor budgettaire
ruimte beschikbaar te stellen. Ik zal de mogelijkheden om een programmatisch aanbod
van gordelroosvaccinatie in de toekomst mogelijk te maken verder onderzoeken. Met
het RIVM ben ik in gesprek over welke mogelijkheden er zijn voor het updaten van een
eerdere kosten-effectiviteitsanalyse. De uitkomsten hiervan kunnen dan betrokken worden
bij toekomstige besluitvorming hierover.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
brief Gordelroosvaccinatie: (financiële) scenario’s. Zij hebben hier nog enkele vragen
en opmerkingen over.
Gordelroos is een hele vervelende en pijnlijke huidaandoening. In sommige gevallen
kan het tot zeer ernstige gevolgen leiden. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
zijn dan ook voorstander van het opnemen van het vaccin in het rijksvaccinatieprogramma
(RVP). De Staatssecretaris schetst drie financiële scenario’s met verschillende gefaseerde
invoeringen van het vaccin. Echter blijft het daarbij. Welk van de drie scenario’s
heeft de voorkeur van de Staatssecretaris? Ziet de Staatssecretaris hier budgettaire
ruimte voor?
Het scenario dat de meeste gezondheidswinst oplevert, is het scenario waarbij aan
alle 60-jarigen een gordelroosvaccinatie wordt aangeboden én een (eenmalige) inhaalcampagne
wordt georganiseerd voor alle mensen ouder dan 60 jaar die wordt uitgevoerd in vijf
jaren. Er spelen echter ook andere overwegingen zoals uitvoerbaarheid, kosteneffectiviteit
en budgettaire inpasbaarheid. Het scenario waarmee de meeste gezondheidswinst behaald
wordt, is ook het scenario waarvan de kosten in de eerste vijf jaren het hoogste zijn.
Bij de voorjaarsnota is het helaas niet mogelijk gebleken om hiervoor budgettaire
ruimte beschikbaar te stellen. Ik zal de mogelijkheden om een programmatisch aanbod
van gordelroosvaccinatie in de toekomst mogelijk te maken verder onderzoeken. Met
het RIVM ben ik in gesprek over welke mogelijkheden er zijn voor het updaten van een
eerdere kosten-effectiviteitsanalyse. De uitkomsten hiervan kunnen dan betrokken worden
bij toekomstige besluitvorming hierover.
Voor de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie is het van essentieel belang dat iedereen
in Nederland toegang heeft tot dezelfde goede kwalitatieve gezondheidszorg. Inkomenssolidariteit
en risicosolidariteit zijn de fundamenten van een rechtvaardig zorgsysteem. Op dit
moment is prijs van het vaccin is hoog en tegen eigen betaling (rond de € 500 euro
voor twee vaccinaties), wat betekent dat het vaccin niet voor grote groepen in samenleving
buiten bereik is. Dit vergroot de gezondheidsverschillen tussen arm en rijk. Hoe kijkt
de Staatssecretaris tegen de hoge prijs van het vaccin en wat dit betekent voor de
gezondheidsverschillen tussen arm en rijk? Deelt de Staatssecretaris de mening van
de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat het onrechtvaardig is dat je inkomen bepalend
is of je het gordelroosvaccin kan halen? En dat de kans op gordelroos daarmee inkomensafhankelijk
is? Hoe kijkt de Staatssecretaris hierna in het licht van inclusieve zorg?
Het klopt dat de kosten van het gordelroosvaccin hoog zijn. Precies dit is één van
de redenen waarom het tot op heden zo lastig is gebleken om financiële dekking te
vinden voor een gordelroosvaccinatieprogramma.
De hoge kosten van het gordelroosvaccin kunnen een drempel zijn om deze vaccinatie
zelf te halen en te bekostigen. Omdat een vaccinatie leed kan besparen blijf ik de
mogelijkheden onderzoeken om in de toekomst een programmatisch aanbod mogelijk te
maken.
Het is niet bekend hoeveel mensen besloten hebben zelf een vaccinatie aan te schaffen,
en wat voor effect dit heeft op de gezondheidsverschillen.
Daarnaast kan de prijs van het vaccin verschillen per regio in Nederland. Deelt de
Staatssecretaris de mening van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat je woonplaats
niet bepalend zou moeten zijn voor hoeveel het gordelroosvaccin kost? Wat verklaart
het verschil in prijs per regio? Heeft de Staatssecretaris mogelijkheden om dit gelijk
te trekken?
Als mensen zelf een gordelroosvaccinatie willen, dan kunnen zij hiervoor onder andere
terecht bij hun huisarts of lokale GGD. De prijs die iemand hiervoor moet betalen
is onder andere afhankelijk van de prijs waarvoor het vaccin wordt aangeboden, het
tarief dat wordt gehanteerd voor het toedienen van het vaccin en eventuele kosten
voor het consult. Die kosten kunnen per organisatie verschillen. Het loont daarom
om de prijzen tussen aanbieders te vergelijken. Deze aanbieders zijn vrij om hun eigen
prijzen te hanteren.
Een niet verkend scenario is een gratis gordelroosvaccin voor de meest kwetsbaren
in de samenleving. Bijvoorbeeld een gratis gordelroosvaccin voor mensen boven een
bepaald percentage van het bestaansminimum. Hoe kijkt de Staatssecretaris hier tegenaan?
Kan de Staatssecretaris scenario’s in kaart brengen met een gratis gordelroosvaccin
voor inkomensgroepen met verschillende percentages boven het bestaansminimum wordt
genomen?
De Gezondheidsraad heeft in 2019 geadviseerd om vaccinatie aan te bieden aan mensen
van 60 jaar en ouder. Ik vind het niet wenselijk om van dit advies af te wijken en
om bij het aanbieden van gordelroosvaccinatie onderscheid te maken op basis van inkomen.
Recent is uit wetenschappelijk onderzoek naar voren gekomen dat het gordelroosvaccin
de kans op dementie kan verkleinen.8 Hoe kijkt de Staatssecretaris tegen dit nieuws aan? Als dit een doorbraak is zoals
het lijkt, vindt de Staatssecretaris dan dat dit een nieuw advies van de gezondheidsraad
rechtvaardigt?
Dit zijn zeer hoopvolle signalen en het is zeker de moeite waard om hier heel goed
naar te kijken. Omdat het eerdere advies van de Gezondheidsraad al positief was, ligt
een nieuw advies van de Gezondheidsraad op korte termijn niet voor de hand.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief over de
financiële scenario’s met betrekking tot de gordelroosvaccinatie en de door de leden
gevraagde reactie op nog onbeantwoorde adviezen van de Gezondheid. De leden van de
VVD-fractie lezen dat voor preventieve interventies zoals vaccinatie veelal een bedrag
van € 20.000,– per QALY als drempelwaarde gehanteerd wordt. Of een eventuele gordelroosvaccinatiecampagne
onder deze drempelwaarde blijft, is niet met zekerheid aan te geven. Kan de Staatssecretaris
aangeven hoe groot de kans is dat de campagne onder deze drempelwaarde blijft? Van
welke factoren, naast de kostprijs voor het vaccin, is dit afhankelijk? Wanneer verwacht
de Staatssecretaris hier meer informatie over te kunnen verschaffen?
Met het RIVM ben ik in gesprek over het updaten van een eerdere kosteneffectiviteitsanalyse.
De uitkomsten hiervan kunnen dan betrokken worden bij toekomstige besluitvorming.
De resultaten van deze update zijn naar verwachting eind 2025 beschikbaar.
Naast de kostprijs van het vaccin is de kosteneffectiviteit onder meer afhankelijk
van de kosten voor het toedienen van het vaccin en de effectiviteit en de beschermingsduur
van het vaccin.
De leden hebben kennisgenomen van de verschillende scenario’s. Kan de Staatssecretaris
toelichten wat de gevolgen zijn van scenario 3 voor de gezondheidssituatie in de bevolking
van zestig jaar en ouder ten opzichte van de situatie van nu, waarin helemaal geen
vaccinatiecampagne plaatsheeft maar sommigen zich wel laten vaccineren?
Gegevens over wie zich wel en niet heeft laten vaccineren tegen gordelroos zijn niet
(centraal) beschikbaar. Daarom is een exacte vergelijking tussen het nu en scenario 3
(een gordelroosvaccinatie voor alle 60-jarigen en geen inhaalcampagne) niet mogelijk.
Wanneer gordelroosvaccinatie alleen wordt aangeboden aan mensen van 60 jaar, dan kunnen
bij deze mensen veel toekomstige gevallen van gordelroos worden voorkomen, maar duurt
het lang voordat de hele bevolking van 60 jaar en ouder (die zich heeft laten vaccineren)
optimaal beschermd is.
Tot slot lezen de leden van de VVD-fractie de opmerkingen van de Staatssecretaris
over de ontwikkeling van een investeringsmodel voor preventie. Hierbij licht hij de
kosten en baten van preventie en gezondheidsmaatregelen binnen en buiten het zorgdomein
toe. De eerdergenoemde leden vinden dit een positieve koers. Kan de Staatssecretaris
toelichten hoe hij een dergelijke koers kan realiseren, ook als kosten gerelateerd
aan restverschijnselen van andere aandoeningen niet beschikbaar zijn? Hoe kan hij
zonder volledig inzicht een voorstel doen?
De leden van de VVD-fractie zijn tevens benieuwd wat de voortgang is van het investeringsmodel
voor preventie.
In het Regeerprogramma van het demissionair kabinet is de ambitie opgenomen om een
investeringsmodel voor preventie te ontwikkelen. Werken met dit investeringsmodel
kan mogelijk de gezondheid van inwoners van Nederland verbeteren, doordat het technisch
mogelijk wordt om op gezondheid gerichte maatregelen (preventie), acties en activiteiten
te beoordelen op hun gezondheidseffecten en waarbij er ook meer inzicht zal zijn in
mogelijke budgettaire gevolgen. Het model wordt gebouwd op basis van vier pijlers:
(1) een richtlijn waarmee het passend niveau van bewijs voor de gezondheidseffectbepaling
van preventiemaatregelen kan worden bepaald en over het gebruik hiervan; (2) een afwegingskader
dat relevante informatie combineert op basis waarvan een investeringsbesluit kan worden
voorbereid door het RIVM; (3) financiële besluitvorming; en (4) het verzamelen van
relevante data om effecten van maatregelen te monitoren. Ik verwacht dat de Adviescommissie
duidelijkheid zal geven over hoe de effecten van maatregelen in kaart kunnen worden
gebracht en wat daarvoor moet worden meegewogen. Dit laat ik graag aan de onafhankelijke
groep van deskundigen. Daarbij zal voor het vervolg wel van belang zijn, dat er data
beschikbaar is om effecten te kunnen berekenen. Zonder gegevens is dit niet vooralsnog
niet mogelijk. In mijn brief9 van 8 april jl. heb ik uw Kamer een overzicht gegeven van de ontwikkelingen rondom
het investeringsmodel voor preventie.
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie naar de uitvoering van de aangenomen motie
van het lid Tielen over een voorstel om het budget voor nieuwe vaccins beter te laten
aansluiten op positieve Gezondheidsraadsadviezen.10 Kan de Staatssecretaris de stand van zaken geven van de uitvoering van deze motie?
In april 2024 hebben de toenmalige Minister en Staatssecretaris van VWS de Kamer geïnformeerd
over de uitvoering van de motie van het lid Tielen. Daarbij is een aantal alternatieve
mogelijkheden om de financiering van vaccinaties en bevolkingsonderzoeken anders in
te richten benoemd en dat de voorgestelde aanpassingen niet passen binnen de vastgestelde
begrotingsregels. Hierdoor was het indertijd aan de formerende partijen om hier een
besluit over te nemen.11 In mijn brief van 8 april jl. heb ik deze opties opnieuw aan uw Kamer gemeld, te
weten:
a) een structureel budget op de begroting van VWS;
b) het automatisch opnemen in het aanbod als er een positief Gezondheidsraadadvies is;
en
c) bekostiging via een begrotingsfonds
Ik heb daarbij toegezegd deze opties verder technisch uit te werken en daarbij de
voor- en nadelen in kaart te brengen, ook ten opzichte van de huidige situatie. Ik
verwacht uw Kamer voor eind 2025 hier meer duidelijkheid over te kunnen geven.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de brief «Gordelroosvaccinatie:
(financiële) scenario’s. Dit vaccin kan de levenskwaliteit verbeteren en de druk op
de zorg verlichten. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de NSC-fractie constateren dat de gevolgen van gordelroos zeer ingrijpend
zijn op de levenskwaliteit van mensen. Daarnaast zien deze leden dat er een flinke
toename is van mensen die het gordelroosvaccin halen bij GGD’en, maar merken op dat
vooral mensen met een hoger inkomen in staat zijn om het vaccin te betalen. Hoe beoordeelt
de Staatssecretaris het risico dat de huidige situatie, waarin het gordelroosvaccin
niet wordt vergoed, bijdraagt aan grotere gezondheidsongelijkheid? Hoe schat de Staatssecretaris
de impact van het niet vergoeden van het gordelroosvaccin in op de zorgbehoefte, met
name in het licht van de vergrijzing van de bevolking en de verwachte toename van
het aantal 60-plussers, die de grootste patiëntengroep voor gordelroos vormen, in
de komende jaren? Ziet de Staatssecretaris andere mogelijkheden om de toegankelijkheid
van dit vaccin voor lagere inkomensgroepen te vergroten?
In de meeste gevallen verloopt een gordelroosinfectie mild. In sommige gevallen leidt
het tot (zeer) ernstige zenuwpijn die lang kan aanhouden. Omdat vooral ouderen kwetsbaar
zijn voor gordelroos, is het aannemelijk dat het aantal gevallen van gordelroos –
en het zorggebruik als gevolg daarvan – de komende jaren stijgt.
Ik ben mij ervan bewust dat de hoge kosten voor het vaccin voor mensen een drempel
kan zijn om deze vaccinatie te halen. Omdat een vaccinatie veel leed kan besparen,
blijf ik de mogelijkheden onderzoeken om in de toekomst een programmatisch aanbod
mogelijk te maken.
De Gezondheidsraad heeft geadviseerd om vaccinatie aan te bieden aan mensen van 60 jaar
en ouder. Ik zie geen goede reden om van dit advies af te wijken en om bij het aanbieden
van gordelroosvaccinatie onderscheid te maken op basis van inkomen.
De leden van de NSC-fractie hebben het recente nieuws gelezen dat het gordelroosvaccin
mogelijk ook kan helpen om dementie te voorkomen. Wat is de reflectie van de Staatssecretaris
op dit bericht? In welke mate neemt de Staatssecretaris dit bericht mee in het toegankelijk
maken van het gordelroosvaccin? Is dit verband al in voldoende mate aangetoond om
het mee te laten wegen bij een keuze over de vergoeding van het gordelroosvaccin?
Dit is uiteraard een zeer hoopvol signaal en de moeite waard om hier heel goed naar
te kijken, bijvoorbeeld bij het updaten van de kosteneffectiviteitsanalyse.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de financiële scenario’s
over gordelroosvaccinatie. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie lezen in de brief van de Staatssecretaris dat bij de uitwerking
van deze financiële scenario’s er uitsluitend is gekeken naar kostenbesparingen door
de vaccinatie direct aan gordelroos gerelateerde zorgkosten. Uit een rapport van onderzoeksbureau
SiRM «De baten van vaccineren» (2023)12 blijkt dat de maatschappelijke baten en besparingen hoger liggen dan de door Staatssecretaris
geschetste jaarlijkse € 11 miljoen. Kan de Staatssecretaris in zijn beantwoording
op dit rapport reflecteren en de financiële scenario’s met deze informatie tegen het
licht houden, zo vragen deze leden.
Het is duidelijk dat met gordelroosvaccinatie niet alleen zorgkosten kunnen worden
voorkomen, maar dat er ook andere (maatschappelijke) baten zijn. In mijn brief over
de uitwerking van de financiële scenario’s heb ik hier ook op gewezen. Met het RIVM
ben ik in gesprek over het updaten van een eerdere kosteneffectiviteitsanalyse. De
uitkomsten hiervan kunnen dan betrokken worden bij toekomstige besluitvorming. Ik
zal het RIVM in die gesprekken wijzen op het door u genoemde rapport van onderzoeksbureau
SiRM.
De leden van de D66-fractie vragen welke stappen de Staatssecretaris heeft ondernomen
ten aanzien van het bevorderen van de kosteneffectiviteit van de vaccinaties. Kan
de Staatssecretaris aangeven of er wordt onderhandeld over de prijs van de vaccinaties
en wat is de stand van zaken hierin, zo vragen deze leden.
Gesprekken met vaccinleveranciers (in het geval van gordelroos is dit er maar één)
worden gevoerd door het RIVM. Het RIVM heeft ook gesproken met de leverancier van
het gordelroosvaccin. De inhoud van deze gesprekken is vertrouwelijk en daarover kan
ik geen mededelingen doen.
De leden van de D66-fractie vrezen dat hoe langer er wordt gewacht met besluitvorming,
hoe hoger de drempel uiteindelijk wordt om te starten met een vaccinatiecampagne tegen
gordelroos. Erkent de Staatssecretaris dit risico en welke stappen moeten worden ondernomen
om spoedig tot een besluit te komen, zo vragen deze leden. Tevens vragen deze leden
of de Staatssecretaris kan aangeven hoe Nederland het in vergelijking met andere Europese
landen doet o.a. met betrekking tot tijdsduur in besluitvorming in vaccinatiebeleid.
De kosten van een vaccinatiecampagne tegen gordelroos zijn erg hoog, mede omdat het
een erg duur vaccin betreft. Het is nog niet mogelijk gebleken om hiervoor de benodigde
financiële dekking te realiseren. Dit is de belangrijkste reden waarom er nog geen
start is gemaakt met een vaccinatiecampagne.
Het is moeilijk om in algemene zin iets te zeggen over de tijdsduur in besluitvorming
in vaccinatiebeleid in Nederland in vergelijking met andere Europese landen. Dit verschilt
per vaccinatie en is afhankelijk van meerdere aspecten, zoals het vaccinatiestelsel
en de wijze waarop vaccinatieprogramma’s bekostigd worden.
Ten slotte vragen de leden van de D66-fractie of en zo ja op welke wijze zestigers
nu al worden geïnformeerd over de risico’s van het gordelroosvirus. Welke mogelijkheden
zijn er om het vaccin zelf aan te schaffen? Zo ja, hoeveel zestigers maken hier jaarlijks
gebruik van en hoeveel zestigers hebben hier in totaal al gebruik van gemaakt en hoeven
zodoende niet te worden meegenomen in een vaccinatie campagne, zo vragen deze leden.
Er is recent veel media-aandacht geweest voor gordelroos. Dat heeft vast en zeker
bijgedragen aan het bewustzijn over gordelroos. Verder is betrouwbare informatie over
gordelroos en vaccinatie tegen gordelroos onder meer te vinden op de website van het
RIVM. Mensen kunnen met vragen hierover ook terecht bij hun huisarts of de lokale
GGD. Zij kunnen dan ook vragen naar de kosten hiervan. De kosten van een vaccinatie
tegen gordelroos verschillen per aanbieder, maar kunnen oplopen tot wel 500 euro.
Hoeveel mensen zelf besloten hebben om een vaccinatie tegen gordelroos aan te schaffen
is niet bekend. Dit wordt niet centraal geregistreerd.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van Gordelroosvaccinatie: (financiële)
scenario’s. De leden hebben de volgende vragen aan de Staatssecretaris.
De leden zien dat er uitgebreid wordt ingegaan op de verschillende scenario’s voor
een vaccinatieprogramma tegen gordelroos, evenals de daaruit voortvloeiende kosten
en baten. De leden van de BBB-fractie zijn benieuwd of er sinds de toezegging van
de Staatssecretaris, waar deze Kamerbrief een resultaat van is, gesprekken zijn gevoerd
met veldpartijen, waaronder de fabrikant en mogelijke uitvoerders. In recente berichtgeving13 hebben de leden van de fractie gelezen dat de fabrikant van het gordelroosvaccin
openstaat voor een gesprek over oplossingen om de budget impact te verlagen.
Heeft de Staatssecretaris sinds de toezegging op 21 november jl. tot de publicatie
van de Kamerbrief op 6 maart jl. opdracht gegeven tot gesprekken met de fabrikant
en uitvoeringsorganisaties om kostenverlaging binnen het vaccinatieprogramma te onderzoeken?
De belangrijkste knop waar de fabrikant aan kan draaien is de prijs van het vaccin.
Die prijs is hoog, wat voor een belangrijk deel de hoge kosten van een vaccinatiecampagne
tegen gordelroos verklaart. Gesprekken hierover met de fabrikant worden gevoerd door
het RIVM. De inhoud van deze gesprekken is vertrouwelijk en daarover kan ik geen mededelingen
doen.
Zo ja, hebben deze gesprekken tot aanknopingspunten geleid? Zo nee, waarom niet? Het
is namelijk belangrijk om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen of het geschetste
beeld nog steeds actueel is.
Omdat de inhoud van de gesprekken met de fabrikant vertrouwelijk zijn, kan ik hierover
geen mededelingen doen. Met het RIVM ben ik in gesprek over het updaten van een eerdere
kosteneffectiviteitsanalyse. De uitkomsten hiervan kunnen dan betrokken worden bij
toekomstige besluitvorming.
Welke andere organisaties zijn betrokken bij het opstellen en toetsen van de financiële
scenario’s voor de gordelroosvaccinatie?
Voor het opstellen van de financiële scenario’s is gebruik gemaakt van informatie
van het RIVM. Met het RIVM ben ik in gesprek over het updaten van een eerdere kosteneffectiviteitsanalyse.
De uitkomsten hiervan kunnen dan betrokken worden bij toekomstige besluitvorming.
Worden zorgprofessionals, zoals huisartsen en apothekers, betrokken bij het vaststellen
van de werkelijke uitvoeringskosten van het vaccinatieprogramma?
De kosten zoals deze zijn geschetst in mijn brief over de financiële scenario’s zijn
gebaseerd op aannames (die weer zijn gebaseerd op ervaringen met andere vaccinatieprogramma’s
voor volwassenen). De werkelijke uitvoeringskosten worden pas inzichtelijk als duidelijk
is hoe de precieze uitvoering van een vaccinatieprogramma eruitziet en de afspraken
die daarover worden gemaakt.
Aangezien de prijs van het vaccin een belangrijke factor is in de uiteindelijke kostenramingen,
hoe wordt gewaarborgd dat de prijs niet onterecht wordt opgevoerd?
De mogelijke invloed op de hoogte van de prijs waarvoor het vaccin kan worden aangeschaft,
is beperkt. Dit komt mede omdat er maar één aanbieder is van het vaccin en er daardoor
geen concurrentie op prijs mogelijk is.
De leden hebben de verschillende scenario’s bekeken, van het volledig overnemen van
het advies van de Gezondheidsraad tot het aanbieden van vaccinatie alleen aan 60-jarigen,
zonder een inhaalcampagne voor oudere doelgroepen.
Welke criteria worden gehanteerd om te bepalen welk van de gepresenteerde scenario’s
(1, 2 of 3) uiteindelijk het meest geschikt is, zowel financieel als qua gezondheidswinst?
Het gaat hier om gezondheidswinst, uitvoerbaarheid, kosteneffectiviteit en budgettaire
inpasbaarheid. Scenario 1 (alle 60-jarigen en een inhaalcampagne in vijf jaren) levert
de meeste gezondheidswinst op. Financieel gezien kost scenario 3 (alle 60-jarigen
en geen inhaalcampagne) de minste middelen. Zodra duidelijk is of en zo ja hoeveel
financiële middelen er beschikbaar zijn, dan kan op basis van de verschillende criteria
de vaccinatiestrategie bepaald worden waarmee de meeste gezondheidswinst kan worden
gerealiseerd.
Is er voldoende flexibiliteit in de scenario’s om toekomstige aanpassingen door te
voeren, mocht blijken dat een scenario niet het beoogde effect heeft of de kosten
te hoog oplopen?
Ja, die flexibiliteit is er. Mochten er financiële middelen beschikbaar komen, dan
kan bezien worden met welke vaccinatiestrategie de meeste gezondheidswinst kan worden
gerealiseerd. Bij een eventueel aanbod is het van belang om de effecten te monitoren
en evalueren, zodat op basis daarvan aanpassingen mogelijk zijn.
Verder is het bekend dat gordelroos jaarlijks 94.000 mensen in Nederland treft. Sinds
het positieve advies van de Gezondheidsraad in 2019 over vaccinatie van oudere volwassenen,
heeft VWS geschat dat ruim 490.000 mensen de huisarts hebben bezocht vanwege gordelroos.
Onderzoek toont aan dat de maatschappelijke baten en gezondheidswinst van een gordelroosvaccinatieprogramma
groter zijn dan de kosten. Voor elke euro die hierin wordt geïnvesteerd, wordt een
opbrengst van € 1,30 tot € 1,80 verwacht, gebaseerd op conservatieve aannames, wat
in werkelijkheid nog hoger kan uitvallen.14 Naast gezondheidswinst zou een gordelroosvaccinatieprogramma ook besparingen opleveren,
zoals lagere zorgkosten, minder zorgpersoneel (minder FTE’s), minder arbeidsverzuim
(wat economische voordelen oplevert) en minder verzuim onder mantelzorgers en vrijwilligers.
Gezien deze duidelijke voordelen op het gebied van maatschappelijke baten, gezondheidswinst
en besparingen: overweegt de Staatssecretaris om de gordelroosvaccinatie op te nemen
in het zorgaanbod?
Ik onderzoek verschillende opties om gordelroosvaccinatie op te nemen in een programmatisch
aanbod. Het is daarbij behulpzaam om een goed en actueel beeld te hebben van de (maatschappelijke)
kosten en baten van zo’n programma. Met het RIVM ben ik in gesprek over het updaten
van een eerdere kosteneffectiviteitsanalyse. De uitkomsten hiervan kunnen dan betrokken
worden bij toekomstige besluitvorming.
Wat zijn de maatschappelijke baten van de gordelroosvaccinatie, en zijn deze goed
meegenomen in het proces? Zo niet, kan de Staatssecretaris toezeggen de maatschappelijke
baten alsnog mee te nemen? Zo ja, wat is het proces als deze baten hoger worden ingeschat
dan de kosten?
Zie mijn antwoord op de vorige vraag.
In hoeverre zal de invoering van de gordelroosvaccinatie meegenomen worden in de voorjaarsnota?
Verschillende opties om gordelroosvaccinatie aan te bieden zijn bij de Voorjaarsnota
onderzocht. Het is niet mogelijk gebleken om bij de Voorjaarsnota financiële dekking
te realiseren voor een gordelroosvaccinatiecampagne.
Kan de Staatssecretaris reflecteren op de verhouding tussen de lage uitgaven aan vaccinaties
en de hoge kosten van geneesmiddelen?
Als hiermee wordt gedoeld op het verschil in de referentiewaarde die wordt gehanteerd
voor een QALY (Quality Adjusted Live Year ofwel een extra levensjaar in goede gezondheid)
bij preventieve (oa vaccinaties) en curatieve (oa geneesmiddelen) interventies dan
refereer ik graag aan het rapport «Preventie op waarde schatten. Advies technische
werkgroep kosten en baten van preventie»15. In dit rapport schrijft deze werkgroep (TWG-KBP) «adviseert om voor alle soorten
beleid met gezondheid als doel, waaronder preventie, één uniforme QALY-waarde (referentiewaarde/
monetaire waardering) te gebruiken, zodat de uitkomsten van economische evaluaties
van verschillende beleidsopties gericht op gezondheid zo goed mogelijk vergeleken
kunnen worden. Om tot deze uniforme QALY-waarde te komen, adviseert de TWG-KBP om
een breed gedragen werkgroep in te richten die de QALY-waarde vaststelt en periodiek
herijkt. Totdat er door een dergelijke werkgroep één uniforme QALY-waarde is vastgesteld,
adviseert de TWG-KBP om uit te gaan van een waarde van € 50.000 per QALY aangezien
deze waarde het best lijkt aan te sluiten bij onderzoek en bestaande richtlijnen en
afwegingskaders voor economische evaluaties.» Over dit advies en de drempelwaarde
die het kabinet wil hanteren voor preventieve interventies moet nog besluitvorming
plaatsvinden. Ik beraad mij nog hoe ik dit kan betrekken bij de invulling van het
investeringsmodel voor preventie.
Hoe kijkt de Staatssecretaris aan tegen de constatering van Anupam Jena, hoogleraar
aan Harvard, dat het vaccin een goedkoop middel zou kunnen zijn dat veel breder kan
worden ingezet dan waar het eigenlijk voor bedoeld was?16
Dat is vanzelfsprekend een positief signaal. Ik betrek deze informatie bij mijn gesprek
met het RIVM over de mogelijkheden voor het updaten van een kosteneffectiviteitsanalyse.
Daarnaast hebben de leden gelezen dat het standpunt17 van GGD GHOR Nederland met betrekking tot gordelroosvaccinatie ook positief is. Zo
lezen de leden dat GGD GHOR Nederland ervoor staat dat GGD’en uitvoering geven aan
een gordelroos vaccinatieprogramma mits dit kosteneffectief is en hier budgettaire
ruimte voor is.
Hoe kijkt de Staatssecretaris tegen dit advies aan?
Het is prettig om te horen dat GGD’en hiervoor open staan. GGD’en zijn zeker in beeld
als een mogelijke uitvoerder van een gordelroosvaccinatiecampagne.
En klopt het inderdaad dat de GGD’en er klaar voor zijn om dit uit te voeren, als
er een programma komt? En zo ja, kan de Staatssecretaris toezeggen dat dit programma
er komt?
Om gordelroosvaccinatie programmatisch te kunnen aanbieden is er financiële dekking
nodig. Zoals ik al aangaf onderzoek ik verschillende mogelijkheden, maar die financiële
dekking is niet gevonden in deze voorjaarbesluitvorming. Indien het lukt om deze financiële
dekking in de toekomst wel te realiseren, dan zijn GGD’en zeker in beeld als mogelijke
uitvoerder.
Tot slot wordt in de Kamerbrief aangegeven dat voor de invoering van een vaccinatieprogramma
tegen gordelroos de nodige voorbereidingen noodzakelijk zijn, waar tijd voor nodig
is. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is het vinden van een geschikte uitvoerder.
De leden van de BBB-fractie merken op dat het Gezondheidsraadadvies dateert uit 2019,
en er bijna zes jaar de tijd is geweest om de nodige voorbereidingen te treffen. De
leden van deze fractie hopen ten zeerste dat er nu vaart wordt gemaakt met opvolging
van het Gezondheidsraadadvies, en dat er niet nog meer tijd verloren gaat. Hoe eerder
de eerste programmatisch aangeboden prik gezet wordt, hoe beter.
Kan de Staatssecretaris toezeggen om bij deze Voorjaarsnota een principebesluit te
nemen om zo snel mogelijk – het liefst nog in de eerste helft van 2026 – te starten
met de uitwerking en implementatie van een gordelroosvaccinatieprogramma voor oudere
volwassenen, desnoods met aanvankelijk een select leeftijdscohort?
Die toezegging kan ik helaas niet doen. Hiervoor is financiële dekking nodig en die
is er op dit moment niet.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris
en hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de vraag of een vaccinatie kosteneffectief
is afhangt van de gehanteerde drempelwaarde van preventieve interventies zoals vaccinatie.
Deze leden vragen hoe het staat met de uitwerking van het investeringsmodel voor preventie
waar het kabinet aan werkt.
In het Regeerprogramma is de ambitie opgenomen om een investeringsmodel voor preventie
te ontwikkelen. Werken met dit investeringsmodel kan mogelijk de gezondheid van inwoners
van Nederland verbeteren, doordat het technisch mogelijk wordt om op gezondheid gerichte
maatregelen (preventie), acties en activiteiten te beoordelen op hun gezondheidseffecten
en waarbij er ook meer inzicht zal zijn in mogelijke budgettaire gevolgen. Het model
wordt gebouwd op basis van vier pijlers: (1) een richtlijn waarmee het passend niveau
van bewijs voor de gezondheidseffectbepaling van preventiemaatregelen kan worden bepaald
en over het gebruik hiervan; (2) een afwegingskader dat relevante informatie combineert
op basis waarvan een investeringsbesluit kan worden voorbereid door het RIVM; (3) financiële
besluitvorming; en (4) het verzamelen van relevante data om effecten van maatregelen
te monitoren. Ik verwacht dat de Adviescommissie duidelijkheid zal geven over hoe
de effecten van maatregelen in kaart kunnen worden gebracht en wat daarvoor moet worden
meegewogen. Dit laat ik graag aan de onafhankelijke groep van deskundigen. Daarbij
zal voor het vervolg wel van belang zijn, dat er data beschikbaar is om effecten te
kunnen berekenen. Zonder gegevens is dit niet vooralsnog niet mogelijk. In mijn brief18 van 8 april jl. heb ik uw Kamer een overzicht gegeven van de ontwikkelingen rondom
het investeringsmodel voor preventie.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de Staatssecretaris verschillende (financiële)
scenario’s presenteert voor de invoering van een gordelroosvaccinatie. Deze leden
vragen of de Staatssecretaris zelf een voorkeur heeft. Deze leden vragen of de Staatssecretaris
zo snel mogelijk een update wil geven over de besluitvorming in het kabinet hierover.
Het scenario dat het meeste gezondheidswinst oplevert is het scenario waarbij aan
alle 60-jarigen een gordelroosvaccinatie wordt aangeboden en dat er een (eenmalige)
inhaalcampagne wordt georganiseerd voor alle mensen ouder dan 60 jaar die wordt uitgevoerd
in vijf jaren. Er spelen echter ook andere overwegingen als uitvoerbaarheid, kosteneffectiviteit
en budgettaire inpasbaarheid. Het scenario met de meeste gezondheidswinst, is ook
het scenario waarvan de kosten in de eerste vijf jaren het hoogste zijn.
Inmiddels heeft u de uitkomsten van de Voorjaarsnota ontvangen en kunnen zien dat
er geen financiële middelen beschikbaar zijn voor een gordelroosvaccinatiecampagne.
Met oog op de toekomst blijf ik mij hier wel voor inzetten en ben ik onder meer met
het RIVM in gesprek over welke mogelijkheden er zijn voor het updaten van een eerdere
kosteneffectiviteitsanalyse. De uitkomsten hiervan kunnen dan betrokken worden bij
toekomstige besluitvorming.
De leden van de CDA-fractie lezen dat de maximale besparing op de zorgkosten worden
geschat op zo’n € 11 miljoen per jaar. Deze leden vragen hoe dit bedrag is opgebouwd,
en welke onderdelen en baten (zowel medisch als maatschappelijk) hierin wel en niet
zijn meegenomen. De leden van de CDA-fractie vragen of de Staatssecretaris in dit
licht wil reageren op het bericht dat uit nieuw Amerikaans onderzoek blijkt dat vaccinatie
ouderen niet alleen beschermt tegen gordelroos, maar mogelijk ook tegen dementie.
Het gaat hier om een besparing op de zorgkosten, die onder meer gebaseerd is op het
aantal huisartsbezoeken dat met vaccinatie kan worden voorkomen. Uiteraard zijn deze
besparingen ook afhankelijk van de vaccinatiegraad. Met het RIVM ben ik in gesprek
over welke mogelijkheden er zijn voor het updaten van een eerdere kosteneffectiviteitsanalyse.
De uitkomsten hiervan kunnen dan betrokken worden bij toekomstige besluitvorming.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de scenario’s voor
de opname van het Gordelroosvaccin in het Rijksvaccinatieprogramma. Zij hebben hier
nog enkele vragen en opmerkingen over.
De leden van de SP-fractie merken op dat de gezondheidsvoordelen van Gordelroosvaccinatie
al geruime tijd duidelijk zijn. Toch stuurt de Staatssecretaris nu enkel scenario’s
naar de Kamer, zonder een besluit te nemen over opname in het Rijksvaccinatieprogramma.
Wanneer is de Staatssecretaris van plan hier een knoop over door te hakken?
Om gordelroosvaccinatie programmatisch te kunnen aanbieden is er financiële dekking
nodig. In de voorjaarsbesluitvorming is hiervoor geen financiële dekking gevonden.
Dat betekent dat ik hierover nog geen besluit kan nemen. Ik blijf de mogelijkheden
om deze financiële dekking in de toekomst wel te realiseren onderzoeken.
De leden van de SP-fractie lezen dat in de scenario’s «geen rekening [is] gehouden
met andere kostenbesparingen door vaccinatie anders dan direct aan gordelroos gerelateerde
zorgkosten [...] omdat over de kosten gerelateerd aan restverschijnselen van gordelroos
geen gegevens beschikbaar zijn». Deze kosten zijn echter wel relevant om een evenwichtig
beeld te krijgen van de verhouding van kosten en baten. Kan de Staatssecretaris eventueel
wel een schatting maken van de orde van grootte van deze additionele kostenbesparingen?
Met het RIVM ben ik in gesprek over welke mogelijkheden er zijn voor het updaten van
een eerdere kosteneffectiviteitsanalyse. De uitkomsten hiervan kunnen dan betrokken
worden bij toekomstige besluitvorming.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Mohandis, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
L. van der Graaf, adjunct-griffier