Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
36 725 X Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 6 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 1 juli 2025
De vaste commissie voor Defensie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel
van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met
de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 22 mei 2025 voorgelegd aan de Minister en Staatssecretaris van Defensie.
Bij brief van 17 juni 2025 zijn ze door de Minister en Staatssecretaris van Defensie
beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Kahraman
Adjunct-griffier van de commissie, Manten
1
Kunt u inzichtelijk maken hoeveel middelen voor cyberveiligheid opgenomen zijn?
Met betrekking tot de Defensiebegroting besteedt het kabinet vanuit de intensivering
van 2,4 miljard euro uit het Hoofdlijnenakkoord structureel meer aan cyber- en inlichtingencapaciteiten.
Defensie is doende de cybercapaciteiten op alle gebieden te versterken, als onderdeel
van de investeringen van ruim 117 miljoen euro in conflictvoering en de digitale transformatie
zoals beschreven in de Kamerbrief over de Aanvullende investeringen Defensie d.d.
11 november 2024 (Kamerstuk 36 600 X, nr. 22). Een verdere opsplitsing van de extra gelden voor cyberveiligheid kan vanwege vertrouwelijkheid
niet gemaakt worden. Het betreffen versterkingen van de capaciteiten op het gebied
van de (cyber)inlichtingen, de cybersecurity, de militaire cyberoperaties en de rechtshandhaving
in dit domein. Ten aanzien van de cyberveiligheid kan worden gesteld dat wordt geïnvesteerd
in stringentere beveiligingsmaatregelen, de monitoring- en responscapaciteit, innovatie
en de nationale en internationale samenwerking. Tevens wordt veel aandacht besteed
aan het vergroten van het cyberbewustzijn van het defensiepersoneel, zoals ook uiteengezet
in antwoorden op Kamervragen aangaande het traceren van militairen via fitness-apps
(2025D20451 en 2025D50864).
2
Kunt u inzichtelijk maken hoeveel middelen voor infrastructuur te relateren aan de
NAVO opgenomen zijn?
In de defensiebegroting (Hoofdstuk K artikel 5) zijn slechts de infrastructurele investeringen
en instandhoudingskosten opgenomen die betrekking hebben op het Defensie Vastgoed.
3
Heeft u een onderbouwing van de door secretaris-generaal Rutte voorgestelde 5%-NAVO-norm
gekregen?
Op basis van de toenemende dreigingen heeft de NAVO een plan gemaakt voor de militaire
capaciteiten om het bondgenootschap te verdedigen en tegenstanders af te schrikken.
Deze capaciteiten zijn vervolgens op basis van een redelijke lastenverdeling verdeeld
onder bondgenoten. In de kamerbrief over financiële en personele doorrekening van
de NAVO-capaciteitsdoelstellingen 2025 is de uitkomst van de technische doorrekening
dat er ongeveer 16–19 miljard euro nodig is om volledig invulling te geven aan de
NAVO-capaciteitsdoelstellingen. Dit komt neer op minimaal 3.5% van het BBP. Hierbij
zijn de kosten voor homeland defence, host nation support zoals de infrastructuur
die nodig is voor militaire mobiliteit, weerbaarheid en militaire activiteiten buiten
het NAVO-verdragsgebied nog niet meegenomen.
4
Hoeveel directe financiële steun voor investeringen in de Oekraïense defensie-industrie
ontvangt Oekraïne van Nederland?
Nederland werkt, in lijn met de motie Paternotte/Boswijk (Kamerstuk 28 676, nr. 475), actief aan het investeren in de Oekraïne. Hiertoe heeft het kabinet reeds projecten
aangekondigd en toegezien. De totale waarde hiervan is meer dan € 1,4 miljard, waarvan
een groot deel zal worden besteed aan de Oekraïense industrie. Tevens tekende Nederland
en Oekraïne recent een Letter of Intent, als opmaat naar een Memorandum of Understanding (MoU), om Nederlandse investeringen in de Oekraïense defensie industrie te versnellen.
De MoU biedt ook de mogelijkheid dat de Nederlandse en Oekraïense industrie meer gaan
samen werken. De versterking van beide industrieën is goed voor Oekraïne, Nederland
en Europa.
5
Hoe hoog zullen de uitgaven aan defensie zijn in de jaren 2025 t/m 2030 (uitgedrukt
in de vorm van de NAVO-norm)?
In bijlage 4 bij 1e suppletoire begroting is een overzicht opgenomen waarin inzichtelijk is gemaakt wat
de omvang van de defensiebegroting in de jaren 2025 t/m 2030 is, zowel in absolute
zin als uitgedrukt in een percentage van het bbp (NAVO-norm).
6
Wat zijn de resultaten van de aangescherpte grenscontroles tot nu toe?
In de periode van 9 december 2024 tot en met 22 mei 2025 zijn tijdens de binnengrenscontroles
aan de Duitse en Belgische grenzen circa 330 personen de toegang tot Nederland geweigerd.
In dezelfde periode, zijn circa 80 personen aangehouden voor documentfraude en circa
30 personen voor mensensmokkel.
7
Hoeveel grensovergangen worden er momenteel gecontroleerd?
In de periode van 9 december 2024 tot en met 22 mei 2025 zijn er op 97 verschillende
grensovergangen binnengrenscontroles uitgevoerd.
8
Hoeveel grensovergangen werden er in de afgelopen jaren gecontroleerd?
Voor de invoering van de binnengrenscontroles voerde de KMar controles uit in het
kader van mobiel toezicht veiligheid. Deze controles voert de KMar uit binnen de 20
kilometer zone vanaf de Duitse en Belgische grens. Het controlegebied van deze controles
is dus groter dan enkel de grensovergangen.
9
Hoeveel illegale migranten zijn dit jaar per maand aangehouden na ingang van de verscherpte
grenscontroles?
Tijdens de uitvoering van de binnengrenscontroles heeft de KMar per maand gemiddeld
circa 70 onrechtmatig verblijvende vreemdelingen aangetroffen.
10
Hoeveel illegale migranten werden vóór aanscherping van de grenscontroles per maand
aangehouden?
Voor de invoering van de binnengrenscontroles trof de KMar per maand gemiddeld circa
50 (2022), circa 40 (2023) en circa 30 (begin 2024) onrechtmatig verblijvende vreemdelingen
aan tijdens de uitvoering van mobiel toezicht veiligheidscontroles.
11
Waaraan is het extra budget voor de verscherping van de grenscontroles precies besteed?
Kunt u de bedragen helder uitsplitsen?
Verscherpte grenscontroles worden, als onderdeel van de artikel 25 Schengengrenscode,
worden sinds 9 december 2024 uitgevoerd. Deze controles worden uitgevoerd binnen bestaande
middelen en personele capaciteit.
12
Hoe groot is de huidige onderbezetting bij de Koninklijke Marechaussee?
De bezetting van de Koninklijke Marechaussee varieert, aangezien continue nieuwe medewerkers
starten en/of collega’s vertrekken. Om een eenduidig beeld te hebben met betrekking
tot de aantallen, worden een keer per maand deze cijfers vastgesteld. Begin mei 2025
bedroeg de onderbezetting van de KMar 1.050 VTE.
13
Hoeveel nieuw personeel is er dit jaar aangenomen bij de KMar vergeleken met de afgelopen
jaren?
Deze informatie is vertrouwelijk en kan daardoor niet openbaar worden gemaakt.
14
Kunt u een overzicht geven van de steun aan Oekraïne per jaar (gerealiseerd en begroot)
en daarbij aangeven welke wijzigingen bij welk begrotingsmoment zijn doorgevoerd?
In elk jaarverslag over de Defensiebegroting wordt sinds 2022 in een aparte bijlage
de gerealiseerde steun verantwoord, gemeten in kasuitgaven. De begrote steun is te
vinden in de verantwoording over artikel 1 – Inzet. De begrote en gerealiseerde uitgaven
zijn per jaarverslag als volgt:
2022: € 0 begroot, € 171 miljoen gerealiseerd.
2023: € 18 miljoen begroot, € 996 miljoen gerealiseerd.
2024: € 2,1 miljard begroot, € 2,5 miljard gerealiseerd.
Over de realisatie gemeten in kasuitgaven én geleverd materieel uit eigen voorraad
wordt uw Kamer geïnformeerd middels de periodieke leveringenbrief. De laatste leveringenbrief
dateert van 17 februari jl.
Elke begrotingsmutatie in de Defensiebegroting met betrekking tot Oekraïne wordt verantwoord
en is terug te vinden in het bijbehorende begrotingsstuk.
15
Kunt u een jaarlijks overzicht geven van het percentage defensie-uitgaven van het
BBP (gerealiseerd en begroot) en daarbij een onderscheid maken tussen de rekenmethodes
van Nederland en de NAVO en Inclusief en exclusief steun aan Oekraïne?
Vanaf Ontwerpbegroting 2024 neemt Defensie in de beleidsagenda onder financiële ontwikkelingen
een figuur op waarin de begrote percentages zijn opgenomen. In het Jaarverslag 2024
heeft Defensie in het beleidsverslag onder financiële ontwikkelingen een vergelijkbare
figuur opgenomen waarin de gerealiseerde percentages zijn gepresenteerd, naast het
percentage zoals dat bij Ontwerpbegroting 2024 voor het jaar 2024 werd voorzien. Daarbij
is een onderscheid gemaakt in de uitgaven inclusief en exclusief militaire steun aan
Oekraïne.
16
Wat is de budgettaire ruimte op de begroting van Defensie?
De Defensiebegroting heeft met de stand van de eerste suppletoire begroting 2025 een
budget van € 15.155,4 miljoen. Dit is enkel het deel op hoofdstuk 10 Defensie begroting.
De begroting van het Defensie Materieelbegrotingsfonds heeft met de stand van de eerste
suppletoire begroting 2025 een budget van € 10.617,1 miljoen. Beide begrotingen samen
telt op tot een stand van € 25.772,5.
17
Welke middelen zijn juridisch verplicht?
De Defensiebegroting heeft met de stand van de eerste suppletoire begroting 2025 is
€ 9.196,8 miljoen Juridisch verplicht.
18
Welke middelen zijn bestuurlijk gebonden?
De Defensiebegroting heeft met de stand van de eerste suppletoire begroting 2025 is
€ 58 miljoen Bestuurlijk gebonden.
19
Welke middelen zijn beleidsmatig belegd en hoeveel middelen zijn nog vrij te besteden?
De Defensiebegroting heeft met de stand van de eerste suppletoire begroting 2025 € 5.900,6 miljoen
beleidsmatig belegd. Er zijn in de begroting geen middelen die niet juridisch verplicht,
bestuurlijk gebonden of beleidsmatig belegd zijn.
20
Hoeveel bedraagt naar verwachting de onderuitputting in 2025?
Op dit moment wordt niet voorzien dat er budget wordt doorgeschoven naar volgende
jaren. Sterker nog, de krijgsmacht staat in de hoogste versnelling om het toegewezen
budget om te zetten in gevechtskracht voor onze militairen. Indien er gedurende het
jaar onderuitputting dreigt zijn maatregelen geïdentificeerd om versnellingen in gang
te zetten, zodat de middelen alsnog tot besteding komen.
21
Hoeveel bedragen naar verwachting de kasschuiven van 2025 naar latere begrotingsjaren?
Zie antwoord op vraag 20.
22
Welke criteria gelden er bij de keuze voor aankopen van defensiematerieel van buitenlandse
producenten?
De belangrijkste criteria voor het aanschafbeleid zijn tijdigheid, herkomst, kwaliteit
en prijs. De tijdige beschikbaarheid van het materieel wordt steeds belangrijker vanwege
het zich ontwikkelende dreigingsbeeld. Voor DMP-projecten geldt daarnaast het uitgangspunt
«verwerving van de plank», omdat de aanschaf van materieel Commercial Off The Shelf (COTS) of Military Off The Shelf (MOTS) bijdraagt aan tijdige beschikbaarheid, standaardisering en kostenbeheersing.
Het inkoopproces van Defensie is voorts gehouden aan nationale en Europese regels.
Deze regels gelden voor zowel Nederlandse als voor buitenlandse aankopen.
23
Kunt u toelichten welke afwegingen plaatsvinden bij de keuze voor defensiematerieel
van buitenlandse producenten?
In sommige gevallen is het beste materieel dat tijdig verkrijgbaar is, afkomstig van
buitenlandse leveranciers. In die gevallen worden de producten ook in het buitenland
besteld. Tegelijkertijd wordt met het industrie- en innovatieversterkend aanschafbeleid
gestuurd op de versterking en opschaling van de defensie-industrie (D-SII, Kamerstuk
31 125, nr. 134). Dit draagt bij aan de leveringszekerheid van het defensiematerieel en het vergroten
van de strategische autonomie, en is daarmee in het belang van de nationale veiligheid.
24
Kunt u toelichten hoe die afweging eruitzag bij de keuze voor de Tomahawk-kruisvluchtwapens?
De afweging van de keuze voor de Tomahawk-kruisvluchtwapens is toegelicht in de A-brief
projecten «Deep Strike Capaciteit Air» en «Verwerving Maritime Strike» (Kamerstuk
27 830 nr. 391). Hierin staat benoemd dat defensie bij materieelaanschaf zoveel mogelijk kiest voor
de verwerving «van de plank» (Military-off-the-Shelf, MOTS). De operationele eisen voor het wapensysteem zijn gebaseerd op de NATO Capability Maritime Strike – Long Range.
Na een beschouwing van de MOTS alternatieven, werd duidelijk dat het Amerikaanse Tomahawk-kruisvluchtwapen,
met name vanwege bereik in combinatie met operationele eigenschappen, als enige aan
deze eisen voldoet. Deze verwerving vindt plaats via Foreign Military Sales (FMS).
25
Zijn de criteria bij de keuze voor aankopen van defensiematerieel van buitenlandse
producenten veranderd sinds de bekendmaking van het ReArm Europe/Readiness 2030 plan
van de Europese Commissie?
Nee. Zoals toegelicht in de kabinetsappreciatie van het Witboek Europese Defensie
Gereedheid 2030 (Kamerstuk 22 112, nr. 4027) is het uitgangspunt van het kabinet dat de lidstaten, onder andere via het European Defence Agency (EDA), zeggenschap hebben over prioriteitsstelling, defensieplanning en aanschafprocessen.
Een belangrijke prioriteit voor het kabinet is het wegnemen van barrières in (EU-)wetgeving
die de gereedstelling en inzet van de krijgsmacht en een goed functioneren van de
defensie-industrie belemmeren. In dit licht heeft het kabinet de aankondiging van
de Europese Commissie over een «Defence Omnibus Simplification» verwelkomd.
26
In hoeverre krijgen Europese producenten bij gelijke geschiktheid van materieel momenteel
de voorkeur boven Amerikaanse producenten?
Bij de uitvoering van het industrie- en innovatieversterkend aanschafbeleid uit de
DS-II laat Defensie de factoren snelheid van levering en leveringszekerheid, maar
ook de herkomst van het product – bij voorkeur Nederlands of Europees – voortaan zwaarder
meewegen. Dit betekent dat Defensie vaker orders gaat plaatsen bij in Nederland en
in andere Europese landen gevestigde bedrijven.
27
Kunt u toelichten hoe u tot de eis bent gekomen dat nieuwe langeafstandswapens minimaal
1.000 km bereik moeten hebben?
De eis van een minimaal bereik van 540 nautische mijlen (ongeveer 1.000 km) volgt
uit de eisen die de NAVO stelt aan een Deep Strike Capability voor maritieme eenheden.
28
Welke technische en juridische waarborgen zijn er ingericht in het Joint Target Support
Centre om te garanderen dat Nederland eigen langeafstandswapens van Amerikaanse makelij
volledig zelfstandig kan lanceren, ook buiten Amerikaanse commandostructuren om?
Nederland is in overleg met de Verenigde Staten om dit te borgen. Voor het Joint Target Support Centre wordt een aparte FMS case ingericht. Zoals aangegeven in de A-brief Verwerving Maritime
Strike (Kamerstuk 27 830, nr. 391), wil Nederland het wapen soeverein kunnen inzetten en de keten zo onafhankelijk
mogelijk inrichten. De samenwerking met de Verenigde Staten is hierop gericht.
29
Is het bij de aanschaf van langeafstandswapens een criterium dat het bereik groot
genoeg is om militaire doelen in Rusland te kunnen raken?
Deep Precision Strike gaat om de mogelijkheid om doelen op grote afstand (bijvoorbeeld diep achter de vijandelijke
linies), en de dreiging die hiervan uitgaat, nauwkeurig aan te kunnen grijpen. Dat
kan gaan om doelen van elke mogelijke tegenstander.
30
Hoeveel procent van de totale oppervlakte aan defensieterreinen binnen Nederland valt
op dit moment binnen Natura 2000 gebieden?
In totaal valt 66% (te weten 17.353 hectare) van de defensieterreinen onder beschermde
natuurgebieden via Natuur Netwerk Nederland (NNN). Van alle defensieterreinen valt
59% (15.373 hectare), ook binnen Natura2000 gebied. Hoewel de overige 8.750 hectare
geen beschermingsstatus conform deze wetten geniet, wordt het overgrote deel wel zo
beheerd.
31
Welke beperkingen beoogt de Wet op de Gereedheid aan te passen of tijdelijk op te
heffen voor Defensie?
De wet op de gereedheid beoogt een divers palet aan knelpunten op te lossen. Defensie
heeft het wetsvoorstel aangeboden voor een internetconsultatie. Graag ga ik daarna
met uw kamer in gesprek over de precieze inhoud en de oplossingen voor de knelpunten
tijdens behandeling van het wetsvoorstel.
32
Kunt u de afweging tussen uitbreiding van Defensie en het belang van natuur toelichten?
Ruimtelijke opgaven in Nederland zijn ingewikkelder dan de afgelopen decennia. Nederland
is voller. Ruimte is schaarser. Juist vanwege de schaarste is het voor Defensie belangrijk
oog te hebben voor mogelijkheden om ruimtebeslag te combineren. Militaire oefenterreinen
kunnen bijdragen aan andere maatschappelijke behoeftes. Zoals bijvoorbeeld ontwikkeling
van de natuur en het opslaan van grondwater. Dit zijn mogelijkheden op zowel bestaande
als nieuwe terreinen. Om tot voorkeurslocaties te komen in het Nationaal Plan Ruimte
voor Defensie (NPRD) is uitgebreid onderzoek gedaan naar de impact die een defensielocatie
of activiteit zou kunnen hebben op de aanwezige waarden in het gebied. Ten aanzien
van natuur is onder andere gekeken naar de inpasbaarheid ten opzichte van N2000 gebieden,
NNN gebieden, vogelrichtlijnen, beschermde flora en fauna, en vogelbroedgebieden.
Defensie heeft bij het bepalen van de ruimtebehoefte zorgvuldig gekeken voor welke
activiteiten er extra ruimte nodig is in Nederland en waar dit dan het beste een plek
kan krijgen.
33
Op welke defensieterreinen zijn er metingen gedaan waar de concentratie van PFAS boven
de gestelde norm lag?
Er zijn verhoogde PFOS1 concentraties aangetroffen op ten minste 12 Defensieterreinen. In 11 gevallen zijn
er verhoogde concentraties aangetroffen boven de INEV-waarde2, bij Maritiem Vliegkamp De Kooy ligt de waarde onder deze norm. Het gaat vooral om
brandweeroefenterreinen of andere plekken waar geblust is in het verleden. In sommige
gevallen gaat het om verhoogde gehalten en concentraties van PFOS in de grond en in
een aantal gevallen gaat het ook om verhoogde concentraties in het grondwater en eventueel
het oppervlaktewater, bijvoorbeeld bij vliegbasis Leeuwarden.
1. Artillerie Schietkamp ‘t Harde;
2. Logistiek Complex Bathmen;
3. Vliegbasis Leeuwarden;
4. Infanterie Schietkamp Harskamp;
5. Militair Luchthaventerrein Deelen;
6. Complex Groot Heidekamp;
7. Maritiem Vliegkamp De Kooy;
8. Vliegbasis Volkel;
9. Vliegbasis Gilze-Rijen;
10. Vliegbasis Eindhoven;
11. Luitenant-generaal Bestkazerne.
12. Vliegbasis Woensdrecht.
34
Wat doet Defensie om geluidsoverlast te minimaliseren, zowel bij vliegoefeningen als
op defensieterreinen?
Defensie is zich bewust dat oefen-activiteiten (een ervaring van) geluidsoverlast
kunnen creëren bij omwonenden. Toch moet Defensie meer gaan vliegen en meer oefenen
vanaf meer locaties waardoor er ook meer geluid vrijkomt. Dit doet Defensie niet omdat
we dat leuk vinden, maar omdat het noodzakelijk is voor de veiligheid van Nederland.
Bij deze oefeningen probeert Defensie daarom, waar dat mogelijk is, het geluid te
minimaliseren. Zo wordt bij het starten en landen met jachtvliegtuigen vanaf vliegbases
Volkel en Leeuwarden geoptimaliseerd in routes en stijg/daalpatronen om het geluid
te beperken. Op luchtmachtbases staan geluidswallen om het grondgebonden geluid te
dempen. Tijdens laagvliegoefeningen mogen helikopters niet over bebouwing heen vliegen
en oefenterreinen bevinden zich veelal in bosrijk gebied, wat ook een dempende werking
heeft. Daarnaast is het geluid dat mag worden geproduceerd tijdens oefening en training
vastgelegd in vergunningen.
35
Wanneer zal de door Defensie veroorzaakte PFAS-vervuiling zijn opgeruimd?
Defensie heeft in overleg met ILT en regionale partners, een risico gestuurde aanpak
ontwikkeld. Een risico gestuurde aanpak houdt in dat de uitvoeringsmaatregelen van
de sanering worden bepaald op basis van risico’s. Hiervoor zijn eerst op basis van
historisch gebruik de verdachte locaties in beeld gebracht. Daarna is met nader onderzoek
bepaald of er humane-, verspreidings- of ecologische risico’s aanwezig zijn, die aanleiding
geven tot versnelde maatregelen. Hierbij is onder meer gekeken naar de bedreiging
van drinkwatervoorraden en de invloed op de kwaliteit van oppervlaktewater. Indien
dergelijke risico’s aanwezig zijn, worden in overleg met het bevoegd gezag zo spoedig
mogelijk maatregelen genomen. Indien dergelijke risico’s er niet zijn, worden eveneens
in overleg met het bevoegd gezag op een natuurlijk moment, zoals bouwwerkzaamheden,
duurzame maatregelen genomen. Op dit moment is gestart met een pilotsanering op vliegbasis
Leeuwarden. Hierbij wordt onder andere gebruik gemaakt van een zuiveringsinstallatie.
Hierbij merken we op dat het storten van PFAS-verontreinigde grond voorlopig nog een
probleem is. Stortplaatsen nemen namelijk bij voorkeur geen grote hoeveelheden of
te sterk verontreinigde PFAS-verontreinigde grond in vanwege het risico op uitspoeling
van PFAS in relatie tot de lozingseisen in hun vergunning.
36
Kunt u een overzicht geven van alle defensieaankopen in Israël die zijn gedaan sinds
7 oktober 2023?
37
Kunt u bij elke defensieaankoop in Israël toelichten waarom er niet is gekozen voor
een alternatieve producent?
41
Zijn er alternatieven voor het huidige defensiematerieel van Israëlische makelij?
Zo ja, welke verschillen zijn er?
47
Welke lopende contracten zijn er tussen Defensie en Israëlische wapenproducenten en
leveranciers?
Antwoord op vragen 36, 37, 41 en 47: Defensie wil voor onze militairen het best mogelijke
materieel verwerven, dat tijdig beschikbaar is, met de beschikbare middelen. In sommige
gevallen komt het beste materieel van Israëlische bedrijven of die daar zijn geregistreerd.
Dit zijn belangrijke leveranciers van hoogtechnologische producten. Deze systemen
leveren een grote bijdrage aan de veiligheid van onze militairen en de modernisering
van de krijgsmacht. Israëlische bedrijven leveren diverse essentiële militaire systemen
of onderdelen daarvan waarvoor geen of alleen slechtere alternatieven beschikbaar
zijn. Het gaat om antitankwapens, counter-drone systemen, F-35 vliegerhelmen, optische
middelen voor marineschepen, PULS raketartilleriesystemen, zelfbeschermingsapparatuur
voor diverse vliegtuigen, zelfbeschermingssystemen en optische middelen voor CV90
pantservoertuigen, en (componenten voor) het Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem
(VOSS). Omdat er in deze gevallen geen vergelijkbare alternatieven beschikbaar zijn,
dan wel niet tijdig door andere leveranciers kunnen worden geleverd, valt de keuze
op het door Israëlische bedrijven geproduceerde materieel.
38
Hanteert het Ministerie van Defensie bij de import van defensiematerieel uit landen
als Israël specifieke criteria op het gebied van mensenrechten?
Voor alle aanschaf van defensiematerieel in het buitenland is Defensie in principe
gehouden aan dezelfde kaders en criteria. De verplichtingen die voortvloeien uit internationale
verdragen en afspraken maken hier deel van uit (zie ook antwoord vraag 22).
39
In hoeverre is de Nederlandse krijgsmacht afhankelijk van Israëlische medewerking
bij het gebruik van defensiematerieel van Israëlische makelij?
Elke vorm van defensiesamenwerking met Israël wordt zorgvuldig en afzonderlijk afgewogen.
40
Wat zou het voor Defensie betekenen als we per direct stoppen met het kopen van Israëlische
wapens en defensiematerieel?
Opschorting van militaire goederenuit Israël zou grote gevolgen hebben voor de inzetbaarheid
en gereedstelling van Defensie. Vanwege de toegenomen dreiging en de veroudering van
het huidige materieel heeft Defensie op zeer korte termijn behoefte aan het beste
materieel om de taken van de krijgsmacht te kunnen blijven uitvoeren. Dit is noodzakelijk
voor de veiligheid van Nederland en Europa. Voor bepaalde capaciteiten komt het beste
materieel uit Israël. Het tijdig kunnen leveren van materieel is hierbij een belangrijke
eis.
42
Hoeveel heeft Defensie in de laatste vijf jaar uitgegeven aan materieel van producenten
en leveranciers uit de Verenigde Staten? Kunt u de bedragen toelichten per bedrijf?
Defensie heeft voor ongeveer € 6,5 miljard aan materieel van producenten en leveranciers
uit de Verenigde Staten uitgegeven over de afgelopen vijf jaar. De bedragen per bedrijf
zijn commercieel vertrouwelijk.
43
Hoeveel heeft Defensie in de laatste vijf jaar uitgegeven aan materieel van producenten
en leveranciers uit Israël? Kunt u de bedragen toelichten per bedrijf?
Defensie heeft over de afgelopen vijf jaar voor ongeveer € 430 miljoen uitgegeven
aan materiaal van leveranciers uit Israël. De bedragen per bedrijf zijn commercieel
vertrouwelijk.
44
Welke afhankelijkheden heeft Defensie van Amerikaanse wapenproducenten en leveranciers?
45
Welke afhankelijkheden heeft Defensie van Israëlische wapenproducenten en leveranciers?
Antwoord op vraag 44 en 45: De keuze voor een bepaald wapensysteem levert altijd een
afhankelijkheid van de (buitenlandse) leverancier op, zowel voor de initiële levering,
voor de levering van de bijbehorende munitie, en voor de instandhouding zoals door
de levering van reservedelen. Defensie maakt altijd een risico-inschatting van de
continuïteit van de leverancier en beperkt het risico van een dergelijke afhankelijkheid
door het aanleggen van (inzet)voorraden munitie en reservedelen, door de aanschaf
van onderhoudsdocumentatie en door het onderhoud (deels) in eigen beheer nemen. Voor
elk project worden daarin afgewogen keuzes gemaakt, die dan ook per project kunnen
verschillen. Dit is bij de verwerving van wapensystemen van Israëlische of Amerikaanse
leveranciers niet anders. Defensie beschikt niet over een overzicht van afhankelijkheden
en eventuele risico’s van buitenlandse wapenproducenten en leveranciers, waaronder
in de Verenigde Staten en Israël.
46
Welke lopende contracten zijn er tussen Defensie en Amerikaanse wapenproducenten en
leveranciers?
Defensie heeft lopende contracten met Amerikaanse wapenproducten en leveranciers voor
onder andere leveringen van de F-35, langeafstandswapens zoals JASSM-ER raketten,
aanvullende Patriot-lanceerinrichtingen en -raketten en radio’s voor het programma
Foxtrot.
47
Welke lopende contracten zijn er tussen Defensie en Israëlische wapenproducenten en
leveranciers?
Zie eerdere reactie op vragen 36, 36, 41 en 47
48
Hoe vaak in de laatste vijf jaar hebben bewindspersonen en ambtenaren van het Ministerie
van Defensie gesprekken gehad, zowel formeel als informeel, met vertegenwoordigers
van wapenproducenten en leveranciers? Met wie zijn deze gesprekken geweest en wat
waren de onderwerpen van de gesprekken? Wat zijn de uitkomsten van deze gesprekken
geweest?
In algemene zin gaat Defensie regelmatig het gesprek aan met vertegenwoordigers van
defensie-industrie. Gelet op de opschalingsuitdaging en de onvoorspelbare geopolitieke
situatie is regelmatige nauwe afstemming noodzakelijk. Afspraken van bewindspersonen
zijn zoveel als mogelijk onderdeel van de publieke agenda.
49
Verwacht u in 2025 onderbesteding bij het Ministerie van Defensie of bij het Defensiematerieelbegrotingsfonds?
Zo ja, hoe groot verwacht u de onderbesteding te zijn?
Op dit moment wordt niet voorzien dat er budget wordt doorgeschoven naar volgende
jaren. Sterker nog, de krijgsmacht staat in de hoogste versnelling om het toegewezen
budget om te zetten in gevechtskracht voor onze militairen. Indien er gedurende het
jaar onderuitputting dreigt zijn maatregelen geïdentificeerd om versnellingen in gang
te zetten, zodat de middelen alsnog tot besteding komen.
50
Hebben alle vrouwen bij Defensie die een scherfvest nodig hebben toegang tot een scherfvest
gemaakt voor het vrouwenlichaam?
In januari 2025 heeft Defensie een order geplaatst voor 1.530 scherfvesten geoptimaliseerd
voor de lichaamsvormen van een vrouw. 1.500 van deze vesten zijn bedoeld voor inzet
en 30 stuks voor onderzoek. Defensie verwacht de eerste vesten eind juni 2025 in ontvangst
te kunnen nemen. Ook heeft Defensie optieruimte om nog eens 7.000 additionele stuks
te verwerven.
51
Hoe is bij uitzendingen en plaatsingen van militairen toegang tot en vergoeding van
menstruatieproducten voor vrouwen geregeld?
Er is geen Defensiebrede voorziening voor specifiek menstruatieproducten. Op uitzending
ontvangen echter alle militairen in hun uitzendtoelage een vergoeding voor hun persoonlijke
producten. Doorgaans is op oefening of uitzending een verkooppunt aanwezig. Daarnaast
komt voor dat individuele commandanten voorzien bij een uitzending of op de werkplek
in menstruatieproducten.
52
Hoe is bij uitzendingen of plaatsing toegang tot en vergoeding van kinderopvang geregeld?
Defensie biedt ouders met jonge kinderen tot de leeftijd van 5 jaar, waar een zorgplicht
voor geldt, een financiële tegemoetkoming van maximaal € 150 netto per maand per kind
jonger dan 5 jaar. De tegemoetkoming is bedoeld voor de noodzakelijke extra kosten
voor het treffen van een voorziening. Er dient sprake te zijn van een aaneengesloten
periode van afwezigheid door uitzending of inzet van zeven aaneengesloten dagen of
langer. Ook moet sprake zijn van niet-geregistreerde of niet-erkende opvang of voorzieningen.
Gaat het om extra kinderopvang bij een geregistreerde of erkende instantie, dan kan
de medewerker zelf een wijziging van de tegemoetkoming kinderopvang aanvragen op basis
van de Wet kinderopvang via de Belastingdienst.
De uiteindelijke keuze voor en het regelen van een zorgvoorziening ligt bij het gezin
zelf. De extra voorzieningen hoeven niet te worden geregeld door tussenkomst van een
geregistreerde of erkende organisatie en kan op meerdere manieren worden georganiseerd.
Aangetoond moet worden dat extra kosten zijn ontstaan door deze zorg. Het verlenen
van de extra zorg moet tevens zijn vastgelegd in een (vormvrije) overeenkomst die
door beide partijen is ondertekend.
53
Zijn er maatregelen genomen om in de toekomst grootschalige branden tijdens oefeningen,
zoals in Ede, te voorkomen?
Eenheden denken bij de voorbereiding en de uitvoering van een oefening na over risico’s.
Direct na de brand op oefenterrein Ederheide zijn eenheden van de landmacht nogmaals
gewezen op het gevaar van natuurbranden en de procedures voor het gebruik van rookpotten.
De Inspectie Veiligheid Defensie voert een verkennend onderzoek uit naar de brand.
Ook de Koninklijke Marechaussee doet nog onderzoek. Defensie wil de juiste lessen
leren, om zo vermijdbare verliezen of schade te voorkomen. De onderzoeksresultaten
worden afgewacht. Om daar niet op vooruit te lopen, zijn geen andere maatregelen genomen.
Daarnaast sluiten we als Defensie aan bij het Landelijk Crisisplan Natuurbranden wat
op 13 mei verzonden is naar de Tweede Kamer wat ingaat op de gezamenlijke (decentrale
en nationale overheden) aanpak van grootschalige natuurbranden.
54
Kan de Tweede Kamer het Ontwerp Nationale Beleidsvisie Ruimte voor Defensie nog steeds
eind mei verwachten?
Ja, die heeft de Kamer reeds ontvangen op vrijdag 23 mei jl. (Kamerstuk 36 592, nr. 17).
55
Hoeveel kernwapens worden in Nederland opgeslagen?
Zoals uw Kamer bekend, kunnen op grond van bondgenootschappelijke en juridisch bindende
afspraken geen mededelingen worden gedaan over aantallen en locaties van in Europa
aanwezige Amerikaanse kernwapens. Hieraan liggen veiligheidsoverwegingen ten grondslag.
56
Welke afspraken zijn er met de VS en NAVO gemaakt over de opslag van kernwapens op
Nederlands grondgebied?
Zie het antwoord op vraag 55.
57
Hoe vaak zijn er gesprekken geweest in het afgelopen jaar over mogelijke samenwerking
in Europa als alternatief voor de mogelijke uitbreidingslocaties voor Ruimte voor
Defensie? Met wie zijn deze gesprekken geweest en over welke locaties buiten Nederland
is het gegaan?
Met het NPRD werkt Defensie aan het realiseren van de minimaal noodzakelijke oefenmogelijkheden
in Nederland. In het kader van het NPRD is geïnventariseerd hoeveel oefeningen momenteel
in het buitenland plaatsvinden. De Nederlandse krijgsmacht opereert voor ongeveer
de helft van al haar activiteiten in het buitenland. Vliegers worden vrijwel volledig
in de VS opgeleid, de landmacht opereert in nauw verband met NAVO-bondgenoten in Duitsland
en is in NAVO-verband actief in de Baltische staten, de marine is vrijwel over de
hele wereld actief (ook in de Baltische en Middellandse Zee). Van alle oefeningen
van de Nederlandse krijgsmacht oefent meer dan de helft van alle marinierseenheden
en 60% van de vlooteenheden in het buitenland, traint de landmacht 60% van al haar
oefendagen in het buitenland en wordt 40% van alle vlieguren van de luchtmacht in
het buitenland gemaakt.
De huidige geopolitieke situatie in de wereld vraagt van onze krijgsmacht dat deze
groeit. Er moet daarom meer kunnen worden geoefend. Niet al deze oefeningen kunnen
worden afgewenteld op het buitenland. Ook daar groeien de krijgsmachten en wordt er
meer geoefend. Het doel van het NPRD is dan ook om dit, naast de buitenlandse oefeningen,
ook (meer) in Nederland te kunnen doen. Daarom is ruimte nodig om de gereedstelling
van Defensie ook beter in eigen land te kunnen realiseren. Buitenlandse oefeningen
zoals beschreven zullen blijven bestaan. Deze brengen echter nadelen met zich mee,
zoals druk op het personeel, impact op het gezinsleven, en negatieve gevolgen voor
de aantrekkelijkheid van Defensie als werkgever. Oefenen in het buitenland leidt ook
tot hogere kosten, inefficiënt gebruik van personeel en tijdelijk verminderde beschikbaarheid
van materieel in Nederland. Daarom is ook in Nederland meer oefenruimte nodig, zodat
realistische training mogelijk is zonder zware afhankelijkheid van het buitenland.
58
Hoe hoog wordt het budget voor Defensie als Nederland 3.5% van de bbp aan defensie
uitgeeft?
Antwoord: De hoogte van het budget voor Defensie is afhankelijk van de hoogte van
het bbp. Omdat het bbp steeds in ontwikkeling is, zal de hoogte van het budget voor
Defensie zich ook ontwikkelen.
Indicatief: Het bbp voor 2026 volgens CEP-raming 2025 van het CPB bedraagt zo’n 1.247 miljard euro.
Als de defensie-uitgaven 3,5% van het bbp bedragen, zal de defensiebegroting 43,6 miljard euro
bedragen.
59
Hoe hoog wordt het budget voor Defensie als Nederland 5% van het bbp aan defensie
uitgeeft?
Antwoord: zie antwoord op vraag 58.
Indicatief: Het bbp voor 2026 volgens CEP-raming 2025 van het CPB bedraagt zo’n 1.247 miljard euro.
Als de defensie-uitgaven 5% van het bbp bedragen, zal de defensiebegroting 62,4 miljard euro
bedragen.
60
Kunt u een schematisch overzicht aanleveren waarin het personeelsbestand van beroepsmilitairen
uitgesplitst wordt naar salarisinschaling?
Deze informatie is vertrouwelijk en kan daardoor niet openbaar worden gemaakt.
61
Kunt u een schematisch overzicht aanleveren waarin het personeelsbestand van burgerpersoneel
uitgesplitst wordt naar salarisinschaling?
Deze informatie is vertrouwelijk en kan daardoor niet openbaar worden gemaakt.
62
Kunt u een schematisch overzicht aanleveren waarin het personeelsbestand van reservisten
uitgesplitst wordt naar salarisinschaling?
Deze informatie is vertrouwelijk en kan daardoor niet openbaar worden gemaakt.
63
Kunt u een schematisch overzicht aanleveren van het personeelsbestand van beroepsmilitairen
en reservisten uitgesplitst naar rang?
Deze informatie is vertrouwelijk en kan daardoor niet openbaar worden gemaakt.
64
Hoeveel middelen zijn er in totaal vrijgemaakt in de Voorjaarsnota voor het bevorderen
van de digitale soevereiniteit van uw departement en de relevante zelfstandige bestuursorganen
(zbo's) en agentschappen?
Voor de besteding van de extra middelen die in de Voorjaarsnota zijn vrijgemaakt wordt
een bestedingsplan uitgewerkt. Defensie zal uw kamer zo snel als mogelijk over de
voorgenomen bestedingen informeren. Voorbeelden van lopende dossiers zijn de digitale
transformatie strategie en de multi modale cloud strategie.
65
Kunnen uitgaven van bijvoorbeeld waterschappen, gemeentes en provincies ook toegerekend
worden aan de NAVO-norm of komen alleen rijksuitgaven in aanmerking?
De NAVO definitie voor defensie-uitgaven is als volgt: «Alle betalingen door een nationale regering (exclusief regionale, lokale en gemeentelijke
autoriteiten) die specifiek worden gedaan om te voldoen aan de behoeften van haar
strijdkrachten, die van bondgenoten of van het Bondgenootschap.» Voor defensie-gerelateerde uitgaven is nog geen definitie overeengekomen.
66
Welke infrastructuur-gerelateerde investeringen, ook van andere ministeries, zouden
allemaal onder de NAVO-norm vallen?
Onder de huidige defense investment pledge mogen enkel infrastructurele uitgaven die
direct ten goede komen van de krijgsmacht worden meegerekend. Bondgenoten moeten nog
afspraken maken over een nieuwe defense investment pledge en over toe te rekenen uitgaven.
67
Welke cybergerelateerde investeringen, ook van andere ministeries, zouden allemaal
onder de NAVO-norm vallen?
De reikwijdte van defensie-gerelateerde uitgaven is nog onbepaald en hangt af van
de definitie die overeen wordt gekomen tussen de NAVO-landen. Bondgenoten moeten hier
nog afspraken over maken.
68
Wat zijn de financiële implicaties van de personele ambities van dit kabinet om tot
wel 200.000 manschappen te kunnen mobiliseren?
Een verdere opschaling en mobilisatie van het personele bestand kan noodzakelijk zijn
in geval van een crisis- of oorlogssituatie of in de aanloop daar naartoe. Het verhoogde
aantal van grofweg 200.000 mensen in het geval van een oorlogssituatie betreft een
eerste inschatting. Op basis van de uitwerking van de plannen van de defensieonderdelen
voor een schaalbare inrichting, stelt Defensie later dit jaar vast hoeveel personeelscapaciteit
daadwerkelijk nodig is voor de vredes- en oorlogsorganisatie. Op dat moment bepaalt
Defensie ook het structurele budget dat beschikbaar wordt gesteld binnen de Defensiebegroting
aan de personeelscapaciteit of de ruimte deze op te schalen. Als het nodig is prioriteiten
te stellen voor het gereedstellen van meer mobilisabele capaciteit en het inrichten
van de randvoorwaarden om snel en grootschalig op te kunnen schalen, dan kan dat gevolgen
hebben voor andere investeringen binnen de Defensiebegroting.
69
Wanneer wordt de Kamer op de hoogte gesteld van de kabinetsinzet voor de nieuwe Defence
Investment Pledge?
Het kabinet informeert de kamer voor de NAVO-top over het standpunt dat ingenomen
zal worden.
70
Op basis van welk(e) document(en) rapporteert u aan de NAVO over de Nederlandse plannen
op het gebied van de defensie-industrie en de geboekte voortgang?
Tijdens de NAVO Top in Washington zijn bondgenoten de NATO Industrial Capacity Expansion (NICE) Pledge overeengekomen op het hoogste politieke niveau. Als onderdeel hiervan rapporteren
bondgenoten vanaf dit jaar jaarlijks nationale plannen aan de NAVO, waarmee investeringen
in defensieproductie worden bijgehouden en gemonitord. De basis voor de nationale
plannen zijn onder andere de Defensienota, de Defensie Strategie voor Industrie en
Innovatie, de nationale veiligheidsstrategie, de Nederlandse cybersecuritystrategie
en de strategie voor onderzoek en innovatie. Tevens wordt de digitale transformatie
strategie voor de zomer naar de Kamer verzonden.
71
Hoeveel geld is er nodig om de militaire gezondheidszorg volledig op sterkte te krijgen?
Met de Defensienota 2022, 2024 en de Voorjaarsnota 2025 heeft Defensie al de eerste
grote stappen genomen om de operationeel geneeskundige keten te herstellen en te versterken.
Er zijn aanvullende investeringen in zowel personeel als materieel en vastgoed nodig
om de militaire gezondheidszorg op orde te krijgen. Die zullen moeten passen binnen
de Defensiebegroting. De financiële omvang van de investeringen die aanvullend benodigd
zijn, kent op dit moment nog veel onzekerheden. Hiervoor werkt Defensie de komende
periode de verschillende capaciteiten die NAVO vraagt verder uit. Daarnaast wordt
de weerbaarheidsopgave o.a. samen met het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en
Sport vormgegeven.
72
Hoeveel geld is er nodig om de beveilingstekortkomingen zoals gemeld door de Algemene
Rekenkamer te verhelpen?
Op dit moment is er voldoende budget om het opgestelde en goedgekeurde plan van aanpak
met betrekking tot de bekende beveiligingstekorten uit te voeren. Zo is er structureel
meer geld beschikbaar gekomen in de Defensienota’s van 2022 en 2024 om de formatie
van de beveiligingsketen te versterken. Voor de duur van het programma Beveiliging
Militaire Objecten (BMO) is de benodigde verandercapaciteit aanwezig. Kleinschalige
vastgoedaanpassingen, specifiek voor beveiliging zijn opgenomen in de begroting. Daarnaast
is Defensie aan de slag met grootschalige revitaliseringsprogramma’s van het bestaande
vastgoed waar beveiliging bij design meegenomen wordt. Verder is er een programma
dat de bewakings- en beveiligingssystemen vernieuwt. Indien noodzakelijk, zal extra
budget via het begrotings- en planningsproces beschikbaar worden gemaakt.
73
Waar bestaat de additionele 2 miljard euro voor militaire steun aan Oekraïne uit?
Deze additionele middelen worden gebruikt voor diverse vormen van militaire steun.
Het gaat primair om drones, luchtverdedigingscapaciteiten maar ook om munitie, maritieme
en special forces capaciteiten.
74
Op welke termijn wordt de Kamer gedetailleerd geïnformeerd over de concrete invulling
en besteding van de € 2 miljard additionele militaire steun aan Oekraïne voor 2025,
die later onderbouwd zal worden?
De Kamer wordt middels de periodieke update levering militaire goederen aan Oekraïne
geïnformeerd over de invulling en voortgang van de militaire steunverlening. De laatste
update werd op 17 februari jl. aan de Kamer verstuurd.
75
Kunt u specificeren welk partnerland betrokken was bij de geannuleerde levering die
leidde tot het vervallen van € 117 miljoen aan kasuitgaven en verplichtingenruimte
voor Oekraïne-steun?
In het belang van de betrekkingen van Nederland met partners kan het betreffende land
niet gespecifieerd worden.
76
Kunt u de redenen voor het niet doorgaan van de levering toelichten die leidde tot
het vervallen van € 117 miljoen aan kasuitgaven en verplichtingenruimte?
De specifieke munitielevering betrof 125mm tankmunitie. Naast de Oekraïense behoefte
en de doelmatigheid en rechtmatigheid van de besteding kijkt Defensie bij verwerving
ook naar de benodigde snelheid van levering. Tijdens de afweging van verschillende
factoren is gekozen geen invulling te geven aan de Oekraïense behoefte middels deze
specifieke capaciteit. Er wordt gekeken welke alternatieve capaciteit aan de Oekraïense
behoefte voldoet. Meer gedetailleerde informatie kan in het kader van commerciële
vertrouwelijkheid niet gedeeld worden.
77
Wat zijn de effecten op de instroomaantallen van asielzoekers in Nederland sinds de
extra inzet van de KMar voor versterkte grensbewaking?
De personen die tijdens de binnengrenscontroles aangeven internationale bescherming
te willen, worden conform de gebruikelijke procedures doorverwezen naar de nationale
asielprocedure. De Minister van Asiel en Migratie zal naar verwachting de Tweede Kamer
voor het zomerreces informeren over de resultaten van de binnengrenscontroles over
de periode december 2024 tot juni 2025. Over algemene ontwikkelingen in de asielinstroom
rapporteert de Minister van Asiel en Migratie jaarlijks middels de Staat van Migratie.
Ook de Staat van Migratie 2025 wordt naar verwachting voor het zomerreces met de Tweede
Kamer gedeeld.
78
Wat zijn de verwachtte effecten op instroomaantallen van asielzoekers in Nederland
van het extra begrootte geld dat naar extra grensbewaking zal gaan?
Zie antwoord 79.
79
Wat zijn de concrete operationele doelstellingen voor de intensivering van de grensbewaking
door de Koninklijke Marechaussee (KMar) in 2025, waarvoor € 14,3 miljoen aan Hoofdstuk X
wordt toegevoegd?
De maatregelen dragen bij aan het versterken van de KMar capaciteit voor haar werkzaamheden
op de luchthavens en in het maritiem grenstoezicht, voor de uitvoering van het beleidskader
mensensmokkel en voor de KMar inzet in het permanente korps van Frontex. Daarnaast
ziet een deel van de financiering op de maatregelen uit het actieplan behorende bij
de nationale strategie voor geïntegreerd grensbeheer. De realisatie hiervan zullen
bijdragen aan duidelijker kader voor publiek-private samenwerking en het middels technische
innovatie toekomstbestendig maken van het grenstoezicht.
80
Wat voor materieel schaft Nederland gezamenlijk aan met andere landen in het kader
van steun aan Oekraïne?
Nederland werk op grote schaal internationaal samen om gezamenlijk materieel aan te
schaffen voor Oekraïne. Voorbeelden hiervan zijn de samenwerking met Denemarken en
Tsjechië t.a.v. T-72 tanks, munitie en luchtverdedigingsmiddelen. Ook draagt Nederland
bij aan multilaterale samenwerkingsverbanden zoals het International Fund for Ukraine (IFU), het Air Defense Consortium en voor non-lethale steun via het NAVO Ukraine Comprehensive Assistance Package (UCAP). Door gemeenschappelijk in te kopen ontlast Defensie de eigen inkoopcapaciteit,
wordt gedaan aan vraagbundeling, wordt schaalvoordeel bereikt en wordt nodeloos tegen
elkaar opbieden tegengegaan. Ook in het kader van de Air Force Capalility Coalition (AFCC) waaronder de F-16 capaciteit van Oekraïne wordt opgebouwd, werkt Nederland
bij verwerving van diensten, onderdelen en munitie internationaal samen met de leden
van de AFCC.
81
Welke structurele maatregelen treft u om de personeelstekorten binnen Defensie aan
te pakken, zoals blijkend uit de herschikkingen bij de Marine, Luchtmacht, Marechaussee,
DOSCO en het Kerndepartement?
De Kamerbrief «Onze mensen, onze toekomst; meer, beter en sneller» (Kamerstuk 33 763, nr. 161) van 24 maart jl. zet uiteen welke structurele maatregelen Defensie neemt om de personeelstekorten
aan te pakken en versneld door te groeien naar een inzetbare en schaalbare krijgsmacht.
82
Kunt u de langetermijnstrategie van Defensie toelichten om de afhankelijkheid van
externe ondernemers voor het invullen van personele capaciteit te verminderen?
Zeker de komende jaren zal inhuur onvermijdelijk zijn om versneld door te kunnen groeien
naar een inzetgerede en schaalbare krijgsmacht, in het bijzonder als het gaat om opleiden
en trainen. Een oplossing om hiervan op termijn minder afhankelijk te worden ligt
bij maatwerk voor herinstroom, in het bijzonder van ex-onderofficieren en reservisten.
Defensie beziet hoe de waardering van de functie van instructeur verder kan worden
verbeterd, bijvoorbeeld door het bieden van een aantrekkelijker loopbaanpad
83
Kunt u specificeren wat de «defensiebrede problematiek» inhoudt waarvoor € 43,9 miljoen
uit personele uitgaven van de Landmacht beschikbaar is gesteld?
De € 43,9 miljoen uit personele uitgaven van de Koninklijke Landmacht is onder andere
ingezet voor de gestegen prijzen van energie en water van DOSCO ter hoogte van € 20 miljoen,
circa € 18 miljoen voor COMMIT ten behoeve van externe inhuur en € 5,0 miljoen ter
dekking van het leefbaarheidsfonds Zuid-Limburg op artikel 9.
84
Welke defensiebrede problematiek zal met de vrijgekomen 43,9 miljoen euro worden opgelost
bij de Koninklijke Landmacht?
Zie antwoord op vraag 83.
85
Welk deel van het bedrag van 51,2 miljoen euro onder het kopje Koninklijke Luchtmacht
gaat naar gereedstelling en naar welke specifieke aspecten gaat dit?
In totaal is het uitgaven budget met € 51,2 miljoen verhoogd. Dit betreft een verhoging
van de apparaatsuitgaven met € 55,3 miljoen en een verlaging van de programma uitgaven
voor de gereedstelling met € 4,1 miljoen. Omdat het budget voor gereedstelling versneld
is uitgegeven in 2024, is in 2025 minder nodig.
86
Welke specifieke resultaten moeten met het programma «Defensie Open op Orde» (DOO)
worden behaald, mede gezien de herschikking van € 34 miljoen binnen het kerndepartement
hiervoor?
Defensie Open op Orde (DOO) werkt onder meer aan het verbeteren en ontsluiten van
missie-archieven, waaronder die van Operation Inherent Resolve. Ook wordt gewerkt
aan een dienst voor missie-informatie en de implementatie van een document management
systeem. Daarnaast ondersteunt DOO Defensie bij het implementeren van de Wet Open
Overheid met onder andere een Woo-tool, waarmee Defensie in staat is om snel en (deels)
geautomatiseerd dossiers te lakken. Verder heeft DOO met andere stakeholders een online
platform gerealiseerd om de samenleving te kunnen blijven informeren over en betrekken
bij Defensieactiviteiten.
De wijziging van het verplichtingenbudget is een interne herschikking geweest die
geen effect heeft op de te realiseren plannen. De correctie op de interne herschikking
wordt uitgevoerd met de tweede suppletoire begroting.
87
Hoe groot zijn de budgetten van de andere ministeries die meegerekend
worden in de NAVO-norm?
In 2025 wordt voor ruim 207 miljoen euro aan posten van andere ministeries toegerekend
aan de defensie-uitgaven. De geraamde uitgaven van BZ, J&V en I&W voor de NAVO-top
in Den Haag zijn hier onderdeel van. Vanaf 2026 en verder bedragen de posten van andere
ministeries toe te rekenen aan de defensie-uitgaven naar verwachting tussen 140 en
149 miljoen euro.
88
Wanneer zullen de werkafspraken over de wettelijke koppeling van de uitgaven geëvalueerd
worden en kunt u de Kamer over de evaluatie informeren?
Zoals beschreven in bijlage 5 bij VJN25 zullen de gemaakte werkafspraken na een jaar
worden geëvalueerd, maar niet voor 1e Suppletoire begroting 2026. In overleg met het Ministerie van Financiën zal uw Kamer
over deze evaluatie worden geïnformeerd.
89
Kunt u specificeren welke concrete posten «Maatregel A: saldo kasschuiven» (€ –14 miljoen
in 2025) in de Input-Output tabel op pagina 29 omvat?
De in de Input-Output tabel onder maatregel A opgenomen kasschuiven betreffen het
gecumuleerde saldo van kasschuiven op artikelniveau in Hoofdstuk X en Hoofdstuk K.
Individuele kasschuiven groter dan 5 miljoen euro zijn separaat toegelicht in de toelichting
op de artikelen.
90
Op welk percentage van uitgaven aan de Europees afgesproken percentages voor investeringen
in R&T en R&D zit Nederland in 2025 na de bijstelling van de Voorjaarsnota op kennis
en innovatie?
De verwachting is dat Nederland op minimaal 1,3% zit voor de KPI R&T, ook na bijstelling
van de begroting in 2025. Voor het berekenen van dit percentage wordt de definitie
van EDA gebruikt. Naast dit percentage wordt er ook veel besteed aan korte termijn
innovatie onder anderen door het experimenteren en tevens het toepassen van innovaties
in materieel en het gebruiken van kennis in aanschaf- en materieeltrajecten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I. Kahraman, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
N.E. Manten, adjunct-griffier