Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koekkoek over het bericht ‘Waakhond slaat alarm: ‘Als je nu niet in actie komt, zit jouw foto straks in AI-bot van Instagram’
Vragen van het lid Koekkoek (Volt) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Waakhond slaat alarm: «Als je nu niet in actie komt, zit jouw foto straks in AI-bot van Instagram»» (ingezonden 25 april 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Struycken (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 16 juni
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2265
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Als je nu niet in actie komt, zit jouw foto straks
in AI-bot van Instagram»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u van mening dat de voorgenomen plannen van Meta om gebruikersdata in te zetten
als AI-trainingsdata een grove inbreuk is op de privacy van gebruikers van platformen
zoals Instagram en Facebook?
Antwoord 2
Ik begrijp dat de bedoelde plannen van Meta vragen oproepen naar de rechtmatigheid
ervan in het licht van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), maar een
oordeel daarover komt mij niet toe. Het beoordelen van de rechtmatigheid van (voorgenomen)
gegevensverwerkingen is aan de bevoegde toezichthoudende autoriteiten, in Nederland
is dat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Ten aanzien van Meta is niet de AP, maar
de Ierse toezichthouder, de Data Protection Commission (DPC), leidend, omdat de Europese
hoofdvestiging van Meta in Ierland zit. Toezichthouders zijn bij uitstek bevoegd om
stappen te ondernemen indien sprake is van een overtreding van de regels die zijn
neergelegd in de AVG.
In verband met de inzet van gebruikersdata voor Artificiele Intelligentie (AI) training
door Meta, heeft de DPC op 21 mei 2025 een verklaring afgelegd over de plannen van
Meta om publieke content van volwassen gebruikers op facebook en Instagram in de Europese
Unie (EU) en de Europese Economische Ruimte (EER) te gebruiken voor het trainen van
generatieve AI modellen. De DPC heeft eerder in juni 2024 zorgen geuit over deze plannen
en heeft Meta verzocht de training van het model te pauzeren. Meta heeft hierop gereageerd
door de training uit te stellen en aanvullende maatregelen te nemen, waaronder verbeterde
transparantie voor gebruikers, een vereenvoudigd bezwaarformulier en technische waarborgen
zoals de-identificatie en filtering van datasets. De DPC blijft, als leidende toezichthoudende
autoriteit, de situatie nauwlettend volgen en heeft Meta verzocht een rapport op te
stellen met een bijgewerkte evaluatie over de effectiviteit en passendheid van de
genomen maatregelen en waarborgen bij de verwerking van persoonsgegevens. Het rapport
wordt verwacht in oktober 2025.2
Vraag 3
Deelt u de opvatting dat het verlies van controle over de persoonsgegevens van gebruikers
van Facebook en Instagram neerkomt op een aantasting van onze digitale soevereiniteit?
Zo ja, wat voor stappen gaat u hiertegen ondernemen?
Antwoord 3
Het Europees Comité voor gegevensbescherming (EDPB), waarin de Europese gegevensbeschermingsautoriteiten
samenwerken, heeft op 17 december 20243 een advies aangenomen over het gebruik van persoonsgegevens bij het ontwikkelen en
in gebruik nemen van AI-modellen. Daarin wordt ook ingegaan op de verwerking van persoonsgegevens
voor dit doel zonder dat daarvoor toestemming is verkregen van de gebruikers.
De AVG biedt zes grondslagen om persoonsgegevens te mogen verwerken. Toestemming van
de betrokkene is een mogelijke grondslag voor het verwerken van persoonsgegevens (artikel
6, eerste lid, onder a, AVG), maar ook zonder toestemming van de betrokkene kan het
verwerken van persoonsgegevens rechtmatig zijn. Dat kan het geval zijn als de verwerkingsverantwoordelijke
een «gerechtvaardigd belang» (artikel 6, eerste lid onder f AVG) heeft voor de verwerking.
Uit het advies van 17 december 2024 van de EDPB volgt dat een verwerkingsverantwoordelijke
een gerechtvaardigd belang kan hebben dat erin bestaat dat gegevens worden gebruikt
voor de ontwikkeling van een AI-model. Wel noemt de EDPB diverse voorwaarden voor
het gebruik van deze grondslag bij het verwerken van persoonsgegevens ten behoeve
van het ontwikkelen of inzetten van een AI-model. Zo moet worden vastgesteld dat,
indien er sprake is van een gerechtvaardigd belang, aan twee verdere voorwaarden is
voldaan: de beoogde verwerking van persoonsgegevens is noodzakelijk ter behartiging
van het bovengenoemde gerechtvaardigde belang en de belangen of fundamentele rechten
en vrijheden van betrokkenen die door de verwerking van persoonsgegevens worden geraakt,
wegen niet zwaarder dan het gerechtvaardigde belang dat met de verwerking wordt gediend.
Hoe een belangenafweging in concrete situaties uitvalt, wordt bepaald door de omstandigheden
van het geval. Daaruit zal moeten blijken dat het gebruik van persoonsgegevens echt
nodig is en dat hetzelfde doel niet kan worden bereikt met bijvoorbeeld geanonimiseerde
gegevens. In deze afweging spelen de «redelijke verwachtingen» van de betrokkenen
een belangrijke rol. Bij het vaststellen daarvan dient onder meer rekening te worden
gehouden met de context van de verwerking en de informatie die de verwerkingsverantwoordelijke
aan de betrokkene aanbiedt. De verwerkingsverantwoordelijke kan daarbij op de concrete
omstandigheden van het geval toegespitste maatregelen nemen om de impact van de verwerking
op de belangen van betrokkenen te mitigeren. Daarbij speelt de toegang tot rechten
van betrokkenen onder de AVG een rol, zoals het recht op inzage en het recht op bezwaar.
De toezichthouder beoordeelt uiteindelijk of (en zo ja: welke) stappen moeten worden
ondernomen tegen een vorm van verwerking.
Vraag 4
Hoe verhoudt het «opt-out» model voor dataverzameling dat Meta gebruikt zich tot de
vereisten van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)?
Antwoord 4
Bij de beoordeling of de verwerkingsgrondslag «gerechtvaardigd belang» kan worden
ingeroepen, weegt mee of de verwerkingsverantwoordelijke voldoende maatregelen heeft
genomen om de impact van een gegevensverwerking op de belangen van betrokkenen te
beperken. Het bieden van een onvoorwaardelijke «opt-out» kan volgens het advies van
de EDPB worden beschouwd als een zodanige maatregel4, die de controle van individuen over de verwerking van hun persoonsgegevens versterkt.
Of het opt-out model dat Meta gebruikt in overeenstemming is met de AVG, is ter beoordeling
van de onafhankelijke toezichthouder.
Vraag 5
Welke bevoegdheden en middelen heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) om in te
grijpen tegen praktijken van grote bedrijven zoals Meta? Acht u dit voldoende?
Antwoord 5
Elke toezichthoudende autoriteit heeft op grond van artikel 58 van de AVG verschillende
bevoegdheden. De toezichthouder kan bijvoorbeeld de verwerkingsverantwoordelijke of
verwerker waarschuwen, berispen of gelasten een verzoek van een gebruiker voor de
uitoefening van zijn of haar rechten in te willigen. Ook kan er een geldboete worden
opgelegd. De toezichthouder kan bovendien een tijdelijk of definitief verwerkingsverbod
opleggen of gelasten de gegevensstromen naar een ontvanger in een derde land op te
schorten. Ik acht dit instrumentarium toereikend om toe te zien op de naleving van
de gegevensbeschermingswetgeving en waar nodig handhavend op te treden. Ten aanzien
van Meta is als gezegd niet de AP maar de Ierse toezichthouder leidend. Wel staan
de AP en de andere Europese toezichthouders hierover overeenkomstig artikel 60 van
de AVG in contact met de Ierse toezichthouder.
Vraag 6
De AP stelt dat gebruikers momenteel zelf hun privacy moeten beschermen bij een bedrijf
als Meta. Deelt u de opvatting dat de verantwoordelijkheid voor privacy niet bij de
burgers zou moeten liggen? Ziet u een rol weggelegd voor de overheid om haar burgers
te informeren over de bescherming van hun privacy en persoonsgegevens? Zo ja, welke?
Antwoord 6
Het is in de eerste plaats aan de verwerkingsverantwoordelijke om de gegevensbeschermingsregels
na te leven en dat ook te kunnen aantonen, maar ook om duidelijk en transparant te
communiceren naar haar gebruikers en hen in staat te stellen effectief hun rechten
uit te oefenen. Het behoort verder tot de taken van de AP om voorlichting te geven
over de AVG, bijvoorbeeld door in algemene zin te ondersteunen bij het uitoefenen
van de rechten die de AVG biedt. Ik zie in deze situatie geen rol weggelegd voor de
overheid, temeer nu de AP deze rol daadwerkelijk vervult. Haar oproep in de onderhavige
kwestie geeft daar blijk van.
Vraag 7
Als Europese privacytoezichthouders hun onderzoek naar mogelijke schendingen van de
Europese privacywetgeving door Meta niet vóór 27 mei afronden, is de Nederlandse overheid
dan bereid om zelfstandig maatregelen te nemen om de privacy van Nederlandse gebruikers
te beschermen? Deelt u de mening dat de waarschuwing van de AP aanvullende actie vanuit
de overheid legitimeert?
Antwoord 7
Nee, daarmee zou de Nederlandse overheid op de stoel van de toezichthouders gaan zitten.
In het stelsel zoals de AVG dat kent, is het aan verwerkingsverantwoordelijken om
verplichtingen na te leven, aan de betrokkenen om rechten uit te oefenen en is het
toezicht bij onafhankelijke instanties belegd, niet bij de overheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.