Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Inge van Dijk over het bericht 'IMF maakt in analyse gehakt van Nederland koopkrachtfetisjisme'
Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Minister van Financiën over het bericht «IMF maakt in analyse gehakt van Nederland koopkrachtfetisjisme» (ingezonden 22 mei 2025).
Antwoord van Minister Heinen (Financiën) (ontvangen 13 juni 2025).
Vraag 1
Bent u het eens met de conclusie van het IMF dat het Haagse beleid een draai moet
maken van koopkracht naar investeringen, zoals beschreven in het FD?1
Antwoord 1
Het demissionaire kabinet onderschrijft het belang van structurele investeringen in
de Nederlandse economie. Zoals ook in de Miljoenennota 2025 is aangegeven, is structurele
economische groei essentieel voor welvaart en houdbare overheidsfinanciën. Daarnaast
zal het demissionaire kabinet in augustus stilstaan bij de koopkrachtontwikkeling
van de verschillende groepen en een integrale afweging maken of en op welke manier
het nemen van beleidsmaatregelen nodig is. Het is daarbij ook aan een volgend kabinet
om verdere keuzes te maken in het vinden van een verstandig evenwicht tussen beide,
met het oog op zowel korte- als langetermijnbelangen.
Vraag 2
Ziet u ook de dreiging van structureel lagere economische groei zonder zo’n draai?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
De Nederlandse economie heeft zich de afgelopen jaren veerkrachtig ontwikkeld. Ondanks
internationale onzekerheden en een krappe arbeidsmarkt is er sprake geweest van stabiele
en aanhoudende groei. Ook voor de komende jaren voorziet het Centraal Planbureau (CPB)
een gematigd groeipad. Tegelijkertijd vragen de vergrijzing op de langere termijn
en de dalende productiviteitsgroei wel om gerichte keuzes om het verdienvermogen van
Nederland op peil te houden. Ook de geopolitieke onzekerheden kunnen economische schade
veroorzaken.
Het demissionaire kabinet heeft zich actief ingezet voor het versterken van het groeivermogen
op de lange termijn. Een belangrijk onderdeel daarvan is het op orde brengen van de
overheidsfinanciën. Daarmee wordt niet alleen rust gecreëerd in het begrotingsbeleid,
maar ook ruimte behouden om gericht te kunnen investeren. Tegelijk zet het demissionaire
kabinet zich binnen de Europese Unie in het wegnemen van barrières op de Europese
interne markt, verdere verdieping van de kapitaalmarktunie, om zo randvoorwaarden
en toegang tot financiering en durfkapitaal voor innovatieve en snelgroeiende bedrijven
te verbeteren die van belang zijn voor de productiviteitsgroei.
Vraag 3, 4 en 5
Hoe kijkt u naar de conclusie dat de Nederlandse economie op volle capaciteit draait,
waardoor bottlenecks zoals de krappe arbeidsmarkt, het stikstofdossier en achterblijvende
stroomvoorzieningen beginnen te knellen?
Ziet u daarom ook de noodzaak tot hogere investeringen in onderwijs, infrastructuur,
onderzoek en ontwikkeling, die de economie op termijn meer lucht geven en dus reële
groei mogelijk maken?
Ziet u eveneens de noodzaak van investeringen in economische groei om op lange termijn
de overheidsfinanciën te versterken?
Antwoord 3, 4 en 5
Het klopt dat de Nederlandse economie momenteel op of nabij volledige capaciteit draait.
Dat is in veel opzichten een gunstige situatie, maar het brengt ook uitdagingen met
zich mee, zoals druk op de arbeidsmarkt, inflatie, fysieke ruimte en het energiesysteem.
Ook de onderuitputting van begrotingsmiddelen van de afgelopen jaren – die voornamelijk
plaatsvond op investeringsmiddelen – toont dat de overheid en markt qua uitvoeringskracht
aan hun grenzen zitten. Het demissionaire kabinet heeft de afgelopen periode daarom
stappen gezet om de begroting realistisch te maken. Ook heeft het demissionaire kabinet
zich ingezet voor begrotingsdiscipline. Dat draagt bij aan het vertrouwen in het beleid
en voorkomt dat toekomstige generatie worden opgezadeld met de rekening.
Vraag 6
Kunt u een opsomming geven van wat het kabinet op dit vlak momenteel aan langetermijnbeleid
voert of voorbereidt, en daarbij een concrete planning meesturen?
Antwoord 6
Het overzicht en de planning van het langetermijnbeleid van dit demissionaire kabinet
is terug te vinden in het Hoofdlijnenakkoord en het Regeerprogramma, de financiële
vertaling daarvan in de Miljoenennota 2025 en de Voorjaarsnota 2026. Het is aan een
volgend kabinet om nieuwe plannen te maken voor de lange termijn.
Vraag 7
Bent u bereid meer langetermijnbeleid te gaan ontwikkelen, dat aansluit op de scherpe
economische analyses die u in de Miljoenennota 2025 (tevens startnota van het kabinet)
heeft opgenomen?
Antwoord 7
Het demissionaire kabinet heeft reeds een toekomstgericht langetermijnbeleid gevoerd,
zoals ook terugkomt in de Miljoenennota 2025. Dit beleid richt zich onder andere op
het op orde brengen van de overheidsfinanciën, het verbeteren van de arbeidsmarkt
en meer ruimte te geven aan ondernemerschap. Dit biedt een solide basis om de economische
uitdagingen van nu en de toekomst aan te pakken.
Vraag 8
Is volgens u als econoom, een koopkrachtgericht begrotingsbeleid nog steeds nodig,
en hoe beziet u vanuit een economisch langetermijnperspectief de kortetermijnmaatregelen,
zoals huurbevriezing, besparingen op R&D en verlenging van de lagere brandstofaccijns,
die hieraan volgens het IMF tegengesteld zijn?
Antwoord 8
Het demissionaire kabinet heeft, net als voorgaande kabinetten, ingezet op trendmatig
begrotingsbeleid, waarbij aan het begin van de kabinetsperiode duidelijke afspraken
worden gemaakt wat in een jaar mag worden uitgegeven (het uitgavenkader) en hoe hoog
de beleidsmatige aanpassing van de belastingen mag zijn (het inkomstenkader). Daarbij
weegt het kabinet verschillende keuzemogelijkheden zorgvuldig tegen elkaar af, waaronder
de investeringsbehoeften en de noodzaak voor koopkrachtmaatregelen.
Vraag 9
Erkent u ook de door het IMF geschetste context van ondermijning van het investeringsklimaat
door dalend ondernemersvertrouwen en de door de VS ontketende handelsoorlog, en bent
u het met het IMF eens dat deze tijd vraagt om consistente overheidsmaatregelen die
het vertrouwen versterken?
Antwoord 9
De internationale onzekerheid vereist dat we intern stabiliteit en voorspelbaarheid
bieden. Consistent beleid – op onder meer belastingen, energie, regelgeving en arbeidsmarkt –
is essentieel voor het behoud van investeringsvertrouwen.
Vraag 10
Wanneer komt u met de uitwerking van de motie van het lid Inge van Dijk c.s. over
in kaart brengen welke investeringen het grootste hefboomeffect kunnen hebben op de
Nederlandse economische groei en productiviteit?2
Antwoord 10
Tijdens het debat over de Najaarsnota in 2024 heb ik toegezegd deze motie zo te interpreteren
dat publieke investeringen worden betrokken bij de Miljoenennota 2026 in de bredere
context van de productiviteit en economische groei.
Vraag 11
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het debat over de Voorjaarsnota?
Antwoord 11
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.