Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Michon-Derkzen over de aangekondigde acties van XR in winkelgebieden met het verspreiden van butaanzuur
Vragen van het lid Michon-Derkzen (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de aangekondigde acties van XR in winkelgebieden met het verspreiden van butaanzuur (ingezonden 10 april 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 12 juni 2025).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2176
Vraag 1 en 2
Hoeveel acties van XR zijn er inmiddels geweest waarin butaanzuur werd verspreid en
hoeveel zijn er nog aangekondigd?
Hoeveel mensen zijn er inmiddels onwel geworden door de verspreiding van butaanzuur
door XR en hoe vaak hebben hulpdiensten hiervoor moeten uitrukken?
Antwoord 1 en 2
Tot dusver is bekend dat bij acties in Naaldwijk (op 31 januari 2025) en Nijmegen
(op 12 april 2025) butaanzuur is gebruikt. Bij de actie in Naaldwijk is door de politie
aangegeven dat tussen de 5 en 10 mensen onwel zijn geworden en dat hulpdiensten hulp
hebben verleend. Verder heeft de politie mij laten weten dat bij de actie in Nijmegen
een kleine groep mensen last had van rode ogen. Medische zorg door de hulpdiensten
was hier niet nodig.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het verspreiden van butaanzuur op geen enkele wijze wordt beschermd
door het demonstratierecht door alle risico’s voor de veiligheid en gezondheid van
burgers en dat enkel sprake is van een ordeverstorende actie?
Antwoord 3
Het gebruik van een chemische stof om een punt te maken keur ik ten zeerste af, zeker
omdat is gebleken dat bij eerdere vergelijkbare acties mensen onwel zijn geworden.
Maak je punt zonder anderen in gevaar te brengen. Demonstreren moet gebeuren binnen
de grenzen van de wet. Geweld gebruiken of intimidatie hoort daar niet bij, dus ook
het gebruik van butaanzuur niet. Het jaagt mensen angst aan en tast het gevoel van
veiligheid aan.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het verspreiden van butaanzuur een terroristische daad is? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 4
In het Wetboek van Strafrecht is geen definitie opgenomen van het begrip «terrorisme».
Wel is bepaald welke misdrijven kunnen worden aangemerkt als terroristische misdrijven.
Daarbij gaat het – kort samengevat – om misdrijven die zijn gepleegd met een terroristisch
oogmerk. Het is verder aan het Openbaar Ministerie en uiteindelijk de rechter om te
bepalen of er in bepaald geval sprake is van een (terroristisch) misdrijf.
Vraag 5
Als een actie tot het verspreiden van butaanzuur vooraf wordt verboden door de burgemeester
maar de organisatie roept alsnog op om de actie door te zetten; wat doet het Openbaar
Ministerie (OM)? Is hier sprake van opruiing? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Artikel 113 van het Wetboek van Strafrecht kwalificeert opruiing als het oproepen
tot deelnemen aan een strafbaar feit. Of er in een specifieke situatie sprake is van
opruiing hangt af van de omstandigheden van het geval en is aan het Openbaar Ministerie
en uiteindelijk aan de rechter om te beoordelen.
Vraag 6
Onderkent u dat het wenselijk is om alle plekken waar een organisatie aankondigt butaanzuur
te verspreiden aan te merken als veiligheidrisicogebied, zodat de politie preventief
kan fouilleren; en zo ja, wilt u dan alle lokale driehoeken wijzen op die mogelijkheid?
Antwoord 6
Ik kan mij voorstellen dat burgemeesters waar mogelijk deze keuze maken. De burgemeester
kan, na overleg met de officier van justitie, op grond van de artikel 151b of 174b
van de Gemeentewet een veiligheidsrisicogebied aanwijzen bij verstoring van de openbare
orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan
daarvan.
Onder «wapen» worden overeenkomstig artikel 3 van de Wet wapens en munitie mede verstaan
voorwerpen bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende,
traanverwekkende en soortgelijke stoffen. Daarnaast worden tot «wapens» gerekend voorwerpen
waarvan, gelet op hun aard of de omstandigheden waaronder zij worden aangetroffen,
redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij zijn bestemd om letsel aan personen toe
te brengen of te dreigen en die niet onder een van de andere categorieën van de begripsbepalingen
in de Wet wapens en munitie vallen.
Het is aan het Openbaar Ministerie en uiteindelijk aan de rechter om te beoordelen
of butaanzuur in een concreet geval is aan te merken als wapen.
Onder meer via het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid en via de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten worden gemeenten geïnformeerd over de (juridische) mogelijkheden
om veiligheidsrisicogebieden aan te wijzen.
Vraag 7
Hebben politie en buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's) de juiste bevoegdheden
om bij constatering van bezit van butaanzuur dat te confisqueren en mensen te beboeten?
Antwoord 7
In het algemeen geldt dat de politie bij de openbare-ordehandhaving bevoegd is tot
tijdelijke inbeslagneming van goederen die de openbare orde verstoren.1 De burgemeester kan als het gaat om demonstraties het dragen van voorwerpen beperken
of verbieden op grond van de Wet openbare manifestaties (Wom) als dit noodzakelijk
is ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer of om wanordelijkheden
te voorkomen. Het handelen in strijd met een door de burgemeester opgelegde beperking
of verbod levert een strafbaar feit op waarbij door de politie kan worden opgetreden.
Het is aan het lokale gezag om toepassing te geven aan deze bevoegdheden in een concrete
situatie. Dat geldt ook voor het in beslag nemen van voorwerpen. Voor buitengewoon
opsporingsambtenaren geldt dat zij bevoegd zijn om toe te zien op naleving van de
voorschriften die zijn gesteld op grond van de Wet openbare manifestaties en handhavend
op te treden. Buitengewoon opsporingsambtenaren worden echter niet ingezet in situaties
waarin voorzienbaar is dat zich een verstoringen van de openbare orde zullen voordoen.
Handhaving van de openbare orde is een taak voorbehouden aan politie.
Vraag 8
Klopt het dat naast bezit ook de handel, doorvoer, productie en distributie van butaanzuur
is verboden, en dat het OM een opsporingsonderzoek hiernaar kan starten?
Antwoord 8
Nee, butaanzuur is geen verboden stof in de zin van de Wet voorkoming misbruik chemicaliën.
Vraag 9
Klopt het dat het verspreiden van butaanzuur in overdekte winkelcentra onder de Public
Order Act in het Verenigd Koninkrijk is verboden, en kunt u nagaan hoe hier strafrechtelijk,
bestuursrechtelijk en civielrechtelijk tegen wordt opgetreden?
Antwoord 9
Onder de Public Order Act is specifiek het verspreiden van dergelijke zuren niet verboden.
Vraag 10
Kunt u nagaan hoeveel zogenaamde demonstranten in België en Frankrijk zijn vervolgd
en berecht voor het verspreiden van butaanzuur?
Antwoord 10
Ik heb deze gegevens vooralsnog niet kunnen achterhalen. Het is op dit moment niet
te zeggen of deze gegevens beschikbaar en vergelijkbaar zijn.
Vraag 11
Welke mogelijkheden hebben winkeliers om hun schade te verhalen na verspreiding van
butaanzuur? Bent u bereid deze mogelijkheden te vereenvoudigen? Kunnen de kosten die
winkeliers maken voor extra beveiligingsmaatregelen op organisatie van de actie en/of
de daders worden verhaald?
Antwoord 11
Indien sprake is van een misdrijf en een dader wordt geïdentificeerd, kan het slachtoffer
zich als benadeelde partij voegen in het strafproces om zo zijn schade te verhalen.
Als in het vonnis de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd, int het CJIB de schadevergoeding
voor het slachtoffer bij de dader. Het slachtoffer hoeft dat niet zelf te doen. In
het geval sprake is van schade in verband met een onrechtmatige daad kan ook civielrechtelijk
worden verhaald.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.