Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden, gesteld aan de regering, over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 bij Koninkrijksrelaties en het BES-fonds (Kamerstuk 36740-IV-2)
36 740 IV Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2024
Nr. 7
                   LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
            
Vastgesteld 11 juni 2025
De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties heeft een aantal vragen voorgelegd aan
                  de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief van 21 mei
                  2025 inzake aanbieding van het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 bij
                  Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2024 (Kamerstuk 36 740 IV, nr. 2)
               
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 11 juni 2025. Vraag en antwoord
                  zijn hierna afgedrukt.
               
De voorzitter van de commissie, Olger van Dijk
De griffier van de commissie, Meijers
Vragen en antwoorden
               
1
Kunnen de resultaten in tabel 5 aangevuld worden, waar de Algemene Rekenkamer niet
                     heeft kunnen vaststellen wat dit is, bijvoorbeeld bij de bijdrage capaciteit Dienst
                     Justitiële Inrichting (DJI) Caribisch Nederland en de bijdrage inzet personeel Koninklijke
                     Marechaussee?
                  
Antwoord:
De bijdrage van € 7 mln. voor de inzet van de Koninklijke Marechaussee komt volledig
                     ten goede aan de Caribische landen in het Koninkrijk en niet aan Caribisch Nederland.
                     Onder het protocol inzake de flexibele inzet van personeel vanuit de Flexpool heeft
                     de Koninklijke Marechaussee voor grensbewaking aan Aruba 3,5 vte, (voltijdsequivalent)
                     aan Curaçao 18 vte en aan Sint Maarten 16 vte geleverd. Deze zijn ingezet bij het
                     tegengaan van grensoverschrijdende transnationale criminaliteit.
                  
De bijdrage capaciteit Dienst Justitiële Inrichting (DJI) Caribisch Nederland valt
                     onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie en Veiligheid en staat
                     daarom op de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. De resultaten
                     in tabel 5 kunnen worden aangevuld met de reeks «bijdrage aan agentschappen» uit onderstaande
                     tabel. Deze tabel is een gedeelte van bijlage 6 van het J&V Jaarverslag 2024. De bijdrage
                     aan agentschappen betreft de uitgaven voor capaciteit van de Justitiële Inrichting
                     Caribisch Nederland (JICN) op Bonaire.
                  
2
Waarom kan het resultaat/inzet (zelfrapportage Minister) op het onderwerp Bijdrage
                     capaciteit DJI Caribisch Nederland niet worden vastgesteld?
                  
Antwoord:
De bijdrage capaciteit Dienst Justitiële Inrichting (DJI) Caribisch Nederland valt
                     onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie en Veiligheid en staat
                     daarom op de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. De resultaten
                     in tabel 5 kunnen worden aangevuld met de reeks «bijdrage aan agentschappen» uit onderstaande
                     tabel. Deze tabel is een gedeelte van bijlage 6 van het J&V Jaarverslag 2024. De bijdrage
                     aan agentschappen betreft de uitgaven voor capaciteit van de Justitiële Inrichting
                     Caribisch Nederland (JICN) op Bonaire.
                  
3
Hoe gaan de resterende woningen nog tijdig worden gerealiseerd, nu 64% van het doel
                     van 500 sociale huurwoningen (in 2025) op Bonaire is bereikt? Hoe kan het dat er geen
                     zicht is op het daadwerkelijke woningtekort? Wanneer is dit er wel?
                  
Antwoord:
De nog te bouwen sociale huurwoningen die in het Convenant Volkshuisvesting Bonaire
                     zijn afgesproken, zullen conform nieuwe bouwplanning gefaseerd worden opgeleverd in
                     de periode 2025–2030. Het Ministerie van VRO en de eilanden zullen periodiek overleg
                     voeren op ambtelijk en bestuurlijk niveau om de voortgang van de woningbouw te bespreken.
                  
Er is op dit moment nog onvoldoende zicht op het woningtekort omdat de eilanden van
                  Caribisch Nederland niet beschikken over basisregistraties, zoals de Basisregistratie
                  Adressen en Gebouwen. Het Ministerie van VRO en het Ministerie van BZK werken samen
                  aan een verkenning naar de mogelijkheden om deze registraties op orde te krijgen en
                  structureel te borgen. Daarnaast kent Caribisch Nederland geen traditie om woningbehoefteonderzoeken
                  uit te voeren. Daardoor kon tot nu toe het woningtekort niet in beeld worden gebracht.
                  In het kader van actielijn 1 van de Beleidsagenda Volkshuisvesting en Ruimtelijke
                  Ordening Caribisch Nederland wordt de kennisbasis verbeterd. Het aantal bestaande
                  woningen wordt in beeld gebracht en er wordt onderzoek gedaan naar de huisvestingssituatie
                  en woningbehoefte. Dit biedt de basis om het woningtekort in te schatten. Naar verwachting
                  is er eind 2025 zicht op het woningtekort en een aantal andere kerncijfers.
               
4
Er is in de periode 2019 t/m 2024 14,9 miljoen euro uitgegeven aan woningbouw op Bonaire,
                     waaraan is dit uitgegeven?
                  
Antwoord:
Deze middelen zijn uitgegeven aan infrastructuur en de versnelling van de bouw van
                     500 sociale huurwoningen zoals afgesproken in het Convenant Volkshuisvesting Bonaire.
                  
5
Wat is de reden van het ontbreken van een inzicht in het daadwerkelijke woningtekort
                     in Caribisch Nederland?
                  
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 3.
6
Wordt er binnen het ministerie werk gemaakt van de door de Algemene Rekenkamer geconstateerde
                     tekortkomingen en knelpunten in de uitvoeringscapaciteit en de wettelijke en beleidsmatige
                     basis voor ruimtelijke ordening op Bonaire?
                  
Antwoord:
De constatering dat er onvoldoende wettelijke en beleidsmatige basis is voor ruimtelijke
                     ordening op Bonaire wordt niet herkend. Op basis van de Wet grondslagen ruimtelijke
                     ontwikkelingsplanning BES (hierna: Wgro BES) dienen de eilandsraden voor hun openbaar
                     lichaam een of meer ontwikkelingsplannen vast te stellen, waarin de op langere termijn
                     na te streven ontwikkeling van het daarin begrepen gebied wordt aangegeven. Bij het
                     opstellen van een ontwikkelingsplan dient rekening te worden gehouden met de kaders
                     die daarvoor zijn opgenomen in het in juni 2024 door de ministerraad vastgestelde
                     Ruimtelijk Ontwikkelingsprogramma Caribisch Nederland. Het Openbaar Lichaam Bonaire
                     (OLB) werkt momenteel aan het opstellen van een (ruimtelijke) structuurvisie voor
                     Bonaire. Deze zal aan het einde van dit jaar worden vastgesteld. Op basis van de in
                     de structuurvisie te maken keuzen voor de toekomstige ruimtelijke inrichting van Bonaire
                     zal vervolgens het uit 2010 daterende Ruimtelijk Ontwikkelingsplan Bonaire (ROB) worden
                     herzien.
                  
Voor wat betreft het tekort aan uitvoeringscapaciteit in het fysieke domein wordt
                     momenteel vanuit VRO in samenwerking met BZK/DGKR ambtelijk verkend welke oplossingen
                     hiervoor te bedenken zijn.
                  
Los van die gesprekken worden zowel generieke als specifieke maatregelen genomen om
                  de beperkte uitvoeringscapaciteit waar mogelijk te verhelpen. In de bijlage van de
                  Kamerbrief over het waarborgen van het principe van «comply or explain» vindt u een
                  overzicht van specifieke maatregelen die gericht zijn op verschillende facetten van
                  uitvoeringscapaciteit op Bonaire, St. Eustatius en Saba.
               
7
Wat is de reflectie op de conclusies en aanbevelingen over woningbouw van de Algemene
                     Rekenkamer en wat gaat het ministerie hiermee doen?
                  
Antwoord:
De Minister van VRO herkent de door de Algemene Rekenkamer benoemde knelpunten bij
                     de uitvoering van betaalbare woningbouw op Bonaire.
                  
Het Openbaar Lichaam Bonaire en het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke
                     Ordening hebben gezamenlijk deze knelpunten omgezet naar speerpunten, die zijn samengebracht
                     in de nog te ondertekenen Actielijst Woningbouw Bonaire.
                  
8
Hoe is de Caribisch Nederland-envelop voor koopkracht en het bestrijden van armoede
                     van 30 miljoen euro besteed in 2024?
                  
Antwoord:
Het kabinet heeft in 2024 € 30 mln. (vanaf 2025 € 32 mln. structureel) beschikbaar
                     gesteld voor het verbeteren van de koopkracht en het bestrijden van armoede in Caribisch
                     Nederland. In lijn met het advies van de Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland,
                     zijn deze middelen ingezet om de inkomens te verhogen en kosten van levensonderhoud
                     te verlagen. Daarbij is er, mede mogelijk gemaakt door het amendement Ceder/Wuite
                     (Kamerstukken II, 2023/24, 
                        36 410 XV, nr. 25), voor gekozen om de middelen in 2024 in te zetten voor zowel inkomensondersteunende
                     als kostenverlagende maatregelen, en de middelen structureel grotendeels te alloceren
                     voor het verhogen van inkomens. Bij de uitwerking van de koopkrachtmaatregelen is
                     ook het restbedrag aan koopkrachtmiddelen 2022 (op de aanvullende post) toegevoegd
                     en is er een extra bijdrage geleverd vanuit de begrotingen van SZW en Financiën.
                  
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
O.C. (Olger) van Dijk, voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties - 
              
                  Mede ondertekenaar
E.A.M. Meijers, griffier