Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen (commissie Digitale Zaken) en antwoorden over het Jaarverslag 2024 van het Ministerie van Economische Zaken (Kamerstuk 36740-XIII-1)
36 740 XIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2024
36 740
VI
Jaarverslag en slotwet Ministerie van Justitie en Veiligheid 2024
36 740
VII
Jaarverslag en slotwet Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2024
Nr. 9
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 10 juni 2025
De vaste commissie voor Digitale Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister
van Economische Zaken en Klimaat over de brieven van 21 mei 2025 inzake het Jaarverslag
2024 van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Kamerstuk 36 740 VI, nr. 1); het Jaarverslag 2024 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(Kamerstuk 36 740 VII, nr. 1); het Jaarverslag 2024 van het Ministerie van Economische Zaken (Kamerstuk 36 740 XIII, nr. 1), voor zover het onderwerpen betreft die zien op digitalisering.
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 10 juni 2025. Vragen en antwoorden
zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Wingelaar
Adjunct-griffier van de commissie, Muller
1
Hoeveel beleids- of wetsaanpassingen zijn er voorbereid in het kader van de AI-verordening?
Wat is de planning voor 2025 en hoe verhoudt zich dit tot de omnibus-pakketten?
Antwoord
Het aanwijzen van toezichthouders vereist formele uitvoeringswetgeving. AI wordt in
veel sectoren gebruikt en de AI-verordening raakt aan diverse bestaande wetten. Naast
het opstellen van een algemene uitvoeringswet, zal een aantal bestaande wetten moeten
worden aangepast om nieuwe bevoegdheden aan bestaande toezichthouders toe te kennen.
Dit betekent dat veel ministeries en toezichthouders betrokken zijn bij de inrichting
van het toezicht op de AI-verordening en de uitvoeringswetgeving. Momenteel werken
de betrokken ministeries onder leiding van EZ, BZK en JenV uit hoe het toezicht wordt
ingericht. Nadat het kabinet een besluit heeft genomen over de inrichting van het
toezicht op de AI-verordening, zal uw Kamer hierover geïnformeerd worden.
Naar verwachting komt er vanuit de Europese Commissie een omnibus voor de digitale
sector. Het kabinet kijkt met interesse naar de plannen. Pas wanneer die omnibus er
is, is het mogelijk om gevolgen van de omnibus voor de nationale uitvoeringswetgeving
van de AI-verordening vast te stellen.
2
Welke acties zijn er inmiddels ondernomen voor de aanlanding van nieuwe onderzeese
datakabels met steun van de Zeekabel Coalitie?
Antwoord
Met de Zeekabel Coalitie wordt actief ingezet op de aanlanding van strategische nieuwe
onderzeese datakabels in Nederland, om onze positie als digitaal knooppunt te behouden
en versterken. De Tweede Kamer is in september geïnformeerd over de voortgang.1 Er is onder andere een ambassadeur aangesteld, actief contact gelegd met aangekondigde
en lopende zeekabelprojecten om de mogelijkheden voor aanlanding in Nederland te verkennen,
overleg gestart met alle Nederlandse kustprovincies en onderzoek afgerond naar de
behoefte aan nieuwe zeekabels.
Rond de zomer zal de Kamer via een brief nader worden geïnformeerd over de stand van
zaken rondom de uitvoering van de moties-Kathmann c.s.2 en de eerdere motie-Kathmann3 die allemaal verband houden met zeekabelinfrastructuur.
3
Hoe wordt de positie van datacenters in de digitale economie gestimuleerd?
Antwoord
In de visie op datacenters is opgenomen dat vanuit het kabinet geen stimuleringsbeleid
bestaat voor de vestiging van datacenters. Initiatieven voor groei of nieuwvestiging
van datacenters, of clustering daarvan in bijvoorbeeld de vorm van tech-campussen,
moeten uit de regio of de sector komen. De rol van EZ is faciliterend. Vanuit die
rol zal EZ een werkgroep in het leven roepen om initiatieven op het gebied van datacenters
(gekoppeld aan de verantwoordelijkheid van EZ voor de digitale infrastructuur) in
kaart te brengen, te bespreken en waar mogelijk te ondersteunen.4 Tevens zal ik gezien de groeiende vraag, onderzoek doen naar de behoefte van datacentercapaciteit
in Nederland van ons bedrijfsleven.
4
Wat zijn de meetbare effecten van de subsidie «Mijn Cyberweerbare Zaak» op de digitale
weerbaarheid van het midden en kleinbedrijf (mkb)?
Antwoord
Sinds oktober 2023 biedt het Ministerie van Economische Zaken de «cybersubsidie» Mijn
Cyberweerbare Zaak aan. De regeling is gestart met een pilot om te achterhalen of
een subsidie helpt om de financiële drempels die kleine bedrijven ervaren om te investeren
in cybermaatregelen (gedeeltelijk) weg te nemen. De effecten van deze subsidieregeling
wordt met evaluaties gemeten. Uit de in begin 2024 uitgevoerde evaluatie door het
onderzoeksbureau Market Response bleek dit het geval.5 De evaluatie concludeerde dat de regeling de doelgroep weet te bereiken en duidelijk
aanzet tot het versneld doen van investeringen in cyberveiligheid. De helft van de
aanvragers gaf aan dat ze de investering waarschijnlijk niet hadden gedaan zonder
de subsidie, 41% van de aanvragers gaf aan de investering vanwege de subsidie eerder
te hebben gedaan dan zonder subsidie. In 2024 is de regeling opnieuw opengesteld.
Uit de meest recente interne evaluatie (april 2025) blijkt wederom een positieve impuls
voor ondernemend Nederland. Zo geeft 56% van de aanvragers aan dat de regeling ondernemers
stimuleert om sneller maatregelen te nemen en speelt financiële ondersteuning een
duidelijke rol in de besluitvorming: 63% zou meer hebben geïnvesteerd in digitale
weerbaarheid als er een hoger subsidiebedrag beschikbaar zou zijn. De regeling stimuleert
organisaties om sneller te investeren in cyberweerbaarheid en bevordert het gebruik
van gerichte ondersteuning zoals de door het Digital Trust Center aangeboden zelfevaluatiemiddel
de «CyberVeilig Check».
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
N.T.P. Wingelaar, voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken -
Mede ondertekenaar
S.R. Muller, adjunct-griffier