Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koops over het bericht ‘Daders lopen mogelijk vrij rond door fout met naam in 867 zaken’
Vragen van het lid Koops (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Daders lopen mogelijk vrij rond door fout met naam in 867 zaken» (ingezonden 22 mei 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Struycken (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 10 juni
2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Daders lopen mogelijk vrij rond door fout met
naam in 867 zaken»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat de administratie van de overheid zo’n bende is dat daardoor de administratie
in 867 strafzaken niet klopt? Klopt dit aantal van 867?
Antwoord 2
Justid heeft sinds 2014 van 867 zaken bijgehouden waarin een aanwijzing bestaat dat
de tenaamstelling mogelijk niet juist is. Het betreft zaken waarin sprake is van een
onherroepelijk vonnis. Inmiddels loopt een analyse van deze zaken om nader inzicht
te krijgen en de prioriteit te bepalen voor een verdere aanpak.
Vraag 3
Klopt het dat van deze 867 zaken maar liefs 141 zaken ernstige zedendelicten en geweldsmisdrijven
zijn?
Antwoord 3
Het klopt dat de Algemene Rekenkamer 141 zaken aangeduid heeft als ernstige zaken.
Ieder strafbaar feit kent een code op basis waarvan het in systemen wordt geregistreerd.
Via deze codes zijn deze zaken geselecteerd.
Hierbij moet worden opgemerkt dat bij deze zaken de ernst van feiten en de strafoplegging
in zaken varieert. Naast gevangenisstraffen komen ook geldboetes voor. Bij de analyse
van de 867 zaken wordt ook nagegaan of de codes corresponderen met de delicten waarvoor
verdachten zijn veroordeeld.
Vraag 4
Hoeveel van de 867 zaken zijn terreurzaken en moordzaken?
Antwoord 4
Tot de 141 zaken behoren, naar eerste analyseresultaten aangeven, 5 zaken die betrekking
hebben op (poging) tot moord, 2 zaken op (poging) tot doodslag en 2 zaken op terrorisme
en 6 zedenzaken. Op 1 geval na is in deze zaken de straf geheel of gedeeltelijk uitgevoerd.
Vraag 5
Hoeveel van de 867 zaken waarvan de administratie niet klopt hebben ertoe geleid dat
verdachten vrijuit zijn gegaan?
Antwoord 5
Hier wordt onderzoek naar gedaan. Ik kan op dit moment niet vooruitlopen op de uitkomsten
van het onderzoek.
Vraag 6
Hoeveel van de 867 zaken waarvan de administratie niet klopt hebben ertoe geleid dat
een onschuldige burger onterecht is gestraft? En in hoeveel gevallen is er verzocht
om herziening of gratie?
Antwoord 6
Dit wordt onderzocht. Uit de eerste analyse van de 141 zwaardere zaken is gebleken
dat er 1 onschuldige burger gesignaleerd stond door persoonsverwisseling. Daarop is
onmiddellijk actie ondernomen om die signalering te stoppen. Het is nog niet bekend
of in deze zaak door de schuldige een straf is ontlopen. Ik rapporteer hierover in
september.
Vraag 7
Is er schadeloosstelling uitgekeerd aan burgers die onterecht een veroordeling achter
hun naam hebben?
Antwoord 7
Bij de Justitiële Informatiedienst zijn sinds 2014 geen situaties bekend waarbij schadevergoeding
is uitgekeerd aan mensen die ten onrechte gedetineerd zaten als gevolg van een onjuiste
tenaamstelling van een vonnis. Er zijn indicaties dat er vóór 2014 in een beperkt
aantal gevallen schadevergoedingen zijn betaald.
Vraag 8
Hoe kan het dat ambtenaren sinds 2005 op de hoogte waren van dit probleem, dat de
ambtelijke top van het ministerie in 2012 hierover is ingelicht en dat de Minister
pas in januari 2025 hiervan op de hoogte was?
Antwoord 8
Dit vormt onderwerp van de evaluatie naar de gang van zaken die ik zal laten uitvoeren.
De Tweede Kamer wordt nader geïnformeerd hoe deze evaluatie vorm zal krijgen en wie
deze zal uitvoeren.
Vraag 9
Wanneer is het verbeterplan dat wordt opgesteld door het ministerie gereed en geïmplementeerd?
Antwoord 9
Zoals in de beleidsreactie van 2 mei jongstleden op het rapport van de Algemene Rekenkamer
is aangegeven, maak ik sinds januari werk van het aanpakken van de problematiek. Momenteel
wordt al uitvoering gegeven aan mijn plan van aanpak. Zo verwacht ik dat begin juli
er een eerste versie van het toetsings- en handelingskader ligt. Dan kan begonnen
worden met de herbeoordeling van individuele zaken. Daarbij wordt op basis van de
analyse van zaken die nu loopt geprioriteerd. Ik verwacht dat voor het einde van dit
jaar alle zaken zijn beoordeeld en, waar dat aan de orde is, in de strafrechtketen
individueel in behandeling kunnen worden genomen.
Het plan van aanpak ziet op drie prioriteiten: het ontwikkelen van het toetsings-
en handelingskader, de concrete aanpak van de geconstateerde zaken en het zoveel mogelijk
voorkomen van fouten in de identiteitsvaststelling in de strafrechtketen dat ziet
op de totstandkoming van het toetsings- en handelingskader. Dit plan wordt al deels
uitgevoerd en wordt de komende weken afgemaakt. Omdat de uitvoering van het plan en
de daarop volgende afwikkeling van individuele zaken in de strafrechtketen de betrokkenheid
van de Nationale Politie, het Openbaar Ministerie en de Raad voor de rechtspraak vraagt,
zal ik hun bij de vaststelling betrekken.
Vraag 10
Kan de Minister aangeven op welke aspecten wordt ingegaan in dit verbeterplan?
Antwoord 10
Zie het antwoord op vraag 9. Daarnaast heb ik een programmadirecteur aangesteld om
dit traject in goede banen te leiden. Voor meer details over deze inspanningen verwijs
ik naar de brief die ik aan de Kamer heb gestuurd.
Vraag 11
Om wat voor fouten gaat het hier: onjuiste tenaamstellingen in vonnissen of onjuiste
verwerkingen daarvan in de administratie?
Antwoord 11
Het komt soms voor dat pas na het onherroepelijk worden van het vonnis nieuwe identiteitsinformatie
beschikbaar komt over de gevonniste personen. Dit kan diverse oorzaken hebben, zoals:
• de politie verkrijgt bij een nieuwe aanhouding nieuwe informatie over een verdachte
en deelt deze in de keten.
• een verdachte kan bij de initiële identiteitsvaststelling een vals identiteitsbewijs
hebben gebruikt. Het kan gebeuren dat dit ondanks alle controles in de opsporing pas
na afloop van de strafzaak duidelijk wordt;
• een identiteitsdocument ontbreekt;
• vergelijking van biometrie gedurende opsporing en vervolging leert dat de juiste persoon
in hechtenis is genomen, maar dat onzekerheid bestaat of de juiste naam geregistreerd
staat;
• wanneer de rechter door middel van een aantekening in het vonnis zijn twijfel over
de tenaamstelling kenbaar maakt, kan deze niet goed worden verwerkt in de ketenregistraties.
Het is niet goed mogelijk meerdere namen bij dezelfde persoon in de registraties te
verwerken;
• een buitenlandse autoriteit constateert een identiteitsverwisseling en in Nederland
zijn geen biometrische gegevens vastgelegd om de verwisseling te bevestigen of te
weerleggen;
• in de migratieketen wordt nieuwe informatie over de identiteit van personen geregistreerd
in de Basis Voorziening Vreemdelingen.
Vraag 12
Kunt u deze vragen één voor één, zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen drie
weken beantwoorden?
Antwoord 12
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.