Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Vermeer over het Nationaal Burgerberaad Klimaat
Vragen van het lid Vermeer (BBB) aan de Ministers van Klimaat en Groene Groei en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de Kinderklimaattop (ingezonden 13 mei 2025).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei), mede namens de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap (ontvangen 10 juni 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2024–2025, nr. 2372.
Vraag 1
Bent u bekend met de Kinderklimaattop die is georganiseerd door UNICEF Nederland en
De Kleine Ambassade in het kader van het Nationaal Burgerberaad Klimaat?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Welke rol heeft uw ministerie gespeeld bij de totstandkoming, financiering of inhoudelijke
toetsing van deze Kinderklimaattop en het daarbij gebruikte educatiemateriaal?
Antwoord 2
De onafhankelijk voorzitter van het Nationaal Burgerberaad Klimaat (hierna: burgerberaad)
is verantwoordelijk voor de opdrachtverlening, de totstandkoming en de inhoudelijke
toetsing van de Kinderklimaattop en het daarbij gebruikte voorbereidingsmateriaal.1 In opdracht van de voorzitter hebben UNICEF Nederland en de Kleine Ambassade de Kinderklimaattop
georganiseerd.
Eén van de door de Kamer en kabinet vastgestelde randvoorwaarden2 is het vaststellen van betrokkenheid van de samenleving voor, tijdens en na het burgerberaad.
Het burgerberaad wil bij het schrijven van zijn advies ook de mening van kinderen
en jongeren meenemen die te jong zijn om mee te doen. Keuzes over klimaatbeleid zijn
extra belangrijk voor deze doelgroep: het gaat om hún toekomst. De voorzitter heeft
daarom tijdens het voortgangsoverleg een voorstel besproken om kinderen en jongeren
onder de 16 te betrekken. De Kinderklimaattop is onderdeel van het burgerberaad dat
wordt bekostigd uit het Klimaatfonds. Om invulling te geven aan het betrekken van
de brede samenleving is vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
ook budget beschikbaar gesteld voor de Kinderklimaattop.
Vraag 3
Acht u het gepast dat kinderen van 9 tot 12 jaar in educatieve context worden geconfronteerd
met de boodschap dat «als we geen andere keuzes maken, we niet langer fijn kunnen
leven op onze planeet»?
Antwoord 3
Klimaatverandering raakt iedereen. Het is belangrijk dat ook kinderen en jongeren
hierover betrouwbare informatie krijgen, gebaseerd op wetenschappelijke feiten en
in taal en vorm passend bij hun leeftijd. Deze stelling had echter genuanceerder gemoeten.
Lokaal kan klimaatverandering druk zetten op de leefbaarheid, bijvoorbeeld door een
toename van extreem weer en droogte. Dit zal vooral impact hebben op al kwetsbare
groepen. Dit blijkt uit de wetenschappelijke factcheck die de onafhankelijk voorzitter
heeft laten doen op gepresenteerde feiten in de video die tijdens één van de twee
bijeenkomsten van de Kinderklimaattop getoond is. Deze factcheck is tevens online
geplaatst bij de video.3 Het kabinet hecht grote waarde aan passende, zorgvuldige en genuanceerde info voor
kennis.
Vraag 4
Deelt u de mening dat hier sprake is van een valse, polariserende tegenstelling?
Antwoord 4
Het kabinet is niet van mening dat hier sprake is van een polariserende tegenstelling.
De video liet zien hoe verschillende kinderen over klimaatverandering denken en deelde
basiskennis over klimaatverandering. Zoals hierboven aangegeven behoeft deze stelling
wel nuancering. Het kabinet vindt het daarom ook belangrijk dat de voorzitter heeft
ingegrepen.
Vraag 5
Hebt u kennisgenomen van de gebruikte video waarin onder meer wordt verwezen naar
een vermeende zeespiegelstijging van 1,9 meter – een fors hogere projectie dan de
44 tot 76 cm die het IPCC als bandbreedte hanteert voor het jaar 2100? Acht u het
verantwoord dat kinderen met deze eenzijdige en wetenschappelijk discutabele scenario’s
worden geconfronteerd?
Antwoord 5
De voorzitter heeft erkend dat zij als opdrachtgever scherper had moeten zijn op de
gepresenteerde voorbeelden en feiten. De voorzitter heeft een wetenschappelijke factcheck
op de gepresenteerde feiten in de video toegevoegd. Daaruit blijkt dat het geschetste
scenario nuancering behoeft. Die nuancering is cruciaal voor passende en zorgvuldige
informatievoorziening.
Vraag 6
Deelt u de opvatting dat klimaateducatie realistisch, feitelijk onderbouwd en niet-doemdenkend
moet zijn, zeker waar het kinderen betreft?
Antwoord 6
We delen uw opvatting dat klimaateducatie realistisch, feitelijk onderbouwd en niet-doemdenkend
moet zijn voor kinderen.
Vraag 7
Hoe beoordeelt u de volgende elementen uit het lesmateriaal:
– de suggestie dat we binnen enkele jaren «niet meer kunnen leven op aarde»;
– de stelling dat smeltend drijfijs op de Noordpool leidt tot zeespiegelstijging;
– het ontbreken van aandacht voor adaptatie, innovatie, kernenergie of afname van emissies
in westerse landen?
Antwoord 7
Zoals hierboven gezegd heeft de voorzitter erkend dat zij als opdrachtgever scherper
had moeten zijn op de gepresenteerde voorbeelden en feiten in de video. Uit de wetenschappelijke
factcheck blijkt dat de gepresenteerde elementen nuance behoeven. Het is goed dat
die nuance is toegevoegd.
Vraag 8
Deelt u de mening dat het verengen van oplossingen tot gedragsaanpassing (consuminderen,
minder vlees eten, tweedehands kleding dragen) kinderen een beperkend wereldbeeld
voorschotelt, waarin technologische vooruitgang en menselijke vindingrijkheid nauwelijks
een rol spelen?
Antwoord 8
De onafhankelijk voorzitter van het burgerberaad is verantwoordelijk voor de inhoudelijke
toetsing van de Kinderklimaattop en het daarbij gebruikte voorbereidingsmateriaal.
Onderwerpen zoals innovatie of de afname van emissies in westerse landen spelen een
rol bij de vraagstelling aan het burgerberaad. Echter, deze onderwerpen zijn door
de onafhankelijke organisatie van de Kinderklimaattop als te abstract beoordeeld voor
de doelgroep van kinderen en jongeren.
Vraag 9
Bent u bereid een onafhankelijk inhoudelijk oordeel te laten vellen over dit type
educatieve klimaatprojecten, juist in het licht van de invloed die dit heeft op jonge
kinderen?
Antwoord 9
Het burgerberaad heeft kinderen en jongeren om hun mening gevraagd. De Kinderklimaattop
is geen educatief klimaatproject.
Vraag 10
Bent u bereid beleid te ontwikkelen waarin wordt vastgelegd dat door of namens de
overheid gefinancierde klimaatvoorlichting aan kinderen feitelijk, evenwichtig en
ideologievrij moet zijn?
Antwoord 10
De overheid maakt geen lesmateriaal, mede in het licht van artikel 23 vrijheid van
onderwijs. Scholen maken zelf de keuze welk lesmateriaal ze gebruiken. Bij de keuzes
die leraren en schoolleiders maken in de invulling van hun onderwijs is het van belang
dat dat ze deze weloverwogen maken en daarbij de best beschikbare (wetenschappelijke
en praktijk) kennis betrekken. Dit stimuleren we door het evidence-informed werken
op te nemen in de wet als deugdelijkheidseis en door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek
(NRO) door te ontwikkelen tot landelijk kennisinstituut voor het onderwijs.
Vraag 11
Kunt u een overzicht verschaffen van de kosten die gemaakt zijn voor de Kinderklimaattop
en het maken van het filmpje?
Antwoord 11
De kosten voor de organisatie van de Kinderklimaattop bedragen in totaal circa 61.000
euro. Dit is inclusief de kosten voor het maken van de video, die samen met ander
voorbereidend materiaal circa 2.700 euro kostte.
Vraag 12
Hoe voorkomt u dat het Nationaal Burgerberaad Klimaat zich ontwikkelt tot een activistisch
platform waarin het debat voorafgaand wordt gekanaliseerd richting vooraf gewenste
conclusies en zelfs kinderen worden ingezet om dit proces te legitimeren?
Antwoord 12
Het burgerberaad is qua samenstelling een soort Nederland in het klein. Het is een
afspiegeling van onze samenleving, ook als het gaat om hun opvattingen en zorgen over
het klimaat. De deelnemers zijn geselecteerd op een vijftal kenmerken4: leeftijd, geslacht, geografische spreiding, opleidingsniveau en mening over klimaatbeleid.
Wat betreft mening over klimaatbeleid zijn alle stemmen vertegenwoordigd. Van mensen
die zich geen zorgen maken tot mensen die zich heel veel zorgen maken en iedereen
daar tussenin.
De inhoud van het advies is aan de deelnemers zelf. De voorzitter heeft de opdracht
om de deelnemers van het burgerberaad onafhankelijk en neutraal te ondersteunen. Zij
worden daarbij ondersteund door de wetenschappelijke en ambtelijke werkgroep en krijgen
inbreng mee vanuit deskundigen met verschillende perspectieven, de samenleving via
de brede raadpleging alsook de mening van kinderen en jongeren die is opgehaald tijdens
de Kinderklimaattop. Het burgerberaad heeft zelf bepaald welke deskundigen werden
uitgenodigd. Dit heeft geleid tot een grote verscheidenheid aan inzichten en perspectieven
die zijn ingebracht. In het kader van transparantie is deze informatie ook terug te
vinden op de website van het burgerberaad.5
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei -
Mede namens
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.