Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden, gesteld aan de Algemene Rekenkamer, over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 bij het Ministerie van Defensie (Kamerstuk 36740-X-2)
36 740 X Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2024
Nr. 5
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 10 juni 2025
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Algemene
Rekenkamer over de brief van 21 mei 2025 inzake het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek
2024 bij het Ministerie van Defensie (Kamerstuk 36 740 X, nr. 2).
De Algemene Rekenkamer heeft deze vragen beantwoord bij brief van 10 juni 2025. Vragen
en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Kahraman
Adjunct-griffier van de commissie, Manten
Vraag 1
Kunt u uitleg geven over hoe harmonisering in het meten van de 2%-NAVO-doelstelling
het beste kan worden bereikt?
Het jaarverslag is een belangrijk document dat dient ter verantwoording aan het Nederlandse
parlement. Het is ook van belang in het maatschappelijk verkeer. Als de consistentie
van de berekening – of van de definitie of de norm zelf – wordt doorbroken, is het
zaak dat de eventuele trendbreuk goed onderbouwd wordt en dat het parlement duidelijk
wordt geïnformeerd. Wij bevelen aan voor de toekomst dat de Minister van Defensie
− met goedkeuring van het parlement − het percentage, de definitie ervan (wat er exact
onder valt) en de berekeningswijze van de norm vaststelt.
Vraag 2
Waarom gebruikt u bij het berekenen van de defensie-uitgaven als percentage van het
bbp niet het bbp van drie jaar geleden, zoals de NAVO zelf ook doet?
De Algemene Rekenkamer heeft dezelfde berekening gebruikt als voorgaande jaren. De
realisatie van de NAVO-norm van 2% over 2024 is 1,79% (inclusief de uitgaven voor
Oekraïne). Qua berekening is dit percentage consistent met eerdere jaarverslagen.
De Algemene Rekenkamer heeft niet zelf het percentage berekend. Bij deze Nederlandse
berekeningswijze van de defensie-uitgaven als percentage van het bbp wordt door de
Minister van Defensie de meest recente raming van het Centraal Planbureau gebruikt.
Dit in verband met het consistent en navolgbaar informeren van het parlement. Zie
ook het antwoord op vraag 1.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I. Kahraman, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
N.E. Manten, adjunct-griffier