Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Paternotte over het aangekondigde onderzoek naar de naleving van artikel 2
Vragen van het lid Paternotte (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het aangekondigde onderzoek naar de naleving van artikel 2 van het EU-Israël Associatieakkoord door Israël (ingezonden 21 mei 2025).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 10 juni 2025).
Vraag 1
Klopt het dat u geen concrete deadline heeft gesteld voor de afronding van het aangekondigde
Europese Unie (EU)-onderzoek naar mogelijke Israëlische oorlogsmisdaden?1
Antwoord 1
De brede steun van EU-lidstaten voor het Nederlandse initiatief om de naleving door
Israël van artikel 2 van het EU-Israël Associatieakkoord te evalueren en de toezegging
van de Hoge Vertegenwoordiger om deze evaluatie uit te voeren, is tekenend voor de
grote zorgen over de desastreuze situatie in met name de Gazastrook en de zorgelijke
ontwikkelingen op de Westelijke Jordaanoever. De uitvoering van deze evaluatie ligt
bij de Hoge Vertegenwoordiger en de Europese Commissie. Het kabinet is van mening
dat deze evaluatie, gezien de situatie in de bezette Palestijnse Gebieden en de bredere
regio, met urgentie moet worden behandeld en zal hierop blijven aandringen, onder
meer in de aanloop naar de Raad Buitenlandse Zaken op 23 juni 2025.
Vraag 2
Zo nee, welke deadline is er dan wel gesteld? En welke politieke of diplomatieke consequenties
verbindt u aan het overschrijden daarvan?
Antwoord 2
Het is aan de Hoge Vertegenwoordiger en de Europese Commissie om de evaluatie uit
te voeren. Het kabinet benadrukt in gesprekken met de Hoge Vertegenwoordiger en de
Europese Commissie dat de evaluatie er zo snel mogelijk moet komen en dat de uitkomst
hiervan moet worden besproken. Zie ook het antwoord op vraag 1.
Vraag 3
Zo ja, bent u het eens dat het uitblijven van een deadline de indruk wekt dat er voorlopig
opnieuw vooral wordt volstaan met woorden in plaats van met daadwerkelijke actie richting
de regering-Netanyahu?
Antwoord 3
Gezien de catastrofale situatie in de Gazastrook is het van belang dat er in de Raad
Buitenlandse Zaken brede steun is uitgesproken voor het verzoek om een evaluatie van
de naleving door Israël van artikel 2 van het EU-Israël Associatieakkoord. Het vormt
een sterk politiek en diplomatiek signaal, dat internationaal is opgevallen. De brede
steun laat zien dat veel lidstaten, net als Nederland, zich grote zorgen maken over
de ontwikkelingen en over de naleving door Israël van de afspraken over de eerbiediging
van de mensenrechten en de democratische beginselen. Voor Nederland waren de humanitaire
blokkade en de intensivering van het offensief in de Gazastrook, de situatie op de
Westelijke Jordaanoever, alsook uitspraken van het Israëlische kabinet over de permanente
(her)bezetting van (delen van) de Gazastrook, Syrië en Libanon, aanleiding om tot
deze stap over te gaan. Met de aankondiging en de uitvoering van de evaluatie voert
de EU de druk op richting Israël om van koers te veranderen. Nederland dringt erop
aan dat de evaluatie wordt besproken tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 23 juni.
Vraag 4
Nu u zelf heeft aangegeven dat het opzeggen van het Associatieverdrag met Israël überhaupt
niet uw doel is: wat zijn dan de concrete consequenties die volgens u aan de uitkomst
van het onderzoek verbonden kunnen worden als blijkt dat artikel 2 van het verdrag
wordt geschonden?2
Antwoord 4
Het is nu aan de Hoge Vertegenwoordiger en de Europese Commissie om de evaluatie uit
te voeren. Indien de HV en de Commissie op basis van de evaluatie concluderen dat
Israël artikel 2 niet naleeft, zullen zij vervolgstappen of passende maatregelen voorleggen
aan de lidstaten. De situatie is desastreus en de Europese druk op Israël om van koers
te veranderen dient significant te worden opgevoerd; de uitvoering en de bespreking
van de evaluatie dragen daar aan bij.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de geloofwaardigheid van Nederland als wij enerzijds stellen dat
Israël artikel 2 van de Associatieovereenkomst schendt, maar anderzijds genoegen nemen
met een onderzoek zonder tijdskader en zonder zicht op concrete vervolgstappen? Wat
is uw constatering dat artikel 2 is geschonden dan überhaupt waard?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 1, 3 en 4.
Vraag 6
Begrijpt u dat voor de duizenden Palestijnse kinderen die lijden aan acute ondervoeding,
een langdurig onderzoek zonder urgentie ontoereikend is?
Antwoord 6
De humanitaire situatie in de Gazastrook is catastrofaal en het lijden van de Palestijnse
burgerbevolking is onacceptabel. Het is van levensbelang dat de bevolking van de Gazastrook
snel de hulp krijgt die zo hard nodig is. Hoewel nu mondjesmaat voedsel naar binnen
wordt gelaten is het volstrekt onvoldoende om aan de noden te voldoen. Het kabinet
spant zich naar vermogen en met partners in om de situatie ter plaatse te verbeteren.
Het kabinet heeft de blokkade op humanitaire hulp en elektriciteit veroordeeld en
roept Israël publiekelijk en in al zijn contacten op om ongehinderd en onmiddellijk
meer humanitaire hulp te verlenen zonder voorwaarden of beperkingen, in lijn met de
verplichtingen onder humanitair oorlogsrecht. Mede naar aanleiding van de humanitaire
blokkade is op 9 april 2025 de Israëlische ambassadeur ontboden. Daarnaast heeft het
kabinet, samen met 23 andere landen, op 19 mei een verklaring3 ondertekend die deze boodschap aan Israël nogmaals onderstreept. Ook met het besluit
de naleving door Israël van artikel 2 van het EU-Israël Associatieakkoord te evalueren,
voert de EU de druk richting Israël verder op. Zoals gezegd moet de evaluatie wat
het kabinet betreft er snel komen.
Vraag 7
Bent u bereid alsnog een harde deadline te stellen aan het onderzoek, om te voorkomen
dat – net als bij het bijeenroepen van de Associatieraad – het maanden duurt voordat
er daadwerkelijk iets gebeurt?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 8
Wat is uw reactie op de ruim 100.000 Nederlanders die wel vragen om concrete actie?
Antwoord 8
Het is begrijpelijk dat het lijden in de Gazastrook mensen diep raakt. De situatie
is onacceptabel. De evaluatie van de naleving door Israël van artikel 2 van het Associatieakkoord
is een concrete stap waarmee de Europese Unie de druk op Israël opvoert om van koers
te veranderen. Indien de HV en de Commissie op basis van de evaluatie concluderen
dat Israël artikel 2 niet naleeft, zullen zij vervolgstappen of passende maatregelen
voorleggen aan de lidstaten.
Vraag 9
Kunt u deze vragen beantwoorden voor donderdag 22 mei, 12:00 uur?
Antwoord 9
Dat is helaas niet gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.