Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
36 725 IX Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 4
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 11 juni 2025
De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van dit
voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van
vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 23 mei 2025 voorgelegd aan de Minister van Financiën. Bij brief
van 5 juni 2025 zijn ze door de Minister van Financiën beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Nijhof-Leeuw
Adjunct-griffier van de commissie, Van der Steur
Vragen en antwoorden
Vraag 1
Kunt u een overzicht geven van de taakstelling in het kader van de 22% besparing op
apparaatskosten voor de komende vijf jaar?
Antwoord op vraag 1
Het overzicht van de 22% besparing op apparaat uit hoofde van het Hoofdlijnenakkoord
(HLA) is in onderstaande tabel opgenomen.
Tabel 1
2025
2026
2027
2028
2029 e.v.
Ministerie van Financiën
16,9
32,3
48,2
64,3
70,7
De korting op externe inhuur (circa 9 miljoen euro structureel) die wel onderdeel
is van de taakstelling, maar niet van de 22%-besparing, is hier niet in opgenomen.
Vraag 2
Wat is de realisatie van deze taakstelling voor het jaar 2024 en wat is de voortgang
voor 2025?
Antwoord op vraag 2
De HLA-taakstelling was niet van toepassing op het jaar 2024, maar is vanaf het begrotingsjaar
2025 ingegaan. De taakstelling in 2025 bedraagt 16,9 miljoen euro en is in de ontwerpbegroting
2025 budgettair doorverdeeld naar de organisatieonderdelen van het Ministerie van
Financiën. Van de 16,9 miljoen euro taakstelling is 13,2 miljoen euro terecht gekomen
bij het beleidsdepartement, en door een generieke efficiencykorting van 0,1% is 3,7 miljoen
euro bij de uitvoeringsorganisaties Belastingdienst, Toeslagen en Douane geland. Zie
het antwoord op vraag 5 voor een korte toelichting op de invulling van de taakstelling
bij de uitvoeringsorganisaties.
Vraag 3
Welk deel van die taakstelling wordt ingevuld vanuit apparaatsgelden en welk deel
vanuit andere middelen en welke zijn dat?
Antwoord op vraag 3
De HLA-taakstelling wordt nagenoeg volledig vanuit de apparaatsbudgetten ingevuld.
Vraag 4
Welke ICT-vernieuwingen zullen niet of later plaatsvinden als gevolg van de taakstelling
op apparaatskosten?
Antwoord op vraag 4
Er zijn geen ICT-vernieuwingen die niet of later zullen plaatsvinden als gevolg van
de taakstelling. De HLA-apparaatstaakstelling wordt niet ingevuld op budgetten voor
geplande ICT-vernieuwingen.
Vraag 5
Welk deel van deze taakstelling slaat neer bij uitvoeringsorganisaties en wat zijn
hier de operationele gevolgen van?
Antwoord op vraag 5
Van de totale apparaatstaakstelling van 70,7 miljoen euro slaat circa 26 miljoen euro
structureel bij de uitvoeringsorganisaties Belastingdienst, Toeslagen en Douane. Dit
komt neer op een daling van circa 0,8% van de beschikbare budgetten (inclusief de
al in de ontwerpbegroting 2025 verwerkte tranche 2025 – zie ook antwoord 2). De overige
45 miljoen euro wordt structureel ingevuld op de budgetten van het kerndepartement.
Dit komt overeen met een korting van circa 12% van de beschikbare budgetten.
Eén van de uitgangspunten bij het invullen van de apparaatstaakstelling binnen het
ministerie, is dat het zwaartepunt neerslaat bij het kerndepartement (zie ook antwoord
6). De taakstelling van circa 0,8% bij de uitvoeringsorganisaties wordt zoveel mogelijk
ingevuld op staf- en ondersteunende werkzaamheden, overhead en het efficiënter maken
van interne werkprocessen.
Vraag 6
Welke kaders hanteert de Minister voor het realiseren van de taakstelling op de apparaatsuitgaven?
Antwoord op vraag 6
Als uitgangspunt bij de invulling van de taakstelling op apparaatsuitgaven, is ervoor
gekozen om het zwaartepunt van de taakstelling te leggen bij het beleidsdepartement.
De uitvoeringsorganisaties dragen ook bij aan het realiseren van de HLA-taakstelling,
waarbij de publieke dienstverlening aan burgers en bedrijven wordt ontzien. Bij het
invullen van de taakstelling wordt in het bijzonder bezuinigd op de materiële uitgaven,
op overhead en wordt – in lijn met het regeerprogramma – tevens het aantal ambtenaren
op termijn verlaagd. De hersteloperaties Toeslagen en Box 3 worden ontzien.
Vraag 7
Kunt u een overzicht geven in de ontwikkeling van externe inhuur in de afgelopen vijf
jaar en de doelstelling voor de komende vijf jaar?
Antwoord op vraag 7
Het Ministerie van Financiën voldeed de afgelopen vijf jaar niet aan de Roemernorm,
waarbij externe inhuur maximaal 10% van de totale personeelsuitgaven mag zijn. Een
belangrijke oorzaak hiervan is het relatief grote aandeel externe inhuur bij de uitvoering
van Toeslagen-Herstel. De doelstelling van het Ministerie van Financiën is om te voldoen
aan de Roemernorm.
Onderstaande tabel bevat de percentages externe inhuur van de totale personeelsuitgaven
van de afgelopen vijf jaar.
Tabel 2 Percentages externe inhuur 2020–2024
Jaartal
2020
2021
2022
2023
2024
Percentage externe inhuur
11,9%
15,1%
18,4%
20,3%
19,5%
Onderstaande tabel bevat de prognose van de percentages externe inhuur van de totale
personeelsuitgaven van de komende vijf jaar.
Tabel 3 Prognose percentages externe inhuur 2025–2029
Jaartal
2025
2026
2027
2028
2029
Percentage externe inhuur
17,7%
14,3%
10,4%
9,1%
9,0%
Vraag 8
Hoeveel heeft de Hersteloperatie toeslagen tot nu toe in totaal gekost?
Antwoord op vraag 8
Tot nu toe zijn de totale uitgaven voor de Hersteloperatie Toeslagen circa 6 miljard
euro.
Vraag 9
Wat is de verwachting dat de Hersteloperatie toeslagen in totaal gaat kosten?
Antwoord op vraag 9
De totale kosten voor de Hersteloperatie Toeslagen worden momenteel geraamd op 11,6
miljard euro.
Vraag 10
Welk bedrag en welk percentage van de tot nu gemaakte kosten voor de Hersteloperatie
toeslagen heeft betrekking op «uitvoeringskosten»?
Antwoord op vraag 10
De gemaakte uitvoeringskosten voor de hersteloperatie toeslagen betreffen tot nu toe
1,41 miljard euro, wat circa 24% is van de gemaakte kosten voor de Hersteloperatie
Toeslagen.
Vraag 11
Klopt het dat in deze begroting de staatsgarantie voor TenneT geregeld wordt? Hoeveel
geld kan TenneT hiermee lenen voor de verzwaring van het net om netcongestie tegen
te gaan?
Antwoord op vraag 11
Ja, in deze begroting wordt inderdaad de staatsgarantie voor TenneT Nederland geregeld.
Tegelijkertijd met de Voorjaarsnota 2025 is het parlement geïnformeerd over de structurele
oplossingen voor TenneT Nederland en TenneT Duitsland. Daarbij is ook het toetsingskader
voor de garantie voor TenneT Nederland aangehecht. De garantie kent een plafond van
52 miljard euro. TenneT Nederland mag onder deze garantie dus 52 miljard euro aan
schuld aantrekken. Dit is voldoende om de investeringen die nu in het Investeringsplan
van TenneT staan te financieren. Deze investeringen zijn onder andere nodig om de
netcongestie te verhelpen. Jaarlijks zal bij de Voorjaarsnota gekeken worden of het
garantieplafond nog voldoet. Eventuele bijstellingen zullen wederom aan het parlement
ter goedkeuring worden voorgelegd.
Vraag 12
Kunt u ter bevordering van de leesbaarheid en verhoging van het informatiegehalte
van de memorie van toelichting van de suppletoire begroting in volgende suppletoire
begrotingen in enkele zinnen de achtergrond toelichten van een wijziging in het kasritme
van middelen ten behoeve van de compensatie van aanvullende schade en wat dit concreet
betekent voor betrokken ouders, kinderen en ex-partners?
Antwoord op vraag 12
Ik zal, conform uw verzoek, in de volgende suppletoire begrotingen deze toelichting
opnemen. Voor de huidige suppletoire begroting geldt dat de wijziging van het kasritme
bedoeld is om de geraamde uitgaven meer in lijn te brengen met het verwachte moment
van uitbetaling.
Vraag 13
Kunt u aangeven of u het totaalbudget van 11 miljard euro voor het herstel van de
kinderopvangtoeslagaffaire nog afdoende en realistisch acht?
Antwoord op vraag 13
Het actuele totaalbudget van 11,6 miljard euro wordt op dit moment als afdoende en
realistisch beschouwd.
Vraag 14
Hoeveel middelen zijn er in totaal vrijgemaakt in de Voorjaarsnota voor het bevorderen
van de digitale soevereiniteit van uw departement en de relevante zbo’s en agentschappen?
Antwoord op vraag 14
In de eerste suppletoire begroting van Financiën zijn geen middelen vrijgemaakt specifiek
voor het bevorderen van de digitale soevereiniteit van het departement of de relevante
zbo’s en agentschappen. Wel worden er, mede op basis van initiatieven van BZK, acties
ondernomen zoals het aanscherpen van het cloudbeleid en het verhogen van de digitale
weerbaarheid. Dergelijke acties zijn nodig om de digitale soevereiniteit te bevorderen.
Vraag 15
Zijn de bedragen voor de naleving van de sancties voldoende voor de uitvoeringsorganisaties
van Financiën?
Antwoord op vraag 15
De Douane en FIOD hebben met deze Voorjaarsnota structureel middelen beschikbaar gekregen
die voldoen voor de huidige situatie.
Vraag 16
Hoe moet de reservering voor TenneT Duitsland gezien worden in relatie tot de plannen
voor de verkoop of beursgang TenneT Duitsland?
Antwoord op vraag 16
Zoals aangegeven in de Kamerbrief van 17 april 2025 over de structurele oplossingen
voor TenneT Nederland en TenneT Duitsland1 moet deze reservering worden gezien als een last-resortmaatregel. Deze zal enkel
worden gebruikt (i) in het onverwachte geval dat de deelname van private investeerders
niet voldoende is om de gehele kapitaalbehoefte in te vullen of (ii) indien de schuldherstructurering
tot onaanvaardbare kosten leidt. In de Kamerbrief van 13 mei 20252 heb ik het parlement geïnformeerd dat de schuldherstructurering succesvol is afgerond.
Hiermee vervalt de tweede reden voor het opnemen van de last-resortmaatregel. Het
proces rondom de deelname van private partijen loopt. Ik verwacht u bij Voorjaarsnota
2026 te kunnen informeren over de mogelijke aanpassingen van de reservering voor de
kapitaalbehoefte voor TenneT Duitsland.
Vraag 17
Kan aangegeven worden welke mitigerende maatregelen eerder genomen zijn om de verliesraming
EIB-EGF te beperken?
Antwoord op vraag 17
Zoals afgesproken bij de oprichting van het EGF heeft de EIB ex-ante risicobeheer
toegepast om de verwachte netto verliezen rond de 20% te houden. De EIB heeft gedurende
de allocatieperiode onder andere gestuurd op de productmix en regelmatig gerapporteerd
over de gerealiseerde en verwachte verliezen in het zogeheten Contributors Committee, waarin Nederland een zetel heeft. Uit deze rapportage bleek dat het gevoerde beleid
in lijn is met de doelstelling om de verwachte verliezen rond de 20% te houden.
Vraag 18
Wat zijn de gevolgen van de kasschuiven scan en detectie voor het tempo en de planning
van de ambitie op dit terrein?
Antwoord op vraag 18
Met deze kasschuif is het ritme van de beschikbare middelen in lijn gebracht met de
actuele planning van de ambitie. Voor de vervangingsopgave doet de Douane een beroep
op Europese CCEI-subsidies. De timing van de benodigde uitgaven zijn, gegeven de huidige
ambitie, niet in lijn met de bestaande kaders en ontvangsten van de subsidies waardoor
een kasschuif noodzakelijk is.
Vraag 19
Er worden extra middelen toegevoegd c.q. overgeheveld voor het budget personeel, opdrachten,
etc. in 2025, 2026, 2027 en 2028; hoe moet dit gezien worden in relatie tot de voortgang
van de hersteloperatie?
Antwoord op vraag 19
Deze middelen zijn nodig voor de voortzetting van de hersteloperatie, met name voor
de afhandeling van de resterende complexe dossiers aanvullende schade, bezwaarbehandeling
en de nazorg en ondersteuning.
Vraag 20
De Integrale Beoordeling is bijna afgerond en zal in 2025 volledig worden afgerond;
wat betekent dit qua aantallen fte (afname), en hoe moet dit gezien worden in relatie
tot het extra budget voor personeel en opdrachten?
Antwoord op vraag 20
Hoewel het aantal te behandelen dossiers afneemt, blijft er behoefte aan budget voor
personeel en opdrachten. Dit is te verklaren door onder andere de complexiteit van
resterende dossiers van aanvullende schade, bezwaarbehandeling en de nazorg en ondersteuning.
Door de afronding van de integrale beoordeling daalt het totaal aan apparaatskosten
en het totaal aantal fte dat ingezet wordt voor de hersteloperatie wel vanaf 2026.
Vraag 21
Kan uitgelegd worden wat de gevolgen zijn van de verdeling van de HLA-taakstelling
bij de Belastingdienst, Douane en Toeslagen?
Antwoord op vraag 21
Zie het antwoord op vraag 29.
Vraag 22
Waarom wordt de vertaling van het amendement-Bontenbal bij de OCW-begroting geregeld
via de post «nog niet verdeelde middelen» binnen artikel 1 (belastingen)? Wat zijn
daarvan de gevolgen? Hoe wordt dit in de komende jaren geregeld?
Antwoord op vraag 22
Zoals in de eerste suppletoire begroting toegelicht, is het Financiën-aandeel in de
taakstelling voortkomend uit het amendement-Bontenbal, ingevuld met nog niet verdeelde
ruimte binnen artikel 1. Deze ruimte is het gevolg van een structurele meevaller binnen
de niet-belastingontvangsten. Hiermee is de invulling structureel geregeld.
Vraag 23
Wat is 5,4 miljoen euro voor een bijdrage voor categoriemanagement? Wat is categoriemanagement?
Antwoord op vraag 23
Categoriemanagement voor het Rijk betekent dat ministeries niet alleen voor zichzelf
inkopen, maar per productgroep (of categorie) voor elkaar. De categorie Vakkennis
en Persoonlijke Ontwikkeling is ondergebracht bij het Ministerie van Financiën. De
meeste departementen die gebruik maken van deze categorie hebben in 2020 voor 5 jaar
budget overgeheveld. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid is hierop een uitzondering
en heeft in 2020 voor drie jaar budget overgeheveld, en heeft in 2024 en nu in 2025
het resterende bedrag voor die jaren ad 5,4 miljoen euro overgeheveld.
Vraag 24
Kunt u specificeren om welke verschillende overboekingen met andere begrotingen het
gaat?
Antwoord op vraag 24
In totaal hebben er bij eerste suppletoire begroting 2025 58 overboekingen plaatsgevonden
tussen het Ministerie van Financiën en andere departementale begrotingen. Het overgrote
deel hiervan is klein en technisch van aard. In onderstaande tabel staan de bedragen
van overboekingen uitgesplitst per departementale begroting. Een positief bedrag betekent
dat er netto geld naar Financiën is overgeboekt en een negatief bedrag betekent dat
er netto geld vanuit Financiën naar het desbetreffende andere ministerie is overgeboekt.
Tabel 4 Specificatie overboekingen met andere begrotingen (Eerste suppletoire begroting)
(bedragen x € 1.000)
Ministerie
2025
2026
2027
2028
2029
2030
1. Algemene Zaken
38
0
0
0
0
0
2. Koninkrijksrelaties
– 715
– 715
– 715
– 715
– 715
– 715
3. Buitenlandse Zaken
161
933
986
1.087
1.254
530
4. Justitie en Veiligheid
5.786
– 1.151
1.064
1.104
1.064
1.064
5. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
– 4.659
– 1.860
– 1.860
– 1.860
– 1.860
– 1.860
6. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
60
0
0
0
0
0
7. Defensie
851
– 193
– 193
– 193
– 193
0
8. Infrastructuur en Waterstaat
190
0
0
0
0
0
9. Economische Zaken
– 305
– 85
– 85
0
0
0
10. Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
168
0
0
0
0
0
11. Sociale Zaken en Werkgelegenheid
9.564
5
– 165
– 260
– 916
– 916
12. Volksgezondheid, Welzijn en Sport
171
0
0
0
0
0
13. Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
2.340
3.500
3.500
3.500
3.500
3.500
14. Klimaat en Groene Groei
1.250
0
0
0
0
0
15. Financiën (Aanvullende Post)
2.868
635
0
0
0
0
16. Totaal
17.768
1.069
2.532
2.663
2.134
1.603
Toelichting van de grootste bedragen (< € 5 mln.)
4. Justitie en Veiligheid. Het Ministerie van J&V heeft zijn bijdrage aan categoriemanagement (5,4 miljoen euro)
naar Financiën overgeboekt.
11. Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het Ministerie van SZW heeft eenmalig 4,5 miljoen euro naar Financiën overgeboekt
ter dekking van uitvoeringskosten voor de verkenningsfase voor een alternatief met
betrekking tot kinderopvangtoeslag. Ook heeft het Ministerie van SZW een bedrag voor
extra werkzaamheden van Dienst Toeslagen (5 miljoen euro) naar Financiën overgeboekt.
Vraag 25
Kan er een overzicht gegeven worden van de dividendramingen van alle staats- en beleidsdeelnemingen
en de oorzaken daarvan?
Antwoord op vraag 25
Dividendramingen van staatsdeelnemingen worden gebaseerd op de verwachte financiële
resultaten en het vastgestelde dividendbeleid per deelneming. Het dividendbeleid vormt
een integraal onderdeel van financiële afspraken die worden gemaakt met de staatsdeelneming
conform het Handboek financiële positie3. We geven geen overzicht van de meerjarige dividendraming omdat de meerjarige winstramingen
bedrijfsvertrouwelijk zijn. De dividenduitkeringen die de staat in 2025 ontvangt over
boekjaar 2024 staan vermeld in het Jaarverslag Staatsdeelnemingen. Dit wordt naar
verwachting begin juli gepubliceerd. Het Ministerie van Financiën is geen aandeelhouder
in beleidsdeelnemingen en dividenden van deze deelnemingen, indien van toepassing,
worden niet verantwoord op de Financiën begroting.
Vraag 26
Kan er uitleg gegeven worden over de aanpassing van de renteontvangsten van TenneT?
Antwoord op vraag 26
De rente op getrokken leningdelen betaalt TenneT op vier vaste momenten in het jaar.
Een van de renteperioden is jaar-overschrijdend. Voor deze renteontvangsten is een
kasschuif verwerkt.
Daarnaast betreft de opgenomen reeks een raming op basis van verwachte renteontvangsten
en zal deze bijgesteld worden aan de hand van de realisatie. De rentebetalingen zijn
namelijk ook afhankelijk van de renteontwikkelingen, de looptijd, hoogte en de datum
van trekking van het betreffende leningsdeel.
Vraag 27
Kan er een nadere uitleg komen van de naar verwachting lagere rentelasten vaste schuld
als gevolg van het financieringsplan 2025?
Antwoord op vraag 27
Bij de eerste suppletoire begroting wordt minder vaste schuld (– 29,1 miljard euro)
en meer vlottende schuld (+ 28,2 miljard euro) geraamd dan bij de begroting van 2025
waardoor de rentelasten vaste schuld dalen en die van de vlottende schuld toenemen.
Bij de opstelling van de begroting in september 2024 stond het financieringsplan nog
niet vast. In het financieringsplan worden de geplande uitgiftes op de geldmarkt (vlottende
schuld) en de kapitaalmarkt (vaste schuld) voor het volgende jaar worden vastgelegd.
In de Outlook in december 2024 werd het financieringsplan op basis van de financieringsbehoefte
van 2025 aangekondigd.
Vraag 28
Klopt het dat er een verschuiving is van vaste schuld (29,1 miljard euro minder) naar
vlottende schuld (28,2 miljard meer)? Wat zijn daarvan de voor- en de nadelen?
Antwoord op vraag 28
Er is inderdaad sprake van een verschuiving van uitgifte vaste schuld (– 29,1 miljard
euro) naar uitgifte vlottende schuld (+ 28,2 miljard euro) in de begroting. Bij het
opstellen van de ontwerpbegroting in september wordt geen mutatie in de stand van
de vlottende schuld geraamd, aangezien daarvan op voorhand geen redelijke inschatting
valt te maken. Dit is vastgelegd in de Comptabiliteitswet 2016. In december stelt
het Agentschap pas zijn definitieve financieringsplan vast en communiceert dit middels
de zogeheten Outlook. Het verschil tussen de geraamde uitgifte van vaste schuld in
de ontwerpbegroting en die in het financieringsplan leidt tot de wijziging van vaste
schuld naar vlottende schuld.
De werkwijze waarbij de uitgifte van vaste schuld jaarlijks pas in het financieringsplan
wordt gepubliceerd, draagt bij aan het betrouwbare imago van de Nederlandse staat
op de financiële markten. Slechts in uitzonderlijke gevallen wijkt het Agentschap
af van de totale aangekondigde uitgifte van vaste schuld. In dat geval stelt het Agentschap
de financiële markten op de hoogte middels zijn kwartaalbericht. De verschuiving in
uitgifte van vaste naar vlottende schuld komt dus niet voort uit een wijziging in
het financieringsbeleid maar is een gevolg van de werkwijze van het Agentschap.
Vraag 29
Wat zijn de gevolgen van het verlagen van het budget voor personele uitgaven van de
Belastingdienst? In hoeverre is dit ook zo bij de Douane en Toeslagen? En hoe past
dit in het uitgangspunt uitvoeringsorganisatie zoveel mogelijk uit te sluiten?
Antwoord op vraag 29
Zie de antwoorden op vragen 5 en 6. In lijn met de uitgangspunten is het zwaartepunt
van de HLA-taakstelling bij het kerndepartement ingevuld. De uitvoeringsorganisaties
Belastingdienst, Toeslagen en Douane dragen ook, relatief beperkt, bij met circa 0,8%
van hun beschikbare budgetten. De taakstelling bij de uitvoeringsorganisaties wordt
zoveel mogelijk ingevuld op staf- en ondersteunende werkzaamheden, overhead en het
efficiënter maken van interne werkprocessen.
Vraag 30
De post overig wordt bijgesteld onder meer voor bancaire kosten in Saba; kan daar
uitleg over gegeven worden, waar gaat het precies om, waarom niet ook Sint Eustatius
en Bonaire?
Antwoord op vraag 30
De post is bedoeld voor het sluiten van een dienstverleningsovereenkomst met een (lokale)
bank ten einde de bancaire dienstverlening op Saba te verbeteren. Op Saba is dat probleem
het meest urgent en de situatie ondermaats waardoor de gezochte oplossing in eerste
plaats bedoeld is voor Saba. Met het voornemen van ING om op Saba én Sint Eustatius
actief te worden, lijkt de bancaire dienstverlening in de nabije toekomst voldoende
geborgd te zijn. Ik verwacht dan ook dat deze post in de toekomst kan vervallen.
Vraag 31
Kan een overzicht gegeven worden van de te ontvangen premie voor de garanties van
de Staat in relatie tot Tennet?
Antwoord op vraag 31
Wanneer het parlement akkoord gaat met de garantie voor TenneT Nederland dan is er
één uitstaande garantie aan TenneT Nederland. In de eerste suppletoire begroting van
Financiën is bijgaande reeks opgenomen voor de verwachte premieopbrengsten van deze
garantie. Deze ontvangsten zijn niet relevant voor het uitgavenkader, maar wel relevant
voor het EMU-saldo.
Tabel 5 Overzicht garantiepremie
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Garantiepremie
€ 3 miljoen
€ 33 miljoen
€ 75 miljoen
€ 115 miljoen
€ 157 miljoen
€ 188 miljoen
Vraag 32
Er is een toename van de uitvoeringskosten van ADSB (Atradius) voor de exportkredietverzekeringen,
deze worden gedekt uit de begrotingsreserve; over welke begrotingsreserve gaat het
en in hoeverre is dit gebruikelijk en/of verantwoord, waar was/is de begrotingsreserve
voor bedoeld?
Antwoord op vraag 32
Op basis van het nationale garantiekader voor risicoregelingen heeft de Exportkredietverzekering
(ekv) een eigen begrotingsreserve, oftewel een risicovoorziening. De begrotingsreserve
is een interne meerjarige budgettaire voorziening binnen de Rijksbegroting en fungeert
als buffer om tegenvallers binnen de ekv op te vangen. De begrotingsreserve van de
ekv is bedoeld om per jaar het verschil tussen enerzijds premieontvangsten en restituties
van schades en anderzijds uitgaven in de vorm van definitieve schades en de kostenvergoeding
op te vangen. Dit is vastgesteld in de begroting. De term «kostenvergoeding» staat
hier gelijk aan de uitvoeringskosten van ADSB. Daarmee is het gebruikelijk en conform
de doelstelling van de begrotingsreserve van de ekv om (toegenomen) uitvoeringskosten
uit de begrotingsreserve te dekken.
Vraag 33
De afhandeling van de schulden in het kader van de Toeslagenaffaire door Sociale Banken
Nederland is voor 2025 en 2026 vrijwel afgerond volgens de voortgangsrapportage; om
hoeveel geld gaat het precies (omdat het als totaal van meerdere opdrachten is weergegeven),
en waarom is dit nodig?
Antwoord op vraag 33
De resterende uitvoering voor het kwijtschelden van private schulden betreft 26,1
miljoen euro en is nodig voor het verwachte aantal gedupeerden dat er nog bijkomt
uitgaande van 45.000 toeslagenaanvragers en 7.000 ex-partners.
Vraag 34
Er is al een uitgewerkt plan voor een alternatief met betrekking tot de kinderopvangtoeslag.
Waar is de benoemde verkenningsfase op gebaseerd?
Antwoord op vraag 34
De verkenningsfase van het alternatief voor de kinderopvangtoeslag is voortgekomen
uit de behoefte aan een meer structurele en duurzame oplossing voor ouders om de zekerheid
en eenvoud voor ouders te vergroten. In nauwe samenwerking met betrokken overheidsorganisaties
en in afstemming met de sector, wordt op basis van de uitgangspunten in de Kamerbrief
van 11 november jl.4 een nieuwe conceptwet, uitvoeringsprocessen en IV-organisatie uitgewerkt.
Vraag 35
Om welke vrije middelen voor (schade-)vergoedingen die herverdeeld zijn over het budget
voor dwangsommen gaat het?
Antwoord op vraag 35
Deze middelen zijn voornamelijk afkomstig van de hiervoor bedoelde reservering op
de Aanvullende Post.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.M. Nijhof-Leeuw, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
R.A. van der Steur, adjunct-griffier
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.