Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Vroonhoven over de klaarblijkelijk norm-overschrijdende bezoldiging van NOS topfunctionarissen
Vragen van het lid Van Vroonhoven (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de klaarblijkelijk norm-overschrijdende bezoldiging van NOS topfunctionarissen (ingezonden 2 mei 2025).
Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 5 juni
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2278.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat de algemeen directeur van de NOS in de eerste maanden
van haar vaste dienstverband nog steeds werd bezoldigd alsof zij interim-directeur
was?1 Klopt dit bericht?
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het bericht.2 In het jaarverslag 2024 van de NOS staat de algemeen directeur van de NOS vermeld
als «leidinggevende topfunctionaris zonder dienstbetrekking». Ik ben door de NOS geïnformeerd
over het feit dat de RvT van de NOS na het vertrek van de algemeen directeur heeft
gekozen voor een interim-directeur omdat zij het onwenselijk achtte de NOS voor langere
tijd door een eenmansdirectie te laten leiden. De NOS heeft mij hierover laten weten
dat dit besluit is genomen op een moment dat de NOS middenin een traject van cultuurverandering
zat waarbij ook de topstructuur onder handen werd genomen. Dit leidde tot een interim
aanstelling per 1 juni 2024 van mw. Eringa voor een bepaalde periode als statutair
bestuurder, conform de WNT media-instellingen klasse D waarop de NOS is ingedeeld
en de voor het eerste jaar geldende hogere vergoeding voor interim topfunctionarissen.
In het najaar 2024 kondigde de zakelijk directeur van de NOS zijn vertrek aan uiterlijk
medio 2025. Op dat moment was de herinrichting van de topstructuur nog niet gereed.
Vanuit het oogpunt van continuïteit en stabiliteit heeft de RvT van de NOS er op dat
moment voor gekozen de aanstelling van de statutair bestuurder per 1 november 2024
voor een periode van drie jaar (of zoveel korter als wenselijk) te verlengen op basis
van een interim verbintenis. Daarbij is een bijbehorende bezoldiging conform de WNT
media-instellingen klasse D (waarop de NOS is ingedeeld) vastgesteld, zij het dat
nog zeven maanden de hogere vergoeding voor interim topfunctionarissen van kracht
was. De NOS heeft aangegeven dat de bezoldiging van mw. Eringa aangepast zal worden
naar de bezoldiging voor topfunctionarissen met een dienstbetrekking.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het schaarse geld dat naar de publieke omroep gaat beter besteed
kan worden aan de kwaliteit van de programmering, dan aan (top)salarissen?
Antwoord 2
Publiek geld dient bewust, behoorlijk en ten dienste van de media-opdracht te worden
besteed. Hiervoor is goed bestuur nodig. Van bestuurders verwacht ik dat zij bewust
en betamelijk omgaan met de middelen die hen zijn toevertrouwd. Een van de wettelijke
waarborgen is dan ook dat de salarissen van bestuurders binnen de publieke omroep
onder de WNT vallen.
Vraag 3
Zo nee, deelt u de opvatting dat de Raad van Toezicht van de NOS had moeten ingrijpen?
Zo ja, wat voor consequenties vindt u passend?
Antwoord 3
Of de NOS in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving heeft gehandeld moet
blijken uit de controles door de accountant en de Belastingdienst, en het hierop volgend
toezicht door het Commissariaat voor de Media. Uit de goedkeurende controleverklaring
bij de jaarrekening 2024 van de NOS blijkt dat de accountant heeft geconcludeerd dat
deze in overeenstemming met de bepalingen bij en krachtens de Wet normering topinkomens
(WNT) is opgesteld.
Vraag 4
Bent u bereid om het Commissariaat voor de Media of de Belastingdienst te verzoeken
te toetsen of de veelbesproken arbeidsrelatie tussen de algemeen directeur en de NOS
gedurende de interim-periode feitelijk moet worden gekwalificeerd als een dienstbetrekking?
Antwoord 4
Ik ben van mening dat niet alleen de letter van de wet gevolgd moet worden maar dat
er ook in de geest van de wet moet worden gehandeld. Bestuurders en toezichthouders
in de publieke sector hebben de morele plicht om bewust en betamelijk om te gaan met
de besteding van publieke middelen, het gaat immers om belastinggeld. In gesprekken
met bestuurders en toezichthouders binnen de publieke omroep, zal ik hen op deze verantwoordelijkheid
blijven wijzen.
De NOS heeft aangegeven dat de bezoldiging van mw. Eringa aangepast wordt naar de
bezoldiging voor topfunctionarissen met een dienstbetrekking.
Vraag 5
Zo nee, deelt u de opvatting dat de Raad van Toezicht van de NOS had moeten ingrijpen?
Zo ja, wat voor consequenties vindt u passend?
Antwoord 5
Zie het antwoord bij vraag 3 en 4.
Vraag 6
Deelt u de opvatting dat ook het Commissariaat voor de Media hier een rol had moeten
spelen? Zo ja, bent u bereid in gesprek te gaan met het Commissariaat voor de Media
hierover?
Antwoord 6
Het Commissariaat voor de Media ziet achteraf toe op de naleving van de geldende wet-
en regelgeving, waaronder de WNT. De landelijke media-instellingen dienen hiervoor,
conform de MW2008 artikel 2.171 lid 1, uiterlijk 1 mei hun jaarrekening in bij het
Commissariaat voor de Media, zo ook de NOS. Het Commissariaat voor de Media heeft
naar aanleiding van de berichtgeving aangegeven de rechtmatigheidstoetsing van de
jaarverantwoording van de NOS over 2024 met prioriteit uit te zullen voeren.
Vraag 7
Acht u het toezicht op naleving van de Wet normering topinkomens (WNT) binnen de publieke
omroep op dit moment toereikend?
Antwoord 7
Ja. Zie het antwoord bij vraag 3, 4 en 6.
Vraag 8
Bent u bereid om het Commissariaat voor de Media of de Belastingdienst te verzoeken
te toetsen of de veelbesproken arbeidsrelatie tussen de algemeen directeur en de NOS
gedurende de interim-periode feitelijk moet worden gekwalificeerd als een dienstbetrekking?
Antwoord 8
De Belastingdienst bepaalt zelf welke onderzoeken zij uitvoert, ook inzake de Wet
Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA). Of aan geldende wet- en regelgeving
is voldaan moet blijken uit controles door de accountant, de Belastingdienst en het
hierop volgend toezicht door het Commissariaat voor de Media. Vooruitlopend hierop
kan ik hier niets over zeggen.
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat bij een dergelijke kwalificatie de hogere interim-vergoeding
niet rechtmatig zou zijn geweest, en dat het reguliere WNT-plafond vanaf aanvang van
toepassing zou zijn?
Antwoord 9
Als de arbeidsrelatie wordt gekwalificeerd als dienstbetrekking, dan geldt het WNT-plafond
voor topfunctionarissen met een dienstbetrekking.
Vraag 10
Acht u het wenselijk dat het functioneren van Raden van Toezicht binnen de publieke
omroep scherper wordt geëvalueerd, dit met het oog op rechtmatigheid, publieke verantwoording
en maatschappelijke legitimiteit? Binnen welke termijn zou u die evaluatie willen
laten plaatvinden?
Antwoord 10
Ik vind goed functionerend intern toezicht binnen de publieke omroep van groot belang.
Binnen de hervorming van het landelijke bestel speelt een goede governance in brede
zin voor mij een belangrijke rol. Daarom wordt nu al gekeken naar het aanscherpen
van de Gedragscode integriteit publieke omroepen het toezicht daarop. Ook werk ik binnen de hervorming aan het wettelijk vastleggen
van maximale zittingstermijnen voor bestuurders en toezichthouders. Zie voorts het
antwoord bij vraag 4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.