Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 766 Wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de accijns in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2023/2413 van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2018/2001, verordening (EU) 2018/1999 en Richtlijn 98/70/EG wat de bevordering van energie uit hernieuwbare bronnen betreft, en tot intrekking van Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! Doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is om de Wet milieubeheer
en de Wet op de accijns te wijzigen in verband met de implementatie van Richtlijn
(EU) 2023/2413 van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 tot wijziging
van Richtlijn (EU) 2018/2001, verordening (EU) 2018/1999 en Richtlijn 98/70/EG wat
de bevordering van energie uit hernieuwbare bronnen betreft, en tot intrekking van
Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 9.7.1.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de alfabetische rangschikking worden de volgende begripsbepalingen en bijbehorende
omschrijvingen ingevoegd:
binnenschip:
binnenschip als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Binnenvaartwet;
CO2-equivalent-ketenemissiereductie:
de hoeveelheid verminderde broeikasgasuitstoot door de productie, het vervoer, de
distributie en het gebruik van hernieuwbare energie, ten opzichte van de fossiele
referentiebrandstof, bedoeld in bijlage V van de richtlijn hernieuwbare energie;
distributiesysteembeheerder:
distributiesysteembeheerder voor elektriciteit en de distributiebeheerder voor gas
als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet;
emissiereductie-eenheid:
emissiereductie-eenheid als bedoeld in artikel 9.7.3.1;
geaggregeerd inboeken:
het verzameld inboeken door een inboekdienstverlener van meerdere hoeveelheden door
ondernemingen geleverde of door natuurlijke personen op hun onroerende zaak geladen
elektriciteit;
inboekdienstverlener:
inboeker die in eigen naam hoeveelheden door een minimum aantal andere ondernemingen
geleverde elektriciteit dan wel hoeveelheden door natuurlijke personen op hun onroerende
zaak geladen elektriciteit inboekt;
levering tot eindverbruik sector binnenvaart:
uitslag tot verbruik als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de accijns van rode gasolie
aan de sector binnenvaart;
levering tot eindverbruik sector land:
uitslag tot verbruik als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de accijns van benzine,
diesel en zware stookolie aan de sector land;
levering tot eindverbruik sector zeevaart:
levering van brandstoffen voor de aandrijving van schepen of scheepsbehoeften aan
boord van schepen aan de sector zeevaart;
massabalans van biobrandstoffen:
een boekhouding die een getrouwe weergave geeft van de in- en uitgaande stromen en
voorraad van duurzame grondstoffen voor biobrandstoffen en duurzame biobrandstoffen
van een onderneming al dan niet op een opslaglocatie, gedurende een bepaalde periode,
bedoeld in artikel 30 van de richtlijn hernieuwbare energie en uitgevoerd overeenkomstig
artikel 19 van verordening (EU) 2022/996, als onderdeel van een door de inboeker gehanteerd
duurzaamheidssysteem;
massabalans van hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong:
een boekhouding die een getrouwe weergave geeft van de in- en uitgaande stromen en
voorraad van hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong van een onderneming
al dan niet op een opslaglocatie gedurende een bepaalde periode, bedoeld in artikel
30 van de richtlijn hernieuwbare energie en uitgevoerd overeenkomstig artikel 19 van
verordening (EU) 2022/996, als onderdeel van een door de inboeker gehanteerd vrijwillig
systeem;
mobiele machine:
mobiele werktuigen, landbouwtrekkers, bosbouwmachines en pleziervaartuigen;
opslaglocatie:
een opslagtank op land of op water met een vast adres, als onderdeel van een accijnsgoederenplaats
als bedoeld in artikel 1a, eerste lid, van de Wet op de accijns voor minerale oliën
of belasting-entrepot voor minerale oliën;
raffinagereductie-eenheid:
raffinagereductie-eenheid als bedoeld in artikel 9.8.2.1;
rode gasolie:
diesel voorzien van herkenningsmiddelen, bedoeld in artikel 1a, derde lid, van de
Wet op de accijns en minerale oliën die op grond van artikel 28, met uitzondering
van het tweede en zesde lid, van die wet voor het tarief van gasolie aan de accijns
onderworpen zijn;
sector binnenvaart:
binnenschepen;
sector land:
wegvoertuigen, spoorvoertuigen, mobiele machines en vaste installaties;
sector zeevaart:
zeeschepen;
Uniedatabank:
databank als bedoeld in artikel 31 bis, eerste lid, van de richtlijn hernieuwbare
energie;
vrijwillig systeem:
door de Europese Commissie erkend vrijwillig systeem voor het certificeren dat een
hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong voldoet aan de broeikasgasemissiereductiecriteria,
bedoeld in artikel 30, vierde lid, van de richtlijn hernieuwbare energie;
verordening (EU) 2022/996:
uitvoeringsverordening (EU) 2022/996 van de commissie van 14 juni 2022 betreffende
de voorschriften om de duurzaamheids- en broeikasgasreductiecriteria alsmede de criteria
inzake laag risico op indirecte veranderingen in landgebruik te controleren;
zeeschip:
zeeschip als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Binnenvaartwet;
2. In de begripsomschrijving van afboekrekening wordt telkens «hernieuwbare brandstofeenheden»
vervangen door «emissiereductie-eenheden»;.
3. De begripsomschrijving van duurzaamheidssysteem komt te luiden: door de Europese
Commissie erkend vrijwillig systeem voor het certificeren dat een biobrandstof voldoet
aan de duurzaamheids- en broeikasgasemissiereductiecriteria als bedoeld in artikel
30, vierde lid, van de richtlijn hernieuwbare energie:.
4. In de begripsomschrijving van diesel wordt «het tweede lid» vervangen door «het tweede
en zesde lid».
5. In de begripsomschrijving van energie-inhoud vervalt de punt aan het einde van de
eerste volzin en vervalt de tweede volzin.
6. De begripsbepaling van hernieuwbare brandstof en de bijbehorende omschrijving komt
te luiden:
hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong:
vloeibare en gasvormige brandstoffen van niet-biologische oorsprong als bedoeld in
artikel 2, onderdeel 36, van de richtlijn hernieuwbare energie;.
7. De begripsomschrijving van jaarverplichting komt te luiden: aantal per soort en sector
emissiereductie-eenheden dat de leverancier tot eindverbruik voor zijn levering tot
eindverbruik sector land, levering tot eindverbruik sector binnenvaart of zijn levering
tot eindverbruik sector zeevaart is verschuldigd op grond van artikel 9.7.2.1, eerste
lid;.
8. De begripsomschrijving van leverancier tot eindverbruik komt te luiden: houder van
een vergunning voor een accijnsgoederenplaats als bedoeld in artikel 1a, eerste lid,
van de Wet op de accijns voor minerale oliën, of geregistreerde geadresseerde als
bedoeld in artikel 1a, eerste lid, van die wet voor minerale oliën, of importeur,
met een levering tot eindverbruik sector land of een levering tot eindverbruik sector
binnenvaart of leverancier met een levering tot eindverbruik sector zeevaart;.
9. De begripsomschrijving van leveren aan de Nederlandse markt komt te luiden:
a. uitslag tot verbruik als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de accijns, dan wel leveren
van minerale oliën door een houder van een vergunning voor een accijnsgoederenplaats
als bedoeld in artikel 1a, eerste lid, van die wet aan een andere houder van een vergunning
voor een accijnsgoederenplaats, beide voor zover de inboeker kan aantonen dat de hoeveelheid
ingeboekte biobrandstof of vloeibare hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong
is uitgeslagen tot verbruik als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de accijns, geleverd
aan sector land of de sector binnenvaart;
b. leveren van een hoeveelheid biobrandstof of vloeibare hernieuwbare brandstof van niet-biologische
oorsprong aan de sector zeevaart.
10. De begripsbepaling «levering tot eindverbruik» vervalt.
11. De begripsomschrijving van onderneming komt te luiden: onderneming als bedoeld in
artikel 5 van de Handelsregisterwet 2007, voor zover deze rechtspersoonlijkheid bezit
als bedoeld in artikel 3 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;.
12. In de begripsomschrijving van overboekfaciliteit wordt «hernieuwbare brandstofeenheid»
vervangen door «emissiereductie-eenheid».
13. De begripsbepaling «hernieuwbare brandstofeenheid» vervalt.
14. De begripsbepaling «luchtvaart» vervalt.
15. De begripsomschrijving van vervoer komt te luiden: wegvoertuigen, spoorvoertuigen,
vaartuigen en mobiele machines;.
16. De begripsbepaling «zetmeelrijke gewassen» vervalt.
B
Artikel 9.7.1.2, tweede lid, komt te luiden:
2. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de levering
tot eindverbruik sector zeevaart en de leverancier met een levering tot eindverbruik
sector zeevaart.
C
Artikel 9.7.1.3 komt te luiden:
Artikel 9.7.1.3
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over:
a. de invoer en het gebruik van gegevens door inboekers en andere marktdeelnemers in
de Uniedatabank, bedoeld in artikel 31 bis, tweede lid, van de richtlijn hernieuwbare
energie;
b. de controle op de ingevoerde gegevens in de Uniedatabank door het certificeringsorgaan
van het duurzaamheidsysteem of het vrijwillige systeem, bedoeld in artikel 31 bis,
vijfde lid, van de richtlijn hernieuwbare energie.
D
In artikel 9.7.1.4 wordt «en de rijksbelastingdienst» vervangen door «, de rijksbelastingdienst
en de distributiesysteembeheerder».
E
De titelaanduiding van paragraaf 9.7.2. komt te luiden: § 9.7.2. Jaarverplichting hernieuwbare energie vervoer
F
Artikel 9.7.2.1 komt te luiden:
Artikel 9.7.2.1
1. De leverancier tot eindverbruik is in enig kalenderjaar het aantal per soort emissiereductie-eenheden
als bedoeld in artikel 9.7.3.2, tweede lid, verschuldigd, dat overeenkomt met het
bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen percentage CO2-equivalent-ketenemissiereductie van zijn levering tot eindverbruik sector land, zijn
levering tot eindverbruik sector binnenvaart of zijn levering tot eindverbruik sector
zeevaart in het direct aan dat kalenderjaar voorafgaande kalenderjaar.
2. Bij algemene maatregel van bestuur worden voor de toepassing van het eerste lid per
sector eisen gesteld aan het aantal en soort emissiereductie-eenheden als bedoeld
in artikel 9.7.3.2, tweede lid.
3. Bij algemene maatregel van bestuur worden voor het voldoen aan de jaarverplichting
regels gesteld over het gebruik van emissiereductie-eenheden uit de verschillende
sectoren, bedoeld in artikel 9.7.3.2, eerste lid, en het gebruik van raffinagereductie-eenheden,
waaronder regels over het maximum gebruik per sector van deze emissiereductie-eenheden
en raffinagereductie-eenheden.
4. Ten behoeve van de uitvoering van het derde lid kan bij of krachtens algemene maatregel
van bestuur worden bepaald dat voor het voldoen aan de jaarverplichting in een sector
raffinagereductie-eenheden worden vermenigvuldigd met een bij ministeriële regeling
vast te stellen factor kleiner dan één.
G
In artikel 9.7.2.3, eerste lid, wordt «zijn levering tot eindverbruik» vervangen door
«zijn levering tot eindverbruik sector land, zijn levering tot eindverbruik sector
binnenvaart of zijn levering tot eindverbruik sector zeevaart».
H
Artikel 9.7.2.4 wordt als volgt gewijzigd:
In het eerste en tweede lid wordt «zijn levering tot eindverbruik» vervangen door
«zijn levering tot eindverbruik sector land, zijn levering tot eindverbruik sector
binnenvaart of zijn levering tot eindverbruik sector zeevaart».
I
Artikel 9.7.2.5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «1 mei» vervangen door «1 april» en wordt «aantal per soort
hernieuwbare brandstofeenheden» telkens vervangen door «aantal emissiereductie-eenheden
per soort en sector».
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden voor de levering tot eindverbruik
sector land, de levering tot eindverbruik sector binnenvaart of de levering tot eindverbruik
sector zeevaart, regels gesteld over de afschrijving van het aantal per soort emissiereductie-eenheden,
bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.
3. In het derde en vierde lid wordt «aantal per soort hernieuwbare brandstofeenheden»
telkens vervangen door «aantal emissiereductie-eenheden per soort en sector».
4. In het vijfde lid wordt «aantal per soort hernieuwbare brandstofeenheden» vervangen
door «aantal emissiereductie-eenheden per soort en sector» en wordt «minder is dan
nul» vervangen door «leidt tot een negatief saldo aan emissiereductie-eenheden».
J
Na artikel 9.7.2.5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 9.7.2.6
1. De leverancier tot eindverbruik overlegt voor 1 mei van het kalenderjaar volgend
op het kalenderjaar van zijn levering tot eindverbruik sector binnenvaart of zijn
levering tot eindverbruik sector zeevaart aan het bestuur van de emissieautoriteit
een verklaring van een verificateur, waaruit blijkt dat deze levering of leveringen
volledig is of zijn ingevoerd op zijn rekening met jaarverplichtingfaciliteit.
2. De verificateur bewaart alle gegevens en documentatie met betrekking tot de verificatie
gedurende ten minste vijf jaar na afloop van het kalenderjaar waarop de verificatie
betrekking heeft.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere eisen worden gesteld
aan de verificateur en de verificatie.
K
De titelaanduiding van paragraaf 9.7.3 komt te luiden: § 9.7.3. Emissiereductie-eenheden
L
Artikel 9.7.3.1 komt te luiden:
Artikel 9.7.3.1
1. Een emissiereductie-eenheid vertegenwoordigt een bijdrage aan de jaarverplichting
van één kg CO2-equivalent-ketenemissiereductie, berekend overeenkomstig een bij ministeriële regeling
vast te stellen rekenregel.
2. Een emissiereductie-eenheid wordt uitsluitend in het register gehouden.
M
Artikel 9.7.3.2 komt te luiden:
Artikel 9.7.3.2
1. Een emissiereductie-eenheid wordt onderscheiden naar gelang de hernieuwbare energie
is geleverd aan de volgende sectoren:
a. sector land;
b. sector binnenvaart;
c. sector zeevaart.
2. Een emissiereductie-eenheid wordt voorts onderscheiden in de volgende soorten:
a. emissiereductie-eenheid conventioneel;
b. emissiereductie-eenheid geavanceerd;
c. emissiereductie-eenheid bijlage IX-B;
d. emissiereductie-eenheid hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong;
e. emissiereductie-eenheid elektriciteit;
f. emissiereductie-eenheid overig.
N
In artikel 9.7.3.3 wordt «hernieuwbare brandstofeenheid» vervangen door «emissiereductie-eenheid».
O
Artikel 9.7.3.4 komt te luiden:
Artikel 9.7.3.4
1. Overdracht van een of meer emissiereductie-eenheden mag niet leiden tot een negatief
saldo aan emissiereductie-eenheden per soort op de rekening.
2. Overdracht van een of meer emissiereductie-eenheden is niet toegestaan bij een negatief
saldo aan emissiereductie-eenheden per soort op de rekening.
P
In artikel 9.7.3.5, eerste lid, wordt «hernieuwbare brandstofeenheid» telkens vervangen
door «emissiereductie-eenheid».
Q
In artikel 9.7.3.7 wordt «hernieuwbare brandstofeenheid» telkens vervangen door «emissiereductie-eenheid».
R
Artikel 9.7.3.8 komt te luiden:
Artikel 9.7.3.8
Indien het saldo van het aantal per soort emissiereductie-eenheden op een rekening
in het register negatief is, worden de bijgeschreven emissiereductie-eenheden per
soort volgens bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen regels afgeschreven.
S
Na artikel 9.7.3.8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 9.7.3.9
Het bestuur van de emissieautoriteit stelt voor de sector land en de sector binnenvaart
jaarlijks, per soort emissiereductie-eenheid die de leverancier tot eindverbruik voor
het voldoen aan zijn jaarverplichting mag gebruiken, de energiebijdrage van de emissiereductie-eenheid
vast. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de jaarlijkse
vaststelling.
T
De titelaanduiding van paragraaf 9.7.4. komt te luiden: § 9.7.4. Inboeken hernieuwbare energie vervoer
U
Artikel 9.7.4.1 komt te luiden:
Artikel 9.7.4.1
1. Een inboeker kan tot 1 maart van enig kalenderjaar inboeken in het register de in
het direct aan die datum voorafgaande kalenderjaar:
a. door hem aan de Nederlandse markt voor vervoer geleverde vloeibare biobrandstof die
voldoet aan artikel 9.7.4.2;
b. door hem aan vervoer in Nederland geleverde gasvormige biobrandstof die voldoet aan
artikel 9.7.4.3;
c. door hem aan de Nederlandse markt voor vervoer geleverde vloeibare hernieuwbare brandstof
van niet-biologische oorsprong die voldoet aan artikel 9.7.4.4;
d. door hem aan vervoer in Nederland geleverde gasvormige hernieuwbare brandstof van
niet-biologische oorsprong die voldoet aan artikel 9.7.4.4, of
e. door hem of als inboekdienstverlener aan vervoer in Nederland geleverde elektriciteit,
die voldoet aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde eisen, met
uitzondering van elektriciteit geleverd aan bij algemene maatregel van bestuur te
bepalen bestemmingen of laadinfrastructuur.
2. Bij de inboeking, bedoeld in het eerste lid, wordt een onderscheid gemaakt naar gelang
de hernieuwbare energie is geleverd aan de:
a. sector land;
b. sector binnenvaart;
c. sector zeevaart.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking
tot:
a. de inboeker, bedoeld in het eerste lid;
b. de inboekdienstverlener, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e;
c. de minimale hoeveelheden in te boeken elektriciteit door een inboeker;
d. het geaggregeerd inboeken van elektriciteit door de inboekdienstverlener.
V
Artikel 9.7.4.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» gezet.
2. Het eerste lid, onderdeel b (nieuw) komt te luiden:
b. bevond zich direct voorafgaand aan de levering aan de Nederlandse markt voor vervoer
op een opslaglocatie van de inboeker die door het door hem gehanteerde duurzaamheidsysteem
is gecertificeerd, dan wel op een andere locatie voor zover die certificering zich
over die opslaglocatie uitstrekt en voert over die opslaglocatie de massabalans van
biobrandstoffen,.
3. Het eerste lid, onderdeel c (nieuw) komt te luiden:
c. voldoet aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde eisen, waaronder
eisen ten aanzien van:
1°. de soort fossiele brandstof aan de sectoren, bedoeld in artikel 9.7.4.1, tweede lid,
waarin de vloeibare biobrandstof bijgemengd is;
2°. het aantonen dat de hoeveelheid ingeboekte biobrandstof is geleverd aan de Nederlandse
markt voor vervoer.
4. In het eerste lid, onderdeel d (nieuw), wordt telkens na «sojabonen» toegevoegd «of
palmolie».
5. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen leveringen van bepaalde vloeibare biobrandstoffen
afkomstig van landen buiten Nederland worden uitgezonderd van het eerste lid, onderdeel
b, ten aanzien van de verplichting om de massabalans van biobrandstoffen te voeren
over de opslaglocatie waar de vloeibare biobrandstof zich direct voorafgaand aan de
levering aan de Nederlandse markt voor vervoer bevond.
W
Artikel 9.7.4.4 komt te luiden:
Artikel 9.7.4.4
De in te boeken vloeibare of gasvormige hernieuwbare brandstof van niet-biologische
oorsprong:
a. voldoet aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde broeikasgasemissiereductiedrempels;
b. in geval van vloeibare hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong, bevond
zich direct voorafgaand aan de levering aan de Nederlandse markt voor vervoer op een
opslaglocatie van de inboeker die door het door hem gehanteerde vrijwillige systeem
is gecertificeerd, dan wel op een opslaglocatie van een ander voor zover die certificering
zich over die opslaglocatie uitstrekt en voert over die opslaglocatie de massabalans
van hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong, en
c. voldoet aan de overige eisen, gesteld bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.
X
Artikel 9.7.4.5, eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:
d. kunnen regels worden gesteld voor de administratieve organisatie van de inboeker met
maatregelen van interne beheersing en controle voor het inboeken van geleverde hernieuwbare
energie.
Y
Artikel 9.7.4.6 komt te luiden:
Artikel 9.7.4.6
1. Het bestuur van de emissieautoriteit schrijft voor één kg CO2-equivalent-ketenemissiereductie die is ingeboekt in het register op de rekening van
de inboeker:
a. één emissiereductie-eenheid conventioneel bij, indien de geleverde biobrandstof is
geproduceerd uit:
1°. voedsel- en voedergewassen, met een laag risico of gecertificeerd laag risico op indirecte
veranderingen in landgebruik als bedoeld in verordening (EU) 2019/807; of
2°. een bijproduct van de productie of verwerking van voedsel- en voedergewassen, niet
zijnde de grondstoffen, bedoeld in bijlage IX van de richtlijn hernieuwbare energie
of verordening (EU) 2022/996;
b. één emissiereductie-eenheid geavanceerd bij, indien de geleverde biobrandstof is geproduceerd
uit:
1°. grondstoffen als bedoeld in bijlage IX, deel A, van de richtlijn hernieuwbare energie
of als zodanig aangemerkt in verordening (EU) 2022/996; of
2°. een grondstof die voorkomt op een bij ministeriële regeling vast te stellen lijst
van materialen;
c. één emissiereductie-eenheid bijlage IX-B bij, indien de geleverde biobrandstof is
geproduceerd uit grondstoffen als bedoeld in bijlage IX, deel B, van de richtlijn
hernieuwbare energie of als zodanig aangemerkt in verordening (EU) 2022/996;
d. één emissiereductie-eenheid hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong
bij voor een geleverde vloeibare of gasvormige hernieuwbare brandstof van niet-biologische
oorsprong;
e. één emissiereductie-eenheid elektriciteit bij voor het gedeelte van de geleverde of
door natuurlijke personen op hun onroerende zaak geladen elektriciteit afkomstig uit
hernieuwbare bronnen;
f. één emissiereductie-eenheid overig bij:
1°. indien de geleverde biobrandstof is geproduceerd uit een residu van de productie of
verwerking van voedsel- en voedergewassen, niet zijnde de grondstoffen, bedoeld in
bijlage IX van de richtlijn hernieuwbare energie of verordening (EU) 2022/996; of
2°. indien de geleverde biobrandstof is geproduceerd uit grondstoffen, niet zijnde de
grondstoffen, bedoeld in de onderdelen a tot en met d en f, onder 1°.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de berekening
van de CO2-equivalent-ketenemissiereductie.
3. De hoeveelheid ingeboekte CO2-equivalent-ketenemissiereductie wordt per soort emissiereductie-eenheid naar beneden
afgerond op één kilogram.
4. In afwijking van het eerste lid schrijft het bestuur van de emissieautoriteit voor
een door een importeur ingeboekte hoeveelheid hernieuwbare energie emissiereductie-eenheden
bij op de rekening van die importeur, nadat die importeur volgens bij ministeriële
regeling gestelde regels heeft aangetoond dat die hoeveelheid hernieuwbare energie
aan de Nederlandse markt is geleverd.
5. In afwijking van het eerste lid, onderdeel f, kan het bestuur van de emissieautoriteit
een aantal emissiereductie-eenheden overig bijschrijven ter grootte van de CO2-equivalent-ketenemissiereductie, vermenigvuldigd met een bij ministeriële regeling
vast te stellen factor kleiner dan één, voor de grondstoffen van het eerste lid, onderdeel
f, waarbij een onderscheid per grondstof gemaakt kan worden.
6. Een geleverde biobrandstof die geproduceerd is uit voedsel- en voedergewassen wordt
geacht niet als tussenteelt op landbouwgrond te zijn geteeld en te hebben geleid tot
de vraag naar meer land, tenzij de inboeker het tegendeel aantoont.
Z
In artikel 9.7.4.7, eerste lid, wordt na «een overzicht» ingevoegd «per sector als
bedoeld in artikel 9.7.3.2, eerste lid,» en wordt «hernieuwbare brandstofeenheden»
vervangen door «emissiereductie-eenheden».
AA
Artikel 9.7.4.8 komt te luiden:
Artikel 9.7.4.8
1. De inboeker die een vloeibare biobrandstof levert die is uitgezonderd van het vereiste
van artikel 9.7.4.2, eerste lid, onderdeel b, overlegt voor 1 mei van het kalenderjaar
volgend op het kalenderjaar waarin hij de vloeibare biobrandstof heeft geleverd aan
het bestuur van de emissieautoriteit een verklaring van een verificateur waaruit blijkt
dat de geleverde brandstof vervaardigd is uit biomassa.
2. De inboeker die een hoeveelheid biobrandstof als bedoeld in het eerste lid inboekt,
beschikt over een verklaring van een verificateur dat die biobrandstof voldoet aan
de voorwaarden, bedoeld in dat lid.
3. De verificateur geeft geen verklaring af indien niet is voldaan aan de eisen, bedoeld
in het eerste lid.
4. De verificateur bewaart alle gegevens en documentatie met betrekking tot de verificatie
gedurende ten minste vijf jaar na afloop van het kalenderjaar waarop de verificatie
betrekking heeft.
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere eisen worden gesteld
aan de verificateur en de verificatie.
AB
In artikel 9.7.4.9 wordt «1 mei» vervangen door «1 april» en wordt «hernieuwbare brandstofeenheden»
vervangen door «emissiereductie-eenheden».
AC
In artikel 9.7.4.11, eerste lid, wordt «hernieuwbare brandstofeenheden» vervangen
door «emissiereductie-eenheden».
AD
In artikel 9.7.4.12, eerste lid, wordt «9.7.4.8, tweede lid, en» vervangen door «9.7.4.8
en».
AE
Artikel 9.7.4.13 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «die hoeveelheid, de kenmerken van die hoeveelheid of de
factor, bedoeld in artikel 9.7.4.8» vervangen door «die hoeveelheid en de kenmerken
van die hoeveelheid».
2. In het tweede lid wordt «hernieuwbare brandstofeenheden» telkens vervangen door «emissiereductie-eenheden»
en wordt na «wordt» ingevoegd «per sector als bedoeld in artikel 9.7.3.2, eerste lid,».
3. In het derde lid wordt «hernieuwbare brandstofeenheden» telkens vervangen door «emissiereductie-eenheden»
en wordt na «wordt» ingevoegd «per sector als bedoeld in artikel 9.7.3.2, eerste lid,».
4. Het vijfde lid komt te luiden:
5. Indien per sector als bedoeld in artikel 9.7.3.2, eerste lid, het aantal per soort
emissiereductie-eenheden op de rekening van de inboeker als gevolg van de toepassing
van het tweede lid leidt tot een negatief saldo aan emissiereductie-eenheden, vult
hij het tekort aan binnen drie kalendermaanden.
AF
In artikel 9.7.4.14, eerste lid, wordt «de aard en herkomst» vervangen door «de aard,
herkomst en de CO2-equivalent-ketenemissiereductie».
AG
De titelaanduiding van paragaaf 9.7.5 komt te luiden: § 9.7.5. Register hernieuwbare energie vervoer
AH
In artikel 9.7.5.1, derde lid, wordt na «artikel 9.7.5.3» een zinsnede toegevoegd,
luidende:
«, met een onderscheid naar sectoren als bedoeld in artikel 9.7.3.2, eerste lid».
AI
Artikel 9.7.5.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste tot en met derde lid wordt na «een rekening» ingevoegd «in het register».
2. In het vijfde lid wordt na «opent» ingevoegd «in het register».
3. In het zesde lid wordt na «de rekeningen» ingevoegd «in het register».
AJ
In artikel 9.7.5.4, vierde lid, wordt «hernieuwbare brandstofeenheden» vervangen door
«emissiereductie-eenheden».
AK
Artikel 9.7.5.6 komt te luiden:
Artikel 9.7.5.6
1. Van het aantal per soort per sector emissiereductie-eenheden op 1 april van enig
kalenderjaar op de rekening in het register van een leverancier tot eindverbruik,
nadat het bestuur van de emissieautoriteit toepassing heeft gegeven aan artikel 9.7.2.5,
eerste lid, onderdeel b, op de rekening in het register van een inboeker of op de
rekening in het register van een onderneming als bedoeld in artikel 9.7.5.3. derde
lid, wordt een gedeelte gespaard ten behoeve van het direct daaropvolgende kalenderjaar.
2. Van de rekening in het register van de leverancier tot eindverbruik en van de rekening
in het register van de inboeker worden uitsluitend emissiereductie-eenheden per soort
gespaard van de sector waarin ze leverancier tot eindverbruik onderscheidenlijk inboeker
zijn.
3. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent het gedeelte, bedoeld
in het eerste lid, en de volgorde waarin per sector als bedoeld in artikel 9.7.3.2,
eerste lid, de soort emissiereductie-eenheden gespaard worden. Voor de leverancier
tot eindverbruik, de inboeker of de onderneming, bedoeld in artikel 9.7.5.3, derde
lid, kunnen verschillende regels worden vastgesteld omtrent het gedeelte, bedoeld
in het eerste lid.
4. De emissiereductie-eenheden die niet worden gespaard, vervallen van rechtswege.
AL
Artikel 9.7.6.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. De producent van waterstof uit elektriciteit uit hernieuwbare bronnen, niet zijnde
biomassa, controleert:
a. de aard en hoeveelheid van de door hem gebruikte elektriciteit uit hernieuwbare bronnen,
niet zijnde biomassa, voor de vervaardiging van de hernieuwbare waterstof;
b. de juiste verhouding tussen de hoeveelheid gebruikte elektriciteit uit hernieuwbare
bronnen, niet zijnde biomassa, en de hoeveelheid door hem vervaardigde hernieuwbare
waterstof;
c. de hoeveelheid per afnemer van de door hem geleverde hernieuwbare waterstof;
en voert hierover een goede boekhouding.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. De producent van een hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong controleert:
a. de aard en hoeveelheid van de door hem gebruikte hernieuwbare waterstof voor de vervaardiging
van de hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong;
b. de juiste verhouding tussen de hoeveelheid gebruikte hernieuwbare waterstof en de
soort en hoeveelheid door hem vervaardigde hernieuwbare brandstof van niet-biologische
oorsprong;
c. de hoeveelheid per afnemer van de door hem geleverde hernieuwbare brandstof van niet-biologische
oorsprong;
en voert hierover een goede boekhouding.
3. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over het eerste tot en met
derde lid.
AM
Artikel 9.7.6.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «onderneming» ingevoegd «of een partij», «massabalans»
vervangen door «massabalans van biobrandstoffen» en «duurzame grondstof» vervangen
door «duurzame grondstof voor biobrandstof».
2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt na het eerste lid een lid
ingevoegd, luidende:
2. Een onderneming of een partij die gecertificeerd is volgens een vrijwillig systeem
voert een massabalans van hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong.
AN
Artikel 9.7.6.3 komt te luiden:
Artikel 9.7.6.3
1. Het bestuur van de emissieautoriteit houdt toezicht op een certificeringsorgaan:
a. dat namens het duurzaamheidsysteem in het kader van de naleving van duurzaamheids-
of broeikasgasemissiereductiecriteria voor grondstoffen voor biobrandstof en biobrandstof
onafhankelijke audits uitvoert;
b. dat namens het vrijwillige systeem in het kader van de naleving van broeikasgasemissiereductiecriteria
voor hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong onafhankelijke audits
uitvoert;
c. dat namens het duurzaamheidsysteem of het vrijwillige systeem de nauwkeurigheid en
volledigheid van de door marktdeelnemers in de Uniedatabank ingevoerde gegevens controleert.
2. Het bestuur van de emissieautoriteit brengt het duurzaamheidsysteem of het vrijwillige
systeem onverwijld op de hoogte van een vastgestelde non-conformiteit.
AO
Titel 9.8 komt te luiden:
Titel 9.8 Raffinagereductie vervoersbrandstoffen
§ 9.8.1. Algemeen
Artikel 9.8.1.1
In deze titel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
afboekrekening:
rekening in het register, bedoeld om de naar die rekening overgeboekte raffinagereductie-eenheden
te onttrekken aan het aantal beschikbare raffinagereductie-eenheden;
biobrandstof:
biobrandstof als bedoeld in artikel 2, onderdeel 33, van de richtlijn hernieuwbare
energie;
CO2-equivalent-ketenemissiereductie:
de hoeveelheid verminderde broeikasgasuitstoot door de productie, het vervoer, de
distributie en het gebruik van hernieuwbare energie, ten opzichte van de fossiele
referentiebrandstof, bedoeld in bijlage V van de richtlijn hernieuwbare energie;
energie-inhoud:
energie-inhoud als bedoeld in bijlage III bij de richtlijn hernieuwbare energie;
hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong:
hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong als bedoeld in artikel 9.7.1.1;
inboeker:
onderneming die ingevolge artikel 9.8.3.1 bevoegd is om een gebruikte hoeveelheid
in zijn raffinaderij gebruikte hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong
in het register in te voeren;
inboekfaciliteit:
eigenschap van een rekening in het register die de inboeking van gebruikte hernieuwbare
brandstof van niet-biologische oorsprong overeenkomstig artikel 9.8.3.1 mogelijk maakt;
massabalans:
een boekhouding die een getrouwe weergave geeft van de in- en uitgaande stromen en
voorraad van hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong van een onderneming
op een locatie gedurende een bepaalde periode, als onderdeel van een door de raffinaderijhouder
gehanteerd vrijwillig systeem;
overboekfaciliteit:
eigenschap van een rekening in het register die de overboeking van een raffinagereductie-eenheid
mogelijk maakt;
raffinaderij:
een technische installatie in Nederland waarin een hernieuwbare brandstof van niet-biologische
oorsprong gebruikt wordt als tussenproduct voor de productie van een conventionele
vervoersbrandstof of een biobrandstof;
raffinagereductie-eenheid:
raffinagereductie-eenheid als bedoeld in artikel 9.8.2.1;
raffinaderijhouder:
houder van een vergunning voor een accijnsgoederenplaats als bedoeld in artikel 1a,
eerste lid, van de Wet op de accijns voor minerale oliën voor een raffinaderij;
register:
register als bedoeld in artikel 9.8.4.1, eerste lid;
richtlijn hernieuwbare energie:
richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018
ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PbEU 2018, L
328);
vrijwillig systeem:
door de Europese Commissie erkend vrijwillig systeem voor het certificeren dat een
hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong voldoet aan de broeikasgasemissiereductiecriteria
als bedoeld in artikel 30, vierde lid, van de richtlijn hernieuwbare energie.
§ 9.8.2. Raffinagereductie-eenheden
Artikel 9.8.2.1
1. Een raffinagereductie-eenheid vertegenwoordigt één kg CO2-equivalent-ketenemissiereductie.
2. Een raffinagereductie-eenheid kan uitsluitend in het register gehouden worden.
Artikel 9.8.2.2
De artikelen 9.7.3.3 tot en met 9.7.3.7 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien
verstande dat telkens voor «emissiereductie-eenheid» wordt gelezen «raffinagereductie-eenheid».
§ 9.8.3. Inboeken hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong
Artikel 9.8.3.1
1. Een raffinaderijhouder kan tot 1 maart van enig kalenderjaar inboeken in het register
de in het direct aan die datum voorafgaande kalenderjaar door hem in zijn raffinaderij
gebruikte hoeveelheid hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong, gebruikt
als tussenproduct voor de productie van een conventionele vervoersbrandstof of van
een biobrandstof.
2. De in te boeken hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong voldoet aan:
a. de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde broeikasgasemissiereductiedrempels;
b. de overige eisen, gesteld bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.
Artikel 9.8.3.2
1. Bij ministeriële regeling:
a. worden regels gesteld over de bepaling van de ingeboekte hoeveelheid gebruikte hernieuwbare
brandstof van niet-biologische oorsprong;
b. wordt bepaald op welke wijze de inboeker aantoont dat is voldaan aan artikel 9.8.3.1;
c. worden de bij het inboeken te vermelden gegevens bepaald.
2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, worden door de raffinaderijhouder
bewaard gedurende ten minste vijf jaar na het kalenderjaar waarin de inboeking plaatsvond.
Artikel 9.8.3.3
1. Het bestuur van de emissieautoriteit schrijft voor één kg CO2-equivalent-ketenemissiereductie die is ingeboekt in het register één raffinagereductie-eenheid
bij op de rekening van de raffinaderijhouder.
2. De hoeveelheid ingeboekte hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong wordt
naar beneden afgerond op één kg CO2-equivalent-ketenemissiereductie.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de berekening
van de CO2-equivalent-ketenemissiereductie.
Artikel 9.8.3.4
1. Het bestuur van de emissieautoriteit maakt ieder jaar op bij ministeriële regeling
te bepalen tijdstippen een overzicht van het aantal raffinagereductie-eenheden openbaar.
2. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot
het openbaar maken, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 9.8.3.5
De artikelen 9.7.4.9 en 9.7.4.11 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande
dat telkens voor «hernieuwbare energie» wordt gelezen «hernieuwbare brandstof van
niet-biologische oorsprong» en voor «emissiereductie-eenheid» wordt gelezen «raffinagereductie-eenheid».
Artikel 9.8.3.6
1. De raffinaderijhouder overlegt voor 1 mei van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar
waarin hij de hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong in zijn raffinaderij
heeft gebruikt aan het bestuur van de emissieautoriteit een verklaring van een verificateur
waaruit blijkt dat is voldaan aan de bij of krachtens de artikelen 9.8.3.1 en 9.8.3.2
gestelde eisen.
2. De verificateur geeft geen verklaring af indien niet is voldaan aan de eisen, bedoeld
in het eerste lid.
3. De verificateur bewaart alle gegevens en documentatie met betrekking tot de verificatie
gedurende ten minste vijf jaar na afloop van het kalenderjaar waarop de verificatie
betrekking heeft.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere eisen worden gesteld
aan de verificateur en de verificatie.
Artikel 9.8.3.7
1. Indien naar het oordeel van het bestuur van de emissieautoriteit niet is voldaan
aan de bij of krachtens deze paragraaf gestelde eisen voor het inboeken in het register
door de raffinaderijhouder van een gebruikte hoeveelheid hernieuwbare brandstof van
niet-biologische oorsprong of de verificatie, bedoeld in artikel 9.8.3.6, kan het
bestuur die hoeveelheid tot vijf jaar na het kalenderjaar van inboeken ambtshalve
vaststellen.
2. Indien uit de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, volgt dat de raffinaderijhouder
te veel raffinagereductie-eenheden heeft ontvangen voor de gebruikte hoeveelheid hernieuwbare
brandstof van niet-biologische oorsprong, wordt het aantal raffinagereductie-eenheden
dat die raffinaderijhouder te veel heeft ontvangen, afgeschreven van zijn rekening
in het register.
3. Indien uit de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, volgt dat de raffinaderijhouder
te weinig raffinagereductie-eenheden heeft ontvangen voor de gebruikte hoeveelheid
hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong, wordt het aantal raffinagereductie-eenheden
dat de raffinaderijhouder te weinig heeft ontvangen, bijgeschreven op zijn rekening.
Het bestuur van de emissieautoriteit houdt hierbij rekening met artikel 9.8.4.5.
4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de toepassing
van het eerste, tweede en derde lid.
5. Indien het aantal raffinagereductie-eenheden op de rekening van de raffinaderijhouder
als gevolg van de toepassing van het tweede lid leidt tot een negatief saldo aan raffinagereductie-eenheden,
vult hij het tekort binnen drie kalendermaanden aan.
§ 9.8.4. Register raffinagereductie-eenheden
Artikel 9.8.4.1
1. Er is een elektronisch register raffinagereductie-eenheden.
2. Het register wordt beheerd door de emissieautoriteit.
3. Het register bestaat uit de rekeningen, bedoeld in artikel 9.8.4.3.
Artikel 9.8.4.2
1. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de werking, organisatie, beschikbaarheid
en beveiliging van het register.
2. Het bestuur van de emissieautoriteit kan voorwaarden voor het gebruik van het register
vaststellen.
Artikel 9.8.4.3
1. Het bestuur van de emissieautoriteit opent op verzoek van de raffinaderijhouder op
diens naam een rekening in het register.
2. Een rekening in het register heeft een inboekfaciliteit en een overboekfaciliteit.
3. Het bestuur van de emissieautoriteit opent op naam van een raffinaderijhouder niet
meer dan één rekening.
4. Het bestuur van de emissieautoriteit opent in het register een afboekrekening.
5. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over het openen, bijhouden en beheer
van de rekeningen in het register.
Artikel 9.8.4.4
1. Het bestuur van de emissieautoriteit kan bij een vermoeden van fraude of misbruik
of dat niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze titel gestelde eisen voor het
hebben van een rekening in het register of voor het gebruik van die rekening:
a. weigeren een rekening te openen;
b. een rekening blokkeren;
c. een rekening opheffen.
2. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de toepassing
van het eerste lid.
3. De raffinagereductie-eenheden op een opgeheven rekening vervallen van rechtswege.
Artikel 9.8.4.5
1. Van het aantal raffinagereductie-eenheden op 1 mei van enig kalenderjaar op de rekening
van een raffinaderijhouder, wordt een gedeelte gespaard ten behoeve van het direct
daaropvolgende kalenderjaar.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld over het gedeelte
dat gespaard kan worden.
3. De raffinagereductie-eenheden die niet worden gespaard, vervallen van rechtswege.
§ 9.8.5. Naleving van de broeikasgasemissiereductiecriteria en broeikasgasemissiereductiedrempels
Artikel 9.8.5.1
1. De raffinaderijhouder is gecertificeerd volgens een vrijwillig systeem en voert een
massabalans over de hoeveelheid hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong
op zijn raffinaderij.
2. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de massabalans.
Artikel 9.8.5.2
1. Het bestuur van de emissieautoriteit houdt toezicht op een certificeringsorgaan dat
namens het vrijwillige systeem in het kader van de naleving van broeikasgasemissiereductiecriteria
onafhankelijke audits uitvoert.
2. Het bestuur van de emissieautoriteit brengt bij vastgestelde non-conformiteit met
de broeikasgasemissiereductiecriteria onverwijld het vrijwillige systeem hiervan op
de hoogte.
AP
In artikel 18.2f, tweede lid, vervalt «artikel 9.2.2.6a en».
AQ
In artikel 18.6b wordt na «9.7.2.5,» ingevoegd «9.7.2.6,» en wordt «9.8.2.3 of 9.8.2.5»
vervangen door «,9.8.3.6 of 9.8.5.1».
AR
Artikel 18.16s wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «9.7.1.3,» ingevoegd «9.7.2.1,» en na «9.7.2.5,» ingevoegd
«9.7.2.6,», en wordt «9.8.2.3 of 9.8.2.5» vervangen door «9.8.5.1».
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. De op grond van de artikelen, bedoeld in het eerste lid, op te leggen bestuurlijke
boete bedraagt ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de zesde categorie,
bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, of, indien dat
meer is, ten hoogste 10% van de omzet van de onderneming, onderscheidenlijk, indien
de overtreding door een ondernemersvereniging is begaan, van de gezamenlijke omzet
van de ondernemingen die van de vereniging deel uitmaken, in het boekjaar voorafgaande
aan de beschikking waarin de bestuurlijke boete wordt opgelegd.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Het bestuur van de emissieautoriteit kan, indien een raffinaderijhouder drie of meer
overtredingen van de artikelen 9.8.3.1, 9.8.3.2 of 9.8.3.6 heeft begaan, bepalen dat
die raffinaderijhouder gedurende een door het bestuur te bepalen termijn geen door
hem in zijn raffinaderij gebruikte hoeveelheid hernieuwbare brandstof van niet-biologische
oorsprong kan inboeken op grond van artikel 9.8.3.1.
ARTIKEL II
Artikel 71h van de Wet op de accijns wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «artikel 2, onderdeel i» vervangen door «artikel
2, onderdeel 33», «artikel 17» door «artikel 29» en «artikel 18» door «artikel 30».
2. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong als bedoeld in artikel 9.7.1.1
van de Wet milieubeheer, waarvoor een verklaring van een verificateur is afgegeven,
overeenkomstig de eisen gesteld bij of krachtens artikel 9.7.4.4 van die wet.
3. In het tweede tot en met vierde lid wordt «hernieuwbare brandstof» telkens vervangen
door «hernieuwbare brandstof van niet-biologische oorsprong».
ARTIKEL III
1. De verplichtingen bij of krachtens de titels 9.7 en 9.8 van de Wet milieubeheer,
zoals deze luidden onmiddellijk voor de inwerkingtreding van deze wet, blijven van
toepassing voor het direct aan de datum van inwerkingtreding van deze wet voorafgaande
kalenderjaar.
2. Indien de ambtshalve vaststelling van een levering tot eindverbruik over een kalenderjaar
tot vijf jaar voor inwerkingtreding van deze wet door toepassing bij of krachtens
artikel 9.7.2.4 van de Wet milieubeheer leidt tot de afschrijving of de bijschrijving
van een aantal hernieuwbare brandstofeenheden, bedoeld in artikel 9.7.3.1, eerste
lid, van de Wet milieubeheer, zoals dit luidde onmiddellijk voor inwerkingtreding
van deze wet, schrijft het bestuur van de emissieautoriteit deze hernieuwbare brandstofeenheden
af of bij op de rekening van de leverancier tot eindverbruik, bedoeld in artikel 9.7.5.3
van de Wet milieubeheer, zoals dit luidt na inwerkingtreding van deze wet, als emissiereductie-eenheden
conventioneel, geavanceerd, IX-B of overig, als bedoeld in artikel 9.7.3.2, tweede
lid, van de Wet milieubeheer, van de sector land, bedoeld in artikel 9.7.3.2, eerste
lid, van de Wet milieubeheer, zoals dit luidt na inwerkingtreding van deze wet.
3. Indien de ambtshalve vaststelling van een inboeking over een kalenderjaar tot vijf
jaar voor inwerkingtreding van deze wet door toepassing bij of krachtens artikel 9.7.4.13
van de Wet milieubeheer, zoals dit luidde onmiddellijk voor inwerkingtreding van deze
wet, leidt tot de afschrijving of de bijschrijving van een aantal hernieuwbare brandstofeenheden,
bedoeld in artikel 9.7.3.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer, zoals dit luidde
onmiddellijk voor inwerkingtreding van deze wet, schrijft het bestuur van de emissieautoriteit
deze hernieuwbare brandstofeenheden af of bij op de rekening van de inboeker, bedoeld
in artikel 9.7.5.3 van de Wet milieubeheer, zoals dit luidt na inwerkingtreding van
deze wet, als emissiereductie-eenheden conventioneel, geavanceerd, IX-B of overig,
als bedoeld in artikel 9.7.3.2, tweede lid, van de Wet milieubeheer, zoals dit luidt
na inwerkingtreding van deze wet, waarbij de verdeling van de emissiereductie-eenheden
gelijk is aan de beleverde sector van de ambtshalve vastgestelde inboeking in het
desbetreffende kalenderjaar en de hernieuwbare brandstofeenheden aan een luchtvaartuig
af- of bijgeschreven worden van de sector land.
4. Indien na toepassing van artikel 9.7.5.6 van de Wet milieubeheer, zoals dit luidde
onmiddellijk voor inwerkingtreding van deze wet, een aantal hernieuwbare brandstofeenheden
is gespaard van de soorten als bedoeld in artikel 9.7.3.1, eerste lid, van de Wet
milieubeheer, zoals dit luidde onmiddellijk voor inwerkingtreding van deze wet, schrijft
het bestuur van de emissieautoriteit na inwerkingtreding van deze wet deze hernieuwbare
brandstofeenheden bij op de rekening van de leverancier tot eindverbruik, inboeker
of de onderneming, bedoeld in artikel 9.7.5.3 van de Wet milieubeheer, zoals dit luidt
na inwerkingtreding van deze wet, als emissiereductie-eenheden conventioneel, geavanceerd,
IX-B of overig, als bedoeld in artikel 9.7.3.2, tweede lid, van de Wet milieubeheer,
zoals dit luidt na inwerkingtreding van deze wet, waarbij de verdeling van de emissiereductie-eenheden
per soort over de sectoren plaatsvindt op basis van de sectorverdeling in de inboekingen
over kalenderjaar 2025 en de hernieuwbare brandstofeenheden die voor een levering
hernieuwbare energie aan een luchtvaartuig bijgeschreven zijn aan de sector land toegerekend
worden.
5. De omrekening van gigajoule hernieuwbare energie van een hernieuwbare brandstofeenheid
als bedoeld in artikel 9.7.3.1, tweede lid, van de Wet milieubeheer, zoals dit luidde
onmiddellijk voor inwerkingtreding van deze wet, naar kg CO2-equivalent-ketenemissiereductie van een emissiereductie-eenheid als bedoeld in artikel
9.7.3.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer, zoals dit luidt na inwerkingtreding
van deze wet, vindt plaats op basis van de door het bestuur van de emissieautoriteit
vastgestelde broeikasgasemissiereductiebijdrage van de ingeboekte hernieuwbare energie,
bedoeld in artikel 33 van de Regeling energie vervoer, zoals gepubliceerd uiterlijk
op 1 juli 2025, met dien verstande dat de bijdrage van betere fossiele brandstof,
bedoeld in artikel 9.8.1.1 van de Wet milieubeheer, zoals dit luidde onmiddellijk
voor inwerkingtreding van deze wet, van de berekening voor de vaststelling is uitgezonderd.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip, dat
voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.