Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van leden Van Campen en Van der Plas over het binnendringen van stallen
Vragen van de leden Van Campen (VVD) en Van der Plas (BBB) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over het binnendringen van stallen (ingezonden 20 maart 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister van
Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (ontvangen 2 juni 2025). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1913.
Vraag 1
Aangezien het gerechtshof ’s-Hertogenbosch in de uitspraak van 16 december 2024 (ECLI:NL:GHSHE:2024:4005)
erop wijst dat «van wederrechtelijk binnendringen als bedoeld in art. 138 Sr volgens
de Hoge Raad evenwel geen sprake [is] indien buiten twijfel is gesteld dat «dit uit
anderen hoofde gerechtvaardigd is», waarbij onder andere kan worden gedacht aan het
binnen de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit uitoefenen van het demonstratierecht»;
hoe interpreteert u dat er volgens de Hoge Raad geen sprake is van «wederrechtelijk»
binnendringen in de zin van artikel 138 als «dit uit anderen hoofde gerechtvaardigd
is», onder andere bij het uitoefenen van het demonstratierecht?
Antwoord 1
Ik heb begrip voor het ongemak dat het vonnis bij sommigen zal opleveren. Tegelijkertijd
is er wel sprake van een rechterlijk en onafhankelijk vonnis dat we hebben te respecteren
en dat ik als Minister ook niet inhoudelijk zal becommentariëren.
Het begrip «wederrechtelijk binnendringen» in artikel 138 Wetboek van Strafrecht (hierna
Sr) wordt in algemene zin geïnterpreteerd als het zonder recht of toestemming betreden
van een besloten ruimte. Een besloten ruimte hoeft hiervoor niet afgesloten te zijn
met bijvoorbeeld een slot.
Specifiek gaat het in dit soort situaties over twee grondrechten, het recht op eigendom
en het recht om te demonstreren (wat voortkomt uit het recht op vrijheid van meningsuiting
en het recht op vereniging en vergadering). Het is aan de rechter om per geval – in
het kader van proportionaliteit en subsidiariteit – te beoordelen of een inbreuk op
het eigendomsrecht is gerechtvaardigd binnen de context van een demonstratie. Daarbij
kijkt de rechter bijvoorbeeld naar het karakter van de demonstratie en de mate van
de inbreuk op het eigendomsrecht. Dat kan betekenen dat wanneer de rechter in een
bepaalde situatie tot het oordeel komt dat een demonstratie binnen de grenzen van
proportionaliteit en subsidiariteit valt, er geen sprake is van wederrechtelijk binnendringen
in de zin van artikel 138 Sr.
Het kabinet wil in algemene zin een scherper onderscheid te maken tussen ontwrichtende
acties en vreedzame demonstraties. Ook bij het illegaal betreden en/of bezetten van
stallen kan zo’n onderscheid aan de orde zijn. Het eerder aangekondigde onderzoek
dat via het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) wordt uitgevoerd verkent
de mate waarin het wettelijk kader bestendigd kan worden en het handelingsperspectief
voor alle betrokkenen verstevigd kan worden. De uitkomsten van dit onderzoek worden
in de zomer van 2025 verwacht en zullen hier naar verwachting aan bijdragen.
Vraag 2
Meent u dat de uitzondering die de Hoge Raad toelaat ook op private verhoudingen mag
worden toegepast of enkel tussen overheid en burger?
Antwoord 2
De afweging tussen grondrechten, zoals het demonstratierecht en het eigendomsrecht,
kan zowel in de verhouding tussen overheid en burger als in private verhoudingen aan
de orde zijn. Het is aan de rechter om in elk individueel geval te beoordelen hoe
deze belangen zich tot elkaar verhouden en of er sprake is van een rechtvaardiging
voor het handelen.
Vraag 3
Deelt u de analyse dat de rechtbank blijkbaar het demonstratierecht laat prevaleren
boven het eigendomsrecht? En zo ja, acht u het aanvaardbaar dat daarmee een demonstratie
wordt uitgezonderd van een strafrechtelijke bepaling die bedoeld is gebruikers van
onroerend goed te beschermen tegen binnendringers, zolang een rechter bepaalt dat
een wederrechtelijke demonstratie gerechtvaardigd is doordat deze «binnen de grenzen
van proportionaliteit en subsidiariteit» blijft? Zo nee waarom niet en kunt u dit
dan duiden?
Antwoord 3
Het is niet aan mij om rechterlijke uitspraken te becommentariëren.
Vraag 4 en 5
In antwoord op eerdere Kamervragen heeft u gesteld dat «de huidige wetgeving voldoende
handvatten [biedt] om op te treden bij een illegale stalbezetting,» i.e. vervolging
voor huisvredebreuk (artikel 138 Sr) en verboden toegang (artikel 461 Sr), maar klopt
het dat u op basis van de voorliggende uitspraak onze conclusie beaamt dat er blijkbaar
sprake moet zijn van het bewezen forceren van deuren voordat de rechter uitgaat van
braak en daarmee van het wederrechtelijk binnendringen? Zo nee, waarom niet en kunt
u dit dan duiden?
Zo ja, zou dat dus betekenen dat iedereen zijn of haar stal met stevige sloten moet
vergrendelen, bij voorkeur inclusief camerabewaking, om te kunnen bewijzen dat er
sprake is van braak en om te voorkomen dat activisten ongewenst binnentreden? Vindt
u dit proportioneel en zou dit dan ook moeten gelden voor andere mensen en bedrijven
in Nederland?
Antwoord 4 en 5
Artikel 138 Sr vereist geen fysieke braak voor strafbaarheid. Het kan voldoende zijn
als onmiskenbaar was dat de rechthebbende niet wilde dat werd binnengetreden, dan
wel als degene die binnen is getreden zich niet verwijdert nadat de rechthebbende
dat van hem vordert. Het artikel luidt namelijk:
«Hij die in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk
binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van
of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.»
Zoals in het antwoord op vraag 1 is benoemd, hangt de beoordeling of sprake is van
wederrechtelijkheid af van de specifieke feiten en omstandigheden in een individuele
zaak en is die beoordeling aan de rechter. Op de vraag of het toevoegen van beveiligingsmaatregelen
tot een ander rechterlijk oordeel zal leiden, kan ik niet vooruitlopen. Ook daar waar
wél sprake is van braak, zal nog altijd een beoordeling van feiten, omstandigheden
én weging van proportionaliteit en subsidiariteit zijn. Zoals het Hof zelf aangeeft:
«Indien de varkensstallen zouden zijn betreden middels braak of verbreking, zou dat
afbreuk kunnen doen aan de proportionaliteit»
Vraag 6
Heeft de aanscherping van het interne politie «Handelingskader en de tolerantiegrenzen
dierenrechtactivisme/-extremisme» naar aanleiding van de motie-Van Campen/Michon-Derkzen
(Kamerstuk 28 286, nr. 1312) enig praktisch effect, zolang er geen sprake is van wederrechtelijk binnendringen
omdat niet bewezen kan worden dat deuren zijn geforceerd of omdat er geen sloten op
de deur zaten en waardoor activisten zich kennelijk succesvol kunnen beroepen op het
demonstratierecht?
Antwoord 6
Het «handelingskader en de tolerantiegrenzen dierenrechtactivisme/-extremisme» biedt
richtlijnen voor politieoptreden bij acties die mogelijk strafbaar zijn en/of de openbare
orde verstoren. Dit kader blijft effectief, ongeacht de uitkomst van individuele zaken.
Zoals in het antwoord op de vragen 4 en 5 al is toegelicht vereist artikel 138 Sr
niet dat er sprake is van forcering of braak.
Vraag 7
Bij hoeveel ordeverstorende acties waarop geen enkele strafrechtelijke sanctie volgt,
bent u bereid uw standpunt te overwegen dat wetswijziging niet noodzakelijk is om
het recht op eigendom te eerbiedigen en te voorkomen dat het begrip «wederrechtelijk
binnendringen» verder wordt beperkt, aangezien u in de bovengenoemde beantwoording
schrijft dat de huidige wetgeving voldoende handvatten heeft om op te treden bij een
illegale stalbezetting?
Antwoord 7
Ik heb er begrip voor dat het voor veehouders heel moeilijk kan zijn om te worden
geconfronteerd met actievoerders die zonder toestemming hun stallen betreden.
In het voorliggende geval heeft het Hof een afweging gemaakt waaruit het oordeel is
gekomen dat er geen sprake is van wederrechtelijk binnendringen. In een eventueel
nieuw geval zal er een nieuwe afweging moeten worden gemaakt. Er is op voorhand niet
te zeggen hoe een rechter een individueel geval zal beoordelen.
Het kabinet ziet vaker dat het demonstratierecht botst met andere grondrechten en
wenst daarom een scherper onderscheid te maken tussen ontwrichtende acties en vreedzame
demonstraties. Ook bij het illegaal betreden en/of bezetten van stallen kan zo’n onderscheid
aan de orde zijn. Het in antwoord 1 vermelde WODC-onderzoek verkent de mate waarin
het wettelijk kader bestendigd kan worden en het handelingsperspectief voor alle betrokkenen
verstevigd kan worden. De uitkomsten van dit onderzoek worden in de zomer van 2025
verwacht en zullen hier naar verwachting aan bijdragen. Mocht dit onderzoek aanleiding
geven tot aanpassingen in de wet, dan zal ik deze in overweging nemen.
Vraag 8
Is de aanname correct dat de wet aangepast dient te worden om vast te leggen dat ook
zonder het forceren van deuren sprake kan zijn van braak en daarmee het wederrechtelijk
binnendringen van stallen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u technisch uitleggen
hoe artikel 138 Sr of een ander wetsartikel aangepast zou moeten worden om te bewerkstelligen
dat rechters in de toekomst het wederrechtelijk binnendringen van huizen, erven en
stallen ook bewezen kunnen verklaren zonder dat er sprake is van braak? Bent u bereid
om na te gaan bij het Openbaar Ministerie waarom zij ervoor hebben gekozen om niet
in cassatie te gaan tegen deze uitspraak?
Antwoord 8
Nee, omdat artikel 138 Sr al voorziet in strafbaarstelling van binnendringen zonder
braak, acht ik een wetswijziging momenteel niet nodig.
Het is aan het OM om te bepalen wanneer het cassatie instelt. In algemene zin kan
ik zeggen dat in cassatie niet alle inhoudelijke aspecten van een zaak worden beoordeeld,
maar enkel of de lagere rechter (rechtbank of gerechtshof) het recht juist heeft toegepast.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.