Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Paternotte, Van der Werf en Boswijk over het samen met de Denen direct investeren in de Oekraïense defensie-industrie
Vragen van de leden Paternotte, Van der Werf (beiden D66) en Boswijk (CDA) aan de Minister van Defensie over het samen met de Denen direct investeren in de Oekraïense defensie-industrie (ingezonden 20 maart 2025).
Antwoord van Minister Brekelmans (Defensie) (ontvangen 2 juni 2025). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2024.
Vraag 1
Klopt het dat Canada, Noorwegen en IJsland via het Deense mechanisme gezamenlijk een
coalitie vormen die investeert in de Oekraïense defensie-industrie?
Antwoord 1
Canada, Noorwegen en IJsland hebben onafhankelijk van elkaar de intentie uitgesproken
om het Deense mechanisme te gebruiken om de aanschaf van militaire capaciteiten voor
de strijdkrachten van Oekraïne te financieren. De landen vormen geen formele coalitie.
Vraag 2 en 3
Welke pogingen zijn er ondernomen om als Nederland deel te nemen aan het Deense mechanisme
van investeren in de Oekraïense defensie-industrie en waarom heeft het kabinet er
uiteindelijk voor gekozen om niet deel te nemen aan het Deense mechanisme?
Op welke manier verschilt het Deense mechanisme precies van de Nederlandse manier
van investeren in de Oekraïense defensie-industrie?
Antwoord 2 en 3
Nederland is op de hoogte van het Deense model, maar kiest voor het model van directe
verwerving bij de Oekraïense industrie, ten behoeve van de Oekraïense strijdkrachten.
Het Nederlandse model in de context van onze nationale regels rondom verantwoording,
compliance en auditing is de snelste mogelijkheid om productie bij Oekraïense bedrijven
te realiseren. Dit wordt versterkt door het feit dat dit proces reeds in gang is gezet.
Bij het Nederlandse model van directe samenwerking met de Oekraïense industrie, is
Nederland zelf verantwoordelijk voor het onderhandelen en overeenkomen van een contract
met een Oekraïense leverancier. Bij het Deense model ligt deze verantwoordelijkheid
bij de Oekraïense overheid, waarbij het contract via Denemarken gefinancierd wordt.
In het Nederlandse model heeft Nederland zicht op, en is het eigenaar van, het gehele
verwervingsproces. Zo borgt Nederland zo goed mogelijk welk materieel tegen welke
prijs wordt ingekocht. Een bijkomend voordeel is dat de Oekraïense inkoopcapaciteit
niet extra wordt belast. Ook biedt het Nederlandse model meer mogelijkheden voor synergie
met de Nederlandse defensie industrie. Beide modellen kennen zowel voor- als nadelen.
Vraag 4 en 5
Heeft Nederland inmiddels wel zelf geïnvesteerd in de Oekraïense defensie-industrie?
Zo nee, waarom niet?
Kunt u aangeven hoe u uitvoering geeft aan de motie Paternotte/Boswijk? (Kamerstuk
28 676, nr. 475)
Antwoord 4 en 5
Nederland werkt, in lijn met de motie Paternotte/Boswijk (Kamerstuk 28 676, nr. 475), actief aan het investeren in de Oekraïne. Hiertoe heeft het kabinet reeds projecten
aangekondigd en toegezien. De totale waarde hiervan is meer dan € 1,4 miljard, waarvan
een groot deel zal worden besteed aan de Oekraïense industrie. Tevens tekende Nederland
en Oekraïne recent een Letter of Intent, als opmaat naar een Memorandum of Understanding (MoU), om Nederlandse investeringen in de Oekraïense defensie industrie te versnellen.
De MoU biedt ook de mogelijkheid dat de Nederlandse en Oekraïense industrie meer gaan
samen werken. De versterking van beide industrieën is goed voor Oekraïne, Nederland
en Europa.
Vraag 6 en 7
Hoeveel contracten zijn tot op heden afgesloten voor directe Nederlandse investeringen
in de Oekraïense defensie-industrie? Hoeveel geld is hier precies mee gemoeid?
Hoeveel contracten verwacht het kabinet nog dit jaar te sluiten met de Oekraïense
defensie-industrie voor Nederlandse investeringen aldaar? Hoeveel geld is hiervoor
gereserveerd?
Antwoord 6 en 7
Nederland is met meerdere Oekraïense bedrijven in onderhandeling. De verwachting is
dat deze gesprekken op korte termijn in contracten zullen resulteren. Het is nog niet
mogelijk om aan te geven welke bedragen hiermee gemoeid zijn. Het kabinet heeft € 1,4 miljard
gealloceerd voor investeringen, waarvan een groot deel besteed zal worden in de Oekraïne.
Vraag 8
Op welke manier waarborgt de door dit kabinet gekozen investeringsstrategie in de
Oekraïense defensie-industrie dat deze aansluit bij de behoeften van Oekraïne?
Antwoord 8
Nederlandse leveringen, zo ook die via de Oekraïense defensie industrie lopen, worden
altijd via een internationaal behoeftestellingssysteem afgestemd op de urgente Oekraïense
noden. Nederland levert op basis van de specifieke behoeften die door Oekraïne worden
aangegeven. Daarvoor hebben wij met grote regelmaat contact met het Oekraïense Ministerie
van Defensie. Defensie zorgt ervoor dat de geleverde steun aansluit bij de prioriteiten
en vereisten die Oekraïne zelf heeft vastgesteld, zodat onze bijdrage optimaal aansluit
bij hun huidige situatie en behoeften.
Vraag 9
Hoeveel financieringsbehoefte is er op dit moment nog bij de Oekraïense defensie-industrie?
Antwoord 9
De financieringsbehoefte van Oekraïne fluctueert en is niet eenduidig vast te stellen.
Dit is mede afhankelijk van steunpakketten van andere bondgenoten en de situatie aan
het front. Oekraïne heeft de wens uitgesproken dat de bondgenoten zoveel mogelijk
materieel inkopen bij de Oekraïense defensie-industrie.
Nederland blijft in overleg met bondgenoten over hoe de gehanteerde modaliteiten uitwerken
en wat we wederzijds kunnen leren. Uiteindelijk telt vooral dat Oekraïne zo snel mogelijk
beschikt over de benodigde capaciteiten.
Vraag 10
Hoeveel contracten heeft Denemarken reeds gesloten met de Oekraïense defensie-industrie
en hoeveel geld was daarmee gemoeid?
Antwoord 10
Nederland doet geen uitspraken over afgesloten contracten door andere bondgenoten.
Vraag 11
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk beantwoorden voorafgaand aan het Commissiedebat
over de NAVO ministeriële op 26 maart aanstaande?
Antwoord 11
Dit is helaas niet gelukt. Wegens de snelle ontwikkelingen binnen dit dossier was
meer afstemming nodig, hetgeen heeft geleid tot vertraging in het proces.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.