Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Dobbe en Dijk over de crisis in de ouderenzorg
Vragen van de leden Dobbe en Dijk (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de crisis in de ouderenzorg (ingezonden 25 april 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Maeijer (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
30 mei 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2214.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat het personeel van verpleeghuizen gruwt van problemen
op de werkvloer?1
Antwoord 1
Ik heb met grote zorg kennisgenomen van het bericht in het Algemeen Dagblad waarin
zorgmedewerkers aangeven dagelijks uitgeput en gefrustreerd naar huis te gaan vanwege
de problemen op de werkvloer in verpleeghuizen. De signalen van hoge werkdruk, personeelstekorten
en emotionele belasting raken mij diep. Dit zijn professionals die zich dag in, dag
uit inzetten voor kwetsbare ouderen. Dat zij zich in toenemende mate overvraagd voelen,
verdient onze volle aandacht.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het bericht «Recordaantal gedwongen opnames gevraagd voor verpleeghuis:
«Vooral alleenstaande demente ouderen vormen groot gevaar»»?2
Antwoord 2
Ik begrijp de zorgen die worden geuit in het artikel van de Telegraaf. Gedwongen opname
is voor iedereen ingrijpend, zowel voor cliënten, naasten als zorgverleners. Het is
op basis van de Wet zorg en dwang (Wzd) altijd het laatste middel. Het zal in het
uiterste geval mogelijk moeten zijn om iemand tegen zijn wens in op te nemen als de
cliënt een gevaar voor zichzelf of anderen is (het zogeheten ernstig nadeel-criterium).
Dit kan door middel van een rechterlijke machtiging (RM) of bij spoedsituaties een
inbewaringstelling (IBS) door de burgemeester.
De gehanteerde cijfers in het artikel herken ik niet. Op basis van de mij bekende
cijfers van het CIZ en via Khonraad3 constateer ik sinds de inwerkingtreding van de wet een lichte stijging van gedwongen
opnames op grond van de Wzd:
2020
2021
2022
2023
2024
Rechterlijke machtiging (RM)
4.096
4.867
4.913
4.850
PM1
Inbewaringstelling (IBS)
1.437
1.607
1.841
1.934
2.007
X Noot
1
Volledige cijfers over 2024 zijn nog niet bekend.
De stijging heeft zich met name in 2021 ten opzichte van 2020 voorgedaan. Dit heeft
mogelijk te maken met de inwerkingtreding van de wet in 2020 en die daarna steeds
bekender is geworden. Maar een specifieke verklaring is hiervoor niet onderzocht.
Denkbaar is ook dat de bevolkingsgroei en vergrijzing aan deze lichte stijging hebben
bijgedragen.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat beide berichten aangeven dat het beleid rondom de ouderenzorg
de afgelopen jaren gefaald heeft, waardoor de kwaliteit van zorg in verpleeghuizen
niet meer altijd gegarandeerd kan worden, maar er ook amper fatsoenlijke kleinschalige
alternatieven beschikbaar zijn?
Antwoord 3
Ik begrijp de zorgen die uit beide berichten naar voren komen en ik herken de signalen
dat de zorg in de verpleeghuizen onder druk staat. De uitdaging om de ouderenzorg
in het licht van toenemende vergrijzing en personeelstekorten goed te organiseren
is groot.
Tegelijkertijd wil ik ook benadrukken dat er in de afgelopen jaren, bijvoorbeeld via
het programma WOZO (Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen) belangrijke stappen
zijn gezet. Zo zijn in de periode 2018–2023 via het programma Waardigheid en Trots
op locatie (WOL) 516 verpleeghuislocaties ondersteund bij de implementatie van het
Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg, met aantoonbare kwaliteitsverbetering op deze locaties
als gevolg4. Deze ondersteuning zet ik momenteel voort met het programma Waardigheid en Trots
voor de toekomst (W&tt).
Ook zijn er diverse kleinschalige locaties geopend, zoals «Wij zijn Zuiderschans»
in Den Bosch en «Living-inn» in Lent. Voor een totaaloverzicht van kleinschalige woonvoorzieningen
voor ouderen verwijs ik graag naar de publicaties van Platform315.
Maar de stappen die zijn gezet zijn nog niet voldoende. Daarom ben ik met partijen
in gesprek om te komen tot een Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg (HLO). Deze berichten
laten de urgentie voor de totstandkoming van dit akkoord zien.
Vraag 4
Welke stappen gaat u zetten om de crisis in de ouderenzorg aan te pakken, waardoor
goede zorg in verpleeghuizen gegarandeerd kan worden en ouderen ook toegang krijgen
tot kleinschalige alternatieven op het moment dat verpleeghuiszorg nog niet nodig
is, maar zij ook niet langer thuis kunnen/willen wonen?
Antwoord 4
Ik ben op dit moment met partijen in de sector in gesprek om tot een Hoofdlijnenakkoord
Ouderenzorg (HLO) te komen. Mijn inzet is dat we met het HLO concrete acties gaan
inzetten om een onbeheersbaar arbeidsmarkttekort af te wenden en goede en passende
zorg voor de kwetsbaarste mensen te waarborgen. Ik verwacht het HLO zeer binnenkort
met uw Kamer te kunnen delen.
Met de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening werkt de Minister van
VWS samen aan de bouw van ca. 290.000 woningen voor ouderen. Dit gaat ook om woonvormen
met geclusterde (zorggeschikte) woningen waarmee een verhuizing naar een verpleeghuis
kan worden uitgesteld of kan worden voorkomen. Per 15 mei is hiertoe ook weer de stimuleringsregeling
zorggeschikte woningen opengesteld. Op 25 april jl. hebben de Ministers van VRO en
VWS de voortgangsbrief ouderenhuisvesting aan uw Kamer gezonden.
Tevens onderzoekt PricewaterhouseCoopers (PwC) in opdracht van dit kabinet in een
nadere doorrekening wat de (financiële) meerwaarde voor de samenleving kan zijn indien
ouderen met een sterk verminderde regie kunnen verblijven in een verzorgingshuis in
plaats van thuis. De Minister van VWS zal in september reageren op de onderzoeksresultaten.
Na afronding van het onderzoek kunnen afspraken worden gemaakt met betrekking tot
de bouw van de verzorgingshuizen. Hiervoor zijn door het kabinet reeds middelen beschikbaar
gesteld.
Vraag 5
Bent u bereid om zich ervoor in te zetten om zo snel mogelijk 100 zorgbuurthuizen
op te richten?
Antwoord 5
In de hierboven genoemde voortgangsbrief is opgenomen dat inmiddels in alle regio’s
woondealafspraken over de bouwopgave voor ouderen zijn vastgelegd in afsprakenkaders.6 Hiermee is voor elke gemeente duidelijk hoe groot de opgave tot en met 2030 is voor
woningen die geschikt zijn voor ouderen. Het is echter aan de lokale partijen of zij
bij het invullen van de opgave voor deze woonzorgvorm kiezen.
Ik zet me in voor een oplossing voor de knelpunten ten aanzien van de financiering
die door het zorgbuurthuis in Oss worden ervaren. Naar aanleiding van uw ingediende
motie heb ik hiertoe ook contact gehad met zorgbuurthuis ‘t Hageltje en de betrokken
organisaties.
Vraag 6
Bent u bereid om met een serieuze aanpak te komen voor het personeelstekort in de
zorg, met grote wervingscampagnes (zoals momenteel ook gebeurt bij defensie) en fundamentele
keuzes om het gebrek aan zeggenschap en de loonkloof aan te pakken?
Antwoord 6
Het aanpakken van de personeelskrapte heeft de hoogste prioriteit van dit kabinet.
Een grote meerjarige wervingscampagne is reeds door vorige kabinetten uitgevoerd.
De afgelopen jaren is de sector er dan ook in geslaagd om veel extra mensen naar zich
toe te trekken. Inmiddels weten we echter dat we het niet redden door alleen in te
zetten op het vergroten van de instroom van personeel. Het is onmogelijk om de groeiende
arbeidsmarkttekorten af te wenden door steeds meer mensen van buiten de zorg aan te
trekken. Daar zijn immers ook grote tekorten en we willen ook genoeg leraren voor
de klas en politie op straat.
Zeggenschap voor professionals is hier onlosmakelijk aan verbonden. Daarvoor is een
cultuur nodig in organisaties waar zeggenschap de norm is. Werkgevers in zorg en welzijn
zijn hiervoor aan zet. De Minister van VWS biedt hen ondersteuning op verschillende
manieren. Zo is in 2024 de laatste ronde geopend van de Subsidieregeling Veerkracht
en Zeggenschap. De uitvoering hiervan loopt nog tot en met 2026. Verder worden werkgevers
en professionals ondersteund via de projectsubsidie voor het Landelijk Actieplan Zeggenschap
(LAZ), die leermiddelen ontwikkelt en (intervisie)bijeenkomsten organiseert. Ook wordt
zeggenschap landelijk gemonitord via de Monitor Zeggenschap en is op landelijk niveau
structureel aandacht voor de zeggenschap van professionals. Onder andere met de maandelijkse
klankbordgroep van VWS onder leiding van de Chief Nursing Officer. En met verschillende
events, zoals «VOICE: op weg naar de zorgtop», van 7 april jl.
Wat betreft de beloning in de zorg ligt het genuanceerd. Uit onderzoeken blijkt dat
het gemiddelde uurloon van zorgmedewerkers redelijk vergelijkbaar is met vergelijkbare
medewerkers in de marktsector. Daarnaast is er binnen de zorg een gedifferentieerd
beeld wat betreft de marktconformheid van de salarissen tussen verschillende zorgbranches
en ook tussen verschillende groepen binnen dezelfde branche. Bijvoorbeeld in de VVT
verdienen verzorgenden gemiddeld genomen evenveel als gelijken in andere sectoren
en verpleegkundigen zelfs meer. De salarissen van zorghulpen en helpenden blijven
daarentegen wel achter. Voor een marktconforme loonontwikkeling stelt de Minister
van VWS ieder jaar de overheidsbijdrage voor de arbeidskostenontwikkeling (OVA) ter
beschikking aan de sociale partners. Deze OVA bedraagt voor 2025 circa 3,6 miljard
structureel. Het kabinet ziet vanwege de staat van de overheidsfinanciën geen ruimte
om bovenop deze jaarlijkse bijdrage nog extra middelen vrij te maken voor het dichten
van de loonkloof.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V. Maeijer, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.