Lijst van vragen : Lijst van vragen, gesteld aan de Algemene Rekenkamer, over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties sonderzoek 2024 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Onderdeel Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (Kamerstuk 36740-VII-2).
2025D25072 Lijst van vragen
De vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft een aantal
vragen voorgelegd aan de Algemene Rekenkamer over het Rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek
2024 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Onderdeel Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening) (Kamerstuk 36 740 VII, nr. 2).
De voorzitter van de commissie,
Postma
De griffier van de commissie,
De Vos
Nr
Vraag
1
Hoe verhoudt de woonquote van Nederlandse huishoudens zich precies tot die van andere
EU-landen?
2
Waar liggen volgen u de grootste kansen om de woonquote op de korte en lange termijn
te verbeteren?
3
Hoe groot acht de Algemene Rekenkamer de kans dat het doel (290.000 woningen) voor
ouderenhuisvesting wordt gehaald als de investeringsruimte van woningcorporaties fors
wordt beperkt door huurbevriezing in 2025 en 2026?
4
Hoe groot acht de Algemene Rekenkamer de kans dat de beleidsdoelen voor wonen worden
gerealiseerd als de investeringsruimte van woningcorporaties fors wordt beperkt door
huurbevriezing in 2025 en 2026?
5
Is het, naar het oordeel van de Algemene Rekenkamer, technisch en administratief haalbaar
om op redelijk korte termijn een betrouwbaar en landelijk dekkend beeld te krijgen
van de omvang en de kenmerken van de bestaande woningvoorraad die geschikt is voor
ouderen, en zo ja, welke stappen zijn hiervoor nodig?
6
Welke maatschappelijke gevolgen op korte en langere termijn voorziet de Algemene Rekenkamer
als dit zorgelijke beeld voor ouderenhuisvesting aanhoudt en de doelstellingen niet
worden gehaald?
7
Kijkende naar uw conclusie en aanbevelingen inzake ouderenhuisvesting, zou u dan adviseren
om het door u uitgevoerde onderzoek breder te trekken?
8
Kunt u aangeven wat het Rijksvastgoedbedrijf bedoelt met «realiseren van optimalisaties
in de contractvorm en het versoberen van proceseisen»?
9
Zijn de verantwoordelijke bewindspersonen na 2015 geadviseerd om een verwachte bandbreedte
van het benodigde budget voor de renovatie te communiceren aan de Tweede Kamer? Zo
ja, ontvangt de Kamer graag zoveel mogelijk details.
10
Is de conclusie gerechtvaardigd dat beleid om CO2-uitstoot te verminderen op drijfzand
is gebouwd?
11
Kunt u aangeven voor het Rijksvastgoedbedrijf waar de overige 2 miljoen euro aan onrechtmatigheden
(11,3 miljoen – 9,3 miljoen euro) door zijn veroorzaakt?
12
Welke mogelijkheden ziet u om de budgettaire ruimte binnen dit project beter te monitoren
en te beheersen?
13
Met welk bedrag denkt u dat het budget voor de renovatie van het Binnenhof opnieuw
verhoogt zal worden en kunt u dit onderbouwen?
14
Kan de Rekenkamer toelichten wat het cruciale verschil is tussen rapporteren op «vrijwel
alle punten», zoals de Minister aangeeft, en het volledig toepassen van de Regeling
en welke concrete risico's blijven bestaan voor het budgetrecht en de controle van
de Kamer als de Regeling niet volledig wordt toegepast, specifiek ten aanzien van
de accountantscontrole?
15
De Minister is het niet met de Algemene Rekenkamer eens dat er nog weinig aandacht
is voor kansen in de bestaande woningvoorraad met betrekking tot de woonopgave voor
ouderen. Ze geeft aan dat er subsidieregelingen voor ontmoetingsruimten en zorggeschikte
woningen zijn, dat er afspraken met provincies en gemeenten zijn gemaakt, en dat er
diverse mooie voorbeelden zijn. Hoe beoordeelt u het antwoord van de Minister?
16
Alhoewel de renovatie niet door de Tweede Kamer is aangemerkt als groot project, wordt
volgens de Minister over het programma wel op vrijwel alle punten gerapporteerd conform
de Regeling Grote Projecten. Zo is volgens de Minister een uitvoerige risicorapportage
opgenomen. Hoe beoordeelt u de volgens de Minister «uitvoerige risicorapportage»?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.L. Postma, voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Mede ondertekenaar
A.C.W. de Vos, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.