Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de zichtbaarheid van huiselijk geweld in het familierecht
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid over de zichtbaarheid van huiselijk geweld in het familierecht (ingezonden 17 april 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Coenradie (Justitie en Veiligheid) en van Staatssecretaris
            Struycken (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 28 mei 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
            vergaderjaar 2024–2025, nr. 2129.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met de bevindingen van het Verwey-Jonker Instituut uit het recent gepubliceerde
               rapport «Waar geweld uit beeld raakt»?1 Wat is uw algemene reactie hierop?
            
Antwoord 1
            
Ja, wij zijn bekend met het onderzoek en de bevindingen. Wij vinden het belangrijk
               dat onderzoek is gedaan naar de zichtbaarheid van huiselijk geweld in het familierecht,
               en zien het belang van de uitkomsten van dit onderzoek voor de beleidsopgaven die
               er op dit terrein zijn. Zoals toegezegd wordt de Tweede Kamer voor de zomer in de
               voortgangsbrief over het plan van aanpak «Stop Femicide!» nader geïnformeerd over
               de uitkomsten van dit onderzoek. Wij zullen de Kamer in deze brief ook informeren
               over welk gevolg wij zullen geven aan de uitkomsten van het onderzoek.
            
Vraag 2
            
Wat is uw reactie op de bevinding dat het niet vanzelfsprekend is dat huiselijk geweld
               naar voren wordt gebracht in beslissingen omtrent zorgregelingen, omgang en gezag,
               waardoor de rechter te weinig rekening houdt/kan houden met huiselijk geweld en veiligheid
               bij zaken rond complexe scheidingen?
            
Antwoord 2
            
Wij hechten er belang aan dat er meer aandacht komt voor huiselijk geweld in familierechtzaken,
               in het belang van zowel het kind als de betreffende slachtofferouder.
            
Vraag 3 en 4
            
Wat vindt u van de conclusie dat risicoscreeningsinstrumenten, die helpen om een inschatting
               te maken van de aard en ernst van het huiselijk geweld, nauwelijks worden gebruikt
               in dit soort procedures?
            
Bent u het met de onderzoekers eens dat het belang van de ouder die slachtoffer is
               van huiselijk geweld of dwingende controle, niet voldoende gewaarborgd lijkt in de
               huidige rechtsgang?
            
Antwoord 3 en 4
            
De beantwoording van deze vragen zullen wij meenemen in de toegezegde beleidsreactie.
Vraag 5 en 6
            
Wat is uw reactie op de aanbevelingen van het Verwey-Jonker Instituut die gaan over
               het vergroten van de kennis bij alle juridische professionals en hulpverleners door
               scholing over (de signalering van) huiselijk geweld?
            
Wat is uw reactie op de aanbevelingen over een beter toetsingskader waarmee risico’s
               en geweld beter kunnen worden vastgesteld, meer aandacht voor ouderschapsvaardigheden
               in de afweging over zorg- en omgangsregelingen en verbeteren van de uitwisseling van
               strafrechtelijke informatie bij familierechtelijke procedures? Bent u bereid hierover
               ook overleg te voeren met de rechtspraak?
            
Antwoord 5 en 6
            
Wij delen met de onderzoekers dat het vergroten van de kennis bij de betrokken professionals
               en het ontwikkelen van een toetsingskader belangrijke instrumenten zijn om de aandacht
               voor huiselijk geweld in familierechtzaken te vergroten. In de beleidsreactie zullen
               wij toelichten hoe gevolg wordt gegeven aan de aanbevelingen van de onderzoekers.
            
Vraag 7 en 8
            
Wat is de stand van zaken van de eerder aangenomen motie-Temmink/Mutluer, waaruit
               bleek dat dit toetsingskader al een duidelijke wens is van de Kamer?2
Wat gaat u doen om uitvoering te geven aan deze motie en welk gevolg zal gegeven worden
               aan de aanbevelingen uit dit onderzoek?
            
Antwoord 7 en 8
            
In de toegezegde beleidsreactie zullen wij de Kamer nader informeren over de stand
               van zaken van deze motie en hoe gevolg wordt gegeven aan de aanbevelingen van de onderzoekers.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid - 
              
                  Mede ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.