Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Rooderkerk, Pijpelink en Beckerman over het bericht 'Nationaal Onderwijsmuseum in Dordrecht dreigt te verdwijnen vanwege geldgebrek'
Vragen van de leden Rooderkerk (D66), Pijpelink (GroenLinks-PvdA) en Beckerman (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Nationaal Onderwijsmuseum in Dordrecht dreigt te verdwijnen vanwege geldgebrek» (ingezonden 16 april 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Paul (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 27 mei 2025). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2122
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht Nationaal Onderwijsmuseum in Dordrecht dreigt te verdwijnen
vanwege geldgebrek?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Waarom stopt u met het financieren van het Onderwijsmuseum?
Antwoord 2
Vanwege de taakstelling heb ik scherpe keuzes moeten maken in wat wel en niet meer
kan. Ik focus mij daarbij op de kerntaak binnen het funderend onderwijs: de zorg voor
goed onderwijs en de aanpak van het lerarentekort. Daar zet ik mijn mensen en middelen
op in. Dat betekent dat de werkzaamheden en subsidie aan het Nationaal Onderwijsmuseum
wordt gestopt.
Vraag 3
Waarom stond dit niet expliciet in de OCW-begroting of in de losse tabel voor de subsidietaakstelling?
Antwoord 3
De subsidie staat op de OCW-begroting opgenomen onder het instrument «overige subsidies».
Een verdere uitsplitsing daarvan is te zien in het subsidieoverzicht in bijlage 4.
Dit besluit is genomen vanuit de APK-taakstelling en was dus geen onderdeel van de
overzichten voor de subsidietaakstelling.
Vraag 4
Welke alternatieven voor financiering van het Onderwijsmuseum heeft u verkend?
Antwoord 4
Het Onderwijsmuseum verkeert al langere tijd in financieel zwaar weer en genereert
relatief weinig eigen inkomsten. Dit betekent dat ook het voortzetten van de huidige
subsidie niet houdbaar zou zijn. In een eerdere fase is daarom de subsidie geanalyseerd
om te kijken wat nodig zou zijn om het museum financieel stabiel te krijgen. Daarnaast
is onderzocht wat de mogelijkheden zouden zijn om de kennisfunctie van het museum
te versterken en er, in samenhang met NRO, een kenniscentrum van te maken.
Voor alle alternatieven geldt echter dat het subsidiebedrag flink verhoogd zou moeten
worden. Daar zie ik geen ruimte voor.
Door tijdig aan het museum te laten weten dat de subsidie stopt, hebben we geprobeerd
de ruimte voor het museum om alternatieve financieringen te vinden of om de mogelijkheid
om de collectie op een zorgvuldige wijze ergens anders onder te brengen zo groot mogelijk
te houden. De verantwoordelijkheid voor de invulling hiervan ligt bij het museum zelf.
Vraag 5
Deelt u dat dit een onherstelbaar verlies is voor het Nederlandse onderwijserfgoed
en dat hiermee niet alleen een uniek museum verdwijnt maar ook een kenniscentrum voor
leraren en leerlingen?
Antwoord 5
Het Nationaal Onderwijsmuseum beheert een collectie over de geschiedenis van het onderwijs.
Dat is ook de reden dat we zo vroeg mogelijk aangekondigd hebben dat de subsidie aan
het museum op den duur gaat stoppen.
Deze collectie is geen eigendom van het Rijk, maar van de museale stichting. In de
komende tijd beziet het museum wat voor mogelijkheden er zijn om de collectie voor
de toekomst te behouden. Zij hebben zich daarbij in ieder geval te houden aan de Leidraad
Afstoting Museale Objecten.
Vraag 6
Waarom stopt de gemeente Dordrecht met de financiering en per wanneer?
Antwoord 6
Dit is aan de gemeente Dordrecht, dat kunnen wij als OCW niet beantwoorden.
Vraag 7
Gaat u in gesprek met de gemeente Dordrecht om te voorkomen dat de financiering wordt
stopgezet?
Antwoord 7
De gemeente maakt zelfstandig keuzes binnen de huidige financiële situatie. Wij gaan
als OCW niet over de keuzes die de gemeente maakt.
Vraag 8
Gaat u in gesprek met het Onderwijsmuseum om de afbouw van het museum te staken totdat
de OCW-begroting voor 2026 is aangenomen?
Antwoord 8
Ik heb het Onderwijsmuseum zo vroeg mogelijk geïnformeerd om de kans te bieden op
zoek te gaan naar alternatieve financiering of, als zij hier geen mogelijkheden voor
zien, een zorgvuldige afbouw te realiseren. Hoe het museum daar invulling aan geeft
is uiteindelijk aan het museum zelf.
Vraag 9
Bent u bereid uw besluit te heroverwegen?
Antwoord 9
Gezien de reeds onderzochte alternatieven en de bijbehorende verhoging van inzet en
subsidie, zoals in mijn antwoord op vraag 2, 3 en 4 toegelicht, zie ik geen redenen
en geen mogelijkheden om dit besluit te heroverwegen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.