Schriftelijke vragen : De invulling van de klimaatmaatregelen voor de glastuinbouw
Vragen van de leden Flach (SGP) en Grinwis (ChristenUnie) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei en de Staatssecretarissen van Financiën en van Landbouw, Voedselzekerheid, Visserij en Natuur over de invulling van de klimaatmaatregelen voor de glastuinbouw (ingezonden 27 mei 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de potentiële impact die het van toepassing verklaren van
ETS-2 en de bijmengverplichting op de glastuinbouw (Kamerstuk 32 140, nr. 251) kan hebben op glastuinbouwbedrijven1?
Vraag 2
Hebben alle partners in het Convenant Energietransitie Glastuinbouw 2022–2030 ingestemd
met de opt-in voor ETS-2, zoals gevraagd in de motie-Flach/Grinwis (Kamerstuk 36 600 XIV, nr. 24)? Zo nee, waarom zet u deze opt-in dan wel door?
Vraag 3
Kunt u aangeven waarom het niet mogelijk zou zijn de glastuinbouw uit te zonderen
van ETS-2, terwijl Eneco en Glastuinbouw Nederland een voorstel hebben gedaan om deze
uitzondering uitvoeringstechnisch vorm te geven en in omliggende landen deze uitzondering
wel mogelijk blijkt te zijn?
Vraag 4
Heeft er in uw ogen voldoende inhoudelijk overleg plaatsgevonden tussen betrokken
partijen, waaronder de Nederlandse Emissieautoriteit, sectorpartijen en energieleveranciers,
over de mogelijkheden om een uitzondering voor de glastuinbouw in ETS-2 uitvoeringstechnisch
vorm te geven?
Vraag 5
Hoe verhouden de genomen besluiten met betrekking tot ETS-2 en de bijmengverplichting
en de voorbereiding daartoe zich tot de afspraken in het Convenant Energietransitie
Glastuinbouw 2022–2030?
Vraag 6
Is in aanloop naar de voorjaarsbesluitvorming met sectorpartijen, waaronder Glastuinbouw
Nederland, overleg gevoerd over ETS-2, de bijmengverplichting, de CO2-heffing en eventuele alternatieven hiervoor en over de invulling van compenserende
maatregelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke alternatieven voor de opt-in bij ETS-2
en de bijmengverplichting zijn onderzocht? Waarom is hier niet voor gekozen?
Vraag 7
Is de veronderstelling juist dat de verschillende beprijzingsmaatregelen voor de glastuinbouw
optellen tot ongeveer 200 euro per ton CO2, terwijl voor het bereiken van het sectordoel maar ongeveer 100 euro per ton CO2 nodig is?
Vraag 8
Hoe verhouden de uitvoeringslasten van een eventuele uitzondering van de glastuinbouw
voor ETS-2 en de bijmengverplichting zich tot de uitvoeringslasten van de gewenste
bedrijfsspecifieke compensatie?
Vraag 9
Kunt u de nieuwe tariefstudie van de CO2-heffing glastuinbouw, uitgevoerd door Kalavasta en Berenschot, voor de debatten over
de voorjaarsbesluitvorming met de Kamer delen?
Vraag 10
Acht u de genoemde verhoging van de CO2-heffing van 17,70 euro naar 42,50 euro per ton CO2 de meest kosteneffectieve en haalbare maatregel om het sectordoel te halen? Hoe is
de problematiek van netcongestie, waardoor veel tuinders de voor verduurzaming noodzakelijke
aansluiting op het net niet kunnen krijgen, meegewogen?
Vraag 11
Kunt u aangeven welke impact (het rekenen met) een CO2-heffing van 42,50 euro per ton CO2 heeft op de economische rendabiliteit van glastuinbouwbedrijven? Hoe verhoudt dit
kostenplaatje, inclusief energiebelasting, zich tot het kostenplaatje van CO2-uitstoot voor glastuinbouwbedrijven in omringende landen?
Vraag 12
Gaat u zowel de lastenverzwaringen als gevolg van ETS-2 als van de bijmengverplichting
volledig en langjarig compenseren op bedrijfsniveau als kostencompensatie?
Vraag 13
Op welke wijze kunnen het staatssteunkader en de grenzen van het herstel- en veerkrachtplan
belemmeringen opwerpen voor volledige bedrijfsspecifieke compensatie? Hoe wordt voorkomen
dat het gezien wordt als fossiele subsidie?
Vraag 14
Kunt u een inschatting geven van de gevolgen van de stapeling van lastenverzwaringen
voor de glastuinbouw, inclusief de eerdere fiscale lastenverzwaringen, voor de concurrentiepositie
van glastuinbouwbedrijven?
Vraag 15
Gaat u bestaande SDE++-projecten niet corrigeren voor de bijmengverplichting, zoals
u ook voornemens bent ten aanzien van ETS-2? Zo nee, waarom niet?
Vraag 16
Bent u ook voornemens bestaande SDE++-projecten die niet gerund worden door een glastuinbouwbedrijf,
maar die wel volledig ontwikkeld zijn voor de glastuinbouw (aardwarmte, CCU) niet
te corrigeren voor ETS-2 en de bijmengverplichting?
Vraag 17
Kunt u aangeven wat de gevolgen zijn voor de business case van nieuwe duurzame energieprojecten
als voor zowel ETS-2 als de bijmengverplichting gecorrigeerd zal worden?
Indieners
-
Gericht aan
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën -
Gericht aan
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
Gericht aan
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei -
Indiener
André Flach, Kamerlid -
Medeindiener
Pieter Grinwis, Kamerlid