Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kostic over het gebruik van lijmvallen voor ratten en muizen
Vragen van het lid Kostić (PvdD) aan de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over het gebruik van lijmvallen voor ratten en muizen (ingezonden 11 april 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Rummenie (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur)
(ontvangen 26 mei 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1986.
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat het gebruik van lijmvallen voor ratten en muizen in Vlaanderen
sinds 1 januari 2025 verboden is en dat er ook wordt gewerkt aan een verkoop- en reclameverbod
van deze middelen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Onderschrijft u de wetenschappelijke inzichten dat lijmvallen extreem veel leed veroorzaken
bij de dieren die erop vast komen te zitten? Zo nee, waarom niet en op welke wetenschappelijke
bronnen baseert u zich dan?2
3
4
Antwoord 2
Ik wil benadrukken dat ik het welzijn van dieren zeer belangrijk vind en onderschrijf
dan ook de wetenschappelijke inzichten dat het gebruik van lijmvallen voor onnodig
lijden kan zorgen. Juist vanwege dierenwelzijn is het zich buiten bevinden met lijm,
als kan worden aangenomen dat deze lijm zal worden gebruikt voor het vangen of doden
van dieren, reeds verboden.
Vraag 3
Deelt u de stelling van Vlaams Minister Weyts dat er «weinig verbeeldingskracht nodig
[is] om zich de doodstrijd in te beelden van een dier dat vastgelijmd geraakt»?5
Antwoord 3
Ja, ik ben me zeer bewust van de impact die lijmvallen hebben op dieren.
Vraag 4
Deelt u de mening dat lijmvallen bovendien onnodig dierenleed veroorzaken, omdat er
andere manieren zijn om overlast door ratten en muizen op te lossen, onder andere
door het treffen van preventieve maatregelen? Zo nee, waarom niet en op welke wetenschappelijke
inzichten baseert u zich dan?
Antwoord 4
Ja, wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat lijmvallen onnodig dierenleed kunnen
veroorzaken. Professionele plaagdierbeheersers moeten werken volgens het «Integrated
Pest Management» (IPM) systeem. Daarbij ligt de nadruk op het voorkómen (preventie)
in plaats van bestrijden. Om de omgeving onaantrekkelijk te maken voor plaagdieren
wordt er eerst ingezet op adequate wering en hygiëne en zo mogelijk het wegnemen van
voedselbronnen. Als dat niet werkt, wordt ingezet op niet-chemische bestrijdingsmiddelen,
zoals klapvallen. Werken deze bestrijdingsmiddelen niet of is de volksgezondheid in
gevaar, dan is het professioneel gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen alleen
toegestaan door gecertificeerde plaagdierbeheersers in het kader van IPM.
Sinds 2017 is het toepassen van IPM verplicht voor professionele plaagdierbeheersers
bij het bestrijden van ratten en muizen buiten gebouwen. Sinds 2023 is IPM ook verplicht
voor professionele plaagdierbeheersers bij het bestrijden van ratten en muizen binnen
gebouwen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat lijmvallen, buiten de negatieve effecten op ratten en muizen,
een risico vormen voor andere (beschermde) diersoorten die regelmatig op deze vallen
vast komen te zitten? Zo nee, waarom niet?6
Antwoord 5
Ik deel de mening dat een niet-selectief middel als lijm een risico vormt voor (beschermde)
soorten. Voor alle beschermde dieren – ongeacht of zij zich binnen of buiten bevinden
– geldt dat het opzettelijk vangen of doden zonder omgevingsvergunning voor een flora-
en fauna-activiteit verboden is (artikel 11.37 lid 1 sub a Besluit activiteiten leefomgeving
voor vogels, artikel 11.46 lid 1 voor habitatrichtlijn soorten en artikel 11.54 lid
1 sub a voor andere soorten). Onder «opzet» wordt ook voorwaardelijke opzet begrepen,
dus het willens en wetens aanvaarden van de aanmerkelijke kans dat dieren worden gevangen
of gedood. Voor andere soorten geldt dat een ieder die een in het wild levend dier
vangt of doodt, moet voorkomen dat het dier onnodig lijdt (artikel 11.28 Besluit activiteiten
leefomgeving, Omgevingswet).
Vraag 6
Kunt u aangeven of het gebruik van lijmvallen in Nederland al verboden is op grond
van de Wet dieren en/of de Omgevingswet? Wordt hier dan ook op gehandhaafd, door wie
en hoeveel overtredingen van dit verbod worden er per jaar geconstateerd en beboet,
indien dat het geval is?
Antwoord 6
In artikel 11.28 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Omgevingswet) staat dat
een ieder die een in het wild levend dier doodt of vangt, moet voorkomen dat het dier
onnodig lijdt. Omdat het vangen van knaagdieren met een lijmval in de praktijk onnodig
lijden met zich meebrengt, maakt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
bij constatering van de vangst van knaagdieren met een lijmval een proces-verbaal
op.7 Vooral in horecabedrijven en detailhandel wordt gebruik gemaakt van lijmvallen. In
2024 en 2025 (tot 1 mei 2025) zijn respectievelijk 98 en 33 processen-verbaal opgemaakt
na constatering van ratten of muizen op lijmplanken. Het zich buiten bevinden met
lijm is verboden op grond van artikel 11.72 Besluit activiteiten leefomgeving, als
kan worden aangenomen dat deze lijm zal worden gebruikt voor het doden of vangen van
dieren. Provincies kunnen met maatwerkregels of maatwerkvoorschriften afwijken van
dit verbod.
Vraag 7
Bent u bereid om, net als in Vlaanderen, over te gaan tot een verbod op het gebruik
van lijmvallen, indien het gebruik van lijmvallen in Nederland nog niet verboden is?
Zo ja, wanneer bent u voornemens hiermee te komen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Zoals ik bij mijn antwoord op vraag 2 aangeef kan het gebruik van lijmvallen voor
onnodig lijden zorgen. Het zich buiten gebouwen bevinden met lijm is al verboden op
grond van artikel 11.72 Besluit activiteiten leefomgeving, als kan worden aangenomen
dat deze lijm zal worden gebruikt voor het doden of vangen van dieren. Het gebruik
van lijm binnen zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit is
toegestaan, mits uit te sluiten is dat beschermde soorten worden gedood of gevangen
én het gebruik geen onnodig lijden veroorzaakt. In de praktijk is het voorkomen van
onnodig lijden weerbarstig gebleken.
Ik juich het toe dat de brancheverenigingen voor plaagdierbeheersers hebben aangegeven
met een voorstel te willen komen voor een streng protocol dat onnodig lijden moet
voorkomen bij het gebruik van lijmplanken in gebouwen. Samen met de NVWA ga ik hierover
in gesprek met de brancheverenigingen, met als doel onnodig lijden te voorkomen. Daarna
wil ik, afhankelijk van de uitkomsten van deze gesprekken, de mogelijkheden om te
komen tot een eventueel verbod op het gebruik en de verkoop van lijmvallen onderzoeken.
Hierbij betrek ik de NVWA, de brancheverenigingen en de ervaringen van mijn Belgische
collega’s. Ik informeer uw Kamer in het derde kwartaal van 2025 over de resultaten
en vervolgstappen die voortkomen uit deze gesprekken.
Vraag 8
Bent u ermee bekend dat lijmvallen voor ratten en muizen nog op grote schaal worden
verkocht via Nederlandse webshops?8
9
10
11
Antwoord 8
Ja, dat is mij bekend. De verkoop van lijmvallen is niet verboden.
Vraag 9
Bent u, net als in Vlaanderen, bereid over te gaan tot een verbod op de verkoop, het
in bezit hebben en het (online) adverteren van lijmvallen? Zo ja, wanneer bent u voornemens
hiermee te komen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Zie mijn antwoord bij vraag 7.
Vraag 10
Bent u bereid om zich ook in de Europese context, eventueel samen met Belgische collega’s,
in te zetten voor een verbod op het gebruik van lijmvallen? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, op welke manier en termijn gaat u hier uitvoering aan geven?
Antwoord 10
Zoals ik bij vraag 2 en 7 aangeef, zal ik eerst samen met de NVWA in gesprek gaan
met de brancheverenigingen voor plaagdierbeheersers. Ook zal ik bij mijn collega’s
in België navraag doen naar de ervaringen daar. Ik informeer uw Kamer in het derde
kwartaal van 2025 over de resultaten en vervolgstappen die voortkomen uit deze gesprekken.
Vraag 11
Kunt u deze vragen één voor één en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?
Antwoord 11
Omdat ik moet afstemmen met de NVWA, brancheverenigingen voor plaagdierbeheersers
en andere departementen lukt het mij niet om de vragen binnen de daarvoor gestelde
termijn te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.