Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Martens-America over de verplichte rekentoets in het mbo
Vragen van het lid Martens-America (VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de verplichte rekentoets in het mbo (ingezonden 9 april 2025).
Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 26 mei
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2163.
Vraag 1
Onderkent u het belang van de rekentoets in het mbo, die bijdraagt aan het verbeteren
van de gecijferdheid en daarmee het actief kunnen deelnemen aan de maatschappij door
studenten?
Antwoord 1
Ja. Rekenen is een essentiële vaardigheid voor het uitoefenen van een beroep, het
actief en betrokken meedoen in de samenleving en om verder te studeren.
Vraag 2
Bent u bekend met de zorgen rondom de verplichte rekentoets op het mbo, waarbij mbo’ers
met aantoonbare rekenproblemen zoals dyscalculie hun diploma niet (dreigen te) halen?
Antwoord 2
Ja, deze zorgen ken ik.
Vraag 3
Deelt u de mening dat scholen een verantwoordelijkheid hebben om voor studenten met
aantoonbare rekenproblemen een mogelijkheid te creëren hun diploma te halen?
Antwoord 3
Ik deel deze mening. Scholen hebben hierbij een belangrijke verantwoordelijkheid.
Uit het onderzoeksrapport Rekenproblemen in het mbo, dat als bijlage bij de 2e voortgangsbrief aanpak basisvaardigheden mbo naar uw Kamer
is gestuurd, blijkt dat er voldoende hulpmiddelen en maatregelen beschikbaar zijn
voor studenten die dat nodig hebben. Hiervan wordt helaas nog niet altijd gebruik
gemaakt, onder andere omdat deze hulpmiddelen en maatregelen nog niet bij alle studenten,
docenten en scholen bekend zijn. Daarom ga ik in gesprek met de MBO Raad, JOBmbo en
de Coöperatie Examens MBO hoe we hieraan meer bekendheid kunnen geven.
Vraag 4
Klopt het dat er bij de inschrijving van een student met rekenproblemen afspraken
worden gemaakt over ondersteuning? Wat voor afspraken over het afnemen van de rekentoets
zijn daarbij mogelijk?
Antwoord 4
Tijdens het intakegesprek voorafgaand aan de inschrijving wordt gekeken of een opleiding
bij de student past en worden eventuele ondersteuningsbehoeften besproken. Scholen
hebben de verantwoordelijkheid om voor studenten met bijvoorbeeld rekenproblemen een
mogelijkheid tot extra ondersteuning te creëren. Dat kan gaan om bijvoorbeeld extra
(bij)lessen of aangepaste examinering, zoals mondelinge afname van het rekenexamen.
Vraag 5
Klopt het dat uw voorganger, bij het commissiedebat over het mbo op 16 april 2024,
heeft aangegeven dat groepen met extra begeleiding geholpen kunnen worden? Heeft u
inzicht of dit in de praktijk ook gebeurt? Zo ja, welke manier krijgt dat vorm?
Antwoord 5
Dat klopt. In de praktijk geven scholen ook daadwerkelijk extra ondersteuning. Voorbeelden
hiervan zijn extra tijd bij een examen, mondelinge afname van een examen, begeleid
examen (in aanwezigheid van een vertrouwenspersoon) en een aangepaste rekenkaart.
Uit het eerder genoemde onderzoek blijkt dat niet alle instellingen op de hoogte zijn
van deze mogelijkheden tot extra ondersteuning. Ook mogen alle studenten, sinds de
invoering van de nieuwe rekeneisen in augustus 2022, gebruikmaken van een rekenmachine
en een rekenkaart.
Vraag 6
Klopt het voorts dat er voor mbo-instellingen mogelijkheden zouden bestaan om maatwerk
toe te passen? Kunt u uitleggen wat deze mogelijkheden zijn?
Antwoord 6
Scholen kunnen inderdaad maatwerk toepassen met de beschikbare tools en maatregelen.
Zie verder mijn antwoord op vraag 5.
Vraag 7
Kunt u de voortgang schetsen van de door uw voorganger toegezegde verkenning naar
het toepassen van maatwerk door mbo-instellingen? Klopt het dat het eventueel toepassen
van maatwerk niet in de regelgeving rondom de rekentoets is vormgegeven?
Antwoord 7
Het onderzoek Rekenproblemen in het mbo is afgerond en naar uw Kamer gestuurd1. Het eventueel toepassen van maatwerk is niet specifiek in de nieuwe rekeneisen vormgegeven.
Tegelijkertijd hebben scholen wel degelijk een verantwoordelijkheid om voor studenten
met bijvoorbeeld rekenproblemen een mogelijkheid tot extra ondersteuning te creëren.
Zie verder mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 8
In hoeverre acht u het wenselijk dat mbo-instellingen meer ruimte krijgen om te bepalen
of een student zonder geslaagde rekentoets toch in aanmerking kan komen voor een diploma?
Antwoord 8
Goed kunnen rekenen is, net als goed kunnen lezen, schrijven en beschikken over burgerschapskennis
en -vaardigheden, essentieel om volwaardig mee te kunnen doen in de maatschappij.
In het mbo dragen deze basisvaardigheden bij aan de drievoudige kwalificatieplicht,
omdat ze nodig zijn voor het uitoefenen van een beroep, het actief en betrokken mee
te doen in de samenleving en om verder te kunnen studeren. Rekenen telt daarom ook
mee in de slaag-zakregeling. Ik acht het niet wenselijk dat studenten zonder het juiste
resultaat op rekenen in aanmerking komen voor een diploma.
Vraag 9
Ziet u mogelijkheden om meer differentiatie in de rekentoets te introduceren, gebaseerd
op mbo-niveau en studierichting?
Antwoord 9
Op dit moment zie ik geen noodzaak voor nog meer differentiatie. Met de invoering
van de nieuwe rekeneisen in augustus 2022 is er al meer differentiatie geïntroduceerd.
Dit had als doel om rekenen op een meer aantrekkelijke manier aan te bieden, door
het beter te laten aansluiten bij de leef- en beroepscontext van studenten passend
bij de verschillende mbo-niveaus. De nieuwe rekeneisen zijn nog geen drie jaar geleden
geïntroduceerd. Er bestaat daarom nog geen volledig beeld in hoeverre dit doel wordt
bereikt. Eind dit jaar verwacht ik een vollediger beeld te hebben.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.