Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ceder, Stoffer, Boswijk en Kahraman over het bericht 'Nigeria: christenen in deelstaat Plateau keer op keer slachtoffer militante Fulani’s.'
Vragen van de leden Ceder (ChristenUnie), Stoffer (SGP), Boswijk (CDA) en Kahraman (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Nigeria: christenen in deelstaat Plateau keer op keer slachtoffer militante Fulani’s» (ingezonden 18 april 2025).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 23 mei 2025). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2138.
Vraag 1
Hoe luidt uw reactie op het bericht «Nigeria: christenen in deelstaat Plateau keer
op keer slachtoffer militante Fulani’s»?1
Antwoord 1
Het toenemende geweld in de deelstaat Plateau is verontrustend. De verschillende aanvallen
in april duiden op een escalatie in een langlopend en gewelddadig conflict tussen
boeren en nomadische herders in de Middle Belt-regio, waartoe de deelstaat Plateau
behoort. Spanningen tussen boeren en herders nemen aan het begin van het zaaiseizoen
vaak toe, zoals ook dit jaar.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van de vele moordpartijen en gewelddadige incidenten tegen christenen
in (het midden van) Nigeria? Klopt het dat islamitische militante Fulani’s de daders
zijn van dit geweld? Wat weet u van deze groep?
Antwoord 2
Het kabinet is bekend met het regelmatig oplaaiende geweld in de Middle Belt-regio
van Nigeria. Hoewel religie en etniciteit spanningen tussen veelal christelijke boeren
en overwegend islamitische herders kunnen versterken, hebben conflicten in deze regio
doorgaans een lokale dynamiek, waarin onder meer strijd om toegang tot land en water,
lokale machtsverhoudingen en percepties van sociale of economische marginalisering
een rol spelen. Het is bij het kabinet onbekend wie de aanstichters waren van het
geweld en wat hen exact motiveerde. Het kabinet is terughoudend in het categoriseren
van daders en slachtoffers primair op basis van religieuze achtergrond, gezien dit
in veel gevallen geen recht doet aan de situatie ter plaatse en onbedoeld kan bijdragen
aan verdere polarisatie.
Vraag 3
Bent u in contact met de Nigeriaanse overheid om hen op te roepen de gemeenschappen
te beschermen en de daders verantwoordelijk te houden? Bent u bereid dit ook in Europees
verband aan te kaarten?
Antwoord 3
Nederland roept de Nigeriaanse overheid in bilaterale contacten op tot bescherming
van alle burgers en tot het beëindigen van straffeloosheid. Ook in Europees verband
wordt geweld tegen gelovigen aangekaart, zoals recent ook tijdens een bezoek van EU-ambassadeurs
aan deelstaat Sokoto in mei 2025.
Vraag 4
Bent u bereid om uw inzet tegen dit geweld te vergroten? Zo ja, op welke manier?
Antwoord 4
Nederland zet zich blijvend in voor conflictpreventie en bescherming van burgers in
Nigeria. De posten in Nigeria en bezoekende bewindspersonen vragen steevast aandacht
voor betere bescherming van burgers tegen aanslagen die door gewapende bendes en gewelddadige
groeperingen worden gepleegd. Daarnaast financiert Nederland in Nigeria verschillende
programma’s gericht op conflictpreventie, zoals het Joint Initiative for Strategic Religious Action (JISRA) en Promoting and Protecting Freedom of Religion and Belief in Nigeria. In deze programma’s wordt via intra- en interreligieuze dialoog tussen diverse geloofsgemeenschappen
geprobeerd om lokale en regionale spanningen te verminderen. Gezamenlijke lobby van
deze groepen bij de lokale, regionale en nationale overheid heeft tot doel dat sociale
en interreligieuze harmonie worden versterkt. Het kabinet ziet op zit moment geen
aanleiding deze inzet verder te vergroten.
Vraag 5
Op welke manier kan Nederland de aangevallen gemeenschappen ondersteunen, die zijn
ontheemd, geen eten of inkomen hebben en zo tot armoede worden gedreven?
Antwoord 5
Nederland ondersteunt humanitaire partnerorganisaties – VN-organisaties en fondsen,
de Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging, en de Dutch Relief Alliance – met meerjarige flexibele financiering. Dit geeft hen de ruimte om middelen in te
zetten waar en wanneer ze het meest nodig zijn. Meerdere van de humanitaire partnerorganisaties
waar Nederland aan bijdraagt, zoals bijvoorbeeld UNHCR en het Internationale Rode
Kruis, zijn actief in Nigeria.
Vraag 6
Wat is de inzet van de Nederlandse Speciaal Gezant voor Religie en Levensovertuiging
bij het aan de orde stellen van dit geweld?
Antwoord 6
De Speciaal Gezant voor Religie en Levensovertuiging volgt de ontwikkelingen in Nigeria
nauwgezet en zet zich actief in voor de bevordering van godsdienstvrijheid en de bescherming
van religieuze minderheden, onder wie christenen. In dit kader coördineert de gezant
diplomatieke inspanningen en werkt daarbij samen met de EU-gezant. Daarnaast onderhoudt
de Speciaal Gezant regelmatig contact met ngo’s, met name Faith Based Organisations, die zich inzetten voor godsdienstvrijheid. Internationaal spreekt de gezant zich
uit tegen schendingen van de vrijheid van religie en levensovertuiging en religieuze
spanningen bijdragen aan geweld.
Ook via de nauwe intergouvernementele samenwerking in de International Religious Freedom or Belief Alliance/Article 18 Alliance (IRFBA)zet de Speciaal Gezant zich in om aandacht voor de zorgelijke situatie in Nigeria
te vragen. De leden van IRFBA pleiten er stelselmatig voor om de internationale inzet
voor vrijheid van religie en levensovertuiging voor alle betrokken groepen te laten
gelden en niet alleen voor christenen, om dezelfde redenen als hierboven werden genoemd.
Vraag 7
Wanneer komt er duidelijkheid over de aanstelling van de EU-gezant voor godsdienstvrijheid?
Geeft dit nieuws aanleiding om hier opnieuw aandacht voor te vragen?
Antwoord 7
Via onze Permanente Vertegenwoordiging in Brussel volgt het kabinet de benoeming van
de nieuwe EU-Speciaal Gezant voor vrijheid van religie en levensovertuiging nauwgezet.
Nederland pleit regelmatig voor een spoedige aanstelling. De Europese Commissie heeft
in recent contact haar intentie bevestigd om een nieuwe Speciaal Gezant te benoemen.
Het selectieproces is momenteel gaande en wordt naar verwachting op korte termijn
afgerond, al kan er nog geen precieze datum worden genoemd.
Vraag 8
Op welke manier heeft uw departement en de betrokken post(en) nadere aandacht besteedt
aan de religieuze overwegingen en extremisme bij het geweld, zoals u in antwoord op
eerdere Kamervragen heeft aangegeven?2 Welke stappen gaat u nog zetten?
Antwoord 8
Naast de eerder genoemde inzet die Nederland ontplooit op dit en gerelateerde onderwerpen
zal onder anderen de Mensenrechtenambassadeur tijdens zijn bezoek aan Nigeria, voorzien
voor 22 en 23 mei 2025, uitgebreid aandacht besteden aan het recht op vrijheid van
godsdienst en levensovertuiging in contacten met overheid, religieuze leiders en maatschappelijke
organisaties. Onderdeel hiervan zijn ontmoetingen met christenen, in lijn met de motie
van het lid Stoffer c.s. van 21 november 2024, 36 600 V, nr. 45.
Vraag 9
Bent u bereid om dit patroon van geweld aan de orde te stellen bij de VN Mensenrechtenraad?
Zo nee, waarom niet? Geeft het geweld aanleiding om alsnog op te roepen tot oprichting
van een internationale onderzoekscommissie onder auspiciën van de VN om de aard en
de omvang van het geweld in Nigeria te onderzoeken, met bijzondere aandacht voor de
achterliggende religieuze identiteit van daders en slachtoffers van dit geweld? Zo
nee, wanneer wel?
Antwoord 9
Nederland heeft Nigeria tijdens de 57e Mensenrechtenraad van september jl. opgeroepen religieuze gemeenschappen te beschermen.
In de 43e Universal Periodic Review van Nigeria, in 2024, heeft Nederland aanbevolen, ten behoeve van de uitoefening
van het recht op vrijheid van religie en levensovertuiging, de veiligheid van burgers
in alle regio’s van Nigeria te vergroten en de accountability voor schendingen van
dit recht te versterken.
Nederland zal in de VN-Mensenrechtenraad actief aandacht blijven vragen voor het tegengaan
van religieus geweld en de Speciaal Rapporteur Vrijheid van Religie en Levensovertuiging,
Nazila Ghanea, blijven oproepen aandacht te schenken aan de situatie wereldwijd, waaronder
ook Nigeria. Deze Speciaal Rapporteur kan zelfstandig onderzoek doen naar landensituaties.
In 2023 uitte de Speciaal Rapporteur, samen met andere VN-gezanten, nog haar zorgen
over de situatie van christenen in Nigeria.
Het kabinet acht het op dit moment nog altijd onwaarschijnlijk dat er brede steun
zal zijn voor het oprichten van een VN-gemandateerde internationale onderzoekscommissie
voor onderzoek naar religieus geweld in Nigeria.
Vraag 10
Wat is uw reactie op de recente uitspraak van hoogste rechtbank van de West-Afrikaanse
statenorganisatie Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS) dat
de bepalingen in de strafwet van de deelstaat Kano in strijd zijn met internationale
mensenrechten? Ziet u een verband tussen gewelddadige incidenten tegen christenen
en de blasfemiewetten in Nigeria? Bent u bereid om in Europees verband de Nigeriaanse
overheid op te roepen om deze wetten aan te passen?3
Antwoord 10
De uitspraak van de Community Court of Justice van ECOWAS onderstreept het belang van vrijheid van meningsuiting in Nigeria. De
rechtbank oordeelde dat twee bepalingen uit de shariastrafwet van de deelstaat Kano
in strijd zijn met internationale mensenrechten, namelijk een onvoldoende duidelijke
definitie van religieuze belediging en de doodstraf voor het beledigen van de profeet
Mohammed.
Gewelddadige incidenten gerelateerd aan blasfemiebeschuldigingen komen regelmatig
voor in Nigeria en treffen mensen van verschillende religieuze achtergronden. De straffeloosheid
in deze zaken is zorgwekkend. De incidenten benoemd in voorgaande vragen betreffen
conflicten tussen boeren, herders en gewapende bendes, waarin religie soms een rol
speelt, maar geen direct verband gelegd kan worden met blasfemiewetgeving. In andere
contexten kan dit verband soms wel gelegd worden.
Nederland benoemt blasfemiewetgeving regelmatig in bilaterale contacten met de Nigeriaanse
overheid, en doet dit waar mogelijk in EU-verband. Dit is in lijn met de EU-richtsnoeren
over vrijheid van religie en levensovertuiging, in het bijzonder het uitgangspunt
dat de EU in landen waar blasfemie strafbaar is, decriminalisering aanbeveelt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.