Lijst van vragen : Verslag houdende een lijst van vragen inzake Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (Kamerstuk 36725-XV)
2025D23649 VERSLAG HOUDENDE LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, belast met het voorbereidend
onderzoek van de Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(XV) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (Kamerstuk
36 725 XV), heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen.
De voorzitter van de commissie,
Tielen
Adjunct-griffier van de commissie,
Meester-Schaap
Nr
Vraag
1
Wat is het afbouwpad van de Inkomensafhankelijke combinatiekorting precies? Welke
parameters horen daarbij in het huidige jaar en in 2028 en in 2029?
2
Kunt u een overzicht geven van de meest recente inzichten over de personeelstekorten
in de kinderopvang alsmede de meest recente prognoses?
3
Wat kost het om de arbeidseis volledig af te schaffen?
4
Kunt u een totaaloverzicht geven van waar de tabelcorrectiefactor allemaal invloed
op heeft? Kunt u hierbij de specifieke parameters noemen uit de getroffen regelingen?
5
Kunt u een overzicht geven van de parameters van de Wet op het Kindgebonden Budget
(WKB) in 2025 en 2028?
6
Hoe hoog de tabelcorrectiefactor in 2025? Hoe hoog is deze in 2026, 2027, 2028 en
2029 volgens verwachting?
7
Gebruikt het ministerie of uitvoeringsinstanties algoritmes bij de uitvoering van
het werk? Kunt u een limitatieve lijst geven?
8
Wat zou het kosten om de arbeidseis te laten vervallen voor mensen die ernstig ziek
zijn? Wat zou het kosten om de arbeidseis te laten vervallen voor mensen die vrijwilligerswerk
doen of mantelzorg verlenen? Wat zou het kosten om de arbeidseis te laten vervallen
voor mensen die in de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) zitten? En voor
mensen die in de Participatiewet zitten?
9
Welke uitzonderingen zijn er op dit moment op de arbeidseis?
10
Kunt u een overzicht geven van de taakstelling in het kader van de 22% besparing op
apparaatskosten voor de komende vijf jaar?
11
Wat is de realisatie van deze taakstelling voor het jaar 2024 en wat is de voortgang
voor 2025?
12
Welk deel van die taakstelling wordt ingevuld vanuit apparaatsgelden en welk deel
vanuit andere middelen en welke zijn dat?
13
Welke ICT-vernieuwingen zullen niet of later plaatsvinden als gevolg van de taakstelling
op apparaatskosten?
14
Welk deel van deze taakstelling valt neer bij uitvoeringsorganisaties en wat zijn
hier de operationele gevolgen van?
15
Welke kaders hanteert u voor het realiseren van de taakstelling op de apparaatsuitgaven?
16
Kunt u een overzicht geven in de ontwikkeling van externe inhuur in de afgelopen vijf jaar
en de doelstelling voor de komende vijf jaar?
17
Kan een volledig overzicht gegeven worden van de voorstellen voor koopkrachtmaatregelen
in Caribisch Nederland (zowel bij SZW als eventueel bij andere ministeries, als algemeen),
zowel waar het gaat om energie, drinkwater, internet, etc?
18
Hoe wordt de beschikbare € 9 miljoen waar eerder in de debatten bij de commissie Koninkrijksrelaties
uitgebreid over is gesproken, verdeeld c.q. besteed? Hoe was in 2023 en 2024 de ondersteuning
op deze terreinen (hoeveel en voor welke onderwerpen)?
19
Wat betekenen de voorgestelde maatregelen voor de koopkracht op Bonaire, Sint Eustatius
en Saba (BES-eilanden), graag uitgesplitst voor verschillende groepen?
20
De regering maakt € 4 miljoen vrij voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt
op BES-eilanden, wat wordt daar precies mee gedaan? Wat zijn de meetbare doelen die
daarmee bereikt moeten worden?
21
Hoeveel mensen in Nederland verdienen een modaal inkomen? Hoeveel daarvan zijn werknemer?
22
Hoe hoog is het mediane bruto inkomen (niet-gestandaardiseerd, zonder toeslagen) in
Nederland in 2025? Hoe hoog is dat van zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) en
hoe hoog is dat van werknemers?
23
Hoeveel zzp’ers zijn er op dit moment actief in Nederland, uitgesplitst naar: totaal
aantal, fulltime vs. parttime en sector (bouw, zorg, IT, creatieve beroepen, etc.)?
24
Hoeveel zzp’ers werken uitsluitend met eigen arbeid voor zakelijke opdrachtgevers?
25
Wat is de ontwikkeling geweest van het aantal zzp’ers in de afgelopen 10, 20 en 30
jaar?
26
Hoeveel startende zzp’ers zijn er jaarlijks, en hoeveel daarvan beëindigen binnen
1, 2 en 5 jaar hun ondernemerschap?
27
Wat is de gemiddelde leeftijd, geslacht en opleidingsniveau van zzp’ers in 2024?
28
Welke vijf beroepen of branches kennen de grootste groei in het aantal zzp’ers sinds
2013?
29
Welk aandeel van de zzp’ers geeft aan «gedwongen zzp’er» te zijn (door ontslag of
gebrek aan vaste baan)?
30
Welke fiscale regelingen (zelfstandigenaftrek, startersaftrek, Midden- en kleinbedrijf
(Mkb-)winstvrijstelling) gelden voor zzp’ers per 2025? Hoeveel belasting is door zzp’ers
afgetrokken via die regelingen in de periode 2015–2024?
31
Wat is het gemiddelde uurloon of gemiddelde omzet van zzp’ers, naar sector?
32
Hoe groot is het fiscale voordeel voor zzp’ers gemiddeld (in euro’s of procenten)
ten opzichte van werknemers?
33
Hoeveel zzp’ers maken gebruik van inkomens- of investeringsaftrek (bijv. kleinschaligheidsinvesteringsaftrek)?
34
Welke pensioen en/of Arbeidsongeschiktheidsverzekering-regelingen gebruiken zzp’ers
het meest (lijfrente, pensioen-BV, banksparen)?
35
Hoeveel zzp’ers vallen onder de Werkloosheidswet(WW)- en Ziektewet(ZW)-verzekeringen
(bij vrijwillige aansluiting)?
36
Welke wetten en artikelen (Burgerlijk Wetboek (BW), Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties
(DBA), etc.) zijn relevant voor de kwalificatie van zzp-werkrelaties?
37
Hoeveel handhavingsacties heeft de Belastingdienst dit jaar ondernomen op het gebied
van schijnzelfstandigheid?
38
Wat is het aantal naheffingsaanslagen voor schijnzelfstandigheid in 2025?
39
Hoeveel modelovereenkomsten (DBA) zijn sinds 2016 ingediend en hoeveel daarvan zijn
afgekeurd of aangepast?
40
Wanneer is de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) ingevoerd en afgeschaft, en wat waren
de concrete resultaten?
41
Hoeveel model-DBA-contracten bestonden er, en wat was het effect van het moratorium?
42
Welke wetsvoorstellen en amendementen zijn de afgelopen 20 jaar ingediend met zzp-relevantie?
43
Welke Kamerbrieven en adviezen (Sociaal-Economische Raad (SER), International Labour
Organization (ILO), Centraal Planbureau (CPB), Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid
(WRR), Algemene Rekenkamer) zijn hierover verschenen?
44
Hoe hebben internationale aanbevelingen (Europees Semester, ILO-aanbeveling 198) de
Nederlandse wetgeving beïnvloed?
45
Hoe verhouden de zzp-percentages in Nederland zich tot die in België, Duitsland en
Frankrijk?
46
Welke lessons learned uit buitenlandse modellen zijn vooral relevant voor Nederland?
47
Hoeveel opdrachten voor zzp’ers vallen er weg door rechtsonzekerheid, zoals volgens
surveys onder zzp’ers en opdrachtgevers?
48
Wat zijn de geschatte macro-economische gevolgen (bruto binnenlands product (BBP),
belastingopbrengst) van de huidige onzekerheid voor zzp’ers die leidt tot het wegvallen
van opdrachten en de afname van economische activiteit?
49
Welke effecten op de arbeidsmarkt (werkdruk, personeelstekorten) zijn er door verschuiving
van zzp’ers naar werknemers of andersom?
50
Wat is het aandeel werkgevers dat sinds het opheffen van het moratorium minder zzp’ers
inhuurt?
51
Welke sectoren ervaren de grootste problemen (uitval diensten, wachttijden, kwaliteit)
door verminderde inzet van zzp’ers?
52
Kunt u toezeggen dat onderbouwing conform de werkwijze Beleidskeuzes 12 uitgelegd
(CW3.1) voor 2025 voor het verbeteren van de werking van loonkostensubsidie bij Beschut
Werk nog tijdens de behandeling van deze suppletoire begroting naar de Kamer wordt
gestuurd, zodat de Kamer haar budgetrecht goed geïnformeerd kan uitoefenen?
53
Verwacht u dat de middelen gereserveerd voor de Onafhankelijke Commissie Toekomst
Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS)-besluitvorming per volgend jaar gelijk kunnen
worden besteed? Zo ja, waaraan?
54
Hoeveel huishoudens verliezen hun recht op zorgtoeslag door het verlagen van de vermogensgrenzen
per 2027?
55
Op welke wijze wordt de taakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord (HLA) op de Nederlandse
Arbeidsinspectie (NLA), Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de Sociale
Verzekeringsbank (SVB) ingevuld in 2025 en verder?
56
In antwoord 32 op vragen over de tweede suppletoire begroting 2024 (36 625 XV, nr. 3) wordt aangegeven dat er voor invulling van de taakstelling bij UWV vanaf 2026 wordt
gezocht naar vereenvoudiging van wet- en regelgeving en taakaanpassing, welke stappen
zijn daar intussen op ondernomen?
57
Wat zijn de gevolgen van de taakstellingen uit het HLA en amendement Bontenbal c.s.
voor middelen die nu extra zijn toegevoegd voor de herstelactie en sociaal-medische
beoordelingen bij UWV?
58
De Voorjaarsnota meldt een eenmalige uitgave van € 8,5 miljard in 2026 voor het omzetten
van defensiepensioenen naar kapitaalfinanciering, kunt u toelichten waarom deze uitgave
niet expliciet als eenmalige correctie is opgenomen in de Economische en Monetaire
Unie(EMU)-saldoberekening, zoals bij de Voorjaarsnota 2024 wel werd aangekondigd?
59
Gaat het bij het doel om kinderarmoede niet te laten toenemen ten opzichte van referentiejaar
2024 om het aantal kinderen of om het percentage kinderen in armoede?
60
In de Voorjaarsnota is sprake van oplopende uitvoeringskosten voor het SZW-domein,
inclusief WIA-maatregelen, oplopend tot € 1 miljard per jaar vanaf 2027, kunt u uitsplitsen
welke WIA-maatregelen hierin zijn opgenomen, wat de verwachte besparingen of verbeteringen
zijn en of deze bedragen reeds beleidsmatig zijn onderbouwd, en zo niet, wanneer ze
beleidsmatig onderbouwd worden?
61
Worden de bezuinigingen bij Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en SZW doorgevoerd
op trajecten gericht op automatische toekenning van rechten zoals huur- of zorgtoeslag,
of op de digitalisering van toegang tot het sociaal minimum?
62
Hou verhoudt de afroming van de envelop Groepen in de knel zich tot de kabinetsdoelstelling
om een adequaat sociaal minimum te garanderen en waarom is hiervoor gekozen?
63
Hoeveel van de toegezegde middelen voor het schrappen van de bezuiniging op de kinderopvang
en het flankerend beleid is reeds juridisch verplicht, en welk deel is nog kasschuifgevoelig?
64
Klopt het dat de realisatie ingangsdatum voor het nieuwe kinderopvangstelsel is doorgeschoven?
Zo ja, wat zijn daarvan de budgettaire gevolgen per jaar?
65
Zijn er kortingen toegepast op middelen die eerder waren bestemd voor gemeentelijke
uitvoering van schuldhulpverlening of het vereenvoudigen van toegang via één-loketstructuren?
66
Welke middelen zijn voorzien voor de structurele bekostiging van het Schuldenknooppunt
vanaf 2026?
67
Hoe wordt de toegankelijkheid van het Energiefonds 2025 geborgd, met name voor huishoudens
in energiearmoede?
68
Welke middelen zijn in de begrotingswijziging voor 2025 opgenomen ten behoeve van
he programma Simpel Switchen in de participatieketen? Zijn deze middelen juridisch
verplicht of gevoelig voor kasschuiven?
69
Worden de resultaten uit de uitvoeringstoets Breed Offensief meegenomen in de beleidsmatige
en budgettaire keuzes binnen de Voorjaarsnota 2025?
70
Hoeveel middelen zijn er in totaal vrijgemaakt in de Voorjaarsnota voor het bevorderen
van de digitale soevereiniteit van uw departement en de relevante zelfstandig bestuursorganen
(zbo’s) en agentschappen?
71
Hoe waarborgt de regering een eerlijke beloning voor medewerkers van werk-ontwikkelbedrijven,
gezien de signalen van tekorten en onderbetaling zoals aangeleverd door gemeenten
en ondernemingsraden?
72
Zijn er in de suppletoire begrotingen of de Voorjaarsnota middelen vrijgemaakt of
geoormerkt voor projecten die onder «het recht op vergissen» vallen, zoals correctieprocessen
bij uitkeringsinstanties of de Belastingdienst?
73
Kunt u een overzicht geven van de mutaties rondom de stelselherziening kinderopvang?
Kunt u daarbij opnemen wat het voorziene bedrag was voor de stelselherziening voordat
bij de Voorjaarsnota is besloten om de stelselherziening later in te laten gaan? Kunt
u in dit overzicht ook aangeven welke middelen er resteren nu de invoering wordt uitgesteld
en er middelen zijn uitgetrokken voor een nieuw ingroeipad?
74
Welke middelen resteren op de aanvullende post voor SZW? Wat was de stand bij begroting
2025?
75
Waarom komen de reeksen m.b.t. de kinderopvang (tabel 3 suppletoire begroting SZW,
nr. 9 en 10) niet overeen met die van de Voorjaarsnota (tabel 5, reeks 29 en 30)?
76
Waarom heeft de reeks kinderopvang al betrekking op jaren voor 2027?
77
Waarom zijn de reeksen 17 en 18 in de plus en niet in de min?
78
Hoe hoog zijn de totale oninbare vorderingen van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging
voor Werkgelegenheid (NOW)? Hoe verhoudt dit zich tot het bedrag uitgegeven aan de
NOW? Verschilt dit per fase van de NOW?
79
Kunt u uiteenzetten hoeveel misbruik en oneigenlijk gebruik er is geweest bij de NOW
in euro’s?
80
Kunt u voor de NOW uiteenzetten welk deel van de oninbare vorderingen komt door misbruik
en oneigenlijk gebruik, dan wel fraude, dan wel te wijten is aan andere oorzaken (zoals
faillissementen, schijn-faillissementen of eventueel andere oorzaken)?
81
Hoe hoog zijn de oninbare vorderingen van de NOW in totaal? Dus los van de bijstelling
van € 133,7 miljoen?
82
Welk deel van de stucturele tegenvaller in de WKB is toe te schrijven aan de te hoge
inschatting van de loonontwikkeling? En wat was de feitelijke loonontwikkeling t.o.v.
de Centraal Economische Plan (CEP)-raming?
83
Kunt u in eenvoudige taal uitleggen wat de volgende zin over de loonkostensubsidie
(LKS) betekent: «Omdat het opwaartse effect van de prijsrealisaties kleiner is dan
het neerwaartse effect van de volumerealisaties, is de per saldo bijstelling naar
beneden»?
84
Kunt u uitleggen wat de effecten in geld voor individuen zijn voor Wajongers? Zoals
geformuleerd in de memorie van toelichting dat er een lagere gemiddelde jaaruitkering
van de oude Wajong-regeling ontstaat?
85
Wat voor ingroeipad hoort er bij de voorziene middelen «ingroeipad nieuw kinderopvangstelsel»?
86
Tot welke inkomensgroep (afgerond op € 100) is het mogelijk om het vergoedinsgpercentage
te verhogen naar 96% met de middelen voorzien voor «ingroeipad nieuw kinderopvangstelsel»
in 2025?
87
Tot welke inkomensgroep (afgerond op € 100) is het mogelijk om het vergoedinsgpercentage
te verhogen naar 96% met de middelen voorzien voor «ingroeipad nieuw kinderopvangstelsel»
in 2026?
88
Tot welke inkomensgroep (afgerond op € 100) is het mogelijk om het vergoedinsgpercentage
te verhogen naar 96% met de middelen voorzien voor «ingroeipad nieuw kinderopvangstelsel»
in 2027?
89
Tot welke inkomensgroep (afgerond op € 100) is het mogelijk om het vergoedinsgpercentage
te verhogen naar 96% met de middelen voorzien voor «ingroeipad nieuw kinderopvangstelsel»
in 2028?
90
Tot welke inkomensgroep (afgerond op € 100) is het mogelijk om het vergoedinsgpercentage
te verhogen naar 96% met de middelen voorzien voor «ingroeipad nieuw kinderopvangstelsel»
in 2029? Is het mogelijk om alle inkomensgroepen naar dit niveau te brengen?
91
Hoeveel kost het toch indexeren van de maximum uurprijs? Hoe verhoudt dit zich tot
mogelijk eerder ingeboekte reeksen? Op welke manier is de recente CEP-raming verwerkt?
92
Wat voor inkomenseffecten heeft het uitstellen van de stelselherziening kinderopvang
voor de jaren 2026, 2027 en 2028 ten opzichte van de situatie dat de stelselherziening
wel doorging per 2027 (en de bijbehorende middelen om daarnaartoe te groeien)? Kunt
u deze uitdrukken in de gebruikelijke voorbeeldhuishoudens en boxplots? Wilt u voor
zover de invulling van de ingroeipaden (of andere parameters) nog onbekend is aannames
maken over het ingroeipad op basis van de keuzes die in het verleden genomen zijn,
zoals dat er gekozen is voor variant 1 voor de eerste tranche van het ingroeipad?
93
Wat zijn de inkomenseffecten behorend bij het steiler afbouwen van de WKB? Kunt u
deze uitdrukken in de gebruikelijke voorbeeldhuishoudens en boxplots?
94
Welke structurele tegenvaller op de SZW-begroting wordt gedekt door de steilere afbouw
WKB?
95
Hoeveel kindgebonden budget krijgt een gezin met respectievelijk twee, drie en vier
kinderen, bij een inkomen van respectievelijk € 65.000, 70.000, 75.000, 80.000, 85.000
en 90.000, zowel voor het jaar 2025 als voor 2026?
96
Kunt u uiteenzetten hoe de extra gelden voor de Actieagenda Integratie terechtkomen
in het Gemeentefonds en waar dit aan besteed moet worden? Zijn dit extra fondsen bovenop
het Gemeentefonds of inclusief?
97
Kunt u de reeks behorend bij de duurverkorting WW uitleggen (zowel als het gaat om
uitgavenmutaties als om premiegefinancierde uitgavenmutaties)? Hoe verhoudt deze zich
tot eerder ingeboekte reeksen (zoals bij HLA)? Wanneer zijn er reeksen behorend bij
deze wijziging ingeboekt en ter waarde van hoeveel euro?
98
Wanneer gaat de duurverkorting WW in? Wanneer ontvangt de Kamer deze wetswijziging?
99
Kunt u een overzicht maken van de doorwerking van de WW-maatregel op andere regelingen,
in zowel het budgettair effect als de beleidseffecten?
100
Welke tegemoetkoming voor arbeidsongeschikte zzp’ers die een inkomenshiaat hebben
wordt niet doorgezet? Over wat voor bedragen gaat dit voor de begroting en voor mensen?
101
Waarom komt de reservering gemaakt voor de aanpak van problematische schulden naar
aanleiding van het IBO te vervallen? Waar worden deze middelen nu voor gebruikt? Komen
deze middelen vrij?
102
Kunt een overzicht geven van de niet-juridisch verplichte onverdeelde reserveringen
die volgens artikel 99 nog te verdelen zijn voor het aankomende jaar?
103
Hoeveel besparing levert de verkorting van de WW op in de WIA, via de verkorting van
de loongerelateerde uitkering?
104
Is het theoretisch en praktisch mogelijk om de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten
(WGA) uit te zonderen van de geplande duurverkorting van de WW-uitkering?
105
Is het juridisch en praktisch mogelijk om te differentiëren in de WW-duur tussen verschillende
leeftijdsgroepen?
106
Wat zou het budgettaire effect zijn wanneer de WGA wordt uitgezonderd van de geplande
duurverkorting van de WW-uitkering?
107
Wat is de impact van de duurverkorting van de WW-uitkering op de leeftijdsgroep van
55–67 jarige werknemers?
108
Wat is de impact van de duurverkorting van de WW-uitkering op andere leeftijdsgroepen
dan 55–67 jarige werknemers?
109
Hoeveel mensen hebben volgens de meest recente jaarcijfers (2024 of ouder) een WW-uitkering
ontvangen met een loopduur van tussen de 18 en 24 maanden?
110
Hoeveel mensen hebben volgens de meest recente jaarcijfers (2024 of ouder) een WGA-loongerelateerde
uitkering ontvangen met een loopduur van tussen de 18 en 24 maanden?
111
Wat is de verwachte doorstroom van de WW naar de Participatiewet indien de WW 1 januari
2027 wordt ingekort van 24 naar 18 maanden?
112
Welke maatregelen en prikkels voor re-integratie in werk zitten verwerkt in de huidige
duur van de WW?
113
Welk flankerend beleid is denkbaar om de negatieve effecten van de WW-verkorting naar
18 maanden zoveel mogelijk te mitigeren?
114
Hoe is de structurele € 36 miljoen per jaar gereserveerd voor het UWV zodat het financieringstekort
bij het sociaal-medisch beoordelen kan worden opgevangen en taakdelegatie kan worden
uitgebreid opgebouwd?
115
Waarom is er gekozen voor een tijdspanne van 50 jaar omtrent OCTAS en waar is dat
op gebaseerd?
116
Hoe zien de reserveringen er de aankomende 50 jaar uit omtrent de structurele reservering
voor de opvolging van de aanbevelingen voor OCTAS?
117
Welke middelen zijn precies bedoeld voor OCTAS, en welke voor de hersteloperatie UWV?
118
Waar zijn het bedrag van € 197 en de tijdspanne van 50 jaar op gebaseerd voor de opvolging
van de aanbevelingen van OCTAS?
119
Is de structurele reservering van € 197 miljoen voor OCTAS voldoende om de hardheden
uit de aanbevelingen uit OCTAS 1 te financieren?
120
Wat wordt er gefinancierd met € 197 miljoen ten behoeve van OCTAS?
121
Hoeveel middelen worden gereserveerd voor OCTAS? Hoe verhouden deze bedragen zich
tot de kosten omschreven in het rapport van deze commissie?
122
Op welke wijze wordt de € 36 miljoen per jaar die gereserveerd is voor het UWV ingezet
om de taakdelegatie uit te breiden?
123
Welke kleinere intensiveringen en ombuigingen vallen er precies onder 16?
124
Kunt u nader specificeren waar de taakstelling HLA en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
(OCW) precies neerslaan?
125
Welke relatief snel te realiseren maatregelen zijn getroffen om de financiële invulling
van de taakstelling voor 2025 in te vullen?
126
Hoe wordt € 4 miljoen voor de NLA, € 49 miljoen voor het UWV en € 7 miljoen voor de
SVB als taakstelling concreet ingevuld?
127
Kunt u uitleggen waar de totale bezuinigingen bij het UWV landen, die onder andere
voortkomen uit het amendement Bontenbal c.s. en uit de taakstelling uit het HLA?
128
Wat wordt de invulling van de taakstelling uit het HLA op de NLA, het UWV en SVB in
2025 en verder?
129
Hoe wordt de invulling van de taakstelling OCW op de NLA, het UWV en SVB ingevuld
in 2025 en verder?
130
Wat is het gevolg van de taakstellingen op de middelen die nu extra zijn toegevoegd
voor de herstelactie en sociaal-medische beoordelingen bij het UWV?
131
Wat is de netto bezuiniging/investering in de SVB na de verschillende ombuigingen
en intensiveringen?
132
Wat is de netto bezuiniging/investering in het UWV na de verschillende ombuigingen
en intensiveringen?
133
Kan de verhoging van het minimumjeugdloon per leeftijd worden weergegeven qua percentage
van het minimumloon? Kan worden weergeven wat het huidige minimumjeugdloon per 1 juli
2025 zou bedragen indien deze verhoging op dat moment in werking was getreden?
134
Waarom was er een kasschuif noodzakelijk voor Groepen in de knel? Welke uitgaven werden
voorzien en welke worden nu voorzien? Hoezo kwamen de reserveringen in eerdere jaren
niet tot besteding?
135
Welke gevolgen heeft het afromen van de envelop Groepen in de knel voor de doelen
van de envelop?
136
Kunt u reeks 11 omtrent de WIA uitsplitsen?
137
Kunt u een overzicht maken van alle mutaties die de WIA aangaan en specificeren waar
deze precies voor zijn bedoeld? Kunt u hierbij zowel een financiële tabel presenteren
als uitleg geven in woorden?
138
Hoe werkt het overgangsrecht bij de WW-duurverkorting? Hoe lang loopt dit overgangsrecht
en voor welke groepen?
139
Wat valt er onder Overige intensiveringen en ombuigingen?
140
Hoe kan het UWV een premiegefinancierde bijdrage leveren aan de taakstelling? Wat
betekent dit precies? Hoe werkt dat?
141
Welke maatregelen worden er genomen op het gebied van de WIA, onder andere op het
gebied van sociaal-medisch beoordelen?
142
Wat is het verwachte effect van de invoering van de vereenvoudigde beoordeling voor
60-plussers vanaf 1 september 2025 op de WIA-instroom?
143
Wat is het verwachte effect van de invoering van de vereenvoudigde beoordeling voor
60-plussers vanaf 1 september 2025 op de wachtlijsten bij het UWV?
144
Op welke wijze wordt de vereenvoudigde beoordeling voor 60-plussers vanaf 1 september
2025 wettelijk gezien geregeld?
145
Wat wordt bedoeld met het structureel en binnenwettelijk maken van het kwijtscheldingsbeleid
van WIA-voorschotten?
146
Hoeveel sociaal-medische beoordelingen worden jaarlijks bespaard door de toepassing
van de vereenvoudigde claimbeoordeling voor 60-plussers?
147
Wat is het verwachte effect op de andere wachttijden door de toepassing van de vereenvoudigde
claimbeoordeling voor 60-plussers?
148
Welke concrete maatregelen worden genomen om het aantal dwangsombetalingen, na te
laat beslissen, structureel terug te dringen, en hoe verhoudt dit zich tot de stijgende
uitvoeringslasten bij het UWV, waaronder de WIA-herstelacties?
149
Waarom worden nieuwe ziektes gefaseerd aan de Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten
(TSB) toegevoegd? Waarom heeft dit vertraging opgelopen?
150
Wat gebeurt er met de middelen die per saldo bezuinigd zijn op de kinderopvang? Waar
worden deze middelen voor ingezet?
151
Wat zit er in de bedragen die genoemd worden bij de laatste bullet over kinderopvang?
Is dit het saldo van de beleidsmutaties, of zit hier ook endogene ontwikkeling in?
152
Hoeveel vakbonden met minder dan 500 leden zijn er in Nederland?
153
Voor hoeveel werknemers gelden collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) die afgesloten
zijn door vakbonden met minder dan 500 leden? Kunt u dit per cao weergeven?
154
Hoe verhoudt het naar boven bijstellen van de uitvoeringskosten UWV zich tot de bezuiniging
uit HLA en vanuit het amendement Bontenbal c.s.?
155
Hoe werkt de systematiek rondom posten waar de term nominaal bij staat?
156
Kunt u gesplitst aangeven voor het UWV wat de bezuinigingen zijn bij het UWV als gevolg
van respectievelijk de taakstelling uit het HLA en het amendement Bontenbal c.s. en
waar in de uitvoering deze bezuinigingen terechtkomen? Kunt u aangeven wat het UWV
erbij krijgt, uitgesplitst naar geld voor uitvoeringskosten en geld voor herstelmaatregelen,
uitgesplitst naar hersteloperatie (indexatie-fouten, dagloonfouten en de uitspraken
van de Centrale Raad van Beroep (CRvB))? Kunt u daarbij uitleggen hoe dit optelt tot
200 miljoen zoals aangegeven op pagina 17 van de Voorjaarsnota?
157
Is de volledige loon- en prijsontwikkeling (LPO) uitgekeerd? Zo nee, waarvoor is een
deel van de LPO ingezet?
158
Waarom komt € 2,3 miljoen van de middelen voor de tijdelijke WIA-maatregel «praktisch
beoordelen» niet tot besteding? Wat gebeurt er met deze middelen, komen deze vrij
ter besteding?
159
Waarom wordt de € 8,8 miljoen die was gereserveerd voor de implementatie van het rapport
Roemer niet besteed? Waar was deze voor bedoeld? Wat gebeurt er met deze middelen,
komen deze vrij ter besteding? Komt dit geld alsnog ten goede van de implementatie
van rapport Roemer? Zo ja, in welke vorm?
160
Hoeveel eigenrisicodragers zijn er? Hoeveel werknemers zijn in Nederland in dienst
bij een eigenrisicodrager? Hoe verhoudt de omvang van re-integratie van eigenrisicodragers
zich tot re-integratie bij het UWV?
161
Uit de Voorjaarsnota volgt € 0,3 miljard in 2025 voor uitvoeringsinformatie SZW, inclusief
WIA-maatregelen, kan de regering uitleggen waarom deze uitvoeringskosten stijgen,
en welke stappen worden genomen om de efficiëntie van de uitvoering van sociale verzekeringsprogramma’s
te verbeteren?
162
Op welke manier is het gereserveerde bedrag voor de hersteloperatie UWV vastgesteld,
aangezien de omvang hiervan nog niet bekend is?
163
Wat zijn de kosten voor het doelmatig uitvoeren van het OCTAS-rapport?
164
Waarom is er gekozen voor een structureel bedrag van € 197 miljoen omtrent OCTAS en
waar is dat op gebaseerd?
165
Hoeveel financiële ruimte blijft er over van de envelop Groepen in de knel na de verschillende
intensiveringen?
166
Wat is het gevolg van het afromen van de envelop Groepen in de knel voor het oorspronkelijke
doel van de enveloppe, zoals OCTAS, Participatiewet en de Toeslagenwet?
167
Hoeveel kost het om 10.000 extra banen te realiseren binnen de werk-ontwikkelbedrijven?
168
Hoeveel kost het om 20.000 extra banen te realiseren binnen de werk-ontwikkelbedrijven?
169
Hoeveel kost het om 30.000 extra banen te realiseren binnen de werk-ontwikkelbedrijven?
170
Hoeveel kost het om 40.000 extra banen te realiseren binnen de werk-ontwikkelbedrijven?
171
Hoeveel kost het om 50.000 extra banen te realiseren binnen de werk-ontwikkelbedrijven?
172
Is het mogelijk om 40.000 extra banen te realiseren door middel van het breder inzetten
van de loonkostensubsidie en het bundelen van budgetten bij gemeenten? Zo ja, hoe
ziet die berekening er dan uit?
173
Wat is het financiële tekort voor gemeenten voor het bekostigen van de plekken in
de werk-ontwikkelbedrijven op basis van de Wet sociale werkvoorziening en de Participatiewet?
174
Hoeveel kost het om alle deelnemers van de werk-ontwikkelbedrijven onder de cao Sociale
Werkvoorziening te laten vallen en de cao Aan de Slag! te laten vervallen?
175
Hoeveel mensen wachten op dit moment op een keuring bij een keuringsarts van het UWV?
Is dit aantal hoger of lager dan een jaar geleden?
176
Hoeveel bezwaren liggen er op dit moment tegen een keuring van een keuringsarts?
177
Wat is de maandelijkse achteruitgang voor werknemers met een arbeidsbeperking, uitgaande
van minimumloon en parttime werk door het ingevoerde Belastingplan? Wat is er financieel
voor nodig om deze achteruitgang op te lossen? Welke oplossingen zijn er om financiële
achteruitgang te compenseren?
178
Wat is de achteruitgang voor medewerkers in hun vakantiegeld door het ingevoerde Belastingplan?
Wat is er financieel voor nodig om deze achteruitgang op te lossen? Welke oplossingen
zijn er om financiële achteruitgang te compenseren?
179
Hoeveel kost het om het minimumloon te verhogen met 10% vanaf 1 januari 2026?
180
Wat is het effect op de reële koopkracht uitgesplitst in 2026, 2027 en 2028 van het
verhogen van het minimumloon met 10%, daarbij de verschillende inflatiescenario’s,
tenminste bevattende een aanhoudende jaargemiddelde inflatie van 2%, 5%, 7,5% en 10%,
in acht nemend?
181
Wat is het effect op armoede bij een verhoging van 10% van het wettelijk minimumloon?
182
Hoeveel kost het om het minimumloon te verhogen naar € 16 per uur vanaf 1 januari
2026?
183
Wat is het effect op de reële koopkracht uitgesplitst in 2026, 2027 en 2028 van het
verhogen van het minimumloon naar € 16 per uur met daarbij in achtneming van verschillende
inflatiescenario’s, tenminste bevattende een aanhoudende jaargemiddelde inflatie van
2%, 5%, 7,5% en 10%?
184
Wat is het effect op armoede bij een verhoging van het wettelijk minimumloon naar
€ 16 per uur?
185
Hoeveel kost het om het minimumloon te verhogen naar € 18 per uur vanaf 1 januari
2026?
186
Wat is het effect op de reële koopkracht uitgesplitst in 2026, 2027 en 2028 van het
verhogen van het minimumloon naar € 18 per uur met daarbij in achtneming van verschillende
inflatiescenario’s, tenminste bevattende een aanhoudende jaargemiddelde inflatie van
2%, 5%, 7,5% en 10%?
187
Wat is het effect op armoede bij een verhoging van het wettelijk minimumloon naar
€ 18 per uur?
188
Hoeveel kost het om het minimumjeugdloon volledig af te schaffen vanaf 1 januari 2026?
189
Wat is het effect op de reële koopkracht uitgesplitst in 2026, 2027 en 2028 van het
afschaffen van het minimumjeugdloonloon met daarbij in achtneming van verschillende
inflatiescenario’s, tenminste bevattende een aanhoudende jaargemiddelde inflatie van
2%, 5%, 7,5% en 10% uitgesplitst in voltijd en deeltijd jongeren?
190
Wat is het effect op armoede bij het afschaffen van het minimumjeugdloon?
191
Wat is het effect op kinderarmoede bij het afschaffen van het minimumjeugdloon?
192
Hoeveel arbeidsmigranten leven er op dit moment in Nederland? Kan dit worden gespecificeerd
per land van herkomst?
193
Kan worden gespecificeerd hoe lang arbeidsmigranten per land van herkomst in Nederland
verblijven?
194
Wat is de gemiddelde verblijfsduur van arbeidsmigranten in Nederland?
195
Hoeveel arbeidsmigranten leven er op straat in Nederland?
196
Hoeveel procent van de dakloze arbeidsmigranten keert gemiddeld terug naar hun land
van herkomst?
197
Hoeveel procent van de dakloze arbeidsmigranten wordt begeleid naar duurzaam nieuw
werk in Nederland?
198
Hoeveel banen zouden er gecreëerd kunnen worden binnen de Banenafspraak door aanbestedingswetgeving
te laten focussen op werk-ontwikkelbedrijven?
199
Voor welke «budgettaire problemen» wordt de envelop Groepen in de knel afgeroomd?
200
Klopt het dat de afroming van Groepen in de knel tot gevolg heeft dat er in 2025 nog
€ 19 miljoen beschikbaar is voor vroegsignalering?
201
Klopt het dat de afroming van Groepen in de knel tot gevolg heeft dat er vanaf 2026
geen structurele middelen meer beschikbaar zijn voor vroegsignalering?
202
Hoeveel fte zijn overheidswerkgevers tekortgeschoten in de uitvoering van de banenafspraak
in 2025?
203
Hoeveel fte zijn marktwerkgevers tekortgeschoten in de uitvoering van de banenafspraak
in 2025?
204
Hoeveel banen zijn er gerealiseerd in de sector overheid per 1 januari 2025?
205
Hoeveel van de ingevulde banen in het kader van de banenafspraak zijn tijdelijke functies
(korter dan 1 jaar)?
206
Wanneer wordt verwacht dat de banenafspraak voor zowel overheids- als marktwerkgevers
wordt gehaald?
207
Op welke gronden concludeert de regering dat er «geen objectief criterium bestaat»
om arbeidsongeschikte zzp’ers gunstiger te behandelen dan andere voormalige overbruggingsregeling
(OBR)-gerechtigden? Wat is de juridische onderbouwing van de stelling dat een eenmalige
tegemoetkoming aan deze groep zou leiden tot precedentwerking? Waarvoor worden de
gereserveerde middelen nu exact ingezet, en op basis van welke prioritering?
208
Hoeveel middelen uit de Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden
(MDIEU)-regeling zijn tot nu toe besteed aan Regeling Vervroegde Uittreding (RVU)-doeleinden
(eerder uittreden) versus duurzame inzetbaarheid?
209
Hoeveel middelen uit de MDIEU-regeling zijn tot nu toe besteed aan RVU-doeleinden
(eerder uittreden) versus duurzame inzetbaarheid?
210
Wat is de rol van voedselprijzen in de hoogte van kinderarmoede?
211
Wat is de rol van de hoogte van de huren in de mate van kinderarmoede?
212
In hoeverre is er sprake van een gebrek aan dagelijkse inname van calorieën, honger,
onder kinderen? Hoe wordt dit gemeten?
213
In hoeverre is er sprake van een gebrek aan dagelijkse inname van macro- en micronutriënten
onder kinderen? Hoe wordt dit gemeten?
214
Welke feiten, cijfers en rapporten zijn er bekend over de relatie tussen vervoersarmoede
en kinderarmoede?
215
Welke feiten, cijfers en rapporten zijn er bekend over de relatie tussen de hoogte
van medische kosten, zoals tandheelkunde, en kinderarmoede?
216
Hoeveel mensen hebben op dit moment een inkomen binnen 130% van het sociaal minimum?
217
Kan er worden gespecificeerd per contractvorm of uitkering welke mensen een inkomen
hebben onder 130% van het sociaal minimum?
218
Hoeveel kinderen groeien op dit moment op binnen een inkomen van 130% van het sociaal
minimum?
219
Hoeveel 50-plussers hebben een inkomen van 130% van het sociaal minimum?
220
Hoeveel 65-plussers hebben een inkomen van 130% van het sociaal minimum?
221
Hoeveel mensen die gebruik maken van de Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk
Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers (IOAW) hebben een inkomen van 130% van het
sociaal minimum?
222
Hoeveel zzp’ers hebben een inkomen van 130% van het sociaal minimum?
223
Hoeveel studenten hebben een inkomen van 130% van het sociaal minimum?
224
Op welke manier worden lopende rechten (mensen die al in de WW zitten bij inwerkingtreding)
bij de duurverkorting van de WW naar 18 maanden beschermd of aangepast?
225
Hoeveel mensen ontvingen in 2024 een WW-uitkering die langer duurde dan 18 maanden?
226
Is er onderzocht of een kortere WW-duur leidt tot snellere arbeidsparticipatie of
re-integratie, en zo ja, wat waren de uitkomsten?
227
Zijn er specifieke doelgroepen (zoals ouderen of mensen in sectoren met hoge werkloosheidrisico’s)
die onevenredig worden geraakt door deze verkorting?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
T.M. Meester-Schaap, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.