Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Becker en Dobbe over de eerdere beantwoording van schriftelijke vragen over het risico op vrouwelijke genitale verminking en het aanzetten daartoe in religieuze context
Vragen van de leden Becker (VVD) en Dobbe (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Justitie en Veiligheid over de eerdere beantwoording van schriftelijke vragen over het risico op vrouwelijke genitale verminking en het aanzetten daartoe in religieuze context (ingezonden 31 maart 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Maeijer (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens
            de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 22 mei 2025)Zie
            ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1981
Vraag 1
            
Wat zegt het feit dat de met de Koninklijke Marechaussee gedeelde indicatoren voor
               het herkennen van vrouwelijke genitale verminking nog niet hebben geleid tot aanhoudingen
               op Schiphol, over de effectiviteit van deze maatregelen? Moeten de signalen specifieker
               worden geformuleerd of ligt de oorzaak elders?
            
Antwoord 1
            
In haar werk maakt de Koninklijke Marechaussee (KMar) gebruik van profielen en indicatoren
               om de wettelijk opgedragen taken zo goed en efficiënt mogelijk te kunnen uitvoeren.
               De door de KMar gebruikte indicatoren voor het onderkennen van een risico op vrouwelijke
               genitale verminking zijn samengesteld in samenwerking met Veilig Thuis en met name
               gericht op het voorkomen van de uitreis van minderjarige meisjes. Indien de indicatoren
               hiertoe aanleiding geven zal altijd contact opgenomen worden met Veilig Thuis.
            
Om de onderkenning indicatoren beter te ontsluiten naar de grenswachters, heeft de
               KMar een aantal verbeterinitiatieven genomen. Omdat de grenswachter aandacht moet
               hebben voor meerdere vormen van grens-gerelateerde criminaliteit, is het initiatief
               genomen om een applicatie voor de mobiele (dienst)telefoon te ontwikkelen die snel
               toegang geeft tot de indicatoren, waaronder die van vrouwelijke genitale verminking.
               Ook wordt er in samenwerking met de Rijksdienst Voor Identiteitsgegevens gewerkt aan
               een uitbreiding van de gezagsinformatie, waaronder de gezinssamenstelling. Inzicht
               in de gezinssamenstelling kan een bijdrage leveren bij het onderkennen van indicatoren
               die onder andere gerelateerd kunnen worden aan vrouwelijke genitale verminking.
            
Vraag 2
            
Waarom is er geen evaluatie uitgevoerd naar de effectiviteit van deze indicatoren
               bij de Koninklijke Marechaussee? Bent u bereid alsnog een dergelijke evaluatie te
               laten uitvoeren en, indien nodig, de aanpak aan te passen?
            
Antwoord 2
            
Omdat er nog geen onderkenningen van uitreizigers in de context van vrouwelijke genitale
               verminking zijn geweest, is de KMar overgegaan tot de bij antwoord 1 genoemde verbetermaatregelen.
               Hier is geen evaluatie naar de effectiviteit van de indicatoren aan vooraf gegaan.
               De maatregelen zijn dan ook niet gericht op de indicatoren zelf, maar wel op de mate
               waarin de grenswachter deze indicatoren herkent. Ondanks het gebrek aan onderkenningen,
               ziet de KMar geen redenen om de indicatoren te evalueren, omdat er geen redenen zijn
               om aan te nemen dat het verschijningsbeeld van uitreizende slachtoffers van vrouwelijke
               genitale verminking is veranderd.
            
Tot op heden (peildatum 03 april 2025) zijn er geen geregistreerde incidenten van
               vrouwelijke genitale verminking aangetroffen in de operationele registratiesystemen
               van de KMar in het afgelopen jaar. Dit wil niet zeggen dat er geen sprake is van vrouwen
               of meisjes die verplicht uitreizen en genitale verminking ondergaan in het buitenland.
            
Vraag 3
            
Waarom worden er sinds 2023 geen posters meer geplaatst op Schiphol met voorlichting
               over het voorkomen van vrouwelijke genitale verminking? Deelt u de mening dat het
               hier gaat om essentiële overheidsinformatie? Wat is het standpunt van Schiphol zelf
               over deze kwestie? Kan de overheid Schiphol verplichten om dergelijke overheidsinformatie
               te verspreiden of is hiervoor toestemming van Schiphol zelf nodig?
            
Antwoord 3
            
Schiphol heeft samen met de overheid meegedaan aan diverse campagnes. In 2023 liep
               één van deze campagnes af. Daarbij werd gebruik gemaakt van de beeldschermen op diverse
               vertrekgates. Het kabinet heeft sindsdien ingezet op een campagne op sociale media
               (#rechtopnee). Zodoende zijn er op dit moment geen uitingen op Schiphol. Schiphol
               geeft aan bereid te zijn in de toekomst weer bij te dragen. Het kabinet hecht eraan
               dat dit in goed overleg met Schiphol gebeurt en zal met Schiphol de mogelijkheden
               inventariseren.
            
Vraag 4
            
Is de Koninklijke Marechaussee voldoende getraind en uitgerust om verdachte situaties
               op Schiphol te herkennen en hier adequaat op te handelen? In hoeverre worden zij getraind
               door specialisten op het gebied van vrouwelijke genitale verminking?
            
Antwoord 4
            
Sinds 2023 volgen alle grenswachters die bij de KMar instromen een verplichte digitale
               training die speciaal aandacht geeft aan kwetsbare minderjarigen tijdens de grenscontroles.
               De training bereidt de grenswachters voor op het onderkennen van internationale kinderontvoering,
               huwelijksdwang, achterlating en vrouwelijke genitale verminking.
            
De training richt zich op het onderkennen van de indicatoren bij de grenscontroles
               en de vervolghandelingen bij een onderkenning om vrouwelijke genitale verminking te
               voorkomen. Vervolghandelingen worden besproken met Veilig Thuis en bestaan naargelang
               de situatie uit het voorkomen van de uitreis tot aanhouding ter zake (poging) tot
               zware mishandeling. Ongeacht het resultaat van de afhandeling volgt altijd een schriftelijke
               rapportage aan Veilig Thuis.
            
Vraag 5
            
Hoe wordt de vernieuwde verklaring tegen meisjesbesnijdenis, die beschikbaar is in
               meerdere talen, actief onder de doelgroep verspreid? Is hier een gerichte strategie
               voor of wordt de verklaring slechts passief ter beschikking gesteld?
            
Antwoord 5
            
De verklaring tegen meisjesbesnijdenis is bedoeld voor ouders afkomstig uit risicolanden
               vrouwelijke genitale verminking die van plan zijn om af te reizen naar het land van
               herkomst. De verklaring is zowel digitaal als in gedrukte vorm beschikbaar. Vanuit
               het Ministerie van VWS zijn de gedrukte versies actief verspreid onder uitvoeringsorganisaties.
               Expertisecentrum Pharos heeft eveneens gedrukte versies beschikbaar om te delen met
               uitvoeringsorganisaties. De verklaring wordt ter beschikking gesteld via diverse uitvoeringsorganisaties,
               voornamelijk binnen de jeugdgezondheidszorg (JGZ). JGZ-professionals kunnen de verklaring
               meegeven aan de ouders, zodat zij hun familieleden kunnen informeren over de consequenties
               en strafbaarheid van genitale verminking.
            
Naast het uitreiken van de verklaring door professionals is de verklaring online beschikbaar
               en te downloaden. Het is niet mogelijk om bij te houden hoeveel downloads hebben plaatsgevonden.
            
Vraag 6
            
Gezien het geringe aantal geregistreerde incidenten op Schiphol en het lage aantal
               vervolgingen, acht u het huidige beleid voldoende effectief? Overweegt u strengere
               maatregelen zoals gerichtere controles of bredere bevoegdheden voor de Koninklijke
               Marechaussee?
            
Antwoord 6
            
Zoals in het antwoord op vraag 1 is beschreven, heeft de KMar een aantal verbeterinitiatieven
               genomen om de indicatoren te onderkennen die onder andere gerelateerd kunnen worden
               aan vrouwelijke genitale verminking. Voor zover het selectie en controle betreft,
               beschikt de KMar binnen haar taakstelling op grond van de Politiewet 2012, het Wetboek
               van Strafvordering en de Vreemdelingenwet 2000 over verschillende adequate controle-,
               opsporings-, strafvorderlijke en vreemdelingrechtelijke bevoegdheden. De bestaande
               bevoegdheden van de KMar zijn voldoende om in geval van onderkenning of bij verdenking
               van een (poging) tot zware mishandeling adequaat op te treden.
            
De grenswachters van de KMar zijn erop getraind om tijdens de grenscontrole alert
               te zijn op meerdere vormen van grens-gerelateerde criminaliteit, waaronder vrouwelijke
               genitale verminking. Controles inzetten om enkel te controleren op vrouwelijke genitale
               verminking, zal verdringing opleveren op andere taken van de KMar, en acht het kabinet
               daarom niet wenselijk.
            
Vraag 7
            
Wanneer is de online voorlichtingscampagne «Recht op Nee», die Pharos in opdracht
               van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft ontwikkeld, gelanceerd?
               Zijn er inmiddels tussentijdse evaluaties uitgevoerd? Welke resultaten zijn hieruit
               naar voren gekomen en kunnen deze met de Kamer worden gedeeld? Indien er nog geen
               evaluatie heeft plaatsgevonden, is de Staatssecretaris van VWS bereid deze alsnog
               te laten uitvoeren? Richt de campagne zich op een specifieke doelgroep of op een breder
               publiek?
            
Antwoord 7
            
De sociale media campagne #rechtopnee is in januari 2023 gelanceerd. Er is geen evaluatie
               uitgevoerd of voorzien, maar het bereik van de campagne is wel gemonitord en bleek
               zeer goed. Over een periode van ongeveer 6 maanden zijn meer dan 3.5 miljoen mensen
               bereikt. Ruim 20.000 jongeren hebben doorgeklikt naar de website. Dit is exclusief
               organische bezoekers (bezoekers via onbetaalde zoekresultaten) aan de website (rechtopnee.nl).
               Gezien het succes van de campagne is vanuit VWS ingezet op verlenging van deze campagne.
               De campagne is vervolgens verder uitgebreid en de boodschap die erachter schuilgaat
               is verstevigd en verdiept. Het thema huwelijkse gevangenschap is toegevoegd aan de
               campagne. In deze verlengingsperiode is een bereik van 3.2 miljoen mensen gerealiseerd.
               32.000 mensen hebben in dat jaar de website bezocht na het zien van het campagnemateriaal.
               Dat is een sterke stijging ten opzichte van het eerste halfjaar. Op dit moment wordt
               gewerkt aan offline campagnemateriaal (bijvoorbeeld posters en lesmateriaal).
            
De campagne is gericht op jongeren in de leeftijdscategorie 14–30 jaar die potentieel
               slachtoffer zijn van een vorm van schadelijke praktijken, waaronder vrouwelijke genitale
               verminking. De campagne is ontwikkeld met input van jongeren zelf.
            
Vraag 8
            
Welke plannen zijn er om het Meerjarenplan Zelfbeschikking, dat eind dit jaar afloopt,
               voort te zetten in de komende jaren? Hoe ziet een mogelijke voortzetting eruit? Kunt
               u een tijdspad met de Kamer delen? Indien er geen plannen zijn, wat is de reden hiervoor?
            
Antwoord 8
            
Zoals aangegeven in het WGO «Integratie en maatschappelijke samenhang» van 25 november
               2024, werkt het Ministerie van SZW de inzet op zelfbeschikking uit binnen de Actieagenda
               Integratie en Open en Vrije Samenleving. De Staatssecretaris van Participatie en Integratie
               zal de Kamer hierover deze zomer te informeren.
            
Op basis van de eerste resultaten uit het Meerjarenplan Zelfbeschikking, lijken met
               name maatregelen gericht op «verandering van binnenuit» (door onder andere de inzet
               van zelforganisaties en sleutelpersonen) en het versterken van de financiële zelfredzaamheid
               van vrouwen met een migratieachtergrond in een financiële afhankelijkheidssituatie
               effectief. De komende tijd zal worden geprobeerd om groepen te bereiken die we nu
               nog onvoldoende weten te betrekken.
            
Daarnaast werken de ministeries van SZW, VWS, JenV, OCW en AenM samen aan de brede
               aanpak van schadelijke praktijken. De komende periode wordt door de ministeries met
               partijen in het veld verkend welke extra inzet nodig en mogelijk is op de aanpak van
               schadelijke praktijken en op versterken van het recht op zelfbeschikking in brede
               zin.
            
Vraag 9
            
Is het project «SAMEN», dat in augustus 2024 is afgelopen, inmiddels geëvalueerd?
               Wat zijn de resultaten van deze evaluatie en kunnen deze met de Kamer worden gedeeld?
               Indien er nog geen evaluatie heeft plaatsgevonden, is de Staatssecretaris van VWS
               bereid deze alsnog te laten uitvoeren?
            
Antwoord 9
            
Bij de afronding van project SAMEN heeft IOM een aanbevelingenrapport met opbrengsten
               van het project gepubliceerd. Dit rapport is als bijlage bij de beantwoording toegevoegd.
               Er heeft geen aanvullende evaluatie plaatsgevonden.
            
Vraag 10
            
Wanneer wordt verwacht dat de Kamer het internationale rechtsvergelijkende onderzoek
               zal ontvangen over de inzet van preventieve beschermingsbevelen bij vermoedens van
               vrouwelijke genitale verminking, huwelijksdwang en achterlating?
            
Antwoord 10
            
Het onderzoek wordt naar verwachting voor de zomer van 2025 afgerond en na publicatie
               aan de Kamer toegezonden.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
V. Maeijer, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport - 
              
                  Mede namens
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.