Schriftelijke vragen : Het bericht 'Wrijving in kabinet over migratiebeleid: Faber wil handtekening Schoof onder kritische brief'
Vragen van het lid Piri (GroenLinks-PvdA) aan de Minister-President en de Ministers van Asiel en Migratie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Wrijving in kabinet over migratiebeleid: Faber wil handtekening Schoof onder kritische brief» (ingezonden 22 mei 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Wrijving in kabinet over migratiebeleid: Faber wil
handtekening Schoof onder kritische brief»?1
Vraag 2
Kunt u een precieze tijdlijn geven van het begin van het eerste verzoek om de brief
te ondertekenen tot nu toe?
Vraag 3
Kunt u de brief die is opgesteld door Denemarken en Italië de Kamer doen toekomen
en kunt u daarbij specifiek aangeven welke passages zijn aangedragen voor wijzigingen?
Vraag 4
Kunt u aangeven welke redenen door kabinetsleden zijn aangedragen om de brief niet
te ondertekenen? Kunt u hier nadrukkelijk ingaan op de juridische en rechtsstatelijke
onderbouwing van de advisering?
Vraag 5
Zijn er in het verleden situaties geweest waarbij Nederland – buiten specifieke juridische
procedures om – rechtstreeks het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft
aangesproken op haar uitspraken? Zo ja, wanneer is dit precies gebeurd?
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat Nederland niet wordt gehinderd in de aanpak van strafrechtelijk
veroordeelde vreemdelingen door de uitspraken ven het EHRM? Zo nee, kunt u toelichten
op welke wijze het uitzetten van strafrechtelijk veroordeelde vreemdelingen wordt
bemoeilijkt door het EHRM, om welke specifieke uitspraken dit gaat en hoe groot de
groep is die hierdoor minder effectief aangepakt kan worden?
Vraag 7
Deelt u de constatering dat (openlijke) kritiek hebben op het EHRM de weg vrij maakt
voor andere EU-lidstaten om op andere terreinen, bijvoorbeeld lhbti-rechten en vrijheid
van godsdienst, ook het Hof aan te vallen en deelt u de constatering dat daarmee het
Hof in een kwetsbare positie wordt gebracht wat ook vanuit rechtsstatelijk oogpunt
zeer onwenselijk is? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Hoe verhoudt het aanspreken c.q. bekritiseren van het EHRM zich tot de rechtsstaatverklaring,
het hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma? Bent u van mening dat de voorgestelde
brief bijdraagt aan het versterken van de democratische rechtsstaat en het versterken
van de onafhankelijkheid van de rechtspraak?
Vraag 9
Kunt u bovenstaande vragen afzonderlijk van elkaar binnen een week beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
H.W.M. Schoof, minister-president -
Gericht aan
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Gericht aan
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie -
Indiener
Kati Piri, Kamerlid