Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Lahlah en Kathmann over huisbezoeken aan demonstranten en de gegevensverwerking van demonstranten
Vragen van de leden Lahlah en Kathmann (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Minister en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over huisbezoeken aan demonstranten en de gegevensverwerking van demonstranten (ingezonden 27 maart 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 21 mei 2025). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2020.
Vraag 1
Bent u bekend met de kritische reacties op het huisbezoek van de politie aan een demonstrant
in Amersfoort, waaronder die van korpschef Janny Knol?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening van de korpschef dat dit nooit op deze manier had mogen gebeuren
en het iedere inwoner van Nederland volledig vrijstaat voor zijn of haar mening uit
te komen en deel te nemen aan demonstraties?
Antwoord 2
Het staat iedere inwoner van Nederland vrij om voor zijn of haar mening uit te komen
en deel te nemen aan demonstraties, binnen de grenzen van de wet. Tegelijkertijd vormt
contact zoeken met mensen de basis van politiewerk. In dat kader is het staande praktijk
dat de politie bij burgers langs gaat om het gesprek aan te gaan. Dit kan om talloze
redenen zijn, bijvoorbeeld voor buurtonderzoeken of stopgesprekken om personen te
wijzen op de strafbaarheid van bepaalde voorgenomen gedragingen.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat de Nationale ombudsman zich genoodzaakt voelt een onderzoek
in te stellen naar de huisbezoeken?2 Bent u bereid de resultaten hiervan, naast de resultaten van het Wetenschappelijk
Onderzoek- en Datacentrum (WODC)-onderzoek over het demonstratierecht dat momenteel
wordt uitgevoerd, mee te nemen in uw plannen om «hardere grenzen» te stellen aan het
demonstratierecht? Zo ja, hoe gaat u hiervoor zorgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
De Nationale ombudsman heeft in 2018 eerder onderzoek gedaan naar de demonstratiepraktijk3. Dit wordt nu herhaald. Oplevering van het onderzoek door de Nationale ombudsman
is voorzien voor het eerste kwartaal van 2026. Zowel op het onderzoek door het WODC
als het onderzoek van de Nationale ombudsman zal het kabinet een beleidsreactie geven.
Vraag 4
Wat is uw reactie op onderzoek van Amnesty International4 waaruit blijkt dat er onvoldoende toezicht is op politiedatabanken, waarin grootschalige
verwerking van gevoelige persoonsgegevens plaatsvindt van demonstranten? Klopt het
dat dit in strijd is met mensenrechten?
Antwoord 4
In de briefing Toezicht Gezocht: Amnesty roept op tot controle op politiedatabanken van maart 2025 van Amnesty International wordt verwezen naar het rapport Ongecontroleerde macht: ID-controles en gegevensverzameling van vreedzame demonstranten
in Nederland van 2023. Dit rapport heeft betrekking op de uitvoering van identiteitscontroles
rondom demonstraties en gegevensverwerking in dit kader. Voor mijn reactie op dit
rapport en de vraag met betrekking tot mensenrechten verwijs ik naar de brief van
mijn voorganger van 12 december 2023 met daarin de beleidsreactie.
Toezicht op de gegevensverwerking door de politie vindt plaats door de Autoriteit
Persoonsgegevens. Het is daarbij niet aan mij als Minister van Justitie en Veiligheid
om mij uit te laten over de aanbevelingen die zijn gedaan richting de Autoriteit Persoonsgegevens,
omdat de uitoefening van het toezicht onafhankelijk geschiedt.
Vraag 5
Welke gesloten en open bronnen raadpleegt de politie in een onderzoek naar demonstranten?
Op basis waarvan besluit de politie om over te gaan tot het verwerken van gevoelige
persoonsgegevens?
Antwoord 5
Als Minister van Justitie en Veiligheid is het niet aan mij om in te gaan op de specifieke
bronnen welke politie raadpleegt. Dit is afhankelijk van de operationele noodzaak
tot informatie die politie heeft en die afweging maakt politie per geval.
In algemene zin kan ik zeggen dat de politie in het kader van openbare-ordehandhaving
op basis van artikel 3 Politiewet informatie kan vergaren. De grens hiervan is dat
met de informatievergaring niet een min of meer compleet beeld ontstaat van delen
van iemands leven. Ten behoeve van de openbare-ordehandhaving raadpleegt de politie
publiek toegankelijke online bronnen.
Momenteel wordt gewerkt aan een wetsvoorstel waarin bij een aanwijzing voor een ernstige
verstoring van de openbare orde de politie stelselmatig informatie mag vergaren ten
behoeve van de taakuitvoering. Dit betekent dat met de informatievergaring wel een
beeld mag ontstaan van delen van iemands leven (zoals online al snel het geval is).
Zoals toegezegd aan uw Kamer kunt u dit wetsvoorstel tegemoet zien. Het streven is
om het wetsvoorstel voor de zomer in consultatie te laten gaan.
Vraag 6
Op basis van welke wettelijke grondslag verwerkt de politie persoonsgegevens van demonstranten?
Hoe is het verzamelen, verwerken en delen van deze gegevens begrensd?
Antwoord 6
Om invulling te geven aan haar taak om de openbare orde te handhaven vergaart de politie
informatie, ook online. De grondslag van deze informatievergaring ligt in artikel 3
Politiewet. Op grond van dit wetsartikel mag de politie informatie vergaren ten behoeve
van de taakuitvoering zolang hiermee niet een volledig beeld ontstaat van delen van
iemands persoonlijke leven. Ook in publiek toegankelijke bronnen online wordt informatie
vergaard. Deze informatievergaring heeft als doel de politie in staat te stellen keuzes
te maken over de inzet van politiecapaciteit, het gezag te informeren en eventueel
mitigerende maatregelen te kunnen treffen. Kortom, deze informatievergaring is noodzakelijk
om invulling te geven aan de daadwerkelijke uitvoering van de taak om de openbare
orde te handhaven.
De grondslag voor de verwerking van politiegegevens zit in de Wet politiegegevens
(Wpg). Elke verwerking dient te berusten op een wettelijke grondslag en vindt slechts
plaats indien dit noodzakelijk is voor bij of krachtens die wet geformuleerde doeleinden
(zie artikel 3 Wpg).
Vraag 7
Zijn er interne protocollen die kaders stellen aan het verzamelen, verwerken en delen
van persoonsgegevens van demonstranten? Zo ja, kunt u deze delen met de Kamer? Zo
nee, hoe zorgt u er voor dat de privacy van demonstranten voldoende is beschermd?
Antwoord 7
Persoonsgegevens kunnen worden verwerkt voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering
van de politietaak, zo ook de persoonsgegevens van demonstranten. De politie heeft
beleidskaders en interne protocollen met betrekking tot de verwerking van politiegegevens.
Het algemene interne handelingskader demonstraties van de politie is onlangs aangevuld
met een onderdeel «Contacten met burgers ter voorbereiding op een demonstraties».
Hierin is opgenomen dat enkel het deelnemen aan een demonstratie nooit aanleiding
kan zijn om contact met burgers op te nemen. De vorm van contact met een burger ten
behoeve van de informatievergaring over een demonstratie moet evenredig zijn en passen
bij de situatie. Indien bijvoorbeeld kan worden volstaan met telefonisch contact,
wordt daarvoor gekozen.
Vraag 8
Wat zijn de mogelijke gevolgen voor demonstranten wanneer hun persoonsgegevens worden
opgenomen in politiedatabanken? Hoe lang blijven hun gegevens bewaard? Worden deze
altijd binnen de wettelijk toegestane bewaartermijn vernietigd?
Antwoord 8
Verwerking van politiegegevens kan diverse gevolgen hebben voor betrokkenen. Politiegegevens
kunnen vergeleken worden met andere politiegegevens, verrijkt worden met andere gegevens
en verstrekt worden aan organisaties die bij of krachtens de Wet politiegegevens (Wpg)
genoemd zijn indien dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de taak van de ontvanger.
Politiegegevens die verzameld worden op basis van de ID-controles bij demonstranten
worden doorgaans verwerkt voor de dagelijkse politietaak. Deze worden in beginsel
vijf jaar verwerkt en daarna verwijderd. Verwijderde politiegegevens worden nog gedurende
vijf jaar bewaard met het oog op de afhandeling van klachten en de verantwoording
van verrichtingen en is alleen toegankelijk voor poortwachters (artikel 14 Wpg).
In 2019 heeft de toenmalig korpschef besloten politiegegevens niet te vernietigen
na overschrijding van de bewaartermijn van artikel 14 Wpg. Mijn ambtsvoorganger heeft
de korpschef daarin gesteund en uw Kamer daar destijds over geïnformeerd. De gegevens
zijn ondanks dat ze niet op grote schaal worden vernietigd absoluut niet breed toegankelijk.
Zo hebben alleen poortwachters toegang tot deze afgeschermde politiegegevens en zijn
de gegevens alleen toegankelijk met toestemming van het gezag. In het commissiedebat
politie van 16 april jl. heb ik toegezegd5 een ultieme poging te doen om de opties voor verlenging van de bewaartermijn politiegegevens
te verkennen en tussentijds geen gegevens te vernietigen.
Vraag 9
Hoe vaak startten demonstranten de afgelopen twee jaar een klachtenprocedure bij de
politie omdat zij zich zorgen maakten om de verwerking van hun gevoelige persoonsgegevens?
In hoeveel van de gevallen bleek dat de gegevensverwerking onrechtmatig was?
Antwoord 9
Sinds 1 januari 2023 zijn er landelijk twintig klachten naar aanleiding van demonstraties
ingediend die betrekking hebben op (het vragen naar) identificatie (volgens W.I.D.)
en/of het vastleggen of verantwoorden van gegevens.
In zes van deze twintig klachtdossiers is om een oordeel van de politiechef gevraagd.
Een klacht is alsnog ingetrokken en twee klachten zijn nog in behandeling. In drie
klachtdossiers is een oordeel gegeven door een politiechef. In twee van die dossiers
was het oordeel dat de klacht over de identificatie (volgens W.I.D.) gegrond was en
in een van deze dossiers was ook de klacht over het vastleggen of verantwoorden gegrond.
In het derde klachtdossier was de klacht ongegrond.
Vraag 10
Klopt het dat de politie registraties niet verwijdert wanneer blijkt dat de gegevensverwerking
onrechtmatig is verlopen? Zo ja, deelt u de mening dat betrokkenen hierdoor geen rechtsherstel
krijgen? Waarom wel of niet?
Antwoord 10
Indien vaststaat dat een verwerking van politiegegevens onrechtmatig plaatsvindt,
dan dient de verwerking te worden beëindigd. De korpschef is de verwerkingsverantwoordelijke
en is gehouden aan de beginselen van de Wet politiegegevens. De wet schrijft voor
dat alle verwerkingen noodzakelijk, rechtmatig, doelgebonden, juist, nauwkeurig en
volledig dienen te zijn. De verwerkingsverantwoordelijke treft de nodige maatregelen
om politiegegevens te verwijderen of vernietigen zodra de gegevens niet meer noodzakelijk
zijn voor het doel waarvoor deze zijn verwerkt (artikel 4, tweede lid, Wpg).
De betrokkene heeft diverse mogelijkheden om rechtsherstel te bewerkstelligen. De
betrokkene heeft het recht om inzage te krijgen in de hem of haar betreffende politiegegevens,
recht op rectificatie van feitelijke onjuistheden en vernietiging van onrechtmatig
verwerkte politiegegevens (artikelen 25 en 28 Wpg). Besluiten die hierop door de korpschef
worden genomen zijn besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen
beroep bij de bestuursrechter openstaat. Ook kan aan de Autoriteit Persoonsgegevens
gevraagd worden te bemiddelen of adviseren in het geschil met de korpschef (artikel 29,
tweede lid, Wpg). Daarnaast heeft de betrokkene de mogelijkheid om een klacht in te
dienen bij de korpschef en bij de Autoriteit Persoonsgegevens en de mogelijkheid om
schadevergoeding te vorderen (artikel 31a Wpg). Tot slot heeft de betrokkene het recht
om een handhavingsverzoek in te dienen bij de Autoriteit Persoonsgegevens. De Autoriteit
Persoonsgegevens is bevoegd om handhavingsmaatregelen te treffen, zoals een last onder
bestuursdwang, last onder dwangsom en een boete.
Vraag 11
Indien de politie persoonsgegevens verzamelt of verwerkt op een manier die achteraf
onrechtmatig blijkt, worden de betrokkenen daar dan actief over geïnformeerd? Bent
u het met de indiener(s) eens dat mensen het recht hebben om dit te weten?
Antwoord 11
De politie heeft geen algemene notificatieplicht om betrokkenen te informeren over
een wijziging of vernietiging van de hem of haar betreffende politiegegevens. Bij
datalekken worden betrokkenen geïnformeerd als deze inbreuk waarschijnlijk een hoog
risico voor de rechten en vrijheden van personen met zich meebrengt (zie artikel 33a,
vijfde lid, Wpg).
Vraag 12
Wat vindt u van de oproep van Amnesty International aan de Nationale ombudsman en
de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) om het toezicht op registraties in politiedatabanken
te versterken? Bent u bereid de Ombudsman en AP te ondersteunen in de opvolging hiervan
op het gebied van rechtsherstel, de oprichting van een laagdrempelig loket en de mogelijkheden
om klachten op nationaal niveau te delen en evalueren? Kunt u daarbij apart ingaan
op iedere aanbeveling?
Antwoord 12
Ten aanzien van de aanbeveling om te onderzoeken hoe de politie haar beleid en praktijk
beter in lijn kan brengen, verwijs ik in eerste instantie naar de eigen verwerkingsverantwoordelijkheid
van de korpschef en naar de Autoriteit Persoonsgegevens die toezicht houdt op de verwerkingen
van politiegegevens door de politie.
Ten aanzien van de mogelijkheden tot rechtsherstel verwijs ik kortheidshalve naar
het antwoord op vraag 10. De geschetste mogelijkheden acht ik laagdrempelig. Een oprichting
van een additioneel loket acht ik niet doeltreffend en maakt het stelsel nog diffuser.
Ten aanzien van de mogelijkheid om klachten op nationaal niveau te delen en te evalueren
geldt dat dit in beginsel aan de gemeentelijke Ombudsmannen en de politie is om als
verwerkingsverantwoordelijke te beslissen of een verstrekking van persoonsgegevens
voor dit doel verenigbaar is met het aanvankelijke doel waarvoor de gegevens zijn
verzameld binnen de kaders van de AVG, en geanonimiseerde klachtoordelen en evaluaties
openbaar te maken conform de Wet open overheid (Woo).
Vraag 13
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden?
Antwoord 13
Het is niet gelukt om deze vragen eerder te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.