Nota n.a.v. het (nader/tweede nader/enz.) verslag : Nota naar aanleiding van het verslag
36 691 Goedkeuring van de op 14 december 2022 te Brussel tot stand gekomen Kaderovereenkomst inzake een breed partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Thailand, anderzijds (Trb. 2023, 12)
Nr. 6
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 30 mei 2025
De regering is dankt de vaste commissie van Buitenlandse Zaken voor het verslag bij
het wetsvoorstel tot goedkeuring van de op 14 december 2022 te Brussel tot stand gekomen
Kaderovereenkomst inzake een breed partnerschap en samenwerking tussen de Europese
Unie en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Thailand, anderzijds (Trb. 2023, 12)
De regering is de leden van de fracties van VVD en D66 erkentelijk voor de gemaakte
opmerkingen en de gestelde vragen en heeft daarop in de hiernavolgende tekst gereageerd.
Daarbij is zoveel mogelijk de volgorde van het verslag aangehouden.
Voor de goede leesbaarheid zijn de antwoorden op de gestelde antwoorden vetgedrukt.
Inhoudsopgave
A.
ALGEMEEN DEEL
2
1.
Algemene inleiding
2
1.1
De Europese Unie en Thailand
2
1.2
Geschiedenis en totstandkoming van de partnerschapsovereenkomst
2
1.3
Inhoud en beoordeling van de partnerschapsovereenkomst
2
1.4
Aard van de partnerschapsovereenkomst
4
1.5
Voorlopige toepassing
4
2.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
4
Preambule
4
Aard en toepassingsgebied (artikelen 1 tot en met 6)
4
Bilaterale, regionale en internationale samenwerking (artikelen 7 en 8)
4
Samenwerking inzake handel en investeringen (artikelen 9 tot en met 19)
4
Samenwerking op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (artikelen 20 tot en
met 29)
5
Samenwerking in andere sectoren (artikelen 30 tot en met 49)
5
Vormen van samenwerking (artikelen 50 en 51)
5
Institutioneel kader (artikel 52)
5
Slotbepalingen (artikelen 53 tot en met 64)
5
Gezamenlijke verklaringen
5
3.
EEN IEDER VERBINDENDE BEPALINGEN
5
4.
KONINKRIJKSPOSITIE
5
A. ALGEMEEN DEEL
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel Goedkeuring
van de op 14 december 2022 te Brussel tot stand gekomen Kaderovereenkomst inzake een
breed partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds,
en het Koninkrijk Thailand, anderzijds (Trb. 2023, 12) en hebben daarover enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel Goedkeuring
van de op 14 december 2022 te Brussel tot stand gekomen Kaderovereenkomst inzake een
breed partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds,
en het Koninkrijk Thailand, anderzijds (Trb. 2023, 12) en hebben daarover enkele vragen.
1. Algemene inleiding
1.1 De Europese Unie en Thailand
1.2 Geschiedenis en totstandkoming van de partnerschapsovereenkomst
De leden van de VVD-fractie constateren dat er in de wetsvoorstellen geen aandacht
wordt besteed aan samenwerking met individuele ASEAN-landen op het gebied van kritieke
grondstoffen. Dit terwijl individuele ASEAN-landen wel interessant zijn om mee samen
te werken op het gebied van kritieke grondstoffen. Daarom vragen deze leden hoe de
regering kijkt naar de samenwerking tussen de EU en individuele ASEAN-landen op het
gebied van kritieke grondstoffen. Hoe zet de regering zich in voor samenwerking tussen
de EU en individuele ASEAN-landen op het gebied van kritieke grondstoffen?
1.3 Inhoud en beoordeling van de partnerschapsovereenkomst
De leden van de VVD-fractie constateren dat in het wetsvoorstel niet expliciet verwezen
wordt naar samenwerking met Thailand op het gebied van kritieke grondstoffen. Dit
terwijl samenwerking op kritieke grondstoffen met Thailand wel interessant kan zijn
voor de EU. De fractieleden willen de regering vragen waarom kritieke grondstoffen
niet in het voorstel voorkomen. Hoe zetten de EU en Nederland zich verder in voor
samenwerking met Thailand op het gebied van kritieke grondstoffen?
Antwoord
De overeenkomst biedt een breed kader voor samenwerking. Zo zetten partijen zich in
voor duurzame ontwikkeling en voeren zij een dialoog over handels- en investeringsaangelegenheden.
Hieronder kunnen ook activiteiten in de kritieke-grondstoffenketen vallen.
Daarnaast werkt de EU aan het vergroten van de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen
via de Critical Raw Materials Act, die in mei 2024 in werking is getreden. De EU zet in op Europese mijnbouw en raffinage,
diversificatie, en circulariteit. De EU is in dat kader veertien grondstoffenpartnerschappen
(via Memoranda of Understanding) met grondstofrijke landen, waaronder Canada, Oekraïne, Kazachstan, Namibië, Argentinië,
Chili, DRC, Zambia, Groenland, Rwanda, Noorwegen, Oezbekistan, Australië en Servië,
overeengekomen. Ook kan de EU via handelsakkoorden met grondstofrijke landen afspraken
maken over kritieke grondstoffen. Zo wordt er momenteel met Thailand onderhandeld
over een hoofdstuk over kritieke grondstoffen in een handelsakkoord, en is de kans
groot dat dit onderwerp ook aan bod zal komen in de aankomende onderhandelingen met
Maleisië.
De regering werkt aan de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen via de Nationale
Grondstoffenstrategie1, met vijf pijlers: 1. Kennisopbouw en monitoring 2. Circulariteit en innovatie 3. Europese
mijnbouw en raffinage 4. Diversificatie 5. Verduurzaming grondstoffenketens. In het
kader van diversificatie kijkt de regering hoe Nederland kan bijdragen aan invulling
van de EU-grondstoffenpartnerschappen. Daarnaast wordt gekeken naar mogelijkheden
voor bilaterale samenwerking, middels bijvoorbeeld grondstoffenovereenkomsten die
bij de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp zijn belegd, en heeft
de regering bijvoorbeeld al een samenwerkingsverband met Vietnam, Quebec, en Zuid-Korea.
In de strategie wordt tevens de rol die Nederlandse bedrijven, financiële instellingen
en kennisinstellingen in de waardeketen van kritieke grondstoffen kunnen spelen, waaronder
in de ASEAN-landen, bezien. Niet alleen met het oog op vergroting van leveringszekerheid,
maar ook met het oog op verdienkansen. Zo werkt Nederland samen met de Vietnamese
Geologische Dienst aan het in kaart brengen van reserves van kritieke grondstoffen
en het verbeteren van regelgeving in de mijnbouwsector. In Indonesië onderzoekt een
Nederlands bedrijf met steun van de Nederlandse ambassade de haalbaarheid van de winning
van lithium uit geothermisch pekelwater, in samenwerking met een Indonesisch staatsbedrijf.
In Maleisië is de Nederlandse ambassade initiatiefnemer om met enkele gelijkgezinde
EU-lidstaten kansen te identificeren voor mogelijke samenwerking op gebied van duurzame
winning van kritieke grondstoffen.
De leden van de D66-fractie zijn groot voorstander van het versterken van de banden
met Thailand. Het is ook in het belang van Nederland om een tegenwicht te bieden aan
de regionale druk van China. Daarnaast bieden dergelijke partnerschappen de mogelijkheid
tot dialoog over het bevorderen van mensenrechten.
De leden van de D66-fractie zijn ook voorstander van het afsluiten van een vrijhandelsovereenkomst
met Thailand en vragen de regering of zij dat met deze leden delen. Onderschrijft
de regering het belang van het diversifiëren van handelsstromen tussen de EU en derde
landen, om zodoende onze kwetsbaarheid voor Amerikaanse importbelastingen en ongewenste
afhankelijkheid van China te verkleinen, zo vragen deze leden.
Antwoord
Diversificatie van handelsstromen, onder meer door het sluiten van nieuwe handelsakkoorden,
draagt bij aan de versterking van de economische weerbaarheid van de EU. Handelsakkoorden
zorgen voor een meer stabiele handelsrelatie met derde landen, bieden kansen op nieuwe
afzetmarkten en kunnen bijdragen aan het verminderen ongewenste afhankelijkheden.
Momenteel onderhandelt de Europese Commissie over handelsakkoorden met verschillende
derde landen, waaronder Thailand. Juist tegen de achtergrond van de huidige geopolitieke
ontwikkelingen, de relatie met de VS en eerder de coronapandemie is het zaak voor
de EU om ambitie te tonen op het gebied van nieuwe handelsakkoorden.
1.4 Aard van de partnerschapsovereenkomst
1.5 Voorlopige toepassing
2. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Preambule
Aard en toepassingsgebied (artikelen 1 tot en met 6)
Bilaterale, regionale en internationale samenwerking (artikelen 7 en 8)
Samenwerking inzake handel en investeringen (artikelen 9 tot en met 19)
De leden van de D66-fractie hebben zorgen over verschillende vormen van uitbuiting
in Thailand in de handelsketens van bedrijven die ook actief zijn in Nederland en
de EU. Deelt de regering deze zorgen, zo vragen zij. Daarnaast vragen zij welke inzet
de regering via de voorliggende overeenkomst zal plegen om deze vormen van uitbuiting
tegen te gaan.
Antwoord
Hoewel de regering deze zorgen invoelbaar acht merkt zij op dat, ingevolge artikel
2, onderdeel e, van het verdrag, partijen overeenkomen zich in te spannen om voorwaarden
te scheppen voor en het bevorderen van de intensivering en ontwikkeling van handel
en investeringen tussen partijen tot wederzijds voordeel, met inachtneming van de
beginselen en regels van de Wereldhandelsorganisatie en op een wijze die de doelstelling
van duurzame ontwikkeling en duurzame toeleveringsketens en verantwoordelijke ondernemingspraktijken
bevordert. Dit principe wordt ook betrokken bij de onderhandelingen van het vrijhandelsakkoord
tussen de EU en Thailand.
Daarnaast merkt de regering op dat Thailand sinds 2024 kandidaat-lid is van de Organisatie
voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. Aan toetreding tot deze organisatie
zijn verscheidende, hoge standaarden op het gebied van Internationaal Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen en arbeidsomstandigheden verbonden. Ten overvloede is het van
belang op te merken dat, indien sprake is van uitbuiting binnen een toeleveringsketen
middels gedwongen arbeid in Thailand, de Europese Anti-dwangarbeidverordening2 vanaf 14 december 2027 bedrijven verbiedt om producten die met dwangarbeid vervaardigd
zijn op de markt van de Europese Unie te plaatsen.
Samenwerking op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (artikelen 20 tot en
met 29)
Samenwerking in andere sectoren (artikelen 30 tot en met 49)
Vormen van samenwerking (artikelen 50 en 51)
Institutioneel kader (artikel 52)
Slotbepalingen (artikelen 53 tot en met 64)
Gezamenlijke verklaringen
3. EEN IEDER VERBINDENDE BEPALINGEN
4. KONINKRIJKSPOSITIE
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken