Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Baarle over het bericht 'Hoe christelijke donateurs in Nederland radicale Israëlische kolonisten steunen'
Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, van Justitie en Veiligheid en van Financiën over het bericht «Hoe christelijke donateurs in Nederland radicale Israëlische kolonisten steunen» (ingezonden 28 maart 2025).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken), mede namens de Ministers van
Justitie en Veiligheid, van Financiën en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
(ontvangen 21 mei 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1912.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Hoe christelijke donateurs in Nederland radicale Israëlische
kolonisten steunen»1, «Christenen voor Israël bouwt mee aan illegale wijk op Westelijke Jordaanoever»2 en de uitzending «Christelijk geld uit Nederland helpt kolonisten bij bezetting Westoever»3?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Wist u dat zionisten in Nederland geld overmaken aan Israëlische kolonisten die het
geld gebruiken voor de bouw van illegale nederzettingen op de bezette Westelijke Jordaanoever?
Vindt u dat dit strookt met het internationaal recht?
Keurt u het af dat zionisten in Nederland daarmee een belangrijke financier zijn van
projecten in nederzettingen op de Westoever (alleen in 2023 al zeker 420.000 euro)?
Hoe heeft u daar tot nu toe toezicht op gehouden en was dit afdoende volgens u? Zo
nee, hoe gaat u het toezicht verscherpen?
Antwoord 2 en 3
In overeenstemming met het advies van het Internationaal Gerechtshof (IGH) van 19 juli
20244, erkent het kabinet dat de Israëlische bezetting van de Palestijnse Gebieden onrechtmatig
is. Dit komt overeen met de reeds jarenlang bestaande kabinetspositie dat de nederzettingen
en het uitbreiden daarvan in de bezette gebieden in strijd zijn met internationaal
recht. In het advies wordt geen uitspraak gedaan over de reikwijdte van de verantwoordelijkheid
van derde staten voor de activiteiten van private partijen. Het is niet verboden voor
private partijen in Nederland om (ondersteunende) relaties aan te gaan met partijen
uit Israëlische nederzettingen. Het kabinet acht het echter wel onwenselijk.
Het kabinet houdt geen algemeen toezicht op financieringsstromen richting het buitenland
en beschikt daarom ook niet over informatie waar en met welke bedoeling geld van stichtingen
zoals Christenen voor Israël exact naar toe gaat. Op grond van de Wet ter voorkoming
van witwassen en het financieren van terrorisme (Wwft) moeten poortwachters (zoals
financiële instellingen, juridische beroepsgroepen en bepaalde handelaren in goederen)
cliëntonderzoek doen en transacties monitoren om witwassen en terrorismefinanciering
te voorkomen. Daarnaast moeten o.a. financiële instellingen en juridische beroepsgroepen
ook controleren of sanctieregelgeving wordt overtreden. Hierop wordt toezicht gehouden.
Mocht met een bepaalde financiering bestaande wet- en regelgeving zijn overtreden,
dan kan na verder onderzoek in dat geval daar tegen worden opgetreden. Dat zou bijvoorbeeld
kunnen als er een betaling is verricht aan een persoon of organisatie die op een sanctielijst
staat. In dat geval kan er strafrechtelijk worden gehandhaafd.
Vraag 4 en 5
Keurt u de structurele samenwerking tussen de Nederlandse organisatie «Christenen
voor Israël» en de nederzettingenbeweging «Christian Friends of Israeli Communities»
(CFOIC) die het Palestijnse zelfbeschikkingsrecht op de Westelijke Jordaanoever ontkent,
af?
Vindt u het ook ontoelaatbaar dat Nederlandse zionisten samen met Amerikaanse zionisten
volgens de CFOIC-oprichter de belangrijkste geldschieters zijn?
Antwoord 4 en 5
Nederland erkent in lijn met de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van 19 juli
2024 dat de Israëlische bezetting van de Palestijnse Gebieden onrechtmatig is. In
het advies wordt geen uitspraak gedaan over de reikwijdte van de verantwoordelijkheid
van derde staten voor de activiteiten van private partijen.
Het is niet verboden voor private partijen in Nederland om (ondersteunende) relaties
aan te gaan met partijen uit Israëlische nederzettingen. Het kabinet acht het echter
wel onwenselijk.
Vraag 6
Klopt het dat minstens vijftien zionistische stichtingen in Nederland Israël steunen,
waarvan zeker tien directe steun geven aan Israëlische kolonisten en hun projecten
op de illegaal bezette Westelijke Jordaanoever?
Antwoord 6
Het kabinet beschikt niet over de informatie om dit te kunnen bevestigen. Het kabinet
houdt geen algemeen toezicht op financieringsstromen richting het buitenland en beschikt
daarom ook niet over informatie waar geld van stichtingen zoals Christenen voor Israël
exact naar toe gaat en met welke bedoeling.
Vraag 7
Deelt u de visie van Christenen voor Israël, zoals geuit door de woordvoerder Sara
van Oordt, dat de Palestijnse gebieden onder internationaal recht niet illegaal bezet
zijn, maar slechts «betwist»? Wat vindt u daarvan, vooral in het licht van de advisory
opinion van het Internationaal Gerechtshof over deze gebieden?
Antwoord 7
In overeenstemming met het advies van het Internationaal Gerechtshof van 19 juli 2024,
erkent het kabinet dat de Israëlische bezetting van de Palestijnse Gebieden onrechtmatig
is. Dit komt overeen met de reeds jarenlang bestaande kabinetspositie dat de nederzettingen
en het uitbreiden daarvan, vernielingen of uithuisplaatsingen in de bezette gebieden
in strijd zijn met internationaal recht. Het kabinet schaart zich eveneens achter
de oproep van het Hof de bezetting zo spoedig mogelijk te beëindigen, met inachtneming
van de legitieme veiligheidsbelangen van Israël.
Vraag 8
Deelt u de opvatting dat zionisten, zoals verscheidene leden van de familie Van Oordt
en hun medestanders, volgens het internationaal recht geen steun mogen bieden aan
de kolonisten die zich schuldig maken aan de vestiging en uitbreiding van illegale
nederzettingen in de bezette Palestijnse gebieden?
Antwoord 8
Zie het antwoord op vragen 2 en 3.
Vraag 9
Bent u voorts bekend met de Israëlische kolonist en reservist Nati Rom waarmee zionistische
stichtingen in Nederland nauw samenwerken?
Antwoord 9
Ja.
Vraag 10
Wat vindt u ervan dat de Nederlandse stichting «Israel Heartland» geld inzamelt voor
Nati Rom, die aan undercover journalisten toegaf dat het mogelijk is om met Nederlands
geld wapens en dual-use goederen te financieren voor kolonisten?
Antwoord 10
Zie het antwoord op vraag 2 en 3.
Daar waar voorgenoemde stichting of andere exporteurs strategische goederen zoals
militaire- en/of dual-use goederen vanuit Nederland uitvoeren naar Israël, dienen
zij daarvoor een vergunning aan te vragen. Iedere vergunningaanvraag voor de uitvoer
van militaire en dual-use goederen naar Israël wordt zorgvuldig getoetst aan de daarop
van toepassing zijnde exportcontrolekaders. Voor militaire goederen geldt dat daar
waar een duidelijk risico wordt geconstateerd dat uit te voeren goederen gebruikt
worden voor ernstige schendingen van de mensenrechten of het humanitair oorlogsrecht,
of als het risico op omleiding van de goederen naar ongewenste eindgebruikers te groot
wordt geacht, een vergunningaanvraag wordt afgewezen. Ook voor dual-use goederen wijst
het kabinet de aanvraag af als er risico’s zijn op ongewenst eindgebruik van de goederen.
Het gewelddadige gedrag van kolonisten beschouwt het kabinet als ongewenst eindgebruik
en derhalve is het onwaarschijnlijk dat een vergunning voor deze goederen met eindgebruik
in bezet gebied door kolonisten, wordt toegekend. Sinds 7 oktober 2023 zijn er meermaals
vergunningaanvragen afgewezen, mede vanwege het risico op omleiding van de uit te
voeren goederen naar gewelddadige kolonisten in bezette gebieden.
Vraag 11, 12 en 13
Wat vindt u ervan dat Arjen Domburg, de voorzitter van Israel Heartland, aan undercover
journalisten beloofde dat honderd procent van het geld bij Nati Rom terechtkomt als
het boekhoudkundig «onduidelijk genoeg» wordt vastgelegd «voor mensen die een hekel
hebben aan Israël»?
Deelt u de opvatting dat de uitspraak van Arjen Domburg schokkend is dat hij op zijn
website «camera’s en quads gewoon kan noemen», maar «wapens nooit zal gebruiken» in
online uitingen?
Is dit volgens u een zuivere financiële handelwijze in het algemeen en past dit in
het bijzonder binnen het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren
van terrorisme (Wwft)?
Antwoord 11, 12 en 13
Het kabinet vindt het in algemene zin wenselijk dat bij geldstromen zo duidelijk mogelijk
is, wie de afzender is en wie de daadwerkelijke ontvanger. Dit om bijvoorbeeld te
voorkomen dat met een betaling sprake is van witwassen of een overtreding van sanctieregelgeving.
Het kabinet heeft geen zicht op de geldstromen in dit specifieke geval en kan dus
niet beoordelen in hoeverre de betalingsconstructies in deze casus in strijd zijn
met wet- en regelgeving. Wat betreft de Wwft geldt dat deze wet van toepassing is
op poortwachters zoals financiële instellingen, juridische beroepsgroepen en bepaalde
handelaren in goederen. De wet legt verplichtingen op aan deze instellingen om witwassen
en het financieren van terrorisme te voorkomen. Zo moeten poortwachters op grond van
de Wwft cliëntonderzoek uitvoeren en transacties monitoren. De Wwft bevat geen specifieke
bepalingen voor stichtingen over het vormgeven of verzenden van transacties. Dit neemt
niet weg dat andere regelgeving van toepassing kan zijn, zoals de sanctieregelgeving.
Vraag 14
Wat vindt u er bovendien van dat Nati Rom aan de undercoverjournalist toegaf dat hij
de financiële steun gebruikt om Israëlische kolonisten die op de Europese sanctielijst
staan direct dan wel indirect te helpen?
Antwoord 14
Voor wat betreft sancties geldt dat het kabinet niet ingaat op individuele gevallen.
In zijn algemeenheid kan worden aangeven dat het niet is toegestaan indirecte of directe
financiële steun te bieden aan entiteiten die op de Europese sanctielijst staan. Het
helpen van kolonisten die op de sanctielijst staan, keuren we te allen tijde af. Zie
verder antwoord op vraag 2, 3, 11, 12 en 13.
Vraag 15
Deelt u de opvatting dat Nati Rom’s activiteiten bijdragen aan de instandhouding van
schendingen van het internationaal recht?
Antwoord 15
Volgens Nederland en de EU zijn Israëlische nederzettingen in de bezette Palestijnse
Gebieden in strijd met het internationaal recht. Nederland keurt het af dat individuen
of organisaties bijdragen aan de nederzettingen, dan wel de instandhouding hiervan,
maar het is Nederlandse private partijen niet verboden om (ondersteunende) relaties
aan te gaan met partijen uit Israëlische nederzettingen.
Vraag 16
Gaat u verbieden dat er ooit nog geld voor of door Nati Rom wordt ingezameld in Nederland?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 16
Het staat mensen in Nederland vrij om geld in te zamelen voor doelen die zij belangrijk
vinden. Het staat mensen ook vrij om geld aan doelen te schenken indien zij dat willen.
Vanzelfsprekend geldt dat bij het inzamelen van geld geen strafrechtelijke grenzen
mogen worden overschreden. Indien dat wel gebeurt, kan er strafrechtelijk worden opgetreden.
Dit is aan het Openbaar Ministerie, niet aan het kabinet.
Vraag 17
Gaat u Nati Rom zelf toegang tot Nederland verbieden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 17
In algemene zin geldt dat vreemdelingen die Nederland willen inreizen moeten voldoen
aan de toegangsvoorwaarden zoals gesteld in de Schengengrenscode. Vreemdelingen die
niet voldoen aan deze voorwaarden, bijvoorbeeld omdat zij een gevaar vormen voor de
openbare orde of nationale veiligheid, kunnen uit Nederland geweerd worden. Daar waar
sprake is van aanjagers die anderen aanzetten tot geweld, bewust extremistische boodschappen
verspreiden en tot doel hebben deze te normaliseren, treedt de overheid op. Zoals
u begrijpt moet het kabinet terughoudend zijn in zijn beantwoording gezien het individuele
casuïstiek betreft.
Vraag 18
Gaat u ervoor zorgen dat mensen zoals Nati Rom ook op de sanctielijst worden geplaatst?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 18
Het kabinet pleit actief voor aanvullende sanctiemaatregelen tegen gewelddadige kolonisten
en de organisaties die dit geweld mogelijk maken. Voor plaatsing op de sanctielijst
dient te worden voldaan aan de juridische vereisten en is unanimiteit onder EU-lidstaten
nodig. Het is niet in het belang van het verassingseffect van sancties én de Nederlandse
onderhandelingspositie om hierbij in te gaan op individuele namen.
Vraag 19
Wat zou volgens u de reden kunnen zijn dat banken zoals ING, ABN Amro en Rabobank
niet met Arjen Domburg en zijn stichting in zee willen, waarmee geld wordt ingezameld
voor Nati Rom?
Antwoord 19
Het kabinet heeft geen zicht op het handelen van specifieke banken en kan daarom niet
oordelen in hoeverre de banken niet met de betreffende stichting in zee zouden willen
en wat hier de reden van is. Banken maken zelf een risicoafweging bij het al dan niet
aannemen van klanten. Het weigeren van een bankrekening kan bijvoorbeeld gebeuren
op basis van commerciële redenen, duurzaamheidsredenen, potentiële reputatieschade,
of het risico op witwassen, terrorismefinanciering of het overtreden van sanctieregelgeving.
Vraag 20
Bent u het eens dat Christenen voor Israël en Israel Heartland een zorgplicht hadden
om te voorkomen dat sancties worden omzeild?
Antwoord 20
Het kabinet hecht er waarde aan dat alle (rechts)personen zich aan de Europese sancties
houden. Daartoe zijn ze ook verplicht. Sanctie-omzeiling is verboden.
Vraag 21, 22 en 23
Was de FIOD op de hoogte van deze stichtingen en hun ondoorzichtige geldstromen?
Gaat de FIOD deze stichtingen volledig doorlichten om de ondermijnende financiële
praktijken van deze organisaties aan banden te leggen? Zo nee, waarom niet?
Worden de tegoeden van deze stichtingen bevroren vanwege het niet naleven van sanctieregelgeving?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 21, 22 en 23
De FIOD kan optreden als er sprake is van financiële criminaliteit, zoals witwassen,
of het niet naleven van sanctieregelgeving. De FIOD voert onder het gezag van het
Openbaar Ministerie strafrechtelijke onderzoeken uit. Eventuele strafrechtelijke vervolging
is aan het Openbaar Ministerie. Over lopende strafrechtelijke onderzoeken worden door
de FIOD en het Openbaar Ministerie geen uitspraken gedaan. In zijn algemeenheid geldt
dat een bevriezingsplicht alleen van toepassing is voor entiteiten die zelf op een
sanctielijst zijn geplaatst.
Vraag 24
Worden deze stichtingen samen met hun Israëlische zusterorganisaties op de nationale
sanctielijst geplaatst? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 24
Nederland kent geen grondslag voor nationale sancties. De nationale terrorismesanctielijst
vloeit voort uit de internationale verplichting gesteld in resolutie 1373 van de VN-Veiligheidsraad
en is beperkt tot personen en organisaties die betrokken zijn bij terroristische activiteiten.
In zijn algemeenheid geldt dat sancties hun grondslag in VN- of EU-besluitvorming
vinden vanwege de bredere effectiviteit.
Vraag 25
Krijgen zionistische geldstromen naar illegaal bezette gebieden meer prioriteit op
uw departement na deze zorgelijke journalistieke onthullingen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 25
Zie antwoord op vragen 2, 3, 21, 22 en 23.
Vraag 26 en 27
Heeft u deze kwestie al als aanwijzing of anderszins bij het Openbaar Ministerie (OM)
onder de aandacht gebracht? Zo nee, waarom niet?
Kunt u vertellen of het OM al een strafrechtelijk onderzoek is begonnen naar Arjen
Domburg, de relevante mensen van de familie Van Oordt, en andere zionisten die bijdragen
aan het omzeilen van sancties en het ondermijnen van de internationale rechtsorde?
Antwoord 26 en 27
Nee, het Openbaar Ministerie moet zelfstandig en onafhankelijk zijn werk kunnen doen.
Daarnaast doet de Minister van Justitie en Veiligheid geen mededelingen over eventuele
voornemens van het Openbaar Ministerie. Tevens kan de Minister geen uitspraken doen
over vragen die betrekking hebben op individuele casuïstiek.
Vraag 28
Hoe heeft de Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI)-status van deze stichtingen het
doorsluizen van Nederlands geld naar kolonisten en projecten op de illegaal bezette
Palestijnse gebieden vergemakkelijkt?
Antwoord 28
Ook voor ANBI’s geldt dat ze zich aan bestaande wet- en regelgeving dienen te houden.
Zo mag geen betaling worden verricht aan een persoon of organisatie die op een sanctielijst
staat. De ANBI-status maakt daarin geen verschil.
Vraag 29
Gaat u de ANBI-status van deze stichtingen intrekken? Zo nee waarom niet?
Antwoord 29
Op grond van de fiscale geheimhoudingsplicht van artikel 67 van de Algemene wet inzake
rijksbelastingen kan geen nadere informatie worden verstrekt over individuele instellingen.
Vraag 30
Zijn dit soort zionistische stichtingen in het vizier van de Nationaal Coördinator
Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en de inlichtingendiensten zoals de Algemene
Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) vanwege hun steun en bijdrage aan activiteiten
die de internationale rechtsorde ondermijnen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 30
De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) kan onderzoek doen naar personen
of organisaties, waarbij het vermoeden bestaat dat zij een gevaar vormen voor het
voortbestaan van de democratische rechtsorde, dan wel de nationale veiligheid of andere
gewichtige belangen van de staat. Bij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding
en Veiligheid (NCTV) bestaan geen juridische grondslagen om organisatiegericht onderzoek
te doen.
Zoals bekend kunnen gezien de vertrouwelijkheid in de openbaarheid geen uitspraken
worden gedaan over eventuele informatiebeelden en onderzoeken van opsporings-, inlichtingen-
en veiligheidsdiensten. Ook kan de Minister van Justitie en Veiligheid niet ingaan
op mogelijke individuele zaken.
Vraag 31
Gaat u ervoor zorgen dat deze mensen een Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering(CTER)-registratie
krijgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 31
Nee. Het registreren van signalen die mogelijk gerelateerd zijn aan CTER is voorbehouden
aan opsporings- en inlichtingendiensten. Het is niet aan het kabinet om daartoe aanwijzingen
te geven.
Vraag 32
Gaat u deze stichtingen verbieden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 32
De bevoegdheid om aan de rechtbank een verzoek tot verbodenverklaring van een organisatie
te doen, is op dit moment op grond van artikel 2:20 Burgerlijk Wetboek exclusief voorbehouden
aan het Openbaar Ministerie, niet aan het kabinet. Het Openbaar Ministerie kan een
verzoek tot verbodenverklaring van een rechtspersoon indienen bij de rechter in het
geval deze is betrokken bij strafbare feiten die ernstige schade aan de samenleving
veroorzaken. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij criminele organisaties, terrorisme
of ernstige fraude. De rechter beoordeelt vervolgens of er voldoende grond is om de
rechtspersoon te verbieden.
Vraag 33
Gaat u een algemene waarschuwing uitvaardigen dat eenieder die direct of indirect
de sancties tegen Israëlische kolonisten omzeilt de wet overtreedt en daarvan consequenties
zal ondervinden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 33
Het overtreden en omzeilen van Europese sancties is verboden. Alle (rechts)personen
in de EU zijn verplicht zich hieraan te houden. Het kabinet draagt deze lijn voortdurend
uit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp -
Mede namens
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.