Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ceder over het bericht 'Christen (36) ter dood veroordeeld in Pakistan wegens godslastering: 'Koran geschonden''
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Christen (36) ter dood veroordeeld in Pakistan wegens godslastering: «Koran geschonden»» (ingezonden 24 april 2025).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 20 mei 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Christen (36) ter dood veroordeeld in Pakistan
wegens godslastering: «Koran geschonden»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van de uitspraak dat de man ter dood veroordeeld is vanwege blasfemie?
Antwoord 2
Sinds de strenge aanscherping van de blasfemiewetten in Pakistan in de jaren ’80 zijn
honderden mensen, vooral religieuze minderheden zoals individuen uit de Ahmadiyya
gemeenschap en christenen, aangeklaagd voor blasfemie en ook ter dood veroordeeld.
De doodstraf voor blasfemie is tot nu toe echter nog nooit ten uitvoer gebracht.
Nederland erkent de universaliteit van de mensenrechten, zoals vastgelegd in de Universele
Verklaring van de Rechten van de Mens. Vrijheid van religie en vrijheid van meningsuiting
zijn fundamentele mensenrechten die voor iedereen gelden, ongeacht achtergrond of
overtuiging. Blasfemiewetten vormen een schending van deze vrijheden, zeker wanneer
zij worden ingezet om religieuze minderheden te onderdrukken. Nederland wijst blasfemie
wetgeving krachtig af en benadrukt dat mensenrechten niet selectief mogen worden toegepast.
Vraag 3
Bent u bereid bilateraal, maar bij voorkeur in Europees verband, erop aan te dringen
om deze man vrij te laten en zich in te spannen om hem in veiligheid te brengen?
Antwoord 3
Nederland gaat met de vertegenwoordigingen van de EU-lidstaten en met de EU-delegatie
in Islamabad gezamenlijk na wat de meest constructieve en effectieve benadering is
voor deze kwestie.
Vraag 4
Bent u bereid om het hoger beroep, als dit plaatsvindt, te laten bijwonen door de
Nederlandse vertegenwoordiger in Pakistan?
Antwoord 4
Indien het hoger beroep plaatsvindt, zal de Nederlandse ambassade in Islamabad de
zitting – indien mogelijk en opportuun – bijwonen in overleg met gelijkgestemde landen.
Vraag 5
Bent u bereid om alles op alles te zetten om de blasfemiewetten in Pakistan aangepast
te krijgen zodat misbruik van deze wetten voorkomen wordt, waar mogelijk ook in samenspraak
met (internationale) organisaties? Bent u bereid om extra stappen te zetten richting
de Pakistaanse regering aangezien Nederland en de Europese Unie (EU) al jarenlang
het misbruik van de blasfemiewetten aan de orde stellen, maar dat deze veroordeling
blijkbaar alsnog plaatsvindt?
Antwoord 5
Blasfemiewetten zijn diepgeworteld in de Pakistaanse samenleving en politiek.
Het beschermen van moslims en de islam in Zuid-Azië is een kernreden voor de oprichting
van het land. Pakistan is weinig ontvankelijk voor pogingen van andere landen of organisaties
om deze wetten aan te passen.
Nederland zet zich zowel bilateraal als via diverse multilaterale kanalen in om landen,
waaronder Pakistan, aan te sporen tot het afschalen en afschaffen van blasfemiewetgeving.
Ook ondersteunt de Nederlandse ambassade in Islamabad diverse maatschappelijke organisaties
die zich sterk maken voor vrijheid van religie en levensovertuiging in Pakistan.
Tijdens de Universal Periodic Review (UPR) in 2023 – het peer review mechanisme over mensenrechten waar alle VN-landen aan kunnen deelnemen – heeft Nederland
Pakistan aanbevolen juridische en praktische maatregelen te nemen om misbruik van
blasfemiewetten te voorkomen en religieuze intolerantie aan te pakken. Deze zorgen
worden ook in bilaterale gesprekken met de Pakistaanse autoriteiten onder de aandacht
gebracht. Daarnaast pleit Nederland ook in andere internationale fora, zoals de International Religious Freedom or Belief Alliance (IRFBA), en in samenwerking met de EU-Speciaal Gezant voor Vrijheid van Religie en
Levensovertuiging, voor het afschaffen van de doodstraf voor blasfemie en afvalligheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.