Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Boswijk en Inge van Dijk over het bericht “Lokale wielrenners balen van afgelast NK wielrennen”
Vragen van de leden Boswijk en Inge van Dijk (beiden CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Lokale wielrenners balen van afgelast NK wielrennen» (ingezonden 19 maart 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 14 mei 2025). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1896.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Lokale wielrenners balen van afgelast Nederlands kampioenschap
(NK) Wielrennen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoeveel (lokale) sportevenementen dreigen dit jaar niet door te gaan wegens een gebrek
aan politiecapaciteit?
Antwoord 2
De NAVO-top die op 24 en 25 juni 2025 in Den Haag plaatsvindt, vraagt om een grote
politie-inzet en heeft daarom gevolgen voor de beschikbare politiecapaciteit voor
evenementen. Het lokaal gezag bepaalt mede op basis van de beschikbare politiecapaciteit
welke evenementen rondom de NAVO-top doorgang kunnen vinden. Er is geen overzicht
van het aantal sportevenementen dat niet kan doorgaan wegens een gebrek aan politiecapaciteit.
Vraag 3
Hoe vaak is in 2023 en 2024 de politie en Mobiele Eenheid (ME) ingezet bij wedstrijden
van betaaldvoetbalorganisaties (BVO’s)?
Antwoord 3
Gezien dit onderdeel is van de reguliere politietaak en de afwegingen gemaakt worden
op lokaal niveau houdt de politie hier geen aparte cijfers van bij.
Vraag 4
Hoe vaak wordt bijstand verleend door politie-eenheden uit andere (omliggende) regio's
voor voetbalwedstrijden?
Antwoord 4
Politie uit andere eenheden leveren soms bijstand bij voetbalwedstrijden, voornamelijk
bestaand uit ME-inzet. Daarnaast reizen supportersbegeleiders mee met de uitsupporters.
Politie vanuit de eenheid waar de uitspelende voetbalclub vandaan komt, gaat dan naar
de eenheid waar de thuisspelende club gevestigd is. De politie heeft alleen de algemene
jaarcijfers met betrekking tot bijstand. Hierin staat geen specifieke informatie over
de aard van de inzet.
Vraag 5
Heeft deze bijstand in de basisregio's van de dienstdoende agenten geleid tot onderbezetting?
Zo ja, kunt u specificeren hoe vaak dit heeft plaatsgevonden?
Antwoord 5
Er zijn geen gevallen bekend waarin bijstand heeft geleid tot onderbezetting in de
basisregio’s op het reguliere politiewerk zoals incidentenafhandeling en heterdaadopsporing.
De bijstand voor de inzet bij voetbalwedstrijden gaat wel ten koste van andere activiteiten
van de politie bijvoorbeeld inzet in de wijken.
Vraag 6
Kunt u aangeven hoeveel sportevenementen, inclusief amateur- en breedtesport, in gemeenten
in 2023 en 2024 negatief zijn geadviseerd door de politie vanwege capaciteitsgebrek?
Antwoord 6
Deze afwegingen worden op lokaal niveau gemaakt. Ik beschik derhalve niet over de
gevraagde cijfers.
Vraag 7 en 8
Hoe beoordeelt u het feit dat kleinschalige sportevenementen, die aansluiten bij het
beleidsdoel om sportparticipatie en maatschappelijke cohesie te bevorderen, soms niet
door kunnen gaan vanwege een gebrek aan politiecapaciteit?
Welke mogelijkheden ziet u om ervoor te zorgen dat kleinschalige sportevenementen
in gemeenten beter ondersteund worden?
Antwoord 7 en 8
Sportevenementen, groot en klein, kunnen worden ingezet voor verschillende (lokale)
maatschappelijke doeleinden, waaronder het bevorderen van sportparticipatie en maatschappelijke
cohesie. Ik snap de teleurstelling als deze evenementen geen doorgang kunnen vinden
door beperkte beschikbare politiecapaciteit. Dit betekent natuurlijk ook iets voor
het behalen van de verschillende (lokale) maatschappelijke beleidsdoelen.
De bevoegdheid om te beslissen over de doorgang van evenementen ligt bij het lokaal
gezag. Hierbij houdt het lokaal gezag rekening met de benodigde en de beschikbare
politiecapaciteit. Wanneer er te weinig politiecapaciteit is, kan een evenement door
aanpassingen mogelijk evengoed doorgang vinden met minder politie-inzet. Ook kan lokaal
worden besloten om het behalen van de eerder genoemde beleidsdoelen anders in te richten.
Een goed voorbeeld van het anders organiseren van evenementen komt uit de wielersport.
Eerder bent u geïnformeerd2 over het voornemen van de Koninklijke Nederlandse Wielren Unie (KNWU) om meer in
te zetten op burgermotorverkeersregelaars bij professionele wedstrijden, zodat deze
wedstrijden georganiseerd kunnen worden met minder politie-inzet. Met het amendement
van het lid Inge van Dijk3 zijn middelen gereserveerd ter ondersteuning van het ontwikkelen van een landelijke
richtlijn voor burgermotorverkeersregelaars. De subsidieaanvraag van de KNWU is momenteel
in behandeling bij het Ministerie van VWS.
Vraag 9
Bent u bereid een gezamenlijk protocol op te stellen, samen met de relevante ministeries,
waarin de politie-inzet bij kleinschalige sportevenementen gewaarborgd blijft, zodat
dergelijke evenementen niet het slachtoffer worden van gebrek aan politiecapaciteit?
Antwoord 9
De afweging of en hoe evenementen doorgang vinden wordt door het lokaal gezag gemaakt.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en ik zien daarom geen aanleiding
om een protocol op te stellen.
Vraag 10
Hoe kan volgens u de samenwerking tussen de Ministeries van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport en Justitie en Veiligheid versterkt worden om sport als middel voor inclusie,
cohesie en preventie te ondersteunen?
Antwoord 10
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en ik hebben regelmatig
contact over onderwerpen die invloed hebben op sport en de publieke veiligheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.