Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Baudet over het bericht dat de nieuwe Duitse coalitie de vliegtaks gaat verlagen
Vragen van het lid Baudet (FVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht dat de nieuwe Duitse coalitie de vliegtaks gaat verlagen (ingezonden 17 april 2025).
Antwoord van Minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens de Staatssecretaris
van Financiën (ontvangen 14 mei 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Nieuwe Duitse coalitie kiest andere koers dan Nederland:
lagere belastingen voor luchtvaartsector»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de keuze van de Duitse coalitie om de verhoging van de vliegtaks
terug te draaien?
Antwoord 2
Het terugdraaien van de verhoging van het tarief van de Duitse vliegbelasting is afgesproken
in het coalitieakkoord van de Duitse coalitie. Op dit moment ligt er nog geen uitgewerkt
voorstel van het Duitse kabinet over het terugdraaien van de verhoging van het tarief
van de Duitse vliegbelasting. Daarnaast is de keuze om de verhoging van het tarief
van de Duitse vliegbelasting terug te draaien een nationale aangelegenheid. Duitsland
maakt hierin zijn eigen afwegingen op basis van de nationale context en belangen.
Het kabinet heeft hier geen oordeel over.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de keuze van de Duitse coalitie om hiermee de internationale connectiviteit
van Duitse luchthavens te verbeteren om zo de economische groei te ondersteunen?
Antwoord 3
Duitsland maakt hierin zijn eigen afwegingen op basis van de nationale context en
belangen. Het kabinet heeft hier geen oordeel over.
Vraag 4
Waarom heeft u ervoor gekozen om de vliegbelasting op langeafstandsvluchten per 1 januari
2027 te verhogen om 248 miljoen euro extra belastinggeld op te halen? Waaraan bent
u van plan dit geld te besteden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
De voorgenomen differentiatie naar afstand van het tarief van de vliegbelasting vloeit
voort uit het Hoofdlijnenakkoord. Deze maatregel heeft als doel om de hogere uitstoot
van lange afstandsvluchten zwaarder te belasten en is onderdeel van de dekking binnen
het akkoord, waarmee het bijdraagt aan het op orde houden van de overheidsfinanciën.
De verwachte opbrengsten vloeien, net als andere belastinginkomsten, terug naar de
algemene middelen. De besteding daarvan wordt jaarlijks bepaald in de Rijksbegroting.
Er is, conform de begrotingsregels, geen specifieke uitgave gekoppeld aan de opbrengst
van deze maatregel.
Vraag 5
Bent u ervan op de hoogte dat de invoering van de vliegbelasting vanaf juli 2008 in
het jaar daarop (tot 1 juli 2009) naar schatting een afname van circa twee miljoen
passagiers op Schiphol en een totale uitwijk naar buitenlandse luchthavens van circa
één miljoen passagiers tot gevolg heeft gehad?2 Wat vindt u hiervan?
Antwoord 5
Ja. De invoering van de vliegbelasting per juli 2008 viel samen met de wereldwijde
economische crisis. De crisis leidde tot een forse terugloop van het vliegverkeer
en het is daardoor moeilijk om te bepalen wat het geïsoleerde effect van de vliegbelasting
was. Nederlandse luchthavens werden destijds relatief zwaarder getroffen dan andere
Europese luchthavens. Ook al voor de economische crisis ondervond de sector medio
2008 de gevolgen van sterk schommelende brandstofprijzen en ongunstige ontwikkelingen
in wisselkoersen. In het kader van de bestrijding van de economische crisis heeft
het toenmalige kabinet de argumenten voor invoering van de toenmalige vliegbelasting
opnieuw gewogen en de beslissing gemaakt de vliegbelasting af te schaffen.3
Het huidige kabinet begrijpt deze beslissing in de context van destijds. Tegelijkertijd
is de sociaaleconomische situatie nu wezenlijk anders en daarmee niet te vergelijken
met die van de wereldwijde kredietcrisis in 2008. De invoering van de huidige vliegbelasting
in 2021 heeft dan ook niet geleid tot vergelijkbare (uitwijk)effecten. Momenteel wordt
onderzoek gedaan naar de mogelijke impact van de voorgenomen differentiatie naar afstand
van het tarief van de vliegbelasting, waarbij ook de mogelijke afname van aantallen
passagiers en de mogelijke uitwijkeffecten worden onderzocht. De resultaten van dit
onderzoek zullen naar verwachting voor het zomerreces aan de Kamer worden gestuurd.
Vraag 6
Verwacht u dat de aangekondigde verlaging van de vliegtaks in Duitsland in combinatie
met de geplande verhoging van de vliegtaks in Nederland tot gevolg zal hebben dat
nog meer Nederlanders voor een Duitse luchthaven zullen kiezen? Zo ja, hoe groot is
de afname die u verwacht op Schiphol en de uitwijk die u verwacht naar buitenlandse
luchthavens (uitgedrukt in aantallen passagiers) – en vindt u deze afname wenselijk?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
Het is nog niet te voorspellen wat de effecten zullen zijn van een verlaging van het
tarief van de Duitse vliegbelasting. Enerzijds omdat er nu nog geen uitgewerkt Duits
voorstel beschikbaar is en anderzijds omdat momenteel nog onderzoek wordt gedaan naar
de mogelijke impact van de in Nederland voorgenomen differentiatie naar afstand van
het tarief van de vliegbelasting. Hierbij worden ook de mogelijke afname van aantallen
passagiers en de mogelijke uitwijkeffecten onderzocht. Na het feitelijk invoeren van
de afstandsafhankelijke vliegbelasting zullen de effecten goed gemonitord worden.
Vraag 7
Welke gevolgen heeft de verlaging van de vliegtaks in Duitsland volgens u voor de
concurrentiepositie van Nederland? Zijn deze gevolgen in uw ogen positief of negatief?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 7
De gevolgen van de verlaging van het tarief van de Duitse vliegbelasting voor de Nederlandse
concurrentiepositie zijn op dit moment niet bekend, onder andere vanwege het feit
dat er nog geen uitgewerkt Duits voorstel beschikbaar is. Het kabinet zal deze ontwikkelingen
goed in de gaten blijven houden.
Vraag 8
Bent u het ermee eens dat het van groot belang is voor de Nederlandse economie om
vliegen vanaf Nederlandse luchthavens aantrekkelijk te houden ten opzichte van buurlanden?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 8
Ja. Het is van belang om vliegen vanuit Nederland aantrekkelijk te houden voor onder
andere de internationale bereikbaarheid van Nederland, de concurrentiepositie van
de luchtvaartsector en het Nederlandse vestigingsklimaat. Elk jaar monitort het Ministerie
van IenW de netwerkkwaliteit en de connectiviteit van Nederlandse luchthavens en vergelijkt
dit met negen benchmark-luchthavens. In 2023 heeft Schiphol de een na beste directe
connectiviteit van de benchmark luchthavens (na Istanbul), en de op vier na beste
netwerkkwaliteit.4 In het nu lopende onderzoek naar de impact van de differentiatie naar afstand van
de Nederlandse vliegbelasting wordt ook het effect op de netwerkkwaliteit onderzocht.
Vraag 9
Bent u bereid de aangekondigde verhoging van de Nederlandse vliegtaks te schrappen,
de verhogingen van de afgelopen jaren terug te draaien of eventueel een algehele afschaffing
van de vliegbelasting door te voeren – om zo de Nederlandse concurrentiepositie te
beschermen en te verbeteren? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Nee, het kabinet ziet geen aanleiding hiervoor. De invoering van de gedifferentieerde
vliegbelasting naar afstand is een afspraak uit het Hoofdlijnenakkoord die verder
is uitgewerkt in het regeerprogramma. Het kabinet houdt zich aan deze afspraak.
Vraag 10
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en binnen de daarvoor gestelde termijn
beantwoorden?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.