Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport : Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport
36 743 Wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van het elektronisch cognossement
Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 18 september 2024 en het nader rapport d.d. 8 mei 2025, aangeboden aan de Koning
door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, mede namens de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief
afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 4 juli 2024, nr. 2024001587,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 18 september 2024, nr. W16.24.00184/II, bied ik U hierbij aan.
De tekst van het advies treft u hieronder cursief aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 4 juli 2024, no. 2024001587, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister voor Rechtsbescherming, mede namens de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig
gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek
in verband met de invoering van het elektronisch cognossement, met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Het ontwerp geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot
het maken van inhoudelijke opmerkingen.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de ondertekening en de vermelding van de
verantwoordelijke bewindspersoon in artikel III te actualiseren. Verder is in de memorie
van toelichting de passage over het verkrijgen van de eigendom van de zaken of het
hierop vestigen van een vuistpandrecht in geval van een elektronisch cognossement
verduidelijkt en is een voorbeeld toegevoegd van hoe in de praktijk gebruik kan worden
gemaakt van het elektronisch cognossement.
Ik moge U hierbij, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, verzoeken
het gewijzigd voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, T.H.D. Struycken
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State -
Mede ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.