Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Erkens over het bericht ‘Netbeheerders vrezen rampscenario: 200.000 huizen zonder stroom’
Vragen van het lid Erkens (VVD) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over het bericht «Netbeheerders vrezen rampscenario: 200.000 huizen zonder stroom» (ingezonden 2 april 2025).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) (ontvangen 13 mei 2025). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2003.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Netbeheerders vrezen rampscenario: 200.000 huizen zonder
stroom»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de scenario’s dat netcongestie zal zorgen voor stroomstoringen van
meer dan vier uur, en hoe beoordeelt u het «donker scenario» waarbij 200.000 woningen
zonder stroom komen te zitten?
Antwoord 2
In het artikel wordt over dit scenario gezegd «dit is nadrukkelijk een scenario waar
we niet naartoe willen», en dat deelt het kabinet volledig. Het heeft absolute prioriteit
om te voorkomen dat elektriciteitsinfrastructuur overbelast raakt met stroomuitval
en storingen tot gevolg. Dit is ook de reden dat Nederland netcongestie heeft afgekondigd
en een wachtlijst heeft voor grootverbruikers. Dat is juist om overbelasting van het
net en stroomuitval te voorkomen.
Dit scenario gaat specifiek over de situatie in de provincie Utrecht. Daar is het
gebrek aan netcapaciteit nijpend. De congestieproblematiek kan verergeren doordat
kleinverbruik klanten – die niet op de wachtlijst staan – capaciteit toegewezen krijgen
of doordat het verbruik van klanten groeit binnen het bestaande contract. Daarnaast
kan vertraging van de oplevering van nieuwe stations en verbindingen aan de orde zijn.
In de prognoses voor de komende jaren wordt zichtbaar dat op specifieke momenten in
het jaar (sterk afhankelijk van weer en temperatuur) overbelasting van stations kan
plaatsvinden. Deze momenten nemen in de toekomst toe.
Om dit te voorkomen wordt er in het Landelijk Actieprogramma Netcongestie (LAN) gewerkt
aan maatregelen om belasting te verminderen of te verschuiven en om de realisatie
van elektriciteitsinfrastructuur te versnellen, waar het kabinet op 25 april jl.2 een maatregelenpakket voor heeft aangekondigd. Netbeheerders bereiden zich voor op
noodscenario’s, waarbij een (onder)station moet worden afgeschakeld vanwege overbelasting.
Deze voorbereiding behoort al decennia tot de taken van de netbeheerders, maar heeft
in de huidige situatie van netcongestie extra urgentie gekregen. Indien het noodzakelijk
zou zijn om een station af te schakelen, dan treft dit in het meest ernstige geval
200.000 klanten. Dat is juist het scenario dat we proberen te voorkomen met de maatregelen
voor netcongestie.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de scenario’s dat stroomstoringen essentiële onderdelen van de maatschappij
zullen raken, zoals mobiel bereik, rioolzuivering en opslag van voedsel? Hoe beoordeelt
u de waarschijnlijkheid van deze scenario’s?
Antwoord 3
In de meest ernstige scenario’s kunnen ook deze essentiële diensten worden geraakt.
Het noodgedwongen afschakelen van een station raakt namelijk direct alle klanten die
daarop zijn aangesloten. Tegelijkertijd doen netbeheerders er alles aan om dit te
voorkomen, o.a. via het LAN en door middel van congestiemanagement, waarbij overbelasting
kan worden voorkomen door het gecontroleerd afschakelen van bepaalde partijen. Indien
een station in een risicofase belandt, zullen netbeheerders dus eerst andere partijen
tegen betaling afschakelen om te voorkomen dat het station overbelast wordt en dat
ook essentiële onderdelen van de maatschappij daardoor geraakt worden.
Vraag 4
In hoeverre zijn deze scenario’s het gevolg van vastlopende regelgeving, en onvoldoende
investeringen?
Antwoord 4
Zoals gemeld in de brief aan de Kamer over het sneller uitbreiden elektriciteitsnet
van 25 april jl.3 is aanpassing van de huidige wet- en regelgeving nodig om tot structurele versnelling
van de realisatie van elektriciteitsprojecten te komen. Hierop wordt ingezet met het
wetgevingsprogramma Aanpak voor kortere procedures. De netbeheerders hebben de afgelopen
jaren circa 5 miljard per jaar geïnvesteerd in het elektriciteitsnet en uit het interdepartementaal
beleidsonderzoek (IBO) bekostiging van de elektriciteitsinfrastructuur4 blijkt dat er de komende decennia ook fors geïnvesteerd zal worden. Deze investeringen
zijn juist nodig om het donkere scenario van stroomuitval te voorkomen.
Vraag 5
Welke concrete stappen gaat u zetten om te voorkomen dat er stroomstoringen zullen
voorkomen? Hoe gaat u voorkomen dat essentiële onderdelen van de maatschappij niet
geraakt zullen worden?
Antwoord 5
De netbeheerders zijn verplicht om een systeembeschermings- en herstelplan te hebben
en beschermingsmaatregelen toe te passen om het stroomnet te stabiliseren wanneer
er een grootschalige storing dreigt te ontstaan. De systeembeschermings- en herstelplannen
van de netbeheerders worden ieder jaar geactualiseerd en getoetst aan Nederlandse
en Europese richtlijnen.
Daarnaast zijn de maatregelen in het LAN gericht op het betrouwbaar en toekomstbestendig
houden van het elektriciteitsnet. De voornaamste manier om storingen in de toekomst
te voorkomen, is door het net op tijd uit te breiden. Met de genoemde brief over het
sneller uitbreiden van het elektriciteitsnet heeft het kabinet de Kamer geïnformeerd
over de versnellingsaanpak om de doorlooptijden van de realisatie van elektriciteitsinfrastructuur-projecten
te verkorten. Dit versnellingspakket wordt met prioriteit toegepast op de cruciale
projecten in de regio Flevopolder-Gelderland-Utrecht, omdat de situatie op het stroomnet
daar het meest nijpend is.
In de beantwoording van vragen van het lid Bontenbal (CDA)5 heeft het kabinet daarnaast de Kamer op 25 maart jl. geïnformeerd over de ontwikkeling
van netbescherming, waarmee op basis van een noodsignaal overbelasting van het net
in uiterste gevallen kan worden voorkomen. Het kabinet ziet kansen voor netbescherming
bij het voorkomen van grootschalige stroomstoringen en verkent met netbeheerders hoe
netbescherming geïmplementeerd kan worden.
Vraag 6
In hoeverre bent u in gesprek met netbeheerders en lokale overheden om versnellingsopties
in te zetten naar aanleiding van motie Erkens c.s. (Kamerstuk 29 023, nr. 536)?
Antwoord 6
In de genoemde brief aan de Kamer over sneller uitbreiden elektriciteitsnet van 25 april
jl. is toegelicht hoe het kabinet uitvoering geeft aan deze motie.
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat er sterker moet worden ingezet op regelbaar vermogen en
dat de regelgeving hiervoor versoepeld dient te worden? Bent u het ermee eens dat
de huidige regelgeving een belemmering vormt voor noodzakelijke uitbreidingen van
het stroomnet?
Antwoord 7
Tijdelijke inzet van regelbaar vermogen kan congestieproblematiek in bepaalde gevallen
verlichten. Dat kan bijvoorbeeld doordat partijen meer of minder elektriciteit gebruiken,
daarvoor wordt congestiemanagement (tegen betaling vrijwillig minder elektriciteit
gebruiken) ingezet en zijn flexibele contracten ontwikkeld. Bij kortdurende congestie
kunnen ook (grootschalige) batterijen worden ingezet. Het kabinet verkent daarnaast
de mogelijkheden voor de inzet van bestaande gasgestookte regelbare opwek om afnamecongestie
te verzachten. In deze verkenning wordt ook gekeken naar eventuele belemmeringen op
het gebied van regelgeving en de gevolgen voor stikstof- en CO2-uitstoot.
Tijdens de parlementaire behandeling van de Energiewet vorig jaar is in de wet expliciet
verduidelijkt dat er ruimte is voor regelbaar vermogen en dat netbeheerders onder
bepaalde voorwaarden ook zelf regelbaar vermogen kunnen beheren.
Ten slotte ziet het kabinet mogelijkheden om met aanpassing van wet- en regelgeving
de uitbreiding en verzwaring van het stroomnet te versnellen. In de brief aan de Kamer
over sneller uitbreiden van het elektriciteitsnet heeft het kabinet daarom het wetgevingsprogramma
Aanpak voor kortere procedures gepresenteerd.
Vraag 8
In hoeverre is er sprake van meer vertraging bij de bouw van hoogspanningsstations,
zoals in Utrecht? Hoe bent u voornemens deze vertragingen te voorkomen?
Antwoord 8
In de brief aan de Kamer over sneller uitbreiden elektriciteitsnet heeft het kabinet
een aanpak gepresenteerd waarmee wordt beoogd om de doorlooptijden van hoogspanningsprojecten
met jaren te verkorten en nieuwe vertragingen te voorkomen. Onderdeel daarvan is dat
het Rijk voor meer hoogspanningsprojecten die cruciaal zijn voor het aanpakken van
netcongestie de regie pakt door het bevoegd gezag over te nemen.
Vraag 9
Wat is de laatste stand van zaken van het voornemen om voldoende transformatorhuisjes
te bouwen? Welke knelpunten constateert u hierbij?
Antwoord 9
In 2024 zijn bijna 2.500 transformatorhuisjes geplaatst, fors meer dan in de jaren
daarvoor. De initiatieven die genomen zijn om dit werk op te schalen hebben goed uitgepakt.
Ook de buurtaanpak wordt steeds verder uitgerold. De eerste buurten zijn uitgevoerd
en nieuwe worden voorbereid. Het verkrijgen van vergunningen, inspraakprocedures,
materiaal en personeel blijven aandachtspunten voor verdere opschaling. Op 24 april
jl.6 hebben de regionale netbeheerders en de VNG afspraken gemaakt over de juridische
borging van de trafohuisjes met beter gebalanceerde voorwaarden voor de ligging van
transformatorhuisjes, die recht doen aan zowel de regierol van de gemeente in de openbare
ruimte als het belang om vitale infrastructuur langdurig op essentiële locaties te
houden. Hiermee worden toekomstige knelpunten bij het sluiten van overeenkomsten zo
veel mogelijk voorkomen en wordt tijdwinst geboekt.
Vraag 10
In hoeverre acht u dat de onorthodoxe maatregelen de kans op stroomstoringen verlichten?
Welke onorthodoxe maatregelen overweegt u om te nemen en wat is hiervan de laatste
stand van zaken?
Antwoord 10
Bij brief van 25 april 20247 is de Kamer geïnformeerd over negen maatregelen die voor Flevopolder, Gelderland
en Utrecht (FGU) worden genomen om uitval van de elektriciteitsvoorziening te voorkomen
en – ondanks de beperkte capaciteit van het elektriciteitsnet in de komende jaren –
ruimte te creëren voor het realiseren van maatschappelijke doelen op het gebied van
duurzame woningbouw, mobiliteit en economie. Naar verwachting kunnen deze maatregelen
ook toepasbaar zijn in andere gebieden waar zich vergelijkbare problematiek voordoet.
De maatregelen betreffen onder andere slim laden, netbewuste nieuwbouw, inzet van
regelbare opwek, het net (tijdelijk) zwaarder belasten en congestiemanagement bij
bedrijven. Sinds april 2024 wordt samen met de netbeheerders en provincies gewerkt
aan de uitvoering van deze negen maatregelen en is voortgang geboekt8. De beoogde verlaging is helaas nog niet definitief gerealiseerd. Hiervoor zullen
de komende maanden nog stappen moeten worden gezet. Dit najaar is er naar verwachting
meer inzicht in de effecten van de maatregelen en de belasting van het net.
Vraag 11
Klopt het dat netbeheerders overwegen om een wachtlijst op te zetten voor een aansluiting
voor huishoudens? Wat zou dit betekenen voor de ambities van het kabinet om structureel
100.000 woningen per jaar bij te bouwen?
Antwoord 11
In de genoemde Kamerbrief over de FGU-regio is aangegeven dat naast de negen maatregelen
die worden uitgevoerd ook een tiende maatregel, wachtrijen voor kleinverbruikaansluitingen,
wordt voorbereid voor het geval de negen maatregelen onvoldoende effectief en tijdig
kunnen worden ingezet, of als de beoogde verlaging van de belasting van het net niet
wordt gehaald. Het effect van een wachtrij voor kleinverbruikaansluitingen op de woningbouw
is afhankelijk van de exacte vormgeving van de wachtrij en de ruimte die nog resteert.
In het ergste geval zal de nieuwbouw in de FGU regio tijdelijk vertraging oplopen
en zal een inhaalslag gemaakt moeten worden op het moment dat de netuitbreidingen
gereed zijn.
Vraag 12
Welke extra maatregelen worden er getroffen om stroomstoringen in Noord-Holland te
voorkomen, aangezien ook in Noord-Holland het stroomnet vanaf 2026 overbelast dreigt
te raken?
Antwoord 12
De provincie Noord-Holland, netbeheerders Liander, TenneT en gemeenten werken in de
Taskforce Energie-infrastructuur samen om zo snel mogelijk het elektriciteitsnetwerk
uit te breiden. In de tussentijd wordt gezocht naar slimme oplossingen om het elektriciteitsnet
efficiënter te gebruiken, zoals congestiemanagement en slim laden.
Vraag 13
Is er in andere provincies ook onderzocht wat het risico op stroomstoring door overbelasting
van het net in de komende jaren zal zijn? Kunt u de Kamer informeren over mogelijke
andere risicogebieden?
Antwoord 13
Indien er te veel transportvraag dreigt te ontstaan dan het elektriciteitsnet aankan,
starten de netbeheerders een congestiemanagementonderzoek. Na zo’n onderzoek is de
netsituatie in beeld en kan worden beoordeeld of maatregelen nodig zijn om overbelasting
te voorkomen. Aanvragers van transportcapaciteit kunnen dan bijvoorbeeld op een wachtlijst
worden geplaatst. In heel Nederland zijn dergelijke onderzoeken uitgevoerd, waarbij
de uitkomsten verschillen en dus ook de noodzakelijke maatregelen. De netbeheerders
werken daarnaast binnen het LAN aan een verdere verbetering van inzicht in de elektriciteitsnetten.
Naast de capaciteitskaart9 is daartoe sinds begin dit jaar ook de stroomnetchecker op postcode beschikbaar.
Vraag 14
Kunt u een overzicht maken van de piekvraag van andere provincies?
Antwoord 14
De netbeheerders laten weten dat in de congestiemanagementonderzoeken de verwachte
(piek)vraag per station in kaart wordt gebracht. Bij grote veranderingen kan er aanleiding
zijn congestiemanagementonderzoeken te herijken waarmee ook updates van de piekvraag
inzichtelijk gemaakt worden. Scherp inzicht in de netten is noodzakelijk voor het
tijdig treffen van passende maatregelen per situatie. Het kabinet verzoekt de netbeheerders
daarom een plan van aanpak te maken voor diepe netanalyses per provincie, geprioriteerd
naar de huidige inschatting van de omvang van de problematiek (hoog- en middenspanning).
Beoogd wordt te komen tot een volledig overzicht tot 2030 van periode, locatie en
de impact op de achterliggende laagspanningsnetten.
Vraag 15
Kunt u deze vragen apart beantwoorden?
Antwoord 15
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.