Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Vermeer over de brandbrief ‘bezorgde (oud-)ambtenaren
Vragen van het lid Vermeer (BBB) aan de Ministers van Klimaat en Groene Groei en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brandbrief van «bezorgde (oud)-ambtenaren» (ingezonden 27 maart 2025).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei), mede namens de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 12 mei 2025). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2065.
Vraag 1, 5 en 6
Hoeveel ondertekenaars van de brandbrief zijn momenteel rijksambtenaar?
Hoeveel actieve ambtenaren hebben deze brief ondertekend?
Hoeveel oud-ambtenaren?
Antwoord 1, 5 en 6
Volgens de website van de Klimaatcoalitie1 zou bovengenoemde brandbrief ondertekend zijn door in totaal 2.253 (oud-)ambtenaren
van onder andere het rijk, provincies, gemeenten, waterschappen, veiligheidsregio’s
en de politie. In het bestand worden 1.519 ambtenaren en medewerkers van semipublieke
instellingen (onderwijs, zorg) met naam genoemd. Afgaande op de lijst met ondertekenaars,
werken 448 hiervan bij de Rijksoverheid (inclusief uitvoeringsorganisaties en toezichthouders).
Het gaat in elk geval in vijf gevallen om gepensioneerde rijksambtenaren.
Vraag 2
Hoeveel werken of werkten bij departementen betrokken bij klimaat-, energie- of natuurbeleid?
Antwoord 2
In totaal werk(t)en dertien van de ondertekenaars volgens de lijst van ondertekenaars
bij de departementen die betrokken zijn bij klimaat-, energie- of natuurbeleid (EZ,
KGG en LVVN). Daarvan zijn er, voor zover bekend, drie niet meer in actieve dienst.
Vraag 7
Hoe verhoudt dit aantal zich tot de eerdere actie met 4.500 ondertekenaars in 2023?
Antwoord 7
Volgens de website van de Klimaatcoalitie hebben in 2023 in totaal 4.513 personen
de toenmalige brandbrief2 ondertekend. Afgaande op de lijst van ondertekenaars van deze eerdere brief, ging
het daarbij om 1.045 (oud-)rijksambtenaren.
Vraag 8, 9, 10, 11, 12 en 13
De brief bevat beleidsvoorstellen, zoals sluiting van kolencentrales. Acht u dit verenigbaar
met ambtelijke neutraliteit?
De brief stelt dat beleid in strijd is met de ambtseed. Aan welk beleid wordt precies
gerefereerd en acht u die interpretatie correct?
Acht u het gepast dat ambtenaren politieke druk uitoefenen op Kamer en kabinet via
een publieke brief?
Vallen de ondertekenaars onder de Gedragscode Integriteit Rijk?
Acht u deze actie verenigbaar met de eis tot onafhankelijkheid en onpartijdigheid
uit artikel 3.1 en 3.2 van de gedragscode?3
Is er binnen de betrokken departementen beleid om ambtenaren te wijzen op deze gedragsregels?
Antwoord 8, 9, 10, 11, 12 en 13
In onze democratische rechtstaat zijn ambtenaren politiek neutraal. In Nederland werken
ambtenaren zonder politieke binding en ongeacht de eigen politieke voorkeur voor het
algemeen belang. Een bewindspersoon is verantwoordelijk voor een politiek besluit,
hij of zij legt hierover verantwoording af aan het parlement. Ambtenaren hebben hierbij
een ondersteunende, adviserende en uitvoerende rol, waarin zij op basis van professionaliteit
worden geacht om objectief te adviseren, en alle inzichten en opties aan bewindspersonen
voor te leggen. Vervolgens voeren ambtenaren uit wat politiek is besloten, ook als
de politieke weging tot een ander besluit heeft geleid dan werd geadviseerd. Als de
uitvoering van een politiek besluit onbedoelde gevolgen heeft, is het de taak van
ambtenaren om die signalen terug te leggen bij de verantwoordelijk bewindspersoon
zodat die het besluit kan heroverwegen.4
Dit laat onverlet dat ambtenaren gebruik mogen maken van hun recht op vrijheid van
meningsuiting zolang de zogeheten functioneringsnorm niet wordt overschreden. Artikel 10
van de Ambtenarenwet 2017 stelt dat de ambtenaar zich dient te onthouden van het openbaren
van gedachten of gevoelens of van de uitoefening van het recht tot vereniging, vergadering
en betoging, indien door de uitoefening van deze rechten de goede vervulling van zijn
functie of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband
staat met zijn functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd. Of daarvan
sprake is, is altijd afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval. Er
is daarbij geen wettelijke verplichting om vooraf toestemming te vragen. Dit heeft
te maken met het verbod op censuur. Als er aanleiding toe bestaat, dienen ambtenaren
zich wel achteraf jegens hun werkgever te verantwoorden over de afwegingen en keuzes
die zijn gemaakt.
In de Ambtenarenwet 2017 is ook geregeld dat ambtenaren bij indiensttreding de ambtseed
-of belofte afleggen, waarin zij onder meer beloven zich aan de bestaande wetten en
regels te houden en zich als goed ambtenaar te gedragen. Zoals hierboven uiteengezet
doen zij dit in een ondersteunende, adviserende en uitvoerende rol en dragen de bewindspersonen
uiteindelijk de verantwoordelijkheid voor politieke besluiten. Het is het kabinet,
anders dan de redenen die worden genoemd in de brief, niet bekend waarom de ambtenaren
van mening zijn dat het huidige kabinetsbeleid in strijd zou zijn met de door hen
afgelegde ambtseed.
De Gedragscode Integriteit Rijk geldt voor rijksambtenaren in actieve dienst. Met
de gedragscode wordt aan geldende regelgeving en beleidskaders, zoals bijvoorbeeld
de Ambtenarenwet 2017, meer bekendheid gegeven en gestreefd naar een uniforme uitleg
en toepassing daarvan. Het is geen regelgeving maar een hulpmiddel bij toetsing aan
het wettelijk kader. In het integriteitsbeleid op de departementen wordt deze gedragscode
actief onder de aandacht gebracht.
Vraag 3, 4, 14 en 15
In welke functiegroepen (beleidsmedewerker, uitvoerder, communicatie, management,
etc.) vallen zij?
Is deze actie gemeld of afgestemd met leidinggevenden?
Acht u dit voorbeeld van georganiseerde beleidsbeïnvloeding door ambtenaren wenselijk?
Bent u bereid te (laten) onderzoeken of hierbij sprake is van integriteitsrisico’s?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3, 4, 14 en 15
Een zeer beperkt deel van de ondertekenaars is in actieve dienst bij de betrokken
departementen. Voor de vraag of de actie van die ondertekenaars in het licht van onafhankelijkheid
en onpartijdigheid – of anderszins – toelaatbaar is, is het eerdergenoemde artikel 10
van de Ambtenarenwet, in het bijzonder de zogeheten functioneringsnorm, het wettelijk
beoordelingskader. Of de «functioneringsnorm» wordt overschreden kan niet in algemene
zin, of voor hele groepen worden gezegd. Dat is afhankelijk van de concrete omstandigheden
van het geval en kan dus per situatie verschillen. De Aanwijzingen inzake externe
contacten van rijksambtenaren benoemen factoren die kunnen meespelen, zoals maatschappelijke
gevoeligheid van het onderwerp, de betrokkenheid van de ambtenaar bij het onderwerp,
en het moment en de manier waarop ambtenaren opvattingen kenbaar maken.
Het is aan de individuele ambtenaar om deze aspecten mee te nemen in de afweging tot
(openbare) uiting. Als daar aanleiding toe bestaat dienen ambtenaren zich jegens hun
werkgever te verantwoorden over de afwegingen en keuzes die zijn gemaakt. De werkgever
beoordeelt dit per situatie waarbij alle omstandigheden zorgvuldig worden gewogen.
De afweging daarbij in een specifiek geval is een personele aangelegenheid.
Wij nodigen de ambtenaren uit om hier vanuit hun adviserende rol het gesprek aan te
gaan binnen de departementen waar ze werkzaam zijn, voor zover dergelijke gesprekken
al niet op de werkvloer worden gevoerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei -
Mede namens
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.